Dat was het dan. Godard Adriaan is weer thuis en Margaretha hoeft dus geen brieven meer te schrijven. Ik ben blij dat Margaretha eindelijk haar man weer in haar armen kan sluiten.
Heer en dame kussend en een vrouw van achteren, Gesina ter Borch, 1654. Collectie Rijksmuseum.
Volgende missie
Er zijn weer brieven als Godard Adriaan op zijn volgende missie gaat. De laatste brief was van 16 juni 1677 en zijn volgende brief is van 11 november 1679. Dit betekent niet dat wij (ook) twee jaar wachten tot we verder gaan: wij pakken gewoon in november de draad weer op. In de perioden tussen de brieven proberen we jullie op de hoogte te houden van wat er zoal gebeurt in die twee jaar. Voor zover we dat weten natuurlijk, want als Godard Adriaan thuis is, hoeven er geen brieven meer geschreven te worden over de bouw. Maar over de oorlog, de situatie in de Republiek en de lotgevallen van familieleden kunnen we wel meer vertellen. Zijn er vragen of specifieke wensen voor verhaaltjes in deze periode? Laat het hieronder even weten!
We weten dat Margaretha’s belangrijkste doel was om in 1677 het huis wind en waterdicht te krijgen. Er werd gewerkt aan het dak en aan de schoorstenen en er werden glas en vensters besteld. De grote vraag is natuurlijk of ze het plafond in de grote zaal gaan jipsen of schilderen. Als we het alleen van de brieven zouden moeten hebben, zouden we dat nooit weten. Gelukkig staat het huis er nog en de grote zaal is in de basis nog steeds zoals hij tijdens de bouw bedoeld was. Dus komen kijken is de eenvoudigste oplossing om daar achter te komen.
Als we met de brieven van twee jaar later verder gaan, zijn de Van Reedetjes natuurlijk behoorlijk opgeschoten met de bouw. Dan wordt er hard gewerkt aan de bijgebouwen, vooral de stallen met de beide paviljoens. Daarnaast valt er natuurlijk in het huis zelf ook nog van alles te verfraaien. Verder zijn er verhalen over de kleinkinderen, over ossen, over de landbouw en over bezoek van de prins. Dus ook de volgende serie brieven heeft weer genoeg om naar uit te kijken!
Margaretha begint haar brief met dat het zo aangenaam is om van haar man te horen. Een dag eerder heeft ze met de laatste post van de dag een brief ontvangen van Godard Adriaan die hij op 3 maart heeft geschreven. Blijkbaar is Godard Adriaan in zijn brief niet ingegaan op eerdere berichten over geldzaken van Margaretha. Ze noemt dus nog maar een keer dat Van Beusinchem ervoor gezorgd heeft dat er 3000 gulden in Amsterdam ligt voor Godard Adriaan. Hij kan er geld van opnemen als hij daar behoefte aan heeft.
Ameronge den 10 maert 1677 [rec: 17. Dito]
Mijn heer en lieste hartge uhEd aengenaeme vande 3 deeser is mij gistere geworde met de laeste post heb ick uhEd geschreefven dat de 3000f door beusekom tot wttrecht sijn ontfange die hij mij beloofde Eergistere naer Amsterdam te sende, so dat uhEd daer staet op kont mae =ken,en die kont trecken, [ock heb ick sijn hoocheijt die]
Nogmaals de thuiskomst
Ook van het bezoek van Willem III herhaalt Margaretha voor de zekerheid nog maar eens het belangrijkste punt: wanneer mag Godard Adriaan thuis komen? Tijdens het diner heeft Margaretha gevraagd wanneer Willem III toestemming zal geven om Godard Adriaan naar huis te laten gaan. Willem III heeft Margaretha laten weten dat haar geliefde echtgenoot waarschijnlijk snel thuis zal zijn. Maar als ze aandringt en vraagt of hij daar al opdracht toe gegeven heeft, antwoordt hij heel vaag dat hij dat ‘beperkt’ gedaan heeft, maar dat hij Godard Adriaan nog zal schrijven. Waarschijnlijk zegt hij dat om Margaretha waarschijnlijk gerust te stellen. Margaretha heeft er alsnog haar bedenkingen bij: ‘So dat als ick recht sal segge mijns bedunkens het vrij wat op schroefve staet’. Het is Margaretha’s persoonlijke mening dat het allemaal nogal op losse schroeven staan. Ze is duidelijk niet tevreden.
Het vertrek van Willem III met de legertroepen naar het beleg van Valenciennes in het noorden van Frankrijk vindt Margaretha erg overhaast gaan. Een vervelende bijkomstigheid is dat Godard Adriaan zijn zoon en Willem III waarschijnlijk mis zal lopen door hun abrupte vertrek.
[=ken,en die kont trecken, ] ock heb ick sijn hoocheijt die voorleedene saterdach hier heeft gegeeten naer uhEd thuijs koome gevraecht, die mij seijde ijae dat deselfve haest sou thuijs koome, en als ick hem vraechde of uhEd daer toe al ordere hadt, antwoorde ijae maer gelimiteerde ordere, dan dat hij uhEd sou schrijfve, so dat als ick recht sal segge mijns be dunskens1Mijns bedunkens: naar mijn mening, het persoonlijke van de mening wordt hiermee benadrukt het vrij wat op schroefve staet, daer ick so heel wel niet in te vreede ben, want men voordees meende als of uhEd het thuijs koome niet en sochte, nu dat overgeslaechge, het vertreck van sijn hoocheijt naer de kampange, wort doort be= =lech van valanschien so verhaest dat ick niet geloof uhEd hhem of de heer van ginckel alvoorns sult hier sien het welcke wel gewenst hadt,
Wat betreft het hardsteen voor de trappen en de schoorstenen schrijft Margaretha dat deze ‘scheep sijn’. Het materiaal is dus onderweg per schip naar Amerongen, fijn dat dat er in ieder geval wel aan komt. Ze zal zorgen dat er iemand aan de Vaartse Rijn staat om te zorgen dat ze naar Amerongen komen.
dat de hartsteene trappe en tot de schoorsteene al scheep sijn is heel goet ick salse verwachte en aende vaert laeten waerneemen, [rietvelt noch sijn]
Rietvelt en zijn werklui zijn helaas nog aan niet aan het werk. Het weer is erg grillig en onvoorspelbaar geweest de afgelopen dagen. Nadat ze de brief voor Godard Adriaan heeft geschreven, zal ze Rietvelt eens schrijven om te vragen of hij naar Amerongen komt. De weersomstandigheden zijn overdag, op de harde vrieskou na, wel aanzienlijk verbeterd. Margaretha laat Godard Adriaan weten dat wanneer Rietvelt en de werklui weer aan de slag gaan, er wel geld in de kas moet zitten om ze te kunnen betalen.
Het lijkt er op dat Margaretha het niet zo erg vond dat er door het slechte weer niet gewerkt kon worden, dat geeft haar wat tijd om de financiën bijeen te krijgen. Ook is er flink wat geld nodig om de verscheping van het hartsteen te betalen.
[aende vaert laeten waerneemen,] rietvelt noch sijn volck sijn noch niet int werck omt ongestadige
weer dat wij dagelijcks hebbe, heb ick hem noch niet ont boode maer schrijf met deese post aen hem, tis hier twee dagen seer schoonweer geweest, maer t heeft deesen nacht noch hart gevrooren, en als rietvelt met sijn volck aent werck is moeter gelt bij kas weesen, en de vrachte vande hartsteene sulle ock hooch loopen die moetten voor al betaelt weesen, daerom ick moet sien hoe ickt aen alle kanten maeck, en sal niet int Een oft ande versuijme oft sal aen mijn macht ontbreecken, [de doot vande ouden teminck]
Margaretha laat weten dat rondom Amerongen het water enorm is gestegen, maar dat het momenteel wel aan het zakken is. Door het hoge water zijn er sluizen gebroken en polders onder gelopen. De boomgaardjes van de drost en de hovenier zijn ook onder gelopen. Het water staat zo hoog dat het water tot vlak onder de kade staat. Majoor Quint heeft al wintertarwe en gerst gezaaid en daarvoor is al dat water ook niet goed. Hij is bang dat hij het kwijt raakt.
stadige weer, wij sitten hier rontom weer int water datse segge weer aen vallen is, de sluijs is door gebroocken al de binne weijen staen blan ijaet boogaertge vande drost sijn huijs, en int boogaertge achter den hoofveniers huijs ist va waeter in, sonde dat de grafte op veel nae niet aende kaeij het water is, de majoor ijan quint heef taruw en garst in Enker die hij vreest dit waeter niet sal konnen wt staen so hijt quijt raeckt sullen die liede groote schade hebbe
Overstroming van de Rijndijk in Gelderland, Jacobus Buys, 1770. Collectie Rijksmuseum.
Korte P.S.
Door het hoge water kunnen ze ook het werk bij de steenoven niet opstarten. Margaretha laat weten dat ze met geen enkele klus vooruitgang kan boeken. Geduld is een schone zaak voor Margaretha: ‘wij moete paesijensie hebbe’.
Een korte p.s. voor Margaretha haar doen. Alleen is haar blaadje vol, dus kiest ze ervoor om de PS overdwars op de pagina ernaast te zetten.
Ze laat Godard Adriaan weten dat door het hoge water de werkzaamheden in de kelders niet zijn begonnen. Het water staat weliswaar niet in de kelders, maar heeft de kuilen waarin de kalk opgeslagen ligt bereikt, dus het kalk is niet bereikbaar. Dat kalk is nodig om de gewelven in de kelders te maken.
dit waeter verhindert ock aende steen oven te beginne om gereetschap tot alles te maecken ick kan noch met geen werck voort koomen wij moete paesijensie hebbe, hoope uhEd haest in ge sontheijt weer hier te sien waer naer verlange en blijfve Mijn heer en hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
wij sullen noch den wulfsels van den kelders niet konne doen om dat men bij de steenkalck die inde kuijlen leijt niet en kan vermidts die onder water staen
1
Mijns bedunkens: naar mijn mening, het persoonlijke van de mening wordt hiermee benadrukt
Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.
Ameronge den 16 septem 1676 rec: 21. dito
Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum
Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.
Bedrieglijk besmettelijk
Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.
[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome , bender wel quaet om, soot anders Een goet knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]
Men neme…
Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe= =vereijn is, se neeme 3 harte van jonge reijgers daer leevendich wt gehaelt en gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer geloof niet dat men die nu sou konne krijge
Gasthuis Amerongen
Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.
hier int dorp en ondert werck volck sij so veel siecken aen koortse en roode loop dat =ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met selaers en opperlie, ick ben niet anders als of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage werck meedesijne ree te maecke en voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
Vroeg op
De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.
[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot wttrecht ontfange als meede de 283f weege de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben alledage smergens tusche ses en seeven Euren opt werck dat voor mij vroech is , en sien datse noch al ontrent de veertien dage werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin =ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]
Mooi weer
Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!
[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt werck en op de steen oven die aent brande is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij maer veertien dage sulcken weer houde sal den oven overt quaetste sijn, maer ick moet al den turf met lichters en treck paerde laete vant spoel Effen beneeden kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle
Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.
[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver =gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.
Bureaucratie
In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.
Over bouwen in het algemeen. Uit: Georgica curiosa : das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität Düsseldorf
De kleinkinderen
De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.
Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):
Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud
En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.
Oorlogsnieuws
De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.
Gezicht op een legerkampement, Barend Klotz (toegeschreven aan), 1674. Collectie Rijksmuseum.
Memoriael-bouck
In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.
Meloratien en Aenkoop
van goederen gedurende onsen Ehestant gedaen____:
Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie
Metselen, planten, verleggen van de Hoven, vermaken van ’t Voorburg, graven van Graften, Wallen en Vijvers, poten van Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645 tot Junio 1672 ten minsten een som van vijff en sestigh duisent gulden
De kaft van het memoriaalboek, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.
Er is al vaker geschreven over de herbouw van Kasteel Amerongen en er is geen eenduidige conclusie over wie de architect is van het kasteel. Eén van de aanknopingspunten zou de overeenkomst met het Mauritshuis kunnen zijn. Met name de dubbele trap in het hart van het huis en de enorme galerij op de verdieping doen sterk denken aan het Mauritshuis.
Verticale doorsnede van voor (links) naar achter (rechts) van het Mauritshuis, tekening van Pieter Post. Collectie Koninklijke Bibliotheek ‘s-Gravenhage (KW 128 A 34). Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Het Mauritshuis was een opdracht van Johan Maurits van Nassau-Siegen. De architect was Jacob van Campen met assistentie van Pieter Post. Zij overleden respectievelijk in 1657 en 1669, dus hun kunnen we afstrepen voor Amerongen. Johan Maurits had een goede relatie met Godard Adriaan en de zoon van Pieter Post, Maurits Post werkte veel met hem samen.
Globale doorsnede van het huis Amerongen, noordkant, N.C.G.M. van de Rijt, 1976. Collectie Huisarchief Kasteel Amerongen. Het Utrechts Archief.
Geen van de plattegronden van Kasteel Amerongen zijn ondertekend, maar het lijkt er toch wel op dat de eerste tekening, met de vier torens, gemaakt is door Schut. Hoe en wat de invloed van Johan Maurits van Nassau-Siegen en Maurits Post hierop geweest is, zal waarschijnlijk altijd gissen blijven.
Plattegrond eerste verdieping, met benaming van de vertrekken en vier hoekpaviljoens. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.
Torens of geen torens
De plattegrond met de vier torens is een keurige rechte tekening. Het is duidelijk een ideaalplaatje. Uit de memo van Godard van den Doorslagh blijkt dat die tekening vóór het opmeten van de ruïne gemaakt moet zijn, omdat hij duidelijk aangeeft dat er nog delen staan en er nog delen afgebroken moeten worden.
Het vermoeden is dan ook dat de tekening zonder de torens, waarop met potlood verschillende trappenhuizen gemaakt zijn, gemaakt is nadat de ruïne opgemeten is en dus ook na de memo. Waarschijnlijk hebben ze toen echt nauwkeurig gekeken hoe de nog staande muren liepen en waar de fundamenten precies lagen. In die volgende tekening wordt er dan ook rekening mee gehouden dat het fundament niet recht is. Dan ontstaat het plan met zes ramen aan de zuidkant (links) en zeven aan de noordkant (rechts) van het kasteel. Ook deze plattegrond is waarschijnlijk door Schut getekend. Of ze de problemen in het huis met de symmetrie toen al voorzien hebben is de vraag.
Plattegrond van de eerste verdieping van het huis Amerongen, Anoniem, 17e eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.
De plattegronden waarin de verschillende posities van de trap verder uitgewerkt zijn, zijn van een andere hand, het is onduidelijk van wie. Er is verder weinig met die tekeningen gedaan, dus het is ook niet echt relevant.
Beide geveltekeningen van het kasteel zijn waarschijnlijk na de bouw gemaakt, want tijdens de bouw wordt bijvoorbeeld nog heen en weer geschreven over de dakkapellen in de kap. Het vermoeden is dat deze tekeningen ook door Schut gemaakt zijn.
Schut, Johan Maurits en Godard Adriaan
De samenwerking tussen Godard Adriaan, Johan Maurits en Hendrik Schut is heel nauw geweest. Uit zowel de hoek van Johan Maurits van Nassau-Siegen als van Hendrik Schut zijn architectonische elementen aan te wijzen waaraan zij waarschijnlijk hebben bijgedragen. Een echte architect is eigenlijk niet te noemen. Isa van Eeghen ziet graag dat het Schut is en Ruud Meischke bevestigt haar daarin, in het artikel dat Meischke later met Koen Ottenheym schrijft ligt de bal iets meer bij Johan Maurits van Nassau-Siegen. Misschien is de vraag wie de architect is niet de meest belangrijke. De grootste invloed is die van Godard Adriaan die de mensen bij elkaar wist te krijgen waarmee Kasteel Amerongen tot stand gekomen is. En alle betrokkenen, inclusief Margaretha, mogen trots zijn dat er nu nog steeds van het kasteel genoten wordt.
Wat moet Margaretha geschrokken zijn toen ze de brief van haar zoon las. Godard van Ginkel was tijdens de Slag bij Seneffe in zijn schouder geschoten. De wond bloedde zo hevig, dat Godard flauw werd. De brief waarin Godard dit schrijft, is geadresseerd aan vader Godard Adriaan van Reede en op 12 augustus 1674 verzonden vanuit het Belgische plaatsje Bergen.
[daer onder] inde welcke ick geen van achteren met een pistoolkoogel even onder mijn lincker schouder wiert deur en deur geschooten, dat mijn door het ongemeen starck bloeden een weijnigh flau maeckte, ende obligeerde te retireeren
Nadat de Vrede van Westminster in februari 1674 gesloten was en ook Münster en Keulen eieren voor hun geld hadden gekozen, moesten alleen de Fransen nog verslagen worden. Om Frankrijk op de knieën te krijgen was prins Willem III echter afhankelijk van zijn bondgenoten. Ondertussen had de prins van Condé van de Zonnekoning toestemming gekregen om indien mogelijk de confrontatie met de geallieerden aan te gaan. De prins van Condé hield zich met zijn legermacht op in de omgeving van Charleroi. De Spaanse gouverneur-generaal Juan Domingo Mendez de Haro y Fernández de Córdoba, graaf van Monterey, voelde de bui al hangen: Condé was van plan één van de vijf Spaanse vestingen aan te vallen. Maar welke? Namen, Mons, Condé, Chambrai of Bouchain? Hoe dan ook, Condé moest zo snel mogelijk teruggedreven worden naar de Franse landsgrenzen. Monterey probeerde Willem III er derhalve van te overtuigen dat het noodzakelijk was zo snel mogelijk slag te leveren tegen de Fransen.
Portret van Juan Domingo de Zuñiga y Fonseca, graaf van Monterey, Gerard de Lairesse, 1672. Collectie Rijksmuseum.
Dekkingsmacht
Op 9 augustus 1674 arriveerde de geallieerde legermacht, bestaande uit ongeveer 65.000 man, in het Belgische plaatsje Seneffe. Dit plaatsje lag niet ver van het Franse legerkamp. Het geallieerde leger trok vervolgens verder richting de Franse grens, met als doel Condé af te snijden van zijn aanvoerlijnen. Bij Seneffe werden 3000 à 4000 cavaleristen en 500 dragonders achtergelaten om als dekkingsmacht te dienen. Onder de cavaleristen bevond zich brigadegeneraal Godard van Ginkel. Van Ginkel diende onder het bevel van Karel Hendrik van Lotharingen, de prins van Vaudemont.
Detail van Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie: Rijksmuseum. Op deze uitsnede zijn de troepen van brigadegeneraal Van Ginkel afgebeeld.
De slag
In de ochtend van 11 augustus 1674 viel het 50.000 man tellende leger van Condé de dekkingsmacht van Vaudemont aan. Van Ginkel schrijft dat Vaudemont bij Willem III eiste dat hij versterking zou krijgen. Hierop zond de Prins van Oranje de regimenten van veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen en van diens neef Willem Maurits van Nassau-Siegen.
De Slag bij Seneffe bestond in feite uit die verschillende slagen. Naast Seneffe, werd er strijd geleverd bij het klooster Saint-Nicolas-aux-Bois en in het dorpje Fayt-lez-Manage. De cavaleristen en infanteristen hielden bij Seneffe aanvankelijk redelijk stand, maar moesten de aftocht blazen toen de Fransen het plaatsje begonnen te bombarderen. Bij het klooster werd lang standgehouden, totdat de Spaanse aanvoerder dodelijk gewond raakte en de cavalerie en infanterie op de vlucht sloegen. Na verkeerde inschattingen van Condé, die ervan overtuigd was dat de geallieerden richting Bergen wilde ontkomen en de achtervolging had ingezet, moesten de Fransen de strijd om het dorpje Fayt staken.
Slag bij Seneffe, 1674, Jacobus Harrewijn, naar Romeyn de Hooghe, 1684. Collectie Rijksmuseum.
Geen winnaar
Wie heeft de Slag bij Seneffe gewonnen? Hoewel de Fransen minder verliezen telden dan de geallieerden, hadden ze veel officieren verloren. Hoewel Condé Seneffe en Saint-Nicolas-aux-Bois op zijn conto kon schrijven, claimden de geallieerden de overwinning bij Fayt. Toch waren er ook aan de kant van de geallieerden veel doden en gewonden gevallen. Tevens waren er veel door de Fransen gevangen genomen. Van Ginkel somt ze allemaal op in zijn brief.
men siet haest geen officieren onder de infanterie oft sijn doot oft gequets, van onse vrunden sijn doot den oversten Torck1Hendrick Torck de majoor haegedoren2François de Ram van Hagedoorn, den heer van Valkenborgh3George de Hertoghe, heer van Valkenburg la villaumaire4Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire, majoor DedemJ5ohan baron van Dedem, Cassiopin6Thomas van Cassiopijn Capitein Torck van Bergen op Zoom7Pascasius Turck, Wilick Nieuwenheijm8Onbekend, de Luitenant van Moesbergen9Onbekend
mijn gewesen quaertiermeester, en veel meer andere die mijn tegenwoordigh niet in vallen, ende oock niet pertinent weeten kan, de Graef van Waldijck10Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is gequetst, de generael majoor Veen11Onbekend tot der doot gequets, papen kop12Nicolaas van Vlooswijck doot, palm13François Abrahamszoon Palm tot er doot gequetst, slangen borgh14Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg tot er dootgequetst, de jonge prins Maurits15Willem Maurits van Nassau-Siegen sijn ben16Been anstucken en gevangen, graef van solms17Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III gequetst en gevangen, Capiteijn Heekeren18Mogelijk Gerrit van Heeckeren swaer gequetst Owerkerck19Hendrik van Nassau-Ouwekerk een quetsuijr int hooft, die beneffens mij van deese nacht, metde koetze van sijn Hoogheijt hier in Bergen is gebracht, den Hertogh van Lotteringen generael vande Keijserschen20Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont, had ick vergeeten is oock swaer gequets, enfin de Carnasie is seer groot geweest ende mij onmoogelijck breeder te verhaelen, ick gelove dat er vande onse meer gevangen sijn, doch vande viandt immer soo veel doot gebleeven, de prins van Berkevelt21Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen, hertogh van Holsteijn22Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg, en stockheijm23Johan van Stockheym sijn oock noch gequets
Gesneuvelden bij Seneffe, Fragment uit Slag bij Seneffe, 1674, anoniem, naar Jan Luyken, 1692 – 1694. Collectie Rijksmuseum
Van Ginkel zelf was er redelijk goed van afgekomen. Het slot van de brief van haar zoon moet Margaretha dan ook gerust gesteld hebben. Er waren geen vitale delen geraakt en de chirurgijns hadden Van Ginkel verzekerd dat hij binnenkort weer helemaal de oude zou zijn.
Overigens is de brief van een andere hand dan gebruikelijk. Het handschrift is sierlijker en niet zo vluchtig als het handschrift van Van Ginkel. Hoogstwaarschijnlijk is de brief gedicteerd door Godard, maar zijn de woorden opgeschreven door een klerk. Mogelijk kon Van Ginkel door de verwonding in zijn schouder tijdelijk niet schrijven.
1
Hendrick Torck
2
François de Ram van Hagedoorn
3
George de Hertoghe, heer van Valkenburg
4
Maurits de d’Aubéry du Maurier de Villaumaire
5
ohan baron van Dedem
6
Thomas van Cassiopijn
7
Pascasius Turck
8
Onbekend
9
Onbekend
10
Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
11
Onbekend
12
Nicolaas van Vlooswijck
13
François Abrahamszoon Palm
14
Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg
15
Willem Maurits van Nassau-Siegen
16
Been
17
Hendrik Trajectinus van Solms, een neef van Willem III
18
Mogelijk Gerrit van Heeckeren
19
Hendrik van Nassau-Ouwekerk
20
Karel Hendrik van Lotharingen, prins van Vaudemont
21
Johan Karel van Palts-Birkenfeld-Gelnhausen
22
Rudolf Frederik, hertog van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Norburg
In haar vorige brief reageerde Margaretha kort op de brief van 14 juni, die ze op het moment van schrijven nét binnenkreeg. In deze brief beantwoord ze Godard Adriaans bericht van de 14de uitgebreider.
Tinnen servies
Margaretha heeft Godard Adriaan een tinnen servies gestuurd, maar dat heeft hij blijkbaar (nog steeds) niet ontvangen. Ze vreest dat het gestolen is. De ton rookvlees die Margaretha richting haar man gezonden heeft, is dan zeker ook niet aangekomen… Blijft Godard Adriaan nog lang weg? Zo ja, dan zal ze hem nog wel een ander tinnen servies sturen.
[wachten kost,] het doet mij leet uhEd het tin niet krijcht sou nu wel vreese het genoome is, dien selfve tijt isser de ton met roockt fleijs meede gesonde vreese die ock niet over gekoome sal sijn so uhEd staet maeckt daer noch Eenigen tijt te blijfve sal ick ander tin sende[, den brief]
Margaretha blijft de Utrechtse politiek volgen, ook al zit ze nog steeds in Middachten. Hoewel ze zegt dat ze niets meekrijgt, weet ze wel verrassend goed te vertellen wat er op de laatste vergadering van de Staten van Utrecht is besloten rondom het aanstellen van secretarissen en klerken. Iedereen loopt alleen maar te woelen en te warren.
[aende heer van rhijnswoude is wel bestelt,] van wttrechtse werck hoore ick hier sijnde niet meer als dat op de laeste vergaderin van state is voor geslage om twee sekretarisse aen te stelle deen om naert over lijde van van hilte en dander inde finansie te diene En Een Eerste klerck om naert overlijde van haeste dewelcke vande twee sekretarisse soude dependeere of dit beusekom1Nicolaas van Beusichem mee sal gaen weete niet se haeste hier seer meede, geloofve om door deese benifijse2Benefice: voordeel noch al deen en dander aen haer koort te haelle3De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen, die mense woelle seer4Woelen: onrustig zijn, doch geloo
sij haer selfve so sulle warre5Warren: in de war maken datse opt Ent niet sulle weete hoeser wt sulle koome , laetse al vrij talme6van talmen tent sal de last dragen7’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden [van de]
Nog geen vrede van Breda
En dan is er nog iets met een vrede in Breda. Margaretha heeft vernomen dat er in de stad van de Nassaus een vredesakkoord gesloten zou worden tussen de Republiek en Engeland, maar ze heeft er verder niets meer over gehoord, dus ze vreest dat het ook niet meer gaat gebeuren.
[vrij talme tent sal de last dragen] van de vreede die te breeda gemaeckt sou worde hoort me hier niet vrees daer niet van valle sal [onder]
Bange boeren
Ondertussen is de vorst-bisschop van Münster weer flink aan het werven. Hij laat met geweld de wegen vrij maken, zodat er vier ruiters overheen kunnen marcheren. De boeren in Herreveld zijn hartstikke bang. Ze durven geen geld bij zich te hebben, en hebben uit vrees dat het gestolen wordt ook de pacht maar alvast betaald.
[hier niet vrees daer niet van valle sal] onder tusche werft den bischop van Munster weer met gewelt en laet allomtom sijn weechge maecke datte vier ruijters int gelit door kon marscheere, de harveltse boere sijn so ban der fve geen gelt bij haer holde hebbe haer pachte die noch niet verscheene sijn betaelt wt vreese het haer mocht genoome werde[, de heer van]
Ook zoon Van Ginkel maakt zich alvast klaar om op veldtocht te gaan. Hij heeft zelfs al een kok aangenomen (een Duitser). Maar iemand heeft de matras en de donzen deken van Van Ginkels legerledikant meegenomen, waardoor hij weer nieuwe moet laten maken. Met Gods hulp hoopt Margaretha morgen in ieder geval met haar schoondochter naar Amerongen te vertrekken. Dan zal ze ook wel even kijken naar de muur en de gracht. O ja, hopelijk is het schilderij van Cromwell inmiddels aangekomen.
[het haer mocht genoome werde,] de heer van ginckel maeckt hem ock vast gereet om te velt te gaen heeft Een duijtse kock aengenoome nicklaij moet sijn matras en sijn ponse8Schrijffout: donzen deecke die tot sijn leeger ledikantge hoort mee genoome hebe die kame9kan men niet vinde en isser heel om verleechge moet weer nieu laette maecke hij had het wel moogen laeten, wij meene met dgodes hulpe overmerge met de vrou van ginckel naer Ameronge te gaen derf niet langer wachte de vrou van Middachte10Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota die vandaech weer na Aernhem is sal daer bij ons koome, als ick daer koom salde muer aenden hof en de graft aenden doelle volgens uhEd ordere laete maecke
Ganzenveren
Het laatste kantje schrijft Margaretha overdwars op de pagina. Na de bekende afsluiting ‘uhoogEdele [uw] getrouwe wijf en dienares’, volgt nog een PS. Margaretha heeft aan dienstmeid Jenneke gevraagd of ze ganzenveren kan kopen om de bedden op te vullen. Jenneke is bij Godard Adriaan, en het schijnt dat ganzenveren daar goedkoop zijn. De ganzenveren zouden dan met de bagage mee kunnen reizen, en ondertussen kunnen de dienstlui erop slapen. Margaretha hoopt maar dat Jenneke iets goeds koopt. De witte veren zijn de beste!
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
ik heb aen jeneken laete schrijfve datsij daer eens naer leevendige ganseveere sou verneeme tis nu in tijt wij hadde hier wel 3 a 400 pont van doen so voor onse dochter als voor ons om in de bedde te vulle, als uhEd met godt te huijs koomt soudense met bogaesije11Bagage mee over konne koome ondertusche kost het volck daer op slaepen ick bidt laet sij der naere verneeme datse wat goets koopt de witte veere sijnde beste se sijn daer heel goij koopt en wij heb -bense hier nodich vandoen.
Een hond bij een dode gans en een pauw, Jan Weenix, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.
1
Nicolaas van Beusichem
2
Benefice: voordeel
3
De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen,
4
Woelen: onrustig zijn,
5
Warren: in de war maken
6
van talmen
7
’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden
8
Schrijffout: donzen
9
kan men
10
Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota
Margaretha heeft nog geen nieuwe brief van haar man binnen. Zijn laatste was van de 7e. Er zijn dus geen vragen van hem te beantwoorden, en verder heeft ze weinig nieuws te melden, ook niet over de politieke spelletjes rond de Ridderschap in Utrecht.
Geen tijd om te wachten
De kans is groot dat als straks de post komt dat er dan wel een brief van Godard Adriaan is. Maar dan is er geen tijd om nog uitgebreid voor een antwoord te gaan zitten, want de postbode heeft altijd haast. Toch weet ze een paar items bij elkaar te schrapen.
Middachte den 22 ijuin 1667
Mijn heer en liefste hartge
ick sien vast uhEd aengenaeme briefve int gemoet1tegemoet die ick geloofve noch met de postin sulle koome, maer dewijlle het so laet wert derfve ick niet langer met schrijfe wachte want se haest alse koomt so seer datse geen tijt geeft en tis middach uhEd laeste is vande 7 deeser, met de laeste post heb ick alles geschreefve dat ick weet seedert isser niet voor gevalle vant wt= trechtse werck2van de zaken in Utrecht hoor ick niet Een woort als tgeene uhEd voorleede maendach heb geschreve
In Utrecht probeert het stadsbestuur, zoals ze al eerder schreef, Van de Capelle er van te weerhouden om zich kandidaat te stellen voor de Ridderschap. Dit om de uitbreiding van de Ridderschap binnen de Staten van Utrecht te frustreren en vervolgens het Statenbestuur naar hun eigen fantasie in te richten, aldus Margaretha.
[koome,] om dat (het) haer3ze so se selfs afgeefve4toegeven al =leen te doen is om de augementasi5uitbreiding vande riderschap te niet te doen en het selfve daer naer6daarna , nae7volgens haer Eijge vantasij8fantasie en wil te sette9regelen, uhEd sult met de laeste post twee briefve van mij doch van verscheijde datems krijge, [ick had vandaech gemeent]
In Amerongen is de balustrade van de brug bijna gemaakt. De dertigduizend stenen die Ot Barentse heeft geleverd, worden momenteel ontscheept en naar het kasteel gereden. Volgens de schipper heeft Barentse hen lelijk bedrogen. De mooiste stenen heeft hij er uit gepikt en naar Amsterdam gestuurd! Hij is nog niet betaald en ze heeft hem geschreven dat ze voortaan geen stenen meer van hem hoeft te hebben. En dat is dan een ouderling in de kerk!
[bruch is haest gemaeckt en der aen,] men is beesich met dartich duijsent steen die ot barentse vande veertich gaerde10Veertich gaarden is een Amerongse boerderij heeft ge= sonden op te rijde daer hij ons leelijck meede heeft bedroochge hij heeft so de schipper diese gebrocht heeft seijt alde beste daer wtge= schoote11Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen en naer Amsterdam gesonde en de slechtse hier maer hij heeft ock noch sijn gelt daer niet voor, hebbe hem geschreef geen meer van hem te begeere, dat is Een ouderlin vande kerck, [ick hoop uhEd]
Uitsnede uit: Rivierlandschap met een stad op de achtergrond. Door Simon Frisius, naar David Vinckboons (I), 1605. Collectie Rijksmuseum. Op de voorgrond laden drie mannen bakstenen uit een boot.
Schilderij
Ze hoopt dat het tinnen servies dat ze heeft gestuurd inmiddels bij Godard Adriaan is aangekomen. Nog benieuwder is ze naar de lotgevallen van het schilderij van Cromwell dat naar hem onderweg was. Gezien het feit dat zich in de collectie van Huis Amerongen nog steeds een portret van John Cromwell bevindt, is dat waarschijnlijk goed gekomen. John Cromwell, een neef van de bekendere Oliver Cromwell, was een Engelse officier in dienst van het Staatse leger.
[ouderlin vande kerck,] ick hoope uhEd het tin nu sult gekreechge hebbe en haest de schilderij van kromwel12John Cromwell sult ontfange het welcke verlange te hoore [voorts ist hier]
John Cromwell (?-1663), Gerard van Honthorst, 1634. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.
In Amerongen en Middachten is verder alles goed. De moeder van Philippota verwachten ze vandaag ook weer thuis. Tijd voor de handtekening, en oh ja, beleefde groeten aan monsieur en juffrouw Van de Mandel.
Toch nog een brief
Maar, daar is reeds de post, met… een brief van Godard Adriaan van 14 juni. Margaretha leest hem snel en schrijft op de valreep toch nog even een reactie: ze zal, zoals hij vraagt, als ze weer in Amerongen is zich bezig houden met de muur en de gracht. De moeder van Philippota, de Vrouwe van Middachten, komt ook net binnen en doet de groeten. En weg is de postbode weer.
naert13na het schrijfve van dees ontfange ick uhEd aengenaeme vande 14 dees, also de postin wech wil sal int kort segge so haest ick te Ameronge koom sal de graft en muer volgens deselfs ordere laete maecke voor Eeijndige, so koomt ock de vrou van Middachte die haer hEd dienst preesenteert
1
tegemoet
2
van de zaken in Utrecht
3
ze
4
toegeven
5
uitbreiding
6
daarna
7
volgens
8
fantasie
9
regelen
10
Veertich gaarden is een Amerongse boerderij
11
Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen
We zijn dit blog begonnen tijdens het herdenkingsjaar van het Rampjaar, dus bij de uitzending van Godard Adriaan in 1671. In het archief zitten alleen ook nog een paar brieven van 1667. Die pakken we nu op, voor Godard Adriaan op zijn volgende missie van 1676 gaat.
De plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen, Willem van Nijmegen, 1685. Op de band rondom de schildering staat ‘Godard Adriaan Baron van Reede Vry Heer van Amerongen, Ginkel, Elst & Ridder vande Coninckl Deense Ordre vande Oliphant & En Margaretha Turner Baronesse en VryVrouwe van Amerongen’. De orde van de olifant hangt onder het familiewapen.
Denemarken
In 1667 is Godard Adriaan op zijn derde missie naar Denemarken. Zijn eerste missie was in 1656/1657. Deze missie was bijzonder succesvol, want in 1660 krijgt Godard Adriaan van Christiaan V de Orde van de Olifant. Zijn tweede missie was in 1665 en van april tot november 1667 zit hij weer in Denemarken. Godard Adriaan ligt kennelijk goed bij de Deense koning, want in 1671 wordt hij verheven tot baron. Deze adellijke titel komt hem zeer van pas. In De Republiek werd niemand in de adel verheven, omdat er geen koning was die dat kon doen. Aan veel Europese hoven had je wel een adellijke titel nodig om binnen te komen.
Reissecretaire van Godard Adriaan van Reede, ca. 1650. Collectie Kasteel Amerongen.
Brieven
In het archief bevinden zich alleen brieven van 18 juni tot 7 augustus 1667. Dus echt midden in de periode dat Godard Adriaan weg was. Het is een beetje een mysterie waarom deze brieven bewaard zijn gebleven. Het zijn wel de enige brieven die we hebben die van voor het Rampjaar zijn. Margaretha zal haar man op al zijn eerdere missies ook geschreven hebben, maar die brieven zijn er niet meer. Zou ze die bij de vlucht voor Lodewijk XIV in Amerongen hebben laten liggen? Dan hebben al die oude brieven de brand in het kasteel waarschijnlijk niet overleefd. En zaten deze twaalf brieven uit 1667 dan misschien per ongeluk nog in de reissecretaire van Godard Adriaan? Dat hij hem niet helemaal goed leeg geruimd had na zijn laatste missie?
In 1667 gaat het Godard Adriaan en Margaretha voor de wind. Godard Adriaan was in 1642 Heer van Amerongen geworden en in 1643 trouwde hij met Margaretha. Sinds die tijd hebben ze hun best gedaan om hun bezit uit te breiden door de aankoop van landerijen en huizen, maar ook windrecht en het recht om tol te heffen. Bovendien hebben ze flink geïnvesteerd in het oude kasteel. Ze gaan er vanuit dat ze tussen 1645 en 1672 zeker 65.000 gulden uitgegeven hebben aan het huis. In 1686 schrijven ze een memoriaalboek, waarin alle verandering aan de goederen van de Heerlijkheid Amerongen opgenomen worden.
Ook Godard Adriaans carrière gaat voor de wind: is hij niet in het buitenland, dan heeft hij wel opdrachten in het land. En in de Utrechtse politiek wordt serieus rekening gehouden met zijn mening.
Ursula Philippota van Raesfelt, toegeschreven aan Gerard Hoet, 1664-1666. Collectie: Kasteel Amerongen.
Godard en Philippota
Zoon Godard, die Van Ginkel genoemd wordt, is in 1666 getrouwd met Philippota. De bruiloft, of eigenlijk vooral de onderhandeling over de huwelijkse voorwaarden, had wat voeten in de aarde. Philippota is niet onbemiddeld, want ze is erfdochter van Kasteel Middachten in De Steeg in Gelderland. Haar vader is al overleden toen ze acht was, maar haar moeder en haar oom doen hun best om een goede partner te vinden. Hoewel de zakelijke en politieke belangen voor dit huwelijk erg belangrijk waren, wilden de wederzijdse ouders dat de jongelingen het met elkaar zouden kunnen vinden. Dus al vanaf 1661, Godard was zeventien, Philippota achttien, wordt er regelmatig heen en weer gereisd tussen Amerongen en Middachten. In de huwelijkse voorwaarden wordt onder andere vastgelegd dat Philippota alle inkomsten van Middachten en andere goederen zal inbrengen en Godard Adriaan en Margaretha staan 1/3 van hun inkomsten af aan de kinderen.
De huwelijkse voorwaarden werden op 31 juli 1666 op Middachten getekend en op 26 augustus 1666 werd het huwelijk gesloten in het kerkje van Ellecom. Juni 1667, hoeveel maanden is dat na Augustus 1666?
Godard van Reede van Ginkel (1644-1703), Jurriaen Ovens, 1661. Collectie: Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.
Van Ginkel
Het was gebruikelijk om mannen bij hun ‘goed’ aan te spreken. Zo was vader Godard Adriaan in de omgangstaal ‘Amerongen’. Voor de zoon werd vaak een tweede titel gebruikt. Officieel was Godard Adriaan Heer van Amerongen, Ginkel en Elst. Dus zoon Godard werd Van Ginkel. Na het huwelijk wordt Van Ginkel vrij snel (namens zijn vrouw) beleend met Middachten. Aangezien haar moeder, Margaretha van Leefdaal, nog leeft, wordt die door Margaretha nog ‘Vrouwe van Middachten’ genoemd en wordt Philippota ‘Vrouwe van Ginkel’.
Margaretha heeft niet veel te melden na haar brief van gisteren. Inmiddels heeft ze echter de brief van Godard Adriaan van 31 mei ontvangen en wil ze hierop reageren. Maar ze houdt het kort, schrijft ze; de postiljon wil weg en kan écht niet langer wachten.
Kwalijk geaccommodeerd
Blijkbaar is het onderkomen van haar man niet al te best. Margaretha geeft aan morgen de dienstmeid, Jenneke, richting Godard Adriaan te sturen. De diplomaat heeft ook nog ergens anders om gevraagd, maar uit de brief wordt niet duidelijk wat dat is geweest. Hoe dan ook, Margaretha zal alles – inclusief de dienstmeid – met hulp van God naar haar man sturen. Hopelijk komen Jenneke en het gevraagde wél goed aan…
het doet mij leet deselfve daer so qualijck is geakomodeert, sal merge met godts hulpe jeneke Andries ent geene uhEd heeft ont boode sende, hoope sij sonde ongemack sulle overkoome[, ick heb gisteren de koetsier te]
Keukeninterieur met een dienstmeid die een saus bereidt, Cornelis Bisschop, 1665. Collectie Dordrechts Museum.
Problemen met de post
Want het lijkt niet helemaal goed te gaan met zaken die Margaretha doorstuurt. In de vorige brief gaf Margaretha aan dat ze een brief van Willem III naar haar man had doorgestuurd, en dat ze het vreemd vond dat hij er in zijn brief van 30 mei niets over schreef. Daarom heeft ze op 1 juni een koetsier naar Nijmegen gestuurd, om te informeren wat er met de brief van Zijn Hoogheid is gebeurd.
[overkoome,] ick heb gisteren de koetsier te paert naer nimweege gesonde om naer den brief van sijn hoocheijt te verneemen met last die door Een Espresse opt seeckerste aende uhEd te sende[, met de welcke ick heb ge]
uhEd te sende, met de welcke ick heb ge schreefve hoe dat de heere van wttrecht mij hebbe belooft te sulle sien dat sij de heer van ginckel met ses maende tracktement
weegens sijn hoochge schersgeCharge: ambt sulle ackomoo deere en betaelle[, van teminck heb ick]
Hoewel de postiljon niet langer kan wachten, is er tóch nog ruimte voor een PS. De koetsier die Margaretha gisteren gezonden heeft, is nog steeds niet terug. Helaas lijkt de brief niet bewaard te zijn gebleven; hij bevindt zich in ieder geval niet tussen de ingekomen brieven van Willem III. De vraag is dan ook of Godard Adriaan, die bijna al zijn correspondentie bewaard heeft, de brief überhaupt ooit ontvangen heeft. Besluit Margaretha dan maar zelf in het kort te vertellen wat er in de brief van Willem III stond? Ze schrijft dat Zijn Hoogheid aan Van Ginkel heeft beloofd om hem zijn commissaris-generaals-salaris te betalen. Margaretha zou Margaretha niet zijn als hier niet ook een kritische noot op volgde. Helemaal goed dat de prins hiertoe bereid is, maar eerst zien, dan geloven…
de koetsier is noch niet weer gekoome sijn hoocheijt heeft de heer van ginckel belooft sijn komisaris generaels tracktement te doen hebbe het welcke goet waer alst Efeckt daer van maer volcht, de vrou van ginckel preesenteert haerhE dienst