Mijn heer en lieste hartge

Auteur: Max Trommelen Pagina 3 van 5

Franse terreur aan de grens

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 juni 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 13 juni 1672
Lees hier de originele brief

De brief die Margaretha op 6 juni aan haar man schrijft bevat amper goed nieuws. De Franse troepen zijn de grens genaderd en hun terreur schokt Margaretha. Ze hebben Wesel omsingeld en een nabijgelegen landhuis en klooster geplunderd en de inwoners geschonden. “Het is verschrikkelijk om te horen hoe ze te werk gaan”, schrijft Margaretha. Het lijkt er op dat de Franse troepen zich nu naar de IJssel bewegen. Daar wachten Staatse troepen ze op en, als God met hen is, zal daar de Franse aanval worden afgeslagen.

Brieffragment Franse opmars

Mijn heer en lieste hartge
met de laeste post heb ick geen briefve van uhE
gehad geloofve de selfve naert afgaen van
post tot berlijn sal sijn gearijveert, hier hoort
men niet als alle daege arger tijdine, so men
seijt hebbe de franse weesel1Wesel berent2berennen: insluiten om te belegeren ent huijs
disfoort3Slot Diersfordt neffens4naast het dorp biselich5Bislich: dorp net aan de andere kant van de Rijn bij Xanten ent kloos-
ter sleenhorst6Klooster Sleenhorst ligt in Gendringen (tussen Doetinchem en de huidige Duitse grens) wt geplundert het selfve klooster
seer schandelijck getrackteert7trakteren: bejegenen, behandelen de
bagijne8Begijnen: een kloosterorde die enkel uit vrouwen bestaat geschofiert9schofferen: verkrachten en 2 a 3 daerwt meede
genoomen, tis schricklijck te hoore hoese te
werck gaen, men verwacht nu dat sij alledach
haer naer den ijsel kant sulle begeefven daer
maer tamelijck met volckeren is versien10voorzien, de heer
almachtich hoope ick dat ons bij sal staen en
helpen dat wijse daer moogen keeren, [ick]

Op een kloosterterrein roven soldaten spullen uit gebouwen en laden ze op een kar. Nonnen en monniken worden gevangen genomen. De kloosterkerk staat in brand.
Soldaten plunderen een klooster, Jacques Callot, 1632 – 1636. Collectie Rijksmuseum.

Hoe vordert de verhuizing?

Ook de verhuizing van spullen van Kasteel Amerongen naar het huis in Amsterdam gaat door. Een eerste schip vol goederen is al naar Amsterdam gestuurd, morgen volgt hopelijk een tweede. De verhuizing van goederen gaat misschien dan wel vlot, maar Margaretha loopt bij de verhuizing van de familie tegen weerzin aan. Philippota wil met haar kinderen zo dicht mogelijk bij haar man blijven, die in Doesburg zit . Margaretha wil juist dat ze naar het veilige Amsterdam gaan, nu de oorlog dreigt.

Brieffragment schip naar Amsterdam

[ick]
heb uhEd met de laeste post geschreefve hoe
ick Een schip vol goet naer Amsterdam heb ge
brocht merge hoope ickder noch Een schip
vol naer toe te sende dan wenste ick de
vrou van ginckel met onse kinderkens daer
ock heen was, maert schijnt sij liefver
noch wat naerder bij haer man is om te
meer te kome, hoor

Tekening van een schip, de zeilen zijn gestreken. Aan de achterkant een groot roer waar een man bij staat. voor staan twee mannen die we op de rug zien. Naast het schip drijft een roeibootje.
Aak met een man aan het roer, Herman Saftleven, 1619 – 1685. Collectie Rijksmuseum.

Oorlogsnieuws

Nu dat achter de rug is gaat Margaretha weer snel over tot oorlogszaken. In een kort stukje tekst ratelt ze alle grote thema’s af. Wat betreft de Staatse prestaties is er weinig te melden. De Staatse vloot heeft nog niets gedaan volgens de geruchten en de mobilisering van het leger is nog steeds gaande. Dagelijks komen er boeren langs die naar de IJssel moeten om te vechten. Uit Amerongen zijn ook 14 mannen naar het front gestuurd. Hoe dat gaat uitpakken valt te bezien. Er spreekt weinig vertrouwen uit Margaretha’s woorden. Met de enorme droogte die heerst staat het water ook nog eens extreem laag. Laag water komt de IJssellinie helemaal niet ten goede.

Brieffragment over oorlogsnieuws

[hoor] hoet van heeteren11Van Heteren gaat over financiële zaken int versoeck vande 5000f12Godard Adriaan is al sinds januari 1672, mogelijk zelfs al langer, niet betaald voor zijn werk. Margaretha zit constant achter de vergoeding aan maar zonder succes maeckt
en hoor ick niet Een woort, heb hem gistere noch al
geschreefve ick wenst uhEd de wijlle hij gereesol
= veert13resolveren: besluiten, voornemen is so lange wt te blijfve, 10000f in plaets
vande vijf Eijste het soude Even veel moeijte sijn
, van onse scheeps vloot14Staatse Vloot hoort men noch niet dat sij
Eits hebbe gedaen, men vreest den vijant op de oostin
dissche scheepen die opt inkoome sijn wacht, hier
is dagelijxs groote doortocht van boere en ander
volck die so wt hollant als hier wt sticht15Het Sticht, een regio in de provincie Utrecht waar ook Amerongen ligt op ont
boode sijn en naer den ijsel kant moeten, van hier
wt deese heerlijckheijt16De heerlijkheid Amerongen is het gebied waar Godard Adriaan vrijheer van is. is 14 man gegaen met ge =
weer om te vechten, daer is is man geweest om
te wercken die alle sonder verlof sijn weer ge
koome niet tegenstaende17in tegenstelling tot wat sijn hoocheijt18Prins Willem III had geboo19geboden
sij noch daer soude blijfve hoe dat vergaen sal
staet te besien, wij hebbe hier sulcken droochte dat
alles inde hoofven ent gras staet als hooij, wt de
revier valt alt water gans wech, de liede
spreecken hier en inde steede van somige regente20regenten: stadsbestuurders
seer hoope het geloochge is21Op het moment van schrijven is er onrust in verschillende steden in de Republiek. De regenten zijn niet per se populair meer. Margaretha wijdt helaas niet echt uit over de situatie, en dat de heere ons
sal bij staen, inwiens heijlige bescherminge uhE
beveelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf
M Turnor

frits22kleinzoon Frederik Christiaan van Reede en sijn susters
kusse groote papa
ootmoedich de hande23een typische groet
die jonge wort seer sterck en robust

  • 1
    Wesel
  • 2
    berennen: insluiten om te belegeren
  • 3
    Slot Diersfordt
  • 4
    naast
  • 5
    Bislich: dorp net aan de andere kant van de Rijn bij Xanten
  • 6
    Klooster Sleenhorst ligt in Gendringen (tussen Doetinchem en de huidige Duitse grens)
  • 7
    trakteren: bejegenen, behandelen
  • 8
    Begijnen: een kloosterorde die enkel uit vrouwen bestaat
  • 9
    schofferen: verkrachten
  • 10
    voorzien,
  • 11
    Van Heteren gaat over financiële zaken
  • 12
    Godard Adriaan is al sinds januari 1672, mogelijk zelfs al langer, niet betaald voor zijn werk. Margaretha zit constant achter de vergoeding aan maar zonder succes
  • 13
    resolveren: besluiten, voornemen
  • 14
    Staatse Vloot
  • 15
    Het Sticht, een regio in de provincie Utrecht waar ook Amerongen ligt
  • 16
    De heerlijkheid Amerongen is het gebied waar Godard Adriaan vrijheer van is.
  • 17
    in tegenstelling tot wat
  • 18
    Prins Willem III
  • 19
    geboden
  • 20
    regenten: stadsbestuurders
  • 21
    Op het moment van schrijven is er onrust in verschillende steden in de Republiek. De regenten zijn niet per se populair meer. Margaretha wijdt helaas niet echt uit over de situatie,
  • 22
    kleinzoon Frederik Christiaan van Reede
  • 23
    een typische groet

Voorbereiding op het laatste moment

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 juni 1672 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1672
Lees hier de originele brief

De Franse troepen zijn inmiddels aangekomen bij Wezel, één van de Rijnforten die de Republiek zou moeten verdedigingen. Wezel ligt in het hertogdom Kleef waar de Keurvorst van Brandenburg ook heerser over is. De Franse opmars heeft nu ook de belangen van de Keurvorst geschaad. De Franse troepen hebben een groep mannen verslagen, die ter voorbereiding van de oorlog nog op het laatste moment een palissade wilden aanleggen. Het is nu afwachten hoe de vestiging de aanval weerstaat, als deze komt.

Brieffragment over de mannen die in Wezel palisades plaatsen

[sich al vrij verwonderen,] maer ick derf niet
de franse seijt men dat Een partij van honder
man die wt weesel1Wezel, een van de forten aan de Rijn ginge om palasade2palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen. te
gaen houwen hebbe geslagen, tis nu wel tijt
noch om palesade te houwen, so doet men tis
alles opt lest [ick heb geen tijt meer, ben Eergister]

Margaretha sluit haar brief af met de mededeling dat ze geen tijd meer heeft om verder te schrijven. Ze is eergisteren naar Amsterdam gegaan om daar orde op zaken te stellen en is op het moment van schrijven in Utrecht op de terugweg naar Amerongen. Ze wil vanavond nog thuis zijn op het kasteel dus verder schrijven aan de brief zit er niet in.

Foto van een tekening met een panoramisch gezicht op Wesel, ingenomen door het Franse legers op 5 juni 1672.
Gezicht op Wezel, 1672, naar een tekening van Adam Frans van der Meulen, ca. 1900-1903. Collectie Rijksmuseum.

Een postscriptum

Een duidelijk latere toevoeging aan de brief vinden we onder haar afsluitende groet. Het P.S. bestaat uit een grote hoeveelheid ditjes en datjes die steeds met een enkele regel worden beschreven.

Brieffragment van het eerste deel van het postscriptum

tsal wel goet
sijn dat uhEd met
die kompangi twee sulcke aensienlijcke prins
oblijgeert3obligeren: verplichten maer daer sien ick niet dat Eit4iets
van sal koome, ent goet men daer aen doet
wort haest vergeeten,
ick twijfel niet of kapteijn meroode5Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden sal nu
bij uhE sijn, den heer van ginckel bedient het
komisaeris generaelschap noch momba6Jean Barton de Montbas gaet
vast inde haech int voorhout7het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen dat is wel

Tweede deel van het postscriptum

so gemacklijck, en noch wil men hier de hooch
offisiers geen tracktemente8salaris toe legge, hoe
wel die bij den staet van oorlooch9de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd wdeese
provinsie werde goetgedaen 

Bij het Staatse Leger is het hetzelfde liedje als eerder: het is nog steeds slecht georganiseerd. Er is bijvoorbeeld nog niet geregeld hoe de hoge officiers uitbetaald gaan worden, terwijl de oorlog nu wel heel dichtbij komt. Ook deelt Margaretha even trots mee, dat haar zoon nog steeds als commissaris-generaal mag optreden. Montbas, die eigenlijk commissaris-generaal is, loopt nog te flaneren in Den Haag, schertst Margaretha.

Het Lange Voorhout gezien naar de Kneuterdijk en de Heulstraat. Links het huis van Francois van Aerssen van Sommelsdijck. Rechts de Kloosterkerk. In het midden, tussen de bomen lopen mensen te flaneren. Voor het huis van Van Aerssen een koets met vier paarden.
Flaneren op het Lange Voorhout, J. van Call, ca. 1690. Collectie: Haags Gemeentearchief.

  • 1
    Wezel, een van de forten aan de Rijn
  • 2
    palissade: verdedigingswerk bestaande uit staken die de grond in zijn geslagen.
  • 3
    obligeren: verplichten
  • 4
    iets
  • 5
    Maximiliaan van Merode is een edelman met bezittingen zowel in de Republiek als in de Brandenburgse gebieden
  • 6
    Jean Barton de Montbas
  • 7
    het Lange Voorhout is een laan in Den Haag die bekend staat om zijn schoonheid en als plek om te flaneren wandelen
  • 8
    salaris
  • 9
    de staat van oorlog is een toevoeging aan de generale petitie (begroting) van de Republiek die specifiek over oorlogszaken en defensie gaat. De staat van oorlog is pas begin 1672 goedgekeurd

De Fransen marcheren voort

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 23 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 mei 1672
Lees hier de originele brief

Terwijl de Fransen door marcheren richting De Republiek, schrijft Margaretha aan Godard Adriaan: “Vertrouw de Franse ambassadeur niet! Wie weet wat er in zijn wijn verschuilt.” Zelfs als ze door vele honderden kilometers gescheiden is van haar man probeert ze haar man te beschermen.

Brieffragment over de wijn van de Fransen

[=noomen waer wel te wenschen,] ick bidt weest toch voor
=sichtich int drincke van dien fransmans wijn wie weet
wat daer in mocht schuijlle sij sijn niet te vertrouwe,

Dat de Franse ambassadeur in Berlijn Godard Adriaan wel eens weg zou willen werken is geen loze zorg. Nu de Franse invasie langzaam maar zeker in kracht opbouwt is het voor de Republiek erg belangrijk dat ze vanuit Brandenburg troepen toegezegd krijgen. Dankzij Godard Adriaan tekende de Keurvorst op 6 mei 1672 een verbond met De Republiek, waarin hij belooft een leger te sturen. Nu moet Godard Adriaan ervoor zorgen, dat de Keurvorst dit verbond ook daadwerkelijk uitvoert.

Groot symmetrisch gebouw van twee verdiepingen. In het midden een soort toren met een poort, daarboven en aan weerszijde een raam. Boven het bovenste raam staat MDCLXV. Aan weerszijde vijf ramen en aan de uiteinden weer een soort soort toren met drie verdiepingen en twee ramen breed.
Het kasteel te Heeze, Atlas Schoemaker, 1710-1735. Brabant-Collectie, Universiteit van Tilburg, bron: Het Geheugen

De Fransen omsingelen Maastricht

Het is slechts drie dagen sinds de laatste brief van Margaretha. Daarin schreef ze dat Maastricht omsingeld was. Nu is daar zekerheid over gekomen. Ook marcheert het Franse leger onder leiding van koning Lodewijk XIV verder. Ze zijn inmiddels al aangekomen bij Heeze en Leende in de omgeving van Eindhoven. Het noemen van Heeze en Leende lijkt willekeurig, maar dat is het niet. Heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten is Albert Snouckaert van Schauburg, de man van Anna Margaretha van Randwijck, een nichtje van Godard Adriaan. Albert Snouckaert van Schauburg kocht Kasteel Heeze in 1657 en had het flink laten verbouwen. De voorhof was net in 1665 klaar.

Brieffragment Fransen bij Maastricht

dat de franse Maestricht hebbe berent1berennen: omsingelen hout men nu voor
seecker maer men hoort noch van geen beleegerin, maer
wel dat den koninck met sijn leeger voort koomt af sacke
en dat sij al ontrent heesenleen2Heeze en Leende gekoome sijn, ijae dat
de partije tot worckom3Woudrichem toe begine te koomen en te
loopen, [ick ben vast beesich mijn ende vrou van ginckels]

De Franse opmars is dus gestaag. Maar hoe staat het er voor bij het Staatse Leger dat bij de IJssel de Republiek zal moeten verdedigen?

De revue van het Staatse leger

Op het plein staan in het middel allemaal tenten. Om de tenten heen lopen compagnieen van schutters keurig in het gelid
Haagse kermis met de optreckende burgerry sig presenterende aan haar Koninglyke Hoogheden myn heer de prince en mevrouw de princesse van Orange, Daniel Marot, 1686. Collectie Rijksmuseum. Er is geen afbeelding van een echte revue van het leger, maar het moet er ongeveer zo uitgezien hebben.
De revue...
Brieffragment over Van Ginkel als commissaris generaal bij de revue

[hoet met onse scheepsvloote in de see staet,] de reevuwe4revue: wapenschouw

is voorleedene vrijdach van onse krijs volckeren5krijgsvolk tuschen
sutphen6Zutphen en deeventer7Deventer gedaen, daer momba8Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas noch
steenhuijse9Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen preesent sijn geweest den leste seijt me dat
sieck is, den heer van ginckel hoor ick dat op begeerte10wens, bevel
van sijn hoocheijt11Prins Willem III het komissaris generael schap heeft
bedient12uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap, men seijt het heel fraeij geweest is te sien
maer seer veel onbedreefve13onbedreven: onervaren volckeren bij waeren
die heer almachtich wil met haer alle weesen,

Margaretha’s eerdere scepsis ten opzichte van Montbas en Steenhuizen blijkt weer eens gegrond: beide generaals waren afwezig bij de revue. Steenhuizen heeft nog een excuus, hij schijnt ziek te zijn. Waar Montbas uitspookt is een mysterie maar het is aannemelijk dat hij nog steeds in Den Haag is, in plaats dat hij aan de IJssel verkeert. In dat opzicht is er weinig veranderd sinds 11 april. De onkunde van deze twee generaals heeft er wel voor gezorgd dat Willem III haar dappere zoon Godard van Ginkel gevraagd heeft om tijdens de revue als commissaris-generaal op te treden. Zo’n revue is natuurlijk vooral een theaterspektakel, maar hij rijdt daar wel mooi in ’t zicht. Het blijft natuurlijk zuur dat hij gepasseerd is door deze twee minkukels. Of de Heer Almachtig met hen wil zijn. Zeg dat wel.

In de ps meldt ze nog hoe blij ze is dat Godard Adriaan zo veel hulp van zijn neef Carel van Reede van Drakestein en Gerard Bernhard van Pöllnitz.

  • 1
    berennen: omsingelen
  • 2
    Heeze en Leende
  • 3
    Woudrichem
  • 4
    revue: wapenschouw
  • 5
    krijgsvolk
  • 6
    Zutphen
  • 7
    Deventer
  • 8
    Commissaris-Generaal Jean Barton de Montbas
  • 9
    Luitenant-Generaal Ludolf van Steenhuizen
  • 10
    wens, bevel
  • 11
    Prins Willem III
  • 12
    uitvoeren van een ambt, hier het commissaris-generaalschap
  • 13
    onbedreven: onervaren

Maastricht omsingeld

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 mei 1672
Lees hier de originele brief

Een halve maand terug schreef Margaretha dat de Staatse overheid nogal aan het dralen was. Bij de vijand is daar absoluut geen sprake van. De Engelse vloot is gespot op zee en er wordt gedacht dat de Engelsen op weg zijn om de Franse vloot te treffen. Gelukkig is de Staatse vloot ook al in de zeilen. Margaretha weet nog niet of het al tot een slag gekomen is.

Een tekening met op de voorgrond een paar scheepjes met ;e;en mast, op de achtergrond echt grote schepen.
Kleinere schepen in een fris windje op zee, met in de verte een vloot, circa 1673 met latere aanvullingen, Charles Gore. Collectie: Royal Museums of Greenwich.
Brieffragment revue

[rust sal soecken,] vandaech of merge gelooft
men dat de generaelle revue1generale revue: wapenschouwing waar het gros van het leger zich in alle sterkte verzameld. Dit wordt vaak gedaan voordat men op veldtocht gaat. van ons leeger
ontrent nie Enbeeck2Nieuwe Beek, een plaatsje tussen Lichtevoorde, Ruurlo en Groenlo en dus vlakbij Zutphen waar de revue plaatsvind sal gedaen worde, men
hout voor seecker dat de Engelse met 50
seijllen in see sijn en dat sij haer soecke met
de franse scheepe te konsijangeere3conjugeren: samenvoegen, men pree=
someerde4presumeren: veronderstellen datse met deese noortooste wint

Brieffragment Maastricht

met donse die ock inde 50 seijlle in see sijn al
aen malkandere mochte weesen, maer hoor daer
geen vervolch van, maer wel dat de franse
voorleedene saterdach Maestricht soude
berent5Een plaats berennen: een plaats insluiten om deze te belegeren. hebbe, en dat de rest vant franse
leeger quam af sacken so men meende op
breeda aen, nu wort hier geseijt dat die
van Maestrijcht soude Een wtval gedaen
hebbe en den vijant vrij geslagen ock verscheij
de offisiers gevange binne gebrocht hebbe
dat het grof vant leeger soude voorbij Maes
=tricht6De Fransen laten Maastricht links liggen. Turenne laat wel 10.000 man achter om te voorkomen dat de Staatse troepen die gelegerd zijn bij Maastricht de Fransen in de rug aan kunnen vallen. gemarscheert en al tot Eijnthoofve 
gekoome sijn, het welcke niet wil geloofve
want sout dan hier niet wel lan derfve7durven
wagen, den bos8Den Bosch hebbense rontom onder
water geset, [al ons goet staet hier meest]

Op het land is de situatie een stuk minder voortvarend. Het Staatse leger heeft pas net de revue achter de rug maar de Franse legers naderen vlug. Maastricht is al omsingeld door een deel van het leger en een uitval door de Staatsen daar is er niet in geslaagd de berenning te breken. Een van de krachtigste vestigingen ter verdediging van de Republiek is dus onschadelijk gemaakt. De rest van het Franse leger kan nu relatief veilig doormarcheren.

Plattegrond van Maastricht in vogelvluchtperspectief. Rechtsonder een cartouche met Latijnse titel. Linksboven het wapen van het prinsdom Luik. Midden boven het stadswapen. Rechtsboven het wapen van de koning van Spanje. Rechtsonder genummerd: 12.
Plattegrond van Maastricht, anoniem, Willem Janszoon Blaeu, 1612 – 1648. Collectie Rijksmuseum

Op het moment van schrijven zijn de Franse troepen al tot Eindhoven gekomen. Er wordt gevreesd dat de Fransen op Breda zullen marcheren nadat ze de rivier zijn afgezakt. De polders rondom Den Bosch zijn nu geïnundeerd in de hoop dat het water de Franse troepen zal afremmen.

De afsluiting van deze brief zegt alles:

Eerste brieffragment afsluiting
Tweede brieffragment afsluiting

[ is alle nachte so geseijt wort op de walle ,]het
schijnt het der nu op aen sal koomen, de heer
almachtich wil ons bij staen en voor ons strijde

en uhEd op alle sijne weegen geleijde inwiens heijlige bescherminge
de selfve beveele en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    generale revue: wapenschouwing waar het gros van het leger zich in alle sterkte verzameld. Dit wordt vaak gedaan voordat men op veldtocht gaat.
  • 2
    Nieuwe Beek, een plaatsje tussen Lichtevoorde, Ruurlo en Groenlo en dus vlakbij Zutphen waar de revue plaatsvind
  • 3
    conjugeren: samenvoegen
  • 4
    presumeren: veronderstellen
  • 5
    Een plaats berennen: een plaats insluiten om deze te belegeren.
  • 6
    De Fransen laten Maastricht links liggen. Turenne laat wel 10.000 man achter om te voorkomen dat de Staatse troepen die gelegerd zijn bij Maastricht de Fransen in de rug aan kunnen vallen.
  • 7
    durven
  • 8
    Den Bosch

Hoe zit het Staatse Leger in elkaar?

Nu er een invasie nadert schrijft Margaretha veel over het Staatse leger. Ze heeft het over verdedigingswerken, onrust onder de generaals, en algehele traagheid. Ook heeft ze het regelmatig over het onrecht wat haar zoon aangedaan wordt. Hij blijft ondanks zijn harde werk, steken op de rang van kolonel. Voor Margaretha is alles vanzelfsprekend maar voor ons kan het nogal lastig zijn om de structuur van het Staatse leger te doorgronden.

Belangrijk om in je achterhoofd te houden, is dat het Staatse leger, anders dan de naam doet vermoeden, niet werd gefinancierd door “de staat”. Elke provincie financierde zijn eigen regimenten en officieren. Bij financiering door de Staten Generaal speelt de (financiële) verdeling tussen of de representatie van de provincies een grote rol.

De onderdelen van het leger

Het leger bestaat uit infanterie (voetvolk), cavalerie (ruiters) en artillerie (kanonnen en ander zwaar geschut). Zowel de infanterie en cavalerie zijn onderverdeeld in regimenten, permanente administratieve eenheden, en bataljons, tactisch zelfstandige eenheden. Vaak bestaat één regiment ook maar uit één bataljon: de termen worden dan ook soms door elkaar heen gebruikt. Bataljons zijn dan weer onderverdeeld in compagnieën. De hoeveelheid mannen die in een bataljon zit varieert sterk, deels omdat het lastig is om genoeg soldaten te werven om een bataljon volledig te vullen.

Ongeveer de helft van alle soldaten in het Staatse Leger komt niet uit de Republiek. Buitenlandse huurlingen worden aangenomen om de infanterie of cavalerie aan te vullen. Ook hoge posities in het leger worden soms gegeven aan buitenlandse adel. Jean Barton de Montbas, bijvoorbeeld, is een Franse markies die in Staatse dienst benoemd werd tot comissaris-generaal, tot teleurstelling van Margaretha.

Man op een licht paard met een lichte jas, zwarte muts en blauw zadeldek. Voor het paard loopt een zwart paard en erachter een schimmel, maar de ruiters zijn van de afbeelding geknipt.
Vereenigde Provincien der Nederlanden. Onleesbare rang en onderdeel 1672, 1910, Vinkenhuizen Collectie. Collectie: New York Public Library.

De Generale Staf

De hoogste leiding van het Staatse Leger is de generale staf. Deze hoge officieren zijn aanwezig bij vergaderingen van de krijgsraad en nemen de belangrijkste besluiten.

Het opperbevel

De opperbevelhebber van het leger is de kapitein-generaal der Unie, Prins Willem III van Oranje. De kapitein-generaal is in dienst van de Staten-Generaal. Op gelijke voet met hem staan de gedeputeerden te velde. Dit zijn afgezanten van de Staten-Generaal die toezien op de kapitein-generaal. De gedeputeerden staan Willem III ter zijde met advies. In geval van nood mogen ze de beslissingen van Willem III overstemmen of zelf het commando overnemen. Uiteraard leverden alle provincies minimaal één gedeputeerde. Voor Utrecht was dit Jasper Schade van Westum.

Jasper Schadé van Westrum, 1645, Frans Hals. Collectie Národní Galerie Praha.

De veldmaarschalken

Onder de kapitein-generaal vindt men de veldmaarschalken. Tijdens het Eerste Stadhouderloze TijdperkDit was in Holland en Zeeland van 1650-1672 en in Overijssel en Gelre tot 1675 was dit de hoogste rang in het leger. De regel was dat de Stadhouder tevens kapitein-generaal was. In de periode zonder Stadhouder werd de functie niet door een ander ingevuld.

De generaals

Onder de veldmaarschalken komen de generaals. Deze sturen de legers aan. In Margaretha’s brieven komen we titels tegen als luitenant-generaal, commissaris-generaal en generaal-majoor. Wat die titels precies inhouden is niet helemaal duidelijk, omdat het leger niet zo strak georganiseerd is als een modern leger. Omdat de provincies elk hun eigen soldaten en officiers betalen, bepaald iedere provincie dus ook deels wie welke titel krijgt. Hierdoor wordt het lastig navigeren in het Staatse Leger wie precies boven wie staat. Het komt dus soms zelfs voor dat twee personen met dezelfde titel niet gelijk staan qua rang.

Margaretha’s zoon Godard van Reede – van Ginkel valt onder de generaal van de cavalerie, de Spaanse Markies de Louvigny.

Lage officieren

Wanneer we kijken naar de rangen onder de generale staf wordt een iets duidelijkere hiërarchie duidelijk. De kolonel heeft het commando over een regiment. Godard van Reede – Ginkel is in 1672 kolonel van de cavalerie. Onder de kolonel komt de luitenant-kolonel, de vervanger van de kolonel wanneer deze niet tot leiden in staat is. Daarna komt de majoor.

Portret van Jacob de Graeff, in officiersuniform. Kniestuk, staande tussen een zuil en een tafel waarop zijn hoed ligt. Zijn rechterhand steunend op een wandelstok. wapen (heraldiek), rechtsonder: ‘Gevierendeeld: I en IV in rood een omgekeerde schop. II en III in zwart een rood gekapte valk
Jacob de Graeff in een officiersuniform, Gerard ter Borch II (1670-1681). Collectie Rijksmuseum

Aan het hoofd van een compagnie staat de kapitein (bij de infanterie) of ritmeester (bij de cavalerie). De kapitein werft troepen, betaalt de soldij uit en neem veel andere alledaagse taken waar. Indien de kapitein afwezig is neemt de luitenant voor hem waar. De derde officiersrang in een compagnie is de vaandrig (infanterie) or kornet (cavalerie), de vaandeldragers. Vaak is dit de officiersrang die een adellijke jongeman krijgt wanneer hij begint in het leger.

Andere rangen

Voor het dagelijks reilen en zeilen van een compagnie zijn ook een aantal andere rangen ingesteld. De wachtmeester of schrijver heeft de functie van secretaris of assistent van de officieren. De zoetelaar, geen militair maar een burger, zorgt voor de bevoorrading van de troepen. De tamboer (infanterie) or trompetter (cavalerie) geeft bevelen aan met hun instrument en dient ook vaak als boodschapper wanneer met de vijand gesproken moet worden. De sergeant drilt de troepen en tenslotte geeft de korporaal leiding aan kleine groepjes soldaten.

Slappe en traeche politiek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 6 mei 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 mei 1672 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha mist Godard Adriaan sterk. Het nieuws dat hij een nieuwe commissie (opdracht) had aangenomen om naar Saksen te gaan kwam dus zeer ongewenst. Gelukkig blijkt dit niet waar te zijn. Godard Adriaan schrijft in een brief van 26 april aan Margaretha dat hij niet van plan is om enige verdere opdrachten aan te nemen.

Brieffragment over de nieuwe commissie

uhEd vande 26 April is mij te rechter tijt geworden, ben blijde daer wt te sien de goede reesoluijsie1resolutie: voornemen die de selfve heeft van sich ingeen nieuwe komissie weer te laeten kan wel oordeelle uhEd noch in geen twee a drij maen thuijs sal konne sijn [men seijt ock uhEd nootsaeck]

Het is niet enkel goed nieuws. Godard Adriaan zal minstens nog twee tot drie maanden in het buitenland verblijven voor hij naar huis zal kunnen gaan. Maar in vergelijking met een extra commissie valt deze tijd flink mee. Margaretha moet zich er maar tevreden mee stellen.

Gezicht op Huis Bergestein bij Wijk bij Duurstede, gezien vanuit het westen, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum. Bergestein ligt praktisch bij Amerongen en was van Jan van der Does.

Trage politiek

Margaretha klaagt regelmatig tegen Godard Adriaan over de trage bureaucratie van de Republiek. De overheid doet niets terwijl er een oorlog dreigt. Deze inactie duurt nu al maanden. Ze moet haar frustratie en klachten kwijt bij iemand, schrijven aan Godard Adriaan biedt voor haar een mogelijkheid tot opluchting.

Brieffragment trage politiek

[watter op mocht koomen,] het doet mij leet
ick uhEd bekomer met onse swaericheijt2zwarigheid: problemen
maer deselfve sou niet geloofve hoet hier
te lande staet en hoe slap en traech de order
tot onse defensie toegaen, daerom bidt
niet qualijck te neemen ick mijn klachte
so dickmael aen uhEd doen, den noot drin
so seer dat ick meen mij wat te verlichte als
ickt Eens aen uhEd schrijfve, als nu den heer
van Edijckvelt
3Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan. naer den haech is wie houde
wij inde provinsie die sich Eenige affaerees4affaires: zaken
vande staet sal behartige, bij de heere vande
stat5De regenten van de stad Utrecht of de vroetschape6De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw. gaet het so wonderlij
toe dat niet te seggen is, den burgemeester
hamel7Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht. Een nauw bondgenoot van van Dijkveld heeft niet ter werlt te seggen, in
Een woort geseijt gisser niet als wiltsang8wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
aen niet me te doen is, en noch willense9willen ze

Brieffragment over afscheid nemen

met haer hooft door en alles naer haer sin hebe
de heer van berckesteijn10Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer en wellant11Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht sijn hier ge
weest om haer afscheijt vande heer van ginckel
te neemen, wat sijn sij geluckich bij deese tijde
hebbe wel Een goet lot verkreechge buijten –
andere die lijf en leefven moeten wagen nu
de heer almachtich weet wat ons ter salicheijt
best is, [voort gout willense niet min te Amster]

Rechts voor staat een jonge man met een zweep in zijn rechter hand, sierlijke zwarte kleding aan, een hoed op zijn lange haar, een zwaard om en sporen aan zijn laarzen. Links staat een jongen die drie honden aan de lijn houdt. Daarachter een man in lichtere kleren die twee gezadelde paarden vast houdt. Links achter een eveneens chique geklede man in het zwart met hoed op.
Portret van twee mannen met paarden, jachthonden en bedienden, Cornelis Picolet, 1664. Collectie: Slot Zuylen.

De politici willen alles naar hun eigen zin hebben. Dat is Margaretha’s schampere conclusie. Het opbouwen van de verdediging gaat traag omdat het gezien wordt als een speelveld voor een politiek machtsspel. Het is als de onrust onder de generaals maar dan op het landelijke toneel. De politici hebben makkelijk praten: zij hoeven hun lijf en leven niet te wagen. Dat er mensen gaan sterven weten ze dan weer wel: zo neemt Godard Willem van Tuyll van Serooskerken alvast afscheid van zijn neef en pleegbroer Godard van Reede – Ginkel. Het staat er droevig voor.

  • 1
    resolutie: voornemen
  • 2
    zwarigheid: problemen
  • 3
    Everard van Weede, heer van Dijkveld, is een belangrijk man in de Utrechtse politiek en een bondgenoot van Godard Adriaan.
  • 4
    affaires: zaken
  • 5
    De regenten van de stad Utrecht
  • 6
    De vroedschap is een van de bestuurlijke organen in Nederlandse steden in de zeventiende eeuw.
  • 7
    Nicolaas Hamel, burgemeester van Utrecht.
  • 8
    wiltsang: zoals het moet zijn, rechtvaardig
  • 9
    willen ze
  • 10
    Jan van der Does, heer van Bergestein, is lid van de Staten van Utrecht en de Generaliteitsrekenkamer
  • 11
    Godard Adriaans neef en pleegzoon Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, is sinds kort lid van de Staten van Utrecht

Den Haag of Amsterdam?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 mei 1672
Lees hier de originele brief

Nu de Engelsen de Republiek de oorlog verklaard hebben is Den Haag niet meer veilig. Als de Engelse vloot erin slaagt om bij Scheveningen te landen ligt de hofstad wagenwijd open. Bij de Slag bij Terheide in 1653 konden de mensen vanaf de duintoppen de zeeslag volgen.

Zeeslag bij Terheide op 10 augustus 1653, tijdens de Eerste Engelse Oorlog. In het midden het gevecht tussen de 'Brederode', het vlaggenschip van Marten Harmensz. Tromp, en het Engels vlaggenschip 'Resolution' onder bevel van admiraal Monk.
Slag bij Terheide, Jan Abrahamsz. Beerstraten, 1653 – 1666. Collectie Rijksmuseum

Al sinds januari duurt de kwestie voort maar nu hakt Margaretha dus eindelijk de knoop door: ze gaat een huis huren in Amsterdam om heen te vluchten als Amerongen bedreigd wordt.

Brieffragment over een huis in Amsterdam

[dan soude wij hier suijver sitten,] men raet mij noch
al en dat van wijse liede Een gedeelte of een
kleijn huijs met Een packhuijs te Amsterdam
te huere tot verblijf voor ons ent packhuijs voor
ons goet, het welcke half gereesolveert1resolveren: besluiten ben want

Brieffragment over Den Haag en inpakken

in den haech is men niet seecker so lange wij niet
sien hoet met onse vloot die noch niet wt is
sal afloopen, ick heb inde haech sijnde mijn
beste lijwaet2linnen in kist en koffer gepackt als meede
al de pampiere3papieren en briefve, gelijcke ick hier ock
doen en sal mij met het wech sende vant selfve
reeguleere naer de tijdine4tijdingen: nieuws die wij krijgen, [de ordi-]

Naar Amsterdam gaan kost Margaretha wel meer geld. In Den Haag heeft ze een huis staan aan de Kneuterdijk waar ze zo in kan trekken. In Amsterdam is dat niet het geval: een huis en pakhuis huren kan nogal duur gaan uitvallen met het oog op de dreigende oorlog. Maar goed, de veiligheid van haar, haar schoondochter en haar kleinkinderen gaat voor. Ze kunnen altijd nog naar Den Haag trekken als blijkt dat de Nederlandse vloot de zeeën toch weet te beheersen. Dat is koffiedik kijken en daar heeft Margaretha niets aan. Ze gaat praktisch bezig en begint haar spullen te pakken.

Vrouw gebogen over een lange kist op een zolder. Boven haar een plank met kannen en potten. Het gebint is te zien en naast haar staan onduidelijke dingen.
Vrouw gebogen over een lange kist in een interieur, Harmen ter Borch, ca. 1651. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    resolveren: besluiten
  • 2
    linnen
  • 3
    papieren
  • 4
    tijdingen: nieuws

Kibbelende generaals

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6-5-1672
Lees hier de originele brief

Een halve maand geleden schreef Margaretha vrij negatief over de verdediging van de Republiek. Generaals Nassau-LaLecq en Montbas zouden nog niet op hun plek zijn zei ze, en ze heeft ook ernstige twijfels over de IJssellinie. Helaas bieden de recentelijke ontwikkelingen weinig hoop voor Margaretha om zich aan vast te houden.

De voorbereidingen

Haar brief begint wederom met een wens dat het verdrag met de Keurvorst van Brandenburg snel vorm krijgt. Het zou “[e]en groot ontset sijn vandaer so veel volckere te krijgen en so gesecht wort sulcken schoone volck.” Het verdrag zou dus veel, maar bovenal goed-getrainde, soldaten ter verdediging betekenen. Dat heeft de Republiek nodig want “[de personen] die hier sijn aengenoomen loopt vrij veel slechte broeders onder.”

In haar brief kwakkelt het voorbereidend werk van de verdediging van het vaderland door. Utrecht wordt versterkt en Kasteel Middachten wordt gebruikt om troepen te huisvesten. Margaretha verwondert zich nog even hoe Philippota, die op het moment in Middachten is, het daar zo lang uit houdt. Daarna gaat ze al snel door met een klaagzang over de generale staf van het Staatse Leger.

Portret van een man met een grote bos pluizig blond haar tot op de schouder. Hij heeft een dunne snor en hij heeft een wit kanten sjaaltje strak om zijn nek geknoopt. Hij draagt een zwart glimmend harnas met een gekleurde sjerp om zijn middel. In zijn rechter hand(schoen) heeft hij een maarschalkstaf, onder zijn linker arm zijn helm.
Ludolf Steenhuizen (of Steenhuys), Nicolaas Maes (ca 1675). Collectie Museum van Loon.
Man met een glimlach om de lippen, een dunne snor en haar met een slag. Om zijn nek heeft hij een kort kanten sjaaltje geknoopt. Hij draagt een harnas met om zijn linker arm een rode strik. Zijn linker hand heeft hij in zijn zij, zijn rechterhand leunt nonchalant op zijn helm.
Frederik van Nassau Zuylestein, toegeschreven aan Jan de Baen, 1670-1680. Collectie erven Mevrouw Louise de Brauwere-gravin Bentinck.

Kinderachtig gekibbel

Brieffragment over kibbelende generaals

laet bij sal koomen, dat de heer van ginckel in sijn solisi
-tasie mis geloopen is waer wel so veel niet aengeleechgen
dan men siet daer aen wat vriende dat men heeft dat
is al verdrietich geduerich met sulcken ijver tot dienst
van Een ander te staen en so geloont te worden, hij is
ongeluckich, dan moet paesijensie1patiëntie: geduld hebbe, steenhuijse2Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal  wilt
niet aeneemen om dat hij onder momba3Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal is gestelt, en
momba ock niet om dat de graef van nassau4Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie booven
hem is, hij derft teegens sijn goeije vriende voorslaen

Tweede brieffragment over kibbelende generaals

dat men hem de derde luijtenant generael sou maecken
en wie weet watse niet doen en sulle, de onbeschaemde
lie5lieden hebbe het derde deel vande werlt in6Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben, sij twee hebbe
tot noch toe haeren Eet7eed niet gedaen hoet noch gaen
sal, [jonckheers weet mij niet genoech te vertelle van uhE]

Eerder schreef Margaretha aan Godard Adriaan hoe een aantal mannen benoemd waren tot de generale staf en dat haar zoon gepasseerd was. Toen was ze al verontwaardigd en haar verontwaardiging lijkt hier gerechtvaardigd te zijn. In plaats van aan het werk te gaan, kibbelen de generaals onderling over wie bovenaan in de hiërarchie staat. Steenhuizen vindt het niet kunnen dat hij onder Montbas staat, terwijl Montbas juist weer ontevreden is dat hij onder Nassau-Zuylestein staat. Montbas zou juist graag hebben dat hij derde luitenant-generaal wordt.

Onduidelijke hiërarchie

We merken hier ook dat de hiërarchie van de generale staf nogal los is. Wie er bovenaan staan is duidelijk: dat zijn de kapitein-generaal (Stadhouder Willem III), de gedeputeerden te velde en de veldmaarschalken. Daaronder wisselt het nogal welke positie belangrijker is. Dit komt doordat er geen gecentraliseerd leger is. Veel officieren zijn in dienst van één van de provincies of steden en niet van de Staten-Generaal. Dezelfde titel kan dus, afhankelijk van het gewest, een heel andere betekenis hebben. Hier komt ook nog eens bij dat binnen een titel onderscheid bestaat, wat aangegeven wordt door een nummering. De eerste luitenant-generaal staat dus boven de derde luitenant-generaal.

Voor Margaretha is het bedroevend om naar te kijken: deze onbeschaamde lieden krijgen een derde van de wereld maar haar, wellicht wat te timide, hardwerkende zoon krijgt niets.

  • 1
    patiëntie: geduld
  • 2
    Ludolf van Steenhuizen, voorgesteld voor de positie van luitenant-generaal
  • 3
    Jean Barton de Montbas, voorgesteld voor de positie van commissaris-generaal
  • 4
    Frederik van Nassau-Zuylestein, voorgesteld voor de positie van generaal van de infanterie
  • 5
    lieden
  • 6
    Spreekwoord, onbeschaamde lieden hebben het derde deel van de wereld: Geen schaamtegevoel hebben
  • 7
    eed

Wie verdedigt de Republiek?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 11 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 april 1672
Lees hier de originele brief

Naast de dagelijkse zorgen over de boekhouding schrijft Margaretha ook uitgebreid over de verdediging van de Republiek. De Franse aanval lijkt steeds dichterbij te komen en voor Godard Adriaan is het belangrijk om te weten hoe het er voor staat. Er wordt weer gesproken over het versterken van de Grebbedijk, net als eerder in februari gebeurde.

De IJssellinie

Ook noemt Margaretha kort de IJssellinie waar haar zoon Godard van Ginkel en zijn regiment gestationeerd zijn. Ook ligt Kasteel Middachten, het kasteel van Van Ginkel en Philippota dicht bij de IJssel. Daar zullen dus ook troepen gestationeerd worden. De Republiek rekent op de IJssellinie om haar te beschermen in het geval van een Franse aanval. Naast Maastricht en een aantal forten aan de Rijn is de troepenconcentratie aan de IJssel dus het grootst. Althans, dat is het idee.

Tekening van een vlak landschap met wat knotwilgen. Daarachter een kasteel met een ronde toren en een hoog huis. Op de voorgrond een vierkante poort en links daarvan een gevel.
Huis te Middachten, Constantijn Huygens (II), 1676. Collectie Rijksmuseum

In werkelijkheid blijkt de IJssel een te lang gerekt front en heeft het Staatse leger niet voldoende manschappen om de volledige linie afdoende te bemannen. Margaretha maakt zich dus zorgen om haar zoon: hij moet “ten velde” en wordt omgeven door onervaren mannen.

Eerste brieffragment over het leger aan de IJssel

[soecke te overlegge alst moogelijck is,] men
spreeckt hier vande greb1Grebbedijk ende stat van
wttrecht te fortifiseere dan dit wort om
de nabuerige provinsie, seer geseekreteert2sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
men vreest al voor den ijsel3de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie en om datse daer
so veel van spreecke vreese ick datse ons sulle
soecke te abuseere en aen Een onverwachte
kant overvalle, seecker tis niet vreemt dat
ick over uhEd landuerige apsensie4absentie: afwezigheid bekomert
ben en klaechge indeese bekomerlijcke5zorgelijke, angstige tijde
in de welcke ick niet Een mens heb om
raet of daet te geefve mijn soon moet
te velt, men weet niet wat hem kan over
koomen, tis waer uhEd is tot dienst vant
lant wt maer men siet wel hoe dien
dienst gereekompenseert6recompenseren: vergoeden wort daer men
Een deel onge Expeerijmenteerde vremdeline7onervaren buitenlandse huurlingen
preefereert voorde ingeseetene vant lant
die al haer welvaere beneffens haer leefve
moete wage en in alle swaere schattinge8schattingen: vorm van belastingen
kontrubuweere9contribueren: bijdragen, dotde heer van ginckel die
plaets niet en krijckt is seer weijnich aen
geleechgen maer de kleijnicheijt diemen10die men ons
daer door aendoet ist meest, van der leck11Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk 
en momba12commissaris-generaal Jean Barton de Montbas sijn beijde wel liede van

Tweede brieffragment over het leger aan de IJssel

Exspeerijensi den Eerste als hij maer naer
sijn gernisoen moet gaen so is hij blint en
kan niet sien, den andere sal ock den tijt
leere wat hij doen sal, doch paesijensi
tsou den heer van ginckel sijn geluck wel kon
sijn, [ick hoorende dat den heere schade]

Over de commandanten aan de IJssel is Margaretha ook niet te spreken. Montbas en Maurits van Nassau-LaLecq mogen dan wel ervaring hebben maar ze zijn beiden nog niet aangekomen aan de IJssel. Of ze werkelijk capabel zijn moet ook nog blijken. En dat zijn dan de mensen die boven haar trouwe en dappere zoon staan in het leger…

Slaags met Engeland

Margaretha’s blik ligt niet enkel op het oosten van het land. Ook houdt ze in de gaten wat er aan de westkust gebeurd. Eind maart valt de Engelse Admiraal Robert Holmes met zijn vloot een rijkbeladen Hollands handelskonvooi afkomstig uit Smyrna aan. Dit mondt uit in een zeeslag van meerdere dagen. Uiteindelijk moet de Engelse vloot zonder grote winsten afdruipen. Kort daarna, op 27 maart, verklaart Engeland de Republiek officieel de oorlog. Het gevolg hiervan: oorspronkelijk zou Cornelis de Witt, broer van raadspensionaris Johan de Witt, naar het leger gaan maar nu wordt er gekozen om hem naar de vloot te sturen. Cornelis de Witt was een gerespecteerd zeeman: hij was bijvoorbeeld aanwezig op Michiel de Ruyters Tocht naar Chatham in 1667.

Brieffragment over de Engelse aanval

hij13Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam most die komissie14opdracht hebbe om dat men de ruwaert van putten15Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten mee
int leeger begeerde, doen wist men vande Engelse
oorlooch noch niet nu sal dije op de vloot gaen
so voechgense malkandere Een slach, [den]

Tekening van schepen die slaags met elkaar raken.
Robert Holmes’ aanval op de Smyrnavloot, maart 1672, Nederlandse kunstenaar, ca 1672. © National Maritime Museum, Greenwich, London.

  • 1
    Grebbedijk
  • 2
    sekreteren: geheim houden, in dit geval de fortificaties.
  • 3
    de IJssel vormt de belangrijkste verdedigingslijn tegen de Fransen, de zogeheten IJssellinie
  • 4
    absentie: afwezigheid
  • 5
    zorgelijke, angstige
  • 6
    recompenseren: vergoeden
  • 7
    onervaren buitenlandse huurlingen
  • 8
    schattingen: vorm van belastingen
  • 9
    contribueren: bijdragen
  • 10
    die men
  • 11
    Maurits van Nassau LaLecq, heer van de Lek, Beverweerd en Odijk
  • 12
    commissaris-generaal Jean Barton de Montbas
  • 13
    Ambassadeur Daniël Oem van Wijngaerden, heer van Werkendam
  • 14
    opdracht
  • 15
    Cornelis de Witt, de ruwaard van Putten

Prinselijk bezoek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 maart 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 april 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha verwacht hoogstaand bezoek op 24 maart. Zijne hoogheid, Prins Willem III van Oranje heeft namelijk aangekondigd om langs te komen op Amerongen. Hij wil dan de sollicitatie van zoon Van Ginkel bespreken en uitleggen waarom Godard van Ginkel is afgewezen.

Brieffragment over de prins die niet komt

ick had gemeent vandaech van hier naer
wttrecht te gaen, ten waere sijn hoocheijt
mij liet segge vandaech noch bij mijn te
wille koome om vande heer van ginckels 
saecke1Godard van Ginkels sollicitatie naar de positie van generaal-majoor te spreecke daer ick op gewacht heb
doch geloofve hijt vergeeten heeft also ick
hem tot noch toe niet heb vernoomen
nu hoope ick met godts hulpe merge
van hier te gaen, en waer ick ben te
blijfve

Willem III komt helaas toch niet opdagen. Misschien is hij de afspraak vergeten, schrijft Margaretha. Ze schrijft aan Godard Adriaan om morgen naar Utrecht te gaan voor zaken en sluit de brief af.

P.S. Willem III kwam toch

Brieffragment over de afwijzing van Van Ginkel

­naert sluijte van dees2na het afsluiten van deze brief heeft sijn
hoocheijt mij deer gedaen van te koome
segge hoeseer hij geneege is uhEdu hoogedele
en ons huijs dienst te doen, ock den
heer van ginckel maer dat hij hem
in sijn solisitaesi geen poosetijfve
toeseggine3zekere toezeggingen en koste doen dewijlle
deese plaetse niet bij overstemine4hier specifiek wanneer Willem III de gewesten overstemt door zelf, zonder hun instemming, benoemingen te doen
soude worde vergeefve maer dat het
bij inschickine5instemming vande provinsie sou
moete gaen, en dat hij seer gaere

Brieffragment over de afhankelijkheid van provincies.

hoewelt Een saecke is die aen hem niet
en dependeert6afhankelijk zijn van maer aende proovinsie,
voorde heer van ginckel al sal doen
wat hij kan weetende wat oblijgaesi7verplichtingen
hij uhEd heeft, de woorde sijn goet
wij moete nu sien watter op sal volge
hoewelt noch niet met al geseijt is,
hij seijde ock dewijlt noch bij de provin
– sie so vreemt lach niet te geloof dat
se noch soude vergeegve worde, sijn hooch
heijt besongeert8besogneren: beraadslagen noch alle daech met men
men heer beverlin9Hieronymus van Beverningh, Gouds regent, diplomaat en gedeputeerde te velde

Willem III is de familie Van Reede zeer genegen, zegt hij Margaretha, maar zijn handen zijn gebonden. Helaas kan Willem III niet alleen beslissen over de positie waar Godard van Ginkel naar gesolliciteerd had. De gewesten moeten met deze benoemingen instemmen. Helaas hebben zij dus gekozen, tegen Willem III’s wensen in, om Godard niet te promoveren. Wel belooft Willem III om alles te doen voor Godard wat hij kan, als dank voor de trouwe diensten die Godard Adriaan hem verleend heeft. De sollicitatie van Van Ginkel is afgewezen maar in de toekomst maakt hij weer kans. Margaretha’s vonnis is simpel: “de woorden zijn goed, we moeten nu zien wat er op zal volgen.”

Portret van Willem III, ten voeten uit in wapenrusting, staande op een bordes. In zijn rechterhand een degen, in zijn linker een bundel pijlen en een touw. Aan het touw zijn de wapens van de Zeven Provinciën vastgemaakt. Op de achtergrond het bevolkte Binnenhof te Den Haag. In een cartouche twee regels Latijnse tekst.
Portret van Willem III, prins van Oranje, Willem Outgertsz. Akersloot, naar Adriaen Pietersz. van de Venne, 1670 – 1684. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Godard van Ginkels sollicitatie naar de positie van generaal-majoor
  • 2
    na het afsluiten van deze brief
  • 3
    zekere toezeggingen
  • 4
    hier specifiek wanneer Willem III de gewesten overstemt door zelf, zonder hun instemming, benoemingen te doen
  • 5
    instemming
  • 6
    afhankelijk zijn van
  • 7
    verplichtingen
  • 8
    besogneren: beraadslagen
  • 9
    Hieronymus van Beverningh, Gouds regent, diplomaat en gedeputeerde te velde

Pagina 3 van 5

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén