In deze brief zet Margaretha haar politieke communiqué van 29 juli voort. Ze is maandag weer naar Utrecht gegaan om regenten te spreken voor ‘het bekende werk’. Het is een belangrijke dag, want er is een statenvergadering. Daarom staat ze al vroeg bij de heer van Drakestein op te stoep. Deze is nog in de slaapkamer, maar brengt alsnog vóór achten een bezoek aan Margaretha.
voorleedene maendach ben ick alweer Eens te wttrecht omt be=
kende werck geweest alwaer ick dijnsdaechs smergens uhEd
mesiefve1Missive: brief, vooral ambtsbrieven en brieven over zaken in het algemeen vande 26 ijuli heb ontfange, en also dien merge de state
en Eenige heere vande ridderschap soude vergadere heb ick al
vroech aent huijs vande heere vande draeckesteijn2Gerard van Reede van Drakestein geweest die noch
bij sijn hEd bedt was doch ontrent acht Eure bij mij aenthuijs
van beusekom quam, [ondertusche ginck ick bij den heer van]
Oude Privileges opgeven?
In de tussentijd wil Margaretha geen minuut verliezen, en gaat langs bij de heer van Hoevelaken om de brief van Godard Adriaan te laten zien. Enkele leden van de ridderschap, waaronder de heer van Mijnden (vader van Hoevelaken) en de heer van Drakestein, zijn van plan om het op een akkoordje te gooien met de vroedschap van Utrecht en in te stemmen met een nieuw reglement waarbij oude privileges van de ridderschap worden opgegeven. Nieuwe edelen die door de ridderschap worden voorgedragen om deel te nemen aan het provinciebestuur, zijn niet langer zeker van hun plek, want de andere leden krijgen daar ook wat in te zeggen.
[van beusekom quam,] ondertusche ginck ick bij den heer van
hoeflaecken3Steven van Lynden dien ick den inhout van uhEd brief voor so veel
ick noodich en dienstich achte komuniseerde en versocht sijn hEd
het selfve aende heer van Mijnde4Jasper van Lynden beliefde bekent te maecken, seij
de ock hoe mij met groote verwonderin was voorgekoome het
deseijn5Dessein:plan dat de drie heere Edelen haddevandiendachom dien dach
op de staets vergaderin so met het maecken vant reeglement
als het geene verder bij de heere vande vroetschap sou werde ge=
reesolveert voort te gaen en de gedistineerde6Gedestineerde: beoogde heere vande vroet
schap haer wil te doen en also de oude preevileesie7Privilege ent recht
van de ridderschap over te geefve [het welcke seijde ick niet]
Drakestein komt langs
Als Drakestein om acht uur bij Margaretha langs komt probeert zij hem er van te overtuigen geduld te hebben en zich niet zonder enige noodzaak door de vroedschap te laten overhaasten met het aannemen van dit reglement. Hoe zou hij het bij zijn nakomelingen kunnen verantwoorden? Maar Drakestein zegt dat hij de belangen van zijn nakomelingen zeker in het oog houdt, en vertrekt naar de vergadering.
thuijs koomende quam de heer van draeckesteijn
bij mijn dien ick het selfve int gemoete voerde8in het gemoed voeren: voorleggen en seijde
hoe verwondert aldewerlt9Al de wereld: iedereen was te sien dat de heere Edele
so Een konsept reeglement in hande vande state overgeleevert hadde
daer geen noot haer drong10terwijl dat niet noodzakelijk was alse maer Een weijnich paesijensi11Patiëntie:geduld
wilde heb [haer alles so schoon op deede, int Eerst antwoorde]
als ick hem daer op Antwoorde hoe sijnhEd bij sijn naekoomeline
soude konne verantwoorde sulcke oude preevileesie overte geefe
seijde hij het selfve sijn intreste te sijn en is so van mij gescheijde
en naer de vergaederin van state gegaen,
Geen overleg
Hoe het is afgelopen zal Godard Adriaan wel uitgebreid in een brief van Abraham van Wezel lezen. Margaretha’s pogingen zijn tevergeefs geweest: het regelement is ongewijzigd in de statenvergadering aangenomen; het zou later bekend staan als de resolutie van 23 juli 1667. Tot genoegen van de steden en tot afgrijzen van de ridderschap. Wat nog het meeste steekt, is dat Drakestein en de zijnen ondanks protesten eigenmachtig in de statenvergadering hebben opgetreden zonder goed voorafgaand overleg met alle edelen.
[sijn plaets maecken,] den heer van suijlisteijn12Frederik van Nassau Zuylestein die inden
haech is heeft noch dien merge aende heer van drakesteijn
geschreefve en versocht men in sijn apsensie niets sou wille
doen sonder alvoorns de ridderschap daer op te beschrijfe
het welcke niet geschiet is den heer van sandenburch13Coenraad Borre van Amerongen was
ock apsent14absent: afwezig en ten hoochste misnoecht,[sij hebbe de nieuwe]
Verraad van Drakestein?
Met dit alles heeft Drakestein het helemaal verbruid bij de rest van de ridderschap. Er gaan geruchten dat hij de oude privileges feitelijk heeft verkocht om een aantal andere zaken van privébelang in de staten geregeld te krijgen. Hij heeft bij Wijk bij Duurstede het landgoed Dompselaar gekocht dat hij door de staten tot een ridderhofstede wil laten bestempelen waardoor het dubbel zo veel waard wordt. En men zegt dat hem zijn schulden aan de provinciekas zullen worden kwijtgescholden. Margaretha vindt het erg om zoveel kwaads te horen over iemand die de naam van Reede draagt. Maar zij heeft haar best gedaan.
den heer van drakesteijn seijt men heeft hier bij
wijck Een stuck goets15Gerard van Reede van Drakestein koopt in 1667 Dompselaer aan de Langbroekerwetering, dit was al in 1539 een Ridderhofstad, maar had sinds die tijd veel niet-adellijke bewoners gehad. Na zijn dood wordt het door zijn nazaten verkocht gekocht voor twaelf duijsent gul
die daer in gevesticht staen het welcke so geseijt wort
se tot Een ridderhofste sulle verklaere dan ist tien
duijsent gul meer waert en se sulle hem sijn schult
aent lant16de provincie Utrecht quijt schelde so geseijt wort , so heeft hij
de previleesie vande heere Edelen verkocht seijt me is
dat geen fraije naem voor Een Edelman, ick kan niet segge hoe aldewerlt17de hele wereld: iedereen roept tis mij voorwaer lief dat sulcke geschreu en so veel maledicksie18Maledictie: kwaadspekerij, vervloeking over een die de naem van Reede draecht gaat, dan wat kanme doen ick hebt hem genoech geseijt als uhEd uut mijne voorgaende sult sien [vande heer van rhijswou wort ock niet weijnicge=]
Koning of Keutel
Maar het verhaal is nog niet klaar. Tot haar verbazing komt ’s middags burgemeester Nicolaas Hamel Margaretha een bezoek brengen om te vissen naar geruchten over de rol van haar man. Hij zou een gooi naar de positie van Eerste Edele hebben willen doen of anders met pensioen gaan. Dat schijnt hij een keer tegen de Vrouwe van Vlooswijk te hebben gezegd. Maar nu heeft hij gegokt en verloren. Margaretha reageert verontwaardigd en ontkennend. Er volgt nog meer gehakketak. Pas laat is ze terug in Amerongen.
uhEd haer geseijt had noch Eenen sprong te wille
doen en koninck of keutel19Koning of keutel: alles of niets. Deze uitdrukking werd vooral in het kaartspel gebruikt te wille weesen en daer
met wt de reegeerin te sulle scheijde enu hEd ruste
te gaen houde, waer op ick antwoorde niet te weete
wat diskoerse uhEd teegens de vrou van flooswijck
had gehoude maer wel te weeten uhEd pretensie
noijt geweest waeren het Een oftanders te sijn noch
Eenige heerschapi over andere te voere ock niet over
heer te worde dat uhEd het Eerste liet aendiegeene
die vrij wat meer teeckenen van begeerlijckheijt daertoe
toonde als uhEd oijt gedaen had maer datse niet hoefde te dencken u hEd niet was die hem oijt zou laeten overheers-schen, in soma20In somma: kortom, so scheijde wij van een doch naer veel meer hacketackerije, ick quam dien avont hoewel laet noch [thuis]
Het papier is aan twee kanten vol, maar ze voegt op z’n kop in de bovenmarge nog een relativering toe waarmee ze Godard Adriaan en waarschijnlijk ook zichzelf gerust wil stellen: het zijn maar wereldse zaken.
maer hoope uhEd sich hier in sal kunne gerust stelle en
dencke het almaer werltse saecke sijn die deene tijt sou
en dande tijt so gaen, [wee seij niet te konne dencke hoe uhEd]
Twee regels familienieuws
Tot hier uitsluitend Utrechtse politiek. Alleen helemaal op het laatst, er is echt zo goed als geen ruimte meer, voegt Margaretha nog een paar woorden toe om te melden dat het met Philippota goed gaat en dat het kleintje goed groeit. De twee regeltjes worden door Margaretha verticaal in de kantlijn gekriebeld, maar zelfs daar hebben ze concurrentie van de verzuchting: Drakestein, oh Drakestein, wat heb je gedaan.
[maerschalck amt in haer kan niet krijge so isset noch alweer kans me moet
sien] maer drakesteijn drakesteijn wat heb gedaen, nu mijn hartge ick blijff
uhEd getrouwe wijff
M Turnorde vrou van ginckel en kind sijn beijde wel
naer de tijd het kleijne groijt seer
- 1Missive: brief, vooral ambtsbrieven en brieven over zaken in het algemeen
- 2Gerard van Reede van Drakestein
- 3Steven van Lynden
- 4Jasper van Lynden
- 5Dessein:plan
- 6Gedestineerde: beoogde
- 7Privilege
- 8in het gemoed voeren: voorleggen
- 9Al de wereld: iedereen
- 10terwijl dat niet noodzakelijk was
- 11Patiëntie:geduld
- 12Frederik van Nassau Zuylestein
- 13Coenraad Borre van Amerongen
- 14absent: afwezig
- 15Gerard van Reede van Drakestein koopt in 1667 Dompselaer aan de Langbroekerwetering, dit was al in 1539 een Ridderhofstad, maar had sinds die tijd veel niet-adellijke bewoners gehad. Na zijn dood wordt het door zijn nazaten verkocht
- 16de provincie Utrecht
- 17de hele wereld: iedereen
- 18Maledictie: kwaadspekerij, vervloeking
- 19Koning of keutel: alles of niets. Deze uitdrukking werd vooral in het kaartspel gebruikt
- 20In somma: kortom,