Mijn heer en lieste hartge

Tag: Herreveld

Tin en veren

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 juni 1667 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief reageerde Margaretha kort op de brief van 14 juni, die ze op het moment van schrijven nét binnenkreeg. In deze brief beantwoord ze Godard Adriaans bericht van de 14de uitgebreider.

Tinnen servies

Margaretha heeft Godard Adriaan een tinnen servies gestuurd, maar dat heeft hij blijkbaar (nog steeds) niet ontvangen. Ze vreest dat het gestolen is. De ton rookvlees die Margaretha richting haar man gezonden heeft, is dan zeker ook niet aangekomen… Blijft Godard Adriaan nog lang weg? Zo ja, dan zal ze hem nog wel een ander tinnen servies sturen.

Brieffragment tinnen servies

[wachten kost,]  het doet mij leet uhEd 
het tin niet krijcht sou nu wel vreese het 
genoome is, dien selfve tijt isser de ton 
met roockt fleijs meede gesonde vreese die 
ock niet over gekoome sal sijn so uhEd 
staet maeckt daer noch Eenigen tijt te 
blijfve sal ick ander tin sende[, den brief]

Stilleven met een vergulde bokaal. Op een tafel bekleed met een groen tafelkleed en twee linnendamasten servetten zijn uitgestald: tinnen borden met brood en een tinnen schaal met oesters, een glas met rode wijn, een olie- of azijnkannetje van glas, een zilveren zoutvat, een roemer met witte wijn, een verguld zilveren bokaal met deksel, een tinnen wijnkan en een neergelegde berkenmeier.
Stilleven met vergulde bokaal, Willem Claesz. Heda, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Woelen en warren

Margaretha blijft de Utrechtse politiek volgen, ook al zit ze nog steeds in Middachten. Hoewel ze zegt dat ze niets meekrijgt, weet ze wel verrassend goed te vertellen wat er op de laatste vergadering van de Staten van Utrecht is besloten rondom het aanstellen van secretarissen en klerken. Iedereen loopt alleen maar te woelen en te warren.

Eerste brieffragment Utrechtse politiek
Tweede brieffragment Utrechtse politiek

[aende heer van rhijnswoude is wel bestelt,] van
wttrechtse werck hoore ick hier sijnde niet
meer als dat op de laeste vergaderin van
state is voor geslage om twee sekretarisse aen
te stelle deen om naert over lijde van van hilte en
dander inde finansie te diene En Een
Eerste klerck om naert overlijde van haeste
dewelcke vande twee sekretarisse soude dependeere
of dit beusekom1Nicolaas van Beusichem mee sal gaen weete niet se
haeste hier seer meede, geloofve om door deese
benifijse2Benefice: voordeel noch al deen en dander aen haer
koort te haelle3De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen, die mense woelle seer4Woelen: onrustig zijn, doch geloo

sij haer selfve so sulle warre5Warren: in de war maken datse opt Ent niet
sulle weete hoeser wt sulle koome , laetse al
vrij talme6van talmen tent sal de last dragen7’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden [van de]

Nog geen vrede van Breda

En dan is er nog iets met een vrede in Breda. Margaretha heeft vernomen dat er in de stad van de Nassaus een vredesakkoord gesloten zou worden tussen de Republiek en Engeland, maar ze heeft er verder niets meer over gehoord, dus ze vreest dat het ook niet meer gaat gebeuren.

Brieffragment over de Vrede van Breda

[vrij talme tent sal de last dragen] van de
vreede die te breeda gemaeckt sou worde hoort me
hier niet vrees daer niet van valle sal [onder]

Bange boeren

Ondertussen is de vorst-bisschop van Münster weer flink aan het werven. Hij laat met geweld de wegen vrij maken, zodat er vier ruiters overheen kunnen marcheren. De boeren in Herreveld zijn hartstikke bang. Ze durven geen geld bij zich te hebben, en hebben uit vrees dat het gestolen wordt ook de pacht maar alvast betaald.

Brieffragment over Herreveldse boeren en de bisschop van Münster

[hier niet vrees daer niet van valle sal] onder
tusche werft den bischop van Munster weer
met gewelt en laet allomtom sijn weechge
maecke datte vier ruijters int gelit door kon
marscheere, de harveltse boere sijn so ban der
fve geen gelt bij haer holde hebbe haer pachte
die noch niet verscheene sijn betaelt wt vreese
het haer mocht genoome werde[, de heer van]

Een boeren man wordt gebonden weggevoerd door een groep soldaten. Links in de achtergrond een brandend dorp.
Boer en soldaten, Rudolph Meyer, 1615 – 1638. Collectie: Rijksmuseum.

Op veldtocht?

Ook zoon Van Ginkel maakt zich alvast klaar om op veldtocht te gaan. Hij heeft zelfs al een kok aangenomen (een Duitser). Maar iemand heeft de matras en de donzen deken van Van Ginkels legerledikant meegenomen, waardoor hij weer nieuwe moet laten maken. Met Gods hulp hoopt Margaretha morgen in ieder geval met haar schoondochter naar Amerongen te vertrekken. Dan zal ze ook wel even kijken naar de muur en de gracht. O ja, hopelijk is het schilderij van Cromwell inmiddels aangekomen.

Brieffragment over het ledikant van Van Ginkel

[het haer mocht genoome werde,] de heer van
ginckel maeckt hem ock vast gereet om te velt
te gaen heeft Een duijtse kock aengenoome
nicklaij moet sijn matras en sijn ponse8Schrijffout: donzen deecke die
tot sijn leeger ledikantge hoort mee genoome hebe
die kame9kan men niet vinde en isser heel om verleechge
moet weer nieu laette maecke hij had het wel
moogen laeten, wij meene met dgodes hulpe
overmerge met de vrou van ginckel naer
Ameronge te gaen derf niet langer wachte
de vrou van Middachte10Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota die vandaech weer na
Aernhem is sal daer bij ons koome, als ick
daer koom salde muer aenden hof en de graft
aenden doelle volgens uhEd ordere laete maecke

Ganzenveren

Het laatste kantje schrijft Margaretha overdwars op de pagina. Na de bekende afsluiting ‘uhoogEdele [uw] getrouwe wijf en dienares’, volgt nog een PS. Margaretha heeft aan dienstmeid Jenneke gevraagd of ze ganzenveren kan kopen om de bedden op te vullen. Jenneke is bij Godard Adriaan, en het schijnt dat ganzenveren daar goedkoop zijn. De ganzenveren zouden dan met de bagage mee kunnen reizen, en ondertussen kunnen de dienstlui erop slapen. Margaretha hoopt maar dat Jenneke iets goeds koopt. De witte veren zijn de beste!

Naschrift

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners MTurnor

ik heb aen jeneken laete schrijfve datsij daer eens naer
leevendige ganseveere sou verneeme tis nu in tijt wij
hadde hier wel 3 a 400 pont van doen so voor onse dochter
als voor ons om in de bedde te vulle, als uhEd met godt te
huijs koomt soudense met bogaesije11Bagage mee over konne koome
ondertusche kost het volck daer op slaepen ick bidt laet
sij der naere verneeme datse wat goets koopt de witte
veere sijnde beste se sijn daer heel goij koopt en wij heb
-bense hier nodich vandoen.

Een hond bij een stilleven van gevogelte (dode gans en een pauw) en fruit (druiven, meloen, perziken en appels). Op een balustrade zit een papegaai, in de lucht een zwaluw en een appelvink. Op de achtergrond een laan in een park of tuin.
Een hond bij een dode gans en een pauw, Jan Weenix, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Nicolaas van Beusichem
  • 2
    Benefice: voordeel
  • 3
    De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen,
  • 4
    Woelen: onrustig zijn,
  • 5
    Warren: in de war maken
  • 6
    van talmen
  • 7
    ’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden
  • 8
    Schrijffout: donzen
  • 9
    kan men
  • 10
    Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota
  • 11
    Bagage

Om de hete brij heen draaien

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 februari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief maar weer eens met het klagen over de post. Het duurt maar en het duurt maar en Franco Bisdommer speelt de vermoorde onschuld. Er is iets wat niet klopt, maar Margaretha komt er maar niet achter wat.

Brieffragment over de post

tis toch in deese meer als bekomerde tijde wel bedroeft
dat de briefve so lansaem overkoome ick vreese wel
datter Eits onder schuijlt maer kander niet achter
koomen, heb bisdomer verscheijde reijse daer over ge
sproocke ent hem geseijt, die hooch en laech antwoort
datter sijn leefve aen hinck se niet seeckerder noch
beeter en weet te bestelle [hij leevertse de post die]

Gravure van een varken met daarop met een man met een fles aan zijn mand. Er druipt vocht uit zijn mond. Hij heeft een zak achter hem en daar zit een posthoorn aan. Op zijn muts een soort vogel. Achter hem twee jongens, waarvan de ene de staart van het varken vasthoudt. Ze hebben stokken met iets eraan waar ze mee willen slaan. Het varken heeft brieven in zijn bek.
Een postiljon (postvervoerder) op een varken. Fragment uit een spotprent, anoniem, 1720. Collectie: Rijksmuseum.

Geld

En natuurlijk komt de niet gevoerde slag van de Brandenburgse troepen tegen Turenne weer aan bod. De legers willen alleen maar vechten op het moment dat de subsidies betaald moeten worden. Het draait allemaal alleen maar om geld. Eerlijk is eerlijk, ze gooit er wel weer een paar mooi ‘Margarethiaanse’ gezegdes tegenaan. Waarom gebruiken we “Een lege beurs maakt een berooid hoofd” en “Ze bijten in de stok zonder te zien wie hem werpt” eigenlijk niet meer?

Brieffragment over de Brandenburgse troepen

[maer dat het noch al als voor deese is,] teegens
dat de maent vande subsijdi peninge verschijnt
dan schijnens wat te wille doen als dat over is
so hapert het aent Een of aent ander, so spreeckt
het volck dickmael met onverstant en bijten inde
stock sonder te sien wie die werpt , het schijnt
dat Een leege beurs Een beroijt hooft maeckt dat
ick vrees der niet op sal beeteren, want men
geeft veel en siet geen hoop van Eenich ontset
der vijande, [de kapijtaelle leenine die voor ons]

Over geld gesproken: Margaretha’s (en dus ook Godard Adriaans) financiële situatie blijft complex. Margaretha heeft de schulden allemaal afbetaald, maar er komen weer belastingheffingen aan. Honderden guldens is ze kwijt. De zadels zijn ook helemaal afbetaald. In Utrecht worden nu inwoners belast voor hun familieleden die veilig achter de waterlinie zitten. Komen je broers niet thuis? Jammer! 1.400 gulden. Zit je zus in Rotterdam? Ook al is ze getrouwd met een Rotterdammert? Pech! 18.000 gulden. Heb je je vrouw en kinderen in veiligheid gebracht? Kassa! 24.000 gulden. Je zal maar onder zo’n koning moeten leven.

Blauw gestucte boerderij waar met balken (soort vakwerk). In het midden een groot raam met houten luiken en rechts daarvan een houten deur. Helemaal links een iets kleiner raam met luiken en rechts een klein raampje met luiken. De boerderij heeft een rieten dak. Ervoor een houten hekje en een moes- en kruidentuin. Achter de boerderij is bos.
Een los huus of los hoes. Een boerderij uit Herreveld. Collectie: Openluchtmuseum. Bron: Collectie Gelderland.

Oogst

Ursula Philippota is eigenaresse van het Huis Herreveld (Achterhoek) met bijbehorende landerijen. De rentmeester heeft de opbrengst van het landgoed voor 400 gulden verkocht. Helaas zijn de Fransen erachter gekomen en willen zij die 400 gulden hebben. Plus 1.800 gulden boete. Nu wordt verwacht dat Van Ginkel dat betaalt, maar waarvan? Alleen de Heer kan nog helpen.

Brieffragment over Herreveld

[=luckich sijn,] de heere vande kloese1Jacob Schimmelpenninck van der Oye heeft vande rent=
meester broen weegens de heere van ginckel van
koorn dat van harevelde quam en verkocht was
ontrent 400 f ontfange, dit is ondeckte of de franse
sijnt te weete gekoome, hebben den heere vande
kloese boofve die 400 f noch 1800 f tot boete doen
geefve dit pretendeert hij vande heer van gincke
weerom te hebbe, waer hij dit gelt ock bij Een
sal krijge weet ick niet in soma2kortom tis niet als
swaericheijt aen alle kante, de heere wil ons
te hulpe koome ick sie anders geen wtkomst

Hete brij

Margaretha heeft nog niks gehoord van de secretaris die bij de Fransen om uitstel en een lager bedrag ging vragen.

Brieffragment over de secretaris en de brandschatting

[sende,] ick heb noch geen antwoort vande heer
weesel noch van seeckreetaris op mijn briefve
waer in versocht s dat sij bij den intentant
veertien daege wtstel s tot de gedreijchde Ex
sekusie3Executie: uitvoering van vonnis van Ameronge of in het beloofve vande
3000 f soude versoecke, of mijn brief niet
overgekoome is weet ick niet hoor vant teen
noch tander niet Een woort, wil noch al het
beste hoope, [nu komt weer tijdine dat het parle]

Amsterdam of Den Haag

De oude vraag duikt weer de kop op: waar is het veilig? Het schijnt dat het parlement in Londen vergadert en dat Koning Karel II een vloot op laat tuigen en dat hij in het voorjaar ergens wil landen. Is Den Haag veilig genoeg? Moet Margaretha dan toch maar weer een huis zoeken in Amsterdam?

Eerste brieffragment huis in Amsterdam

beste hoope, nu komt weer tijdine dat het parle
=ment tot londen vergadert sijnde met groote
animeusiteijt4Animositeit: vijandelijkheid begeert den koninck Een aensien
lijcke scheeps vloot sal doen equipeere om teegens

Tweede brieffragment huis in Amsterdam

het voorjaar in see te brenge , daertoe sij een merckelijcke som
ter maent voor acht maende lan hebbe gekonsenteert, so dat
=men niet twijfelt of sij sulle soecke te lande hoet ons dan
hier gaen sou staet te vreesen en weet niet of ick sal durfve
wagen of weer een huijs in Amsterdam hueren,

Ondertussen in Friesland

Volgens Margaretha liggen ze in Friesland overhoop. Ze schijnen een akkoord gesloten te hebben zonder medeweten van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, weduwe van de Friese stadhouder en regentes voor haar minderjarige zoon. Albertine Agnes heeft ondertussen wel een volksopstand voorkomen en het stadhouderschap van haar zoon veilig gesteld.

Brieffragment over Friesland

in vrieslant hebbense heel over hoop gelegen dat bedroeft
is in deesen tijt, nu seijt me het ackoort gemaeckt is en dat
sijt volkoome eens sijn dit is in d apsensi vande vorstin ge
ackordeert [te gronninge hebbense den heere rengers twee]

Een schelm

In Groningen wordt ene Johan Osebrandt Rengers op de pijnbank gelegd. Deze vriend van Johan de Witt wordt verdacht van verraad. Hoewel hij in werkelijkheid blijft ontkennen, heeft hij in Margaretha’s versie bekend gecorrespondeerd te hebben met de bisschop. Daarvoor moest hij wel twee keer op de pijnbank! Wat een schelm!

Brieffragment over Johan Osebrandt Rengers

[ackordeert] te gronninge hebbense den heere rengers twee
mael op de pijnbanck gehadt die bekend heeft dat hij
met den bischop heeft gekorespondeert denck wat en
schelm [nu mo ick kan niet segge hoe blijde ick ben]

Op een oude tegelvloer staat iets wat lijkt op een bank. Een grote horizontale plak met aan deze kant twee gaten en overdwars een plankje met twee openingen. Werd iemand hier op zijn buik neergelegd en staken de voeten door de grote plank en werden met het plankje zijn enkels vast gezet? Er zijn nog twee plekken waar ook van die dwarsplankjes geplaatst zouden kunnen worden, maar die zijn leeg.
Stedelijke pijnbank, midden achttiende eeuw, collectie Stedelijk Museum Alkmaar, locatie stadhuis. Bron: Elsinga, J. / collectie Regionaal Archief Alkmaar

Finale

Ze kan niet zeggen hoe blij ze is dat Godard Adriaan verzocht heeft om naar huis te komen! Naar zijn getrouwe wijff…

Afsluiting

[schelm] nu mo ick kan niet segge hoe blijde ick ben
dat uhEd versoeckt hier te mooge koome wij sulle
den anderen al veel verhaelle hebbe, ondertusche
blijfve
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Jacob Schimmelpenninck van der Oye
  • 2
    kortom
  • 3
    Executie: uitvoering van vonnis
  • 4
    Animositeit: vijandelijkheid

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén