Margaretha doet een proefje: zou de postdienst op Duitsland, die twee keer per week langs Amerongen komt, sneller gaan dan de diplomatieke post via Den Haag? In deze brief staat daarom niet veel meer dan in die van eergisteren.
Ameronge de 18 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
mijne laeste is vande 16dees geweest die ick op den haech heb gesonde, waer in die van uhEd vande 12 heb beantwoort , nu gaet deese Eens met de duijtse post die twee =mael ter weeck hier door rijtd om te sien of die briefve wel overkoome, so hoefde ick se niet op den haech te sende, [gistere heeft beusekom mij ge=]
Waarschijnlijk wordt het alleen secretaris Luchtenburg zelf die de akte van eigendomsoverdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen komt brengen, komende zondag. Er zullen geen extra statenleden meekomen, omdat Godard Adriaan als heer des huizes ook niet thuis is. Ondertussen probeert van Luchtenburg ook zijn eigen familiebelangen te behartigen: hij heeft van Beusekom gevraagd Margaretha te schrijven of ze zijn neef, Philips Ram, bij Godard Adriaan wil aanbevelen voor de vrijgekomen functie van kameraar van de Lekdijk. Godard Adriaan is heemraad bij het waterschap Lekdijk Bovendams.
[onthaelle en trackteere als ick kan,] hij heeft ock aen beusekom1Nicolaas van Beusichem versocht dat hij mij wt sijnen naem wilde schrijfve, door afsterfve vande heer Matijsius2Cornelis Mattisius kamelaer vande leckendijck sijn neef den heere scheepen ram3Philips Ram wiens
vader4Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk drossaert aende vaert5Vreeswijk is, tot het voorseij de kamelaers plaets uhEd te reeckomandeere het welcke dan hier meede doe, [twijfele]
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief
Muren op hoogte
Wel echt nieuws van de bouwplaats: het mooie weer houdt aan en het hoogste kruisraam wordt gezet. De binnenmuren worden nu tot hun hoogste punt afgemetseld.
tot noch toe hebbe wij heel goet weer op ons werck en ock op den oven, men begint de hooch ste kruijs raemte te sette de binne mueren worde met Eene op haer volkoomene hoochte gehaelt en op gemetselt, [mij bekomert de]
Nog ziek
Ze beklaagt Godard Adriaan nogmaals dat hij blijft sukkelen en meldt maar weer dat het met zoon Godard in Den Haag gelukkig al weer beter gaat.
[gehaelt en op gemetselt,] mij bekomert de loop uhEd so lange bij blijft en verlange hoe deselfve het meedesineere bekoomt , de heer van ginckel, so van heetere schrijft wort dagelijcks beeter daer de heere voor gedanckt moet sijn, inwiens beschermin uhEd beveelle blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff MTurnor
Fragment uit: Medicijn tegen syfilis, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Jan van der Straet, ca. 1589 – ca. 1593. Collectie Rijksmuseum.
1
Nicolaas van Beusichem
2
Cornelis Mattisius
3
Philips Ram
4
Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk
Ook Godard Adriaan is ziek! Dat leest Margaretha in zijn brief van 12 september. Ze maakt zich vooral zorgen omdat het blijkbaar al langer duurt, en vindt dat hij toch wat medicijnen moet proberen en vooral rust moet nemen.
Ameronge den 16 septem 1676 rec: 21. dito
Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 12 deeser heb ick gistere ontfa het doet mij niet alleen leet dat uhEd de loop so lange bij blijft maer bekomert mij seer, deselfve sal wel doen wat te meedisineere en hoope hij wt ruste sal en sich daer wel bij bevinde, [uhEd sal versta]
Bereiding van medicijnen en een aderlating, Julius Milheuser, 1662. Collectie Rijksmuseum
Uit Den Haag komen gelukkig goede berichten over zoon Godard. De koorts neemt af en ook valt hij minder flauw, dus ze denkt dat het ergste achter de rug is.
Bedrieglijk besmettelijk
Godard Adriaan zelf heeft zijn besmetting blijkbaar opgelopen van een knecht die ziek was, maar die dat niet heeft gemeld. Margaretha windt zich er over op: die man had nooit het huis van Godard Adriaan binnen moeten komen als hij zelf al wist dat hij ziek was. Feitelijk een vorm van verraad. Verder wel een goede knecht, daar niet van, maar het maakt haar toch kwaad.
[geefven,] het doet mij ock seer leet uhEd so qualijck gedient is, dat is recht bedroch sulcke sieckte te hebbe in de luijde haer huijse te koome , bender wel quaet om, soot anders Een goet knecht was, [is daer raet voor dat heel soe=]
Men neme…
Margaretha weet wel een goed medicijn. Men neme drie harten van (levende!) jonge reigers, verpulvere dat tot poeder en neme dat in. Werkt heel goed, maar ze denkt niet dat er nu makkelijk aan te komen is. Jonge reigers vind je natuurlijk vooral in de lente.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum
[knecht was,] is daer raet voor dat heel soe= =vereijn is, se neeme 3 harte van jonge reijgers daer leevendich wt gehaelt en gepolveerijseert ingenoome is heel goet maer geloof niet dat men die nu sou konne krijge
Gasthuis Amerongen
Ondertussen voelt Margaretha zich in Amerongen ook een gasthuismoeder. In het dorp heerst dysenterie (‘roode loop’) en ook het werkvolk ontkomt er niet aan. Rietveld, Tielman en meerdere metselaars en opperlieden hebben koorts. Margaretha maakt medicijnen en verzorgt de zieken.
hier int dorp en ondert werck volck sij so veel siecken aen koortse en roode loop dat =ter haest niet Een huijs vrij van is, rietvelt en tielman hebbe de koortse en Etlijeke met selaers en opperlie, ick ben niet anders als of ick moeder vant gashuijs ben heb alle dage werck meedesijne ree te maecke en voort de siecke te versorchge, [het schijnt de heer]
Vijf bezigheden van dokters, apothekers en barbiers, anoniem, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
Vroeg op
De helft van het geld voor de assignatie is binnen! Een ook 283 gulden van de declaratie. Daarmee heeft ze alle bouwvakkers vooruit betaald, maar ze houdt goed in de gaten of het werk ook echt gebeurt. Ze zit ze ‘dun op de hakken’, dat wil zeggen ‘op de hielen’ oftewel met haar neus er boven op. Met dat doel is ze vroeg uit de veren: tussen zes en zeven is ze al op de bouwplaats. Er is nog wel veertien dagen werk voordat ze aan het dak kunnen beginnen.
[wil alles ben beste schicke,] ick heb de helfte vant gelt weegens de bekende assinasie1Assignatie: aanwijzing tot betaling tot wttrecht ontfange als meede de 283f weege de dikleraesie, heb nu alt werck volck voort af betaelt, weest vrij verseeckert dat ickse so deun op de hackesit2dun op de hakken zitten: op de hielen zitten alst moogelijck is ben alledage smergens tusche ses en seeven Euren opt werck dat voor mij vroech is , en sien datse noch al ontrent de veertien dage werck hebbe op t huijs Eerse de kap sulle begin =ne te rechte [wij hebe noch gewenst weer opt]
Mooi weer
Het weer zit tot nu toe mee, wat gunstig is voor zowel de bouw zelf, als voor het stoken van de steenoven. Als het nog veertien dagen aanhoudt dan zijn de meeste stenen wel gebakken. Punt van aandacht is wel dat alle turf met lichters en trekpaarden uit Culemborg, aan de andere kant van de rivier, moet komen. Dat kost geld, die schippers moeten ook betaald worden!
[=ne te rechte] wij hebe noch gewenst weer opt werck en op de steen oven die aent brande is, otbaerentse3Ot Barendse, de steenhandelaar isser ock weer bij mooge wij maer veertien dage sulcken weer houde sal den oven overt quaetste sijn, maer ick moet al den turf met lichters en treck paerde laete vant spoel Effen beneeden kuijlenburch4Culemborg laeten haelle dat kostelijck valt dan dat sal ick de schippers doen betaelle
Margaretha is blij dat Godard Adriaan tevreden is over de tekst van de Akte van de Staten van Utrecht over de overdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen. Ze heeft gehoord dat de akte zal worden overhandigd in een kistje dat in Amsterdam met zilver wordt verguld. Een teken dat ook de Staten van Utrecht de transactie zien als iets heel bijzonders. Ze weet nog niet wie hem zullen komen brengen. Maar wie het ook zijn, Margaretha zal ze goed ontvangen, zoals ze in haar vorige brief ook al beloofde.
[gekoome die hem thuijs gebrocht sijn,] tis mij lief uhEd de Ackte vande state van wttrecht so wel gevalt men schrijft mij de seekreetaris luchtenburch mij int laest vande weeck die in Een silvere vergulde doos die te Amsterdam te ver =gulde is, sal brenge, wie daer meede sal koomen weete niet ick salse opt best onthaelle en trackteere dat ick kan,
De Zilversmid. Uitsnede uit: Vijf beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum
Margaretha begint haar brief optimistisch. De laatste brief van haar man heeft ze al beantwoord en in Amerongen gaat alles goed. Het werk op de bouw gaat naar verwachting: de muren zijn opgetrokken tot de balken op de tweede verdieping. Die balken zijn ze nog aan het leggen: aan de zuidkant liggen ze, nu zijn ze bezig aan de noordkant en dan leggen ze de rest.
de binne muere vant huijs sijn nu tot onderde balcke vande tweede verdiepine op gehaelt de balcke vande tweede verdiepine sijn aende suijtsijde geleijt en sijnse beesich om die aende noortsijde en voort al om te legge, [hier is Eenige turf met lichter]
Gelukkig is inmiddels de eerste turf aangekomen met een lichter. Margaretha schreef al dat het water laag stond. Hierdoor kon het turfschip niet in Amerongen komen. Een lichter is letterlijk een lichter schip met minder diepgang. Dit schip lichtte een deel van van de lading van het vrachtschip en bracht dat naar de plaats van bestemming.
Doordat het turf aangekomen is, kan ook eindelijk de steenoven gestookt worden. Daar zullen ze vanavond of morgen mee beginnen. En nu maar hopen dat het weer goed blijft, zeker de eerste veertien dagen, dan is de kwaliteit van de stook zeker.
[al om te legge,] hier is Eenige turf met lichter tot de steenove aengekoome so dat me met goe godts hulpe deesen avont of merge sal begine onder te stoocken, het is teegenwoordich heel schoon weer mochte wij dat noch so Een maent houde waer Een gewenste saeck en alwaert voorde steen oven maer veertiendagen dan waer die behoude, al wat godt belieft,
Omslag
Tijdens het schrijven wordt Margaretha opgeschrikt door onverwacht bezoek: Jan, de trompetter van Van Ginkel, en de stalknecht Martijn komen met vier paarden langs. Ze hebben een brief bij zich van Roelof, de lakei van zoon Godard. Ze komen niet met goed nieuws: Godard ligt ziek in Antwerpen met koorts, een grote overloop van gal en verstoppingen in de maag. Hij wil naar Den Haag en dat lijkt Margaretha een goed idee.
so aenstonts komt ijan de trompetter vande heer van ginckel met martijn sijn stalknecht met
vier van sijn rij paerde om voort naer Middachte tegaen, die mij Een brief van roelof verweij brenge die segge en schrijfve dat haer heer tot Antwerpen aende koorts leijt doch ist Een afgaende koorts met Een groote overloope vande gal en verstoppine inde maech, met inten =sie om voort naer den haech te gaen, hoope de veranderin van lucht hem goet sal doen,
Dat is niet het enige slechte nieuws dat Jan de Trompetter heeft. Ze wilden de paarden eigenlijk direct naar Middachten brengen via Den Bosch. Maar rondom Den Bosch waren nog zo veel Franse soldaten, dat hij die weg niet durfde te nemen. Margaretha vindt het een veeg teken.
ijan de trompetter seijt last gehadt te hebbe om om over den bos naer Middachte te gaen maer dat de partije vande franse daer ontrent so sterck loope dat hij die wech niet en dorste neemen, ick vreese wij daer meer van sulle hooren, men spreeckt noch al van Een bataelije te slaen de heer almachtich wil sijn hoocheij bewaere en on liefve vaderlant bij staen,
Margaretha hoopt dat Godard Adriaan na zijn werk bij de Bisschop van MünsterBernhard van Galen weer terug is in Bremen en daarmee sluit ze haar brief af.
Dacht ze, want daarna komen er nog twee brieven van Godard Adriaan binnen waar ze nog op moet reageren. Het was handig geweest als die net wat eerder gekomen waren. Nu moet ze een lange ps schrijven.
ps naert schrijfve dees ontfange ick beijde uhEd aengenaeme vande 7 en vande 9 deeser wt breeme en wt kloppenburch, hadde die volckere vrij wat Eer gekoome waer goet geweest, [ben blijde het konsept]
geweest, ben blijde het konsept vande ackte uhEd vande h luchten= burchJonathan van Luchtenburg so wel gevalt, als hij mij die brenckt sal mijn beste doen se wel te trackteere wenstse al binne micke te hebbe want de mensche sijn so verijabel datter geen staet op te maecken is,
Stilleven van een banket, Osias Beert (I) (navolger van), ca. 1620 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum.
De zieke
Het is een drukte van belang bij Margaretha, want zelfs als ze denkt de ps al af te hebben, komt er nog een brief binnen: Van Ginkel is in Den Haag. Het gaat niet goed met hem, maar Margaretha is blij dat hij in Den Haag is, dan kan hij tenminste uitrusten. Zou ze niet ook een beetje blij zijn dat schoondochter Philippota nu voor hem kan zorgen? Of zou ze bang zijn dat daar weer kleinkinderen van komen?
so aenstonts bekoome ick schrijfe vande vrou van ginckel dat de heer van ginckel inde haech is maer heel niet wel, kan niet in hou de tschijnt sijn maech heel ontstelt moet sijn, de heere wil hem beeter schap geefve ist hem salich, ben blijde hij daer is kan nu wt ruste
Alleen een ziek lichaam wordt verzorgd, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Philips Galle, 1610 – 1676. Collectie Rijksmuseum.
Margaretha heeft de brief van Godard Adriaan van 4 september ontvangen. Blijkbaar is de diplomaat ’tot dienst van ons lieve vaderland’ bij de vorst-bisschop van Münster langs geweest.
Amerongen den 9 septem 1676 [rec. 19. dito]
Mijn heer en lieste hartge
deese merge heb ick uhEd aengenaeme vande 4 deeser ontfange, waer wt sien deselfve naer den bischop van Munster1Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster is, de heere wil geefven uhEd wat goets so bij deen als dander tot dienst van ons liefe vaderlant meucht verichte[, met de laeste post]
Turfmand met turf, vervaardigd van gespleten wilgenteen. Poppenhuis van Petronella Dunois, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum.
Nog geen turf
In haar vorige brief schreef Margaretha wat ze bij haar terugkomst in Amerongen allemaal aantrof. Ze heeft inmiddels nieuws over de turf voor de veldoven, maar het is geen goed nieuws. Het water staat te laag en de wind waait de verkeerde kant op. Het is trouwens sowieso rotweer. Maar het kwade en buiige weer hindert de werklieden niet. De metselaars steken de handen uit de mouwen, en morgen worden de balken voor de tweede verdieping van het huis gelegd.
[vaderlant meucht verichte,] met de laeste post heb ick uhEd mijn aenkoome alhier en hoet hier heb gevonde geschreefve, gistere bekoome tijdine dat den turf tot onse steenove aende vaert leijt maer kan doort laechge water en kontraijreije wint niet op daer is geen dardalfe voet water op de reevier, ick heb haer geschreef datse sulle lichte en maecke opt spoedichste hier te sijn, het is hier alledaechge seer quaet en buijechweer, Evewel wercken de metselaers daer door heen merge worden de balcke vande tweede verdiepine geleijt[, het wechgelt vande]
Maar voor de bouw van het huis is meer nodig dan een goed werkende veldoven, turf, en balken. Er is ook hout nodig. In haar brief van 1 september schreef Margaretha al dat er hout onderweg is vanuit Harburg, en dat de prins van Anholt-Dessau misschien ook nog wel bereid is om hout te leveren. Ook herhaalt Margaretha dat dit hout zeer goed van pas zou komen.
[ongeluckige reijsers,] tis heel goet dat nu alt hout van haerburch opwech is om hier te koome koste wij dat vande prins van Aenholt2Georg Friedrich II Anholt-Dessau noch krijg waer te wensche want sullent noch wel van doen hebbe[, op de assinnasie ten som van 5413 f]
Niemand wordt betaald
Het is hartstikke goed dat er zo geklust wordt aan het kasteel, maar al die werklieden moeten natuurlijk wel betaald worden. Margaretha heeft nog niets gehoord van de assignatie, maar ze moet Schut, Rietvelt, de steenhouwer voor het leveren van de hardstenen poort, de werklieden van de steenoven, de timmermannen, de metselaar en de dagloners nog betalen. En ook de turf en de spijkerman3De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt zijn niet gratis. Anders moet Margaretha maar weer een tripje naar Utrecht maken, om daar de mannen die verantwoordelijk zijn voor het uitbetalen eens stevig aan de tand te voelen…
[doen hebbe,] op de assinnasie4Assignatie: aanwijzing tot betaling ten som van 5413 f heb ick noch niet ontfange, se hebbe belooft deese weeck daer Eenich gelt op te geefve dat heel wel sal koomen, ick heb hier 3000 f aen gelt gebrocht dat so veel helpt alst niet, most terstont aen schut 600 f en rietvelt 1400 f den steen houder voorde hartsteene poort 445 f aent steen ovens volck 350 f, den timerman tiel man van tiel 300 f gerit ijanse den timer= man 150 f ijan ijanse de metselaer 158 f
geefve en dan al de andere dach huerders so dat dit saeme al over de 4000 f bedraecht ick hebse so verde betaelt als mijn gelt streckte als ick nu weer gelt ontfange salse voort af betaelle nu moet den turf en den spijckerman ock betaelt sijn, dees maent of ses weecken sal ons de quaetste noch weese daer mee sijn wij het waerste door, en siender nu raet toe so wij maer betaelt worde als ick hoope datse doen sulle of ick moet weer naer wttrecht
Ondertussen hebben de Denen en de Brandenburgers het Zweedse Kristianstad met succes belegerd. Margaretha hoopt dat de Heer ‘ons’ ook wil bijstaan en zijn goddelijke zegen wil geven. Dat is ook hard nodig, want er schijnt weer een slag aan te komen. Althans, dat is het woord op straat. De geruchten boezemen haar ook angst in. Ze maakt zich zorgen over de prins van Oranje en uiteraard over haar eigen zoon. Die angst komt echter niet zo zeer voort uit de vrees voor een belegering. Margaretha maakt zich meer zorgen om de rode loop. We zagen al eerder dat veel militairen momenteel aan dysenterie lijden, en dat er zelfs al mannen aan gestorven zijn.
dat de koninck van deenmercke en den hartooch van brandenburch5Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst so vicktoorijeus sijn gaet heel wel, de heer wil ons ock bij staen en sijnen godlijcke seegen geefven dat wij niet krijge is ons =ser sonde schult, men spreeckt noch al van Een bataelge te leevere en schrick daer aen te dencke omt groote hasaert6Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie dat daer in is godt wil ons geefve wat ons best en salich is, ick ben met sijn hoocheijt en den heer van ginckel bekomer om dat de roode loop so seer in ons leeger en veel steede is daer de heer van leuwe7Zweder van den Boetzelaer aen gestorfven is, den rhijngraef8Karel Florentijn van Salm seijtmen dat aen sijn quetsuer ter doot toe opt huijs te peeterson9Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren leijt,
En dan zijn er natuurlijk ook nog mannen die op het slagveld zelf zijn gestorven. De Rijngraaf is aan zijn verwondingen overleden en gisteren ontving Margaretha een rouwbrief van Johanna van Zuylen van Natewisch. Haar enige zoon10Willem Godard van Oostrum is omgekomen bij het Beleg van Maastricht.
ick heb gistere Een rou brief gekreechge vande oude vrou van broeck= huijse11Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum over de doot van haeren Eenigen soon, die sij schrijft inde laeste attacke voor Maestricht doot geschooten te sijn [, mij jame]
Het gaat goed met de Philipotta, besluit Margaretha haar brief. En ze hoopt dat haar man snel weer thuis komt.
[geen soons , de oude vrou van preustine is ock doot,] de vrou van ginckel schrijft heel wel naer den tijt te sijn, ick beelt mij in of uhEd wel Eer weer thuijs mocht koomen met deese veranderine dat wel wenste, waer meede blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor
In het PS volgt nog een typisch gevalletje ‘de één z’n dood is de ander z’n brood’: Cornelis Matthisius is plotseling overleden, dus er is weer een plaatsje vrij in de vroedschap en er wordt ook een nieuwe kameraar voor het heemraadschap van de Lekdijk gezocht.
ps so schrijft men mij dat de kamelaerKamelaar of kameraar: ambtenaar belast met geldzaken Matijsi Matijsius12Cornelis Matthisisus deese nacht is overleede men heeft van sijn sieckte niet gehoort daer meede is weer Een plaets inde vroetschap tot wttrecht vakant en het kamelaerschap
1
Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster
2
Georg Friedrich II Anholt-Dessau
3
De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt
4
Assignatie: aanwijzing tot betaling
5
Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst
6
Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie
7
Zweder van den Boetzelaer
8
Karel Florentijn van Salm
9
Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren
10
Willem Godard van Oostrum
11
Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum
Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.
Ameronge den 5 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende weeck de balcke vande selfve verdiepine to sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort opde hacke sitten, het welcke noodich sal sijn, want de dage korte seer en wij hebbe vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]
Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…
[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern dat me inde aenstaende weeck den steen oven begon onder te stoocke maer nu ick hier koom is krijn van kampe die over de drije maende met gelt om turf
te koope van hier is gegaen, noch niet hier ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo meenich mael geschreefve dat men naer hem in tijts verneeme sou, nu moet ick sien hoe ickt maecke sal den oven mach so niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]
De turfschuit, Vincent van Gogh, 1883. Collectie Drents Museumaangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt.
Allodiaal
Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet. Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.
[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt dat de sekreetaris luchtenburch uhEd
de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge vant pantschap vande hooch heerlijckheijt heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant= =woort verwacht om te hoore of hij daer Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,
Gezicht vanuit Kasteel Zuilenstein op Amerongen, Daniël Stopendaal, 1682 – 1726. Collectie Rijksmuseum. Je eigen ‘goed’ zie je het best uit het huis van de buren… Zou dit Margaretha’s droom zijn?
Eindelijk!
Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.
tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen gekoomen, twijfele niet of blansche sal nu al bij v sijn, hiermeede blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
Reizigers met bagage bij een rivier, Jean Pesne, naar Guercino, 1633 – 1700. Collectie Rijksmuseum.
Kennelijk heeft Margaretha niet veel tijd, want deze brief heeft maar twee kantjes. Ze begint deze brief met een overzicht van de financiën. Het gaat nu niet alleen over ordonnanties en assignaties, maar ook over declaraties en defroyementen (onkostenvergoedingen).
De provincie Utrecht als werkgever
Godard Adriaans werkgever voor deze missie is de provincie Utrecht en die is nog steeds krap bij kas na de plundering door de Fransen. Er worden dan ook wat trucjes uitgehaald. Kennelijk is het potje voor de onkostenvergoedingen beperkt, dus worden Godard Adriaans onkosten nu geboekt onder legeruitgaven. De reden daarvoor? De kans dat het daadwerkelijk tot een betaling komt is groter. Gelukkig heeft Nicolaas van Beusichem, de secretaris van de Ridderschap, beloofd dat hij erop zal toezien dat Godard Adriaan betaald wordt, zodra er geld is.
wttrecht den 3 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
uhEd laeste is geweest vande 28 pasato dewelcke ick met de laeste post heb beantwoort, gistere avont ben ick hier gekoome alwaer deesen dach genootsaeckt ben te blijfve om verscheijde affaerees1Affaires: te behartigen zaken, aangelegenheden de 400f weegens uhEd equipaesge2Equipage: uitrusting voor een reis heb ick van beusekom3Nicolaas van Beusichem ontfange maer vande 280f of de dekla =raesie weetense hier niet, de seeckreetaris luch =tenburchJ4onathan van Luchtenburg heb ick niet konne aentreffe om te spreecke, dan beusekom seijt dat de Assinaesi5Assignatie: “geschrift, behelzende een betaling” van 5413f verandert is vande post vande defroije =mente6Defroyement: onkostenvergoeding en gestelt is op de post vande leegerlaste daer se geloofve wij beeter op sulle konne be taelt worde, beusekom die deselfve asinaesi in hande heeft, heeft aengenoome sorch te drage dat wij wt het Eerste gelt mooge betaelt worde
Beurs van groen fluweel met trekkoord en afgezet met gouddraad op een doosje in de vorm van een schaar (fallus?) van dito fluweel en passement, voorzien van twee metalen ogen, anoniem, na 1580. Collectie Rijksmuseum.
Beleg of geen beleg?
Het nieuws uit Maastricht blijft uit. Margaretha heeft uit Den Haag vier brieven geschreven aan haar zoon en ze heeft niets van hem gehoord. Morgen gaat ze toch maar naar Amerongen. Er wordt veel over de situatie in Maastricht gepraat, maar Margaretha gelooft dat dat allemaal Paapse propaganda is. Kennelijk heeft ze de Oprechte Haerlemsche Courant van twee dagen eerder niet gelezen, want daar stond in dat het beleg opgebroken werd. Wel met de mogelijkheid om eventueel strijd te leveren met de vijand.
Oprechte Haarlemsche Courant van 1 september 1676. Bron: Delpher
, nu meen ick merge heel vroech naer Ameronge te gaen, en heb noch vande heer van ginckel niet ter werlt gehoort heb hem wt den haech vier briefve geschreefve en niet Een letter tot antwoort bekoomen, int op breecke van
ons leeger is al Eenige kleijne schermutselin voor gevalle so men seijt, dat mij te meer bekomert, en weet niet wat ick dencke sal , de mense spreecke in hollant seer en hier niet min, doch hebbe ongelijck, geloof het meest door de paepiste aengestoockt wort de briefve die heeden wt Maestricht sijn aengekoome brenge meede dat meest al de huijse in die stat so sijn doorschoote datse niet te gebruijcke sijn, de rechte pertikulierijteijte7Particulariteiten: bijzonderheden, details vant opbreecke van ons leeger weet men hier noch niet, ge loof uhEd dat beeter sult hebbe al wij ,
Treurende vrouw bij verwoeste stad, Jean Baptiste Nolin (I), naar Sébastien Leclerc (I), 1678. Collectie Rijksmuseum.
Trouw volk en een muitende predikant
Het begint inmiddels een feuilleton te worden: Margaretha hoopt dat Blanche, het personeel en de bagage inmiddels bij Godard Adriaan in Bremen zijn. Na de gebruikelijke afsluiting volgt een beetje een cryptisch post scriptum. Jodocus van Lodenstein heeft volgens Margaretha muitineus en seditieus, dus oproerig én oproerig, gepredikt.
Helaas is niet te achterhalen waar de bewuste preek over ging. Van Lodenstein, één van de gijzelaars van de Fransen, stond een sobere levensstijl voor en een directe beleving van het geloof. Net als andere predikers van de nadere reformatie was hij wars van ‘volkszonden’ als de ontheiliging van de zondag, dobbelen, luxe en kermisbezoek. Hij was ook scherp op misstanden binnen de kerk.
Predikanten van de nadere reformatie er moeite mee, dat de benoeming van predikanten van buiten de kerk gebeurde: door wereldlijke bestuurders. Vond Margaretha hem te streng wat betreft de volkszonden? Of had hij stevig tegen het collatierecht8Het collatierecht was één van de heerlijke rechten, die de adel het recht gaf om geestelijken te benoemen gefulmineerd? Ach, Margaretha was er zelf ook niet bij geweest, dus of de soep echt zo heet gegeten werd als zij hem hier opdient, is ook nog maar de vraag.
blansche sal nu al bij deselfve sijn, ock het volck met de begaesge9bagage , hiermee de blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijf M Turnor
gistere beedach sijnde heeft hier loodisteijn so geseijt wort seer muijtineus10Van muitineren: oproering veroorzaken en sediesieus11Seditieus: oproerig, opstandig gepreeckt
Margaretha is nog steeds in Den Haag. Er doen onheilspellende geruchten over Maastricht de ronde, en ze heeft nog niets van Van Ginkel gehoord, dus heeft ze besloten nog even in de hofstad te blijven. Want wat nu als zoonlief een brief naar Den Haag stuurt, terwijl Margaretha net weer is vertrokken richting Amerongen? Margaretha is als de dood dat ze een brief van haar zoon mist. De laatste was van 26 augustus. Trouwens, niemand heeft brieven gehad. Zelfs de Staat niet! Of misschien wel, maar er wordt heel geheimzinnig over gedaan. De geruchten over Maastricht blijven voorlopig geruchten.
haech den Eerste septem 1676
rec: 9 dito
Mijn heer en lieste hartge de quade en onseeckere tijdine en geruchte die hier nu drije dage aen Een van ons leeger dat voor Maestricht leijt of heeft geleechge, is oor= =saeck dat noch deese twee dage hier ben ge= =bleefve, op hoope vande briefve vande heer van ginckel te krijge, die wij tot noch toe niet hebbe bekoome noch ock niemant pertikuliers1Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad., men seijt ock selfs den staet niet, en so men heere de state die hebbe gekreechge wordense seer geseekreeteert2Secreteren: geheimhoudendade laeste briefve vande heer van ginckel sijn vande 26 Augusti, [de luijckse post]
Het aanreiken van een brief in het voorhuis, Pieter de Hooch, 1670. Collectie Rijksmuseum.
Foute boel
Waar bestaan die geruchten uit? Men beweert dat de Luikse post opgehouden is en dat er 6000 vijandelijke militairen binnen Maastricht zijn gekomen. Hierop zou Willem III het beleg van Maastricht hebben opgebroken en richting Tongeren zijn getrokken om zich met zijn troepen bij de troepen van Waldeck en de Spaanse troepen te voegen, waarna ze slag zouden leveren tegen de Fransen. Maar hier is zoals gezegd helemaal geen zekerheid over. Het enige dat Margaretha zeker weet, is dat er iets niet helemaal goed zit.
[van ginckel sijn vande 26 Augusti,] de luijckse post most gistere al hier sijn geweest dan men seijt die op gehoude is, en datter ses duijsent man vande vijant binne Maestricht soude gekoome sijn, waer op sijn hoocheijt met de beleegerin soude op gebroocke sijn en naer tongeren den vij om met het bij hebbende
volck vande graef van waldijck3Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg en de spaense te konsijongeere4Conjugeren: samenvoegen de vijant die af komt te gemoet te gaen en slach te leeveren, doch gelijck voorseijt heb is hier de minste seecker= heijt niet van, maer wel datter Eits is dat niet wel is[, de heer almachtich wil sijn hooch]
Uiteraard hoopt Margaretha dat de Heer almachtig het land en zijne Hoogheid bewaart, maar ze maakt zich ook ernstige zorgen om haar zoon. Naast dat ze geen idee heeft hoe het staat met de belegering van Maastricht, is ze bang dat haar zoon rode loop (dysenterie) krijgt of heeft. Zweder van Boetzelaar is daar al aan gestorven!
[niet wel is,] de heer almachtich wil sijn hooch en ons lant bewaeren, de raet pensionaris is buijten op ter lee , ick hoope vandaech noch briefve van h van ginckel te ontfange want ben seer ongerust so omt Een alst ander de roode loop renneert seer in ons leeger en is den heer van leuwen5Zweder van Boetzelaar daer aen gestorfven, so dat ick bekomert ben,
Margaretha herhaalt nogmaals dat er echt geen brieven bezorgd zijn en wil misschien toch vandaag nog richting Amerongen vertrekken.
doch krijch briefve of geen meen van daech noch te vertrecke en met godts hulpe merge t Ameronge te sijn[, uhEd aengenaeme vande]
Er is sowieso iets raars aan de hand met de postbezorging. Eerder in de brief schrijft Margaretha al dat de Luikse postbezorging tijdelijk wordt opgehouden. Maar ook Godard Adriaan lijkt haar brieven niet allemaal goed te ontvangen. Ze heeft er vier geschreven, maar in zijn brief van 28 augustus vermeldt Godard Adriaan niet dat hij deze allemaal ontvangen heeft. En het personeel is ook nog steeds niet aangekomen!
[t Ameronge te sijn,] uhEd aengenaeme vande 28 pasato heb ick gistere ontfange kan mij niet genoech verwondere dat hij geen tijdine van sijn volck heeft die nu lange
tot breeme moete aengekoome sijn, ock maeckt uhEd geen mensie van mijn briefve ontfange te hebbe, dit is de vierde die ick deselfve heb geschreefve[, de oblijgasie op de generaelijteij]
Hout
Ondertussen is ze ook nog druk bezig met de herbouw van het kasteel. Er moet hout vanuit het Duitse Harburg naar Amsterdam gezonden worden. Maar Margaretha informeert ook naar hout dat ze misschien zouden ontvangen van Johann Georg II Anholt-Dessau, kortweg de prins van Anholt. Godard Adriaan zal hierover vast wel iets gehoord hebben van de bouwmeester. Margaretha hoopt in ieder geval van wel, want het hout zou zeer goed van pas komen.
[noch te sien,] ick hoope deselfve bij van weede6Cornelis van Weede ordere sal ge= =stelt hebbe dat het hout van haerburch naer Amsterdam mach gesonde worde dewijlle de scheeps vrachte so wel te geniete sijn, en dat uhEd vande boumeester7Michiel Mattheus Smits sult ge hoort of verstaen hebbe hoet met het hout vande prins van Aenholt8Johann Georg II Anholt-Dessau staet kost me daer noch van bekoome soude goet sijn en ons seer wel te passe koomen,
Met de meeste bekommering van de wereld
Margaretha heeft haar brief al afgesloten, maar voegt er toch nog iets aan toe. Met Philipotta en de kleine Agnes gaat het gelukkig hartstikke goed. Met Margaretha gaat het wat minder, want ze heeft nog steeds geen brieven ontvangen en maakt zich ernstige zorgen. ‘Met de meeste bekommering van de wereld’ besluit ze toch maar naar Amerongen te vertrekken.
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor
de vrou van ginckel die met het kraem kintge heel wel naer den tijt is preesenteert haer dienst aen uhEd ick gae met de meeste bekomerin vande werlt van hier tot noch toe geen briefve bekoome hebbende
Particulier: hier in de betekenis van “in het algemeen”, dus hier in de betekenis: ik heb geen brieven gehad, maar in het algemeen heeft niemand brieven gehad, ook de staat heeft geen brieven gehad.
Het personeel en de bagage zijn op 19 augustus uit Amsterdam vertrokken en in de brief van Godard Adriaan van de 25ste augustus waren ze nog niet aangekomen. En dat terwijl het zulke goede wind was!
[9 septr. 1676] Haech den 29 Augusti 1676
Mijn heer en lieste hartge
gistere heb ick uhEd mesiefve vande 25 deeser ontfange, het doet mij leet sijn volck die met sulcken goede wint op woensdach sijn den 19 deeser van Amsterdam sijn afgevaeren doen noch niet waeren gearijveert, hoope sij nu al bij uhEd sulle sijn, [met de laeste]
Varend schip op zee, Gerard ter Borch (II) (mogelijk), naar anoniem, 1627 – 1690. Collectie Rijksmuseum.
Angenis
Zoals al aangekondigd is de jongste kleindochter in de Duitse kerk gedoopt, Margaretha herhaalt nog maar eens het verhaal van de naam. Voor ons is het misschien wat verwarrend: Angenis hier, Agnes daar, maar in de 17e eeuw was men minder gefocust op goed en fout wat betreft spelling. Ook met namen. Met de kraamvrouw gaat het gelukkig goed, dus Margaretha wil weer naar Amerongen. Wel via Utrecht om daar de secretaris van de Staten van Utrecht, Jonathan van Luchtenburg, te spreken over een assignatie.
De doopinschrijving van Agnes van Reede van 27 oktober 1674. Collectie Haags Gemeentearchief
[sij nu al bij uhEd sulle sijn], met de laeste post heb ick uhEd het geluckich gelegge vande vrou van ginckel van Een dochter geschreefve heb welcke Eergisteere inde hooch= duijtse kerck gedoopt is en de naem van Angnis naer de oude vrou van meuwe1Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota is gegeefve, de kraemvrou ent kint sijn reedelijck naer den tijt, daerom ick beuij =ten ongeluck gereesolveert2Resolveren: Besluiten ben toekoom mende maendach van hier naer Amerong
te gaen sal in paesant tot wttrecht de sekree =taris luchtenburch3Jonathan van Luchtenburg weegens de bekende assin naesie4Assignatie: aanwijzing tot betaling spreecken, [men heeft hier met de post]
Het leger blijft actief in de buurt van Maastricht, tot nu toe weinig succesvol. Het echt slechte nieuws is dat de Fransen richting Maastricht marcheren. Hopelijk houdt de Heer almachtig een oogje in het zeil.
[naesie spreecken,] men heeft hier met de post van gistere tijdine dat donse Een atacke opt hoornwerck voor maestricht hebbe ge= daen doch sijn afgeslage, daer men seijt dat Alckema5Paulus van Alkemade heere vande haer soude ge bleefve sijn en dutel6Onbekend in sijn been gequets men seijt ock dat den vijent int marsche =re tuschen scharleroij7Charleroi en Maestricht is met intensie om Maestricht te ontsette, de heer almachtich wil ons leeger bij staen, sijn hoocheijt en onse soon bewaeren[, tis]
Georg Wilhelm (1625-1705), hertog van Brunswijk-Luneburg, Jean Michelin, 1674. Collectie Rijksmuseum.
Zaken
Het is niet alleen Margaretha die haar man op de hoogte houdt over de politieke situatie in Utrecht, haar man schrijft haar ook over zijn werk. We hebben zijn brief niet meer, dus wat hij haar precies vertelde weten we niet. Wel is duidelijk dat het goed gaat en natuurlijk hoopt ze dat ook hier de Heer almachtig de onderhandelingen zal zegenen.
[sijn hoocheijt en onse soon bewaeren,] tis mij seer lief uhEd bij de prins van sel8Georg Wilhelm van Brunswijk Lünenburg, prins van Celle so wel is onthaelt en noch meer dat sijn komste sulcken goede Efeckte hebbe ge daen, hoop de goede godt uhEd verdere neegoosgasie9Negociatie: onderhandelingen sal seegenen, [kapteijn blans]
Inmiddels is ook kapitein Blanche onderweg naar Godard Adriaan, maar hij komt met de postkoets. Bij de volgende brief hoort Margaretha graag of al het volk en de bagage bij Godard Adriaan in Bremen aangekomen zijn.
[neegoosgasie sal seegenen,] kapteijn blans
is gistere van Amsterdam of naer de met de postwaege op breeme vereijst hoope hij spoedich bij uhEd sal sijn, en ick met de naeste post sal hoore het volck met de bogaesge bij uhEd sijn, waer meede blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor
Augustus 1676, Margaretha zit met Philippota in Den Haag en Godard Adriaan is op weg naar Bremen. Een aantal personeelsleden is hem met bagage nagereisd. Verwijzend naar een vorige brief, die verloren is gegaan, meldt Margaretha dat ze sinds woensdag per zeilschip uit Amsterdam via de Waddenzee onderweg zijn. Dankzij de goede wind zullen ze wel al bijna zijn aangekomen. Maar er is ook groot familienieuws!
rec: 28 Augusti 1676
haech den 25 Augusti 1676
Mijn heer en lieste hartge
wt mijne laeste van voorleedene saterdach sal uhEd gesien hebbe hoe sij begaesge met jeneken1Jenneke en verdere domistijcke2Domestieken: Huisbedienden, knechts en woonsdach van Amster3Amsterdam op breeme4Bremen overde watte5Wadden sijn t seijl gegaen met Een heelle goede wint daerom niet twijfele of sij moeten al te breeme sijn, uhEd laeste is wt wttrecht geweest, [nu is de vou van ginckel de]
Gezicht op de markt te Bremen, Matthäus Merian (I), 1653 – 1670. Collectie Rijksmuseum
Agnes geboren
Gisteren ochtend om half acht is Philipotta, de Heer zij geloofd, bevallen van een gezonde dochter! Ondertussen het zevende kleinkind. Margaretha wenst grootvader veel geluk en hoopt dat het kind in christelijke deugden zal opgroeien en een vreugde zal zijn voor hen allemaal en dat haar ziel zalig zal zijn. Het gaat goed met moeder en kind, zo kort na de bevalling.
[wttrecht geweest,] nu is de vrou van ginckel de heere sij gelooft gistere merge ontrent de klocke ter half achte van Een recht en wel geschape dochter geleege6bevallen waermeede uhEd veel gelucks wensche en hoope het self in kristelijcke deuchde tot onser aller vreuchde en haerder siellen salich =heijt sal op wassen, de kraem vrou ent kint sijn reedelijck naer den tijt, [wij hoopen het overmerge]
Overmorgen is de doop in de Hoogduitse kerk aan het Noordeinde en het meisje zal Agnes worden genoemd, naar haar overgrootmoeder van moeders kant. Daarna wil Margaretha zo snel als de gezondheid van Philippota dat toelaat weer naar Amerongen.
wij hoopen het overmerge inde hoochduijtse kerck haer kristelijcken doope met de naem van Angnis naer de oude vrou van meuwen grootmoeder vande vrou van gincke7Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Philippota
te laeten geefve, en so haest dat over is en de gesontheijt vande vrou van ginckel Eenichsins toe laet met godts hulpe mijn naer Ameronge te begeefven, [ick verlange uhEd geluckige over]
Margaretha hoort graag of Godard Adriaan goed is overgekomen. Kapitein Isaäc de Blanche, die sinds gisteren op bezoek is, weet nog niet of hij toestemming heeft van de stadhouder om ook naar Bremen te gaan. Maar terwijl ze zit te schrijven komt er een brief binnen, die haar en De Blanche doen besluiten dat hij morgen onmiddellijk met de postwagen naar Bremen moet vertrekken. Margaretha sluit de brief bij. Wat er in staat schrijft ze niet, maar wel dat ze zich daardoor grote zorgen maakt over de gezondheid van zoon Godard.
[te begeefven,] ick verlange uhEd geluckige over komste te hooren, kapteijn blansche8Isaäc de Blanche is gistere hier gekoome weet niet of hij verlof van sijn hooch: heeft om uhEd te volgen of niet, en oversulcks niet wat hij doen sal, dus int schrijfve ontfan dees neefvens gaende waerop wij gereesolveert9resolveren: besluiten sijzijn Mons10monsieur blansche opt spoedichste te laete volge en meent hij best te sulle doen hem op de post wage op breeme b te besteede en also hem merge voort van hier te begeefve, ick kan niet segge hoeseer mij dees neffensgaende bekomert de heer almachtich wil wil alles ten beste schicke en de heer van ginckel in gesontheijt behouden, [ick bekoome ock so]
Hout van Harburg naar Amsterdam
Er is ook een brief van Cornelis van Weede uit Hamburg gekomen die vraagt of ze het hout dat ze in Harburg hebben liggen niet beter naar Amsterdam kunnen over laten brengen en daar verkopen. Margaretha zal hem met deze post antwoorden dat hij dat moet doen, want waar het hout nu ligt brengt het zó veel minder op dan in Amsterdam, dat de kosten van het vervoer tegen dat verschil wegvallen. Ze hoopt dat dat ook naar de zin van haar man is, want ze zullen veel hout voor de voorburcht van het kasteel nodig hebben.
[gesontheijt behouden,] ick bekoome ock so een brief van Monser weede11monsieur Weede: Cornelis van Weede wt hambur12Hamburg die versoeckt te weete of hij ons resteerende hout dat te haerburch13Harburg ligt ten zuiden van Hamburg aan de andere oever van de Elbe. Harburg heeft een belangrijke binnenhaven leijt op Amsterdam sal sende dewijlle het daer te verkoope
seer weijnich soude gelde ende vrachte om Een kleijne prijs te bekoome sijn, waer om ick goet gevonde heb hem met deese post te antwoorde en versoecke dat hij alt voorseijde hout met de beste ge= =leegentheijt op de minste koste wil over sende, hoope uhEd dit gevallich sal sijn want wij sulle tot het voorburch noch al veel hout van noode hebbe, [de vrou van]
Scheepsbouw en huizenbouw, ca. 1600, Claes Jansz. Visscher (II), 1608. Collectie Rijksmuseum
Geen broertje voor Frits
Godard Adriaan krijgt de groeten van schoondochter en alle kleintjes, in het bijzonder Frits. Hij was verdrietig en heeft gehuild, omdat hij geen broertje maar een zusje heeft gekregen! De brief van Godard Adriaan van de 22e komt net binnen, en Margaretha is blij te lezen dat hij goed in Bremen is aangekomen. Voor zover ze antwoorden heeft op zijn vragen heeft ze die hierboven al gegeven. Bovendien verder geen tijd, want de post moet weg!
[veel hout van noode hebbe,] de vrou van ginckel preesenteert haeren dienst aen uhEd so doet ock alde kleijne en insonder frits die heel bedroeft was en kreet dat hij geen broertge maer Een susge kreech hier meede blijf
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor
p s so aenstonts ontfange uhEd mesiefve14missive: brief vande 22 dees ben blijde te sien deselfe wel tot breeme is gearijveert, twijfele niet of uhE volck sal al te breeme sijn, weet niet of heb hier voor al geseijt wat daer op te antwoorde is, ock moet de post wech heb geen tijt meer te schrijfve
In 1676 vertrekt Godard Adriaan als extraordinair gecommitteerde naar Bremen. De basis van het nieuwe huis in Amerongen staat, maar er moet nog veel gebeuren, dus dat laat hij over aan zijn vrouw en zijn secretaris Godard van den Doorslagh. Het zal vrij snel duidelijk worden waar hard aan gewerkt wordt en wat allemaal nog moet gebeuren.
Bureaucratie
In 1672 en 1673 had Margaretha er bijna een dagtaak aan de betaling voor haar mans werk los te krijgen. In 1676 zien we dat ze die taken voor een deel heeft afgestoten en dat Van Heteren dat werk doet. Uiteraard blijft Margaretha wel verantwoordelijk voor het verantwoorden van de uitgaven. Dat zal haar ook in 1676 weer de nodige hoofdbrekens kosten, nu alleen niet omdat er geen geld te krijgen is, maar omdat het bouwen van een huis nou eenmaal veel geld kost.
Over bouwen in het algemeen. Uit: Georgica curiosa : das ist: Umständlicher Bericht … von dem adelichen Land- und Feldleben, Wolf Helmhard von Hohberg, 1682. Collectie Heinrich Heine Universität Düsseldorf
De kleinkinderen
De brieven beginnen met de geboorte van een volgend kleinkind. Als Margaretha naar Amerongen gaat, neemt ze alle kinderen behalve de oudste, Margaretha (Tietge) en de pas geboren Agnes mee, die blijven achter bij hun moeder in Den Haag. De groeten van de kleinkinderen gaan dus onveranderlijk mee in de brieven, alleen nu niet omdat Ursula Philippota en Margaretha noodgedwongen op elkaars lip zitten.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.
Voor wie niet alle kinderen paraat heeft en niet direct weet hoe oud ze zijn als de brieven Margaretha weer van start gaan (op 25 augustus 1676):
Margaretha (Tietge), geboren 15-07-1667, negen jaar oud
Frederik Christiaan (Fritsge), geboren 20-10-1667, zeven jaar oud
Anna Ursula (Antge), geboren 19-09-1669, zes jaar oud
Reiniera (Niera), geboren 08-06-1672, vier jaar oud
Salomé Jacoba (Jacoba), geboren 22-05-1673, drie jaar oud
Godard Adriaan (Godertge), gedoopt 11-10-1674, één jaar oud
Agnes (Angenis), geboren 24-08-1676, één dag oud
En voor de volledigheid: op de dag dat Agnes wordt geboren, is Ursula Philippota jarig, ze wordt 33. Er zijn geen aanwijzingen dat in het gezin Van Reede verjaardagen gevierd werden, Margaretha feliciteert alleen zo nu en dan haar man.
Oorlogsnieuws
De Republiek is in 1676 nog steeds in oorlog met Frankrijk. Eén van de ‘zeehelden’ van 1673, luitenant-admiraal-generaal Michiel de Ruyter, was in april 1676 gesneuveld. Een ander, Cornelis Tromp, heeft met toestemming van de Staten-Generaal het bevel gekregen over de Deense vloot. De Republiek steunt de Denen in hun strijd tegen de Zweden, die op hun beurt weer gesteund worden door de Fransen. In juni 1676 wordt de Zweedse vloot verpletterend verslagen. Begin juli wil Willem III een eind maken aan de Franse bezetting van Maastricht. Na een beleg van bijna twee maanden, is hij genoodzaakt de aftocht te blazen: het Franse ontzettingsleger komt er aan. Zoon Godard van Ginkel bevindt zich op dat moment in Maastricht.
Gezicht op een legerkampement, Barend Klotz (toegeschreven aan), 1674. Collectie Rijksmuseum.
Memoriael-bouck
In een boek heeft Godard Adriaan de stand van zijn bezittingen opgeschreven. Het begint met alles wat ze geërfd hebben, dan alles wat er aan schulden open stond en daarna wat ze aangekocht hebben. Daarna is er uitgebreid beschreven wat ze allemaal verbeterd hebben aan het oude huis. Na het verhaal van de brand en de dank voor het hout van de Keurvorst, gaat het memoriaalboek verder met alle landaankopen die tijdens hun huwelijk gedaan zijn. Er ligt dus een duidelijk overzicht van wat er bij het landgoed hoort dat Margaretha te beheren heeft als Godard Adriaan er niet is.
Meloratien en Aenkoop
van goederen gedurende onsen Ehestant gedaen____:
Voor eerst stellen wij alhier voor Timmeragie
Metselen, planten, verleggen van de Hoven, vermaken van ’t Voorburg, graven van Graften, Wallen en Vijvers, poten van Boomgaerden, Sedert het Jaer 1645 tot Junio 1672 ten minsten een som van vijff en sestigh duisent gulden
De kaft van het memoriaalboek, 1676. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.