Margaretha Turnor

Mijn heer en lieste hartge

De zwangerschap van Philippota

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Ursula Philippota van Raesfelt 4 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 23 februari 1672
Lees hier de originele brief

Vandaag schrijft schoondochter Philippota een brief aan haar schoonvader Godard Adriaan. Hij zit in het archief tussen de brieven van Margaretha, dus we nemen hem gewoon mee. Philippota is op dit moment bij Margaretha in Amerongen. Het belangrijkste onderwerp in de brief van Philippota: haar zwangerschap.

In een brief van 24 oktober schrijft Margaretha al over Philippota’s zwangerschap. Volgens haar berekeningen zal Philippota in februari of maart bevallen. Het moment komt steeds dichter bij.

Philippota en Godard van Ginkel hebben in 1672 al drie kinderen, Margaretha (1667, ook wel Tietge genoemd), Frederik Christiaan (1668, de kleine Fritsge) en Anna Ursula (1669, ook wel Antge). In 1670 was er een jongetje, Godard Adriaan geboren, maar dat had zijn eerste levensjaar niet gehaald. En nu volgt een volgend kind. Een bevalling is een riskante zaak: de hulp van schoonmoeder Margaretha zal dus nodig zijn. Philippota is daarom vanuit Kasteel Middachten naar Amerongen gekomen, waar ze nu al een tijd verblijft. Philippota denkt zelf namelijk dat de bevalling ieder moment kan komen.

Middachten, Amerongen, Den Haag

Op 22 december wil Margaretha al dat Philippota bij haar in Amerongen komt, voor het reizen te ingewikkeld wordt door het winterse weer. Ze noemt Philippota’s aanwezigheid voor het eerst in haar brief naar Godard Adriaan op 25 januari.

Brieffragment van Margaretha over de zwangerschap van haar schoondochter

de vrou van ginckel gaet noch al
en ben met haer in geen kleijne bekomerin door
aldeese tijdine, was gereesolveert1resolveren: voornemen deese weeck
noch met haer naer den hach te gaen, maer
dewijlle het nu heel aent doeije2dooien is, ben half van
reesoluijsi3resolutie, beslissing het noch met haer hier te blijfve om
de koste en moeijlijckheijt vande reijs vermidts de
vaerte over al toe sijn, te ontgaen, hoope wij
haer kraem4bevalling noch hier sulle konne wt houde

Margaretha aan haar man op 25 januari 1672

Naar Den Haag met een zwangere vrouw is sowieso al niet aan te raden maar nu de extreme vrieskou voorbij is en de wegen zijn gaan dooien zijn de wegen nog eens extra onbegaanbaar. De dames blijven dus in Amerongen.

In de brief van 29 januari is Philippota nog steeds niet bevallen en zijn ze nog steeds in Amerongen. Op 1 februari is er nog steeds geen nieuws. Als Philippota bevallen was op de datum die ze zelf had berekend was ze nu ook al uit de kraam geweest, zo schrijft Margaretha aan haar man. In oktober had Margaretha al ingeschat dat Philippota in februari of maart zou gaan bevallen. Nu geeft ze aan dat het gewoon afwachten is: “wij moetent vande hant des heere verwachten in wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle en blijfve”

Als het een zoon is…

Uit Philippota’s brief blijkt dat ze zelf niet verwacht had dat haar zwangerschap zo lang zou duren.

Brieffragment in het handschrift van Ursula Philippota over duur zwangerschap

[orlog gemack wort,] ick hadde nit gedacht
mijn kram soo lange sol an gelopen hebben
docht hope dat goedt5God mijn hast een geluckege en vorspoudige verlossin velenen sal
en dat het een soon mag wesen dij wij met
premicij6permissie van uHEg deself naemvan u Hoog Edel geborne zijn naam seullen
gefen het welcke hope uHEg angenam
wesen sal [en goedt den heer ons de genade]

philippota naar Godard Adriaan

Ook zegt ze dat het kindje naar Godard Adriaan vernoemd gaat worden als het een zoon is. Margaretha is van plan om zodra Philippota uit het kraambed is, te vertrekken naar Den Haag.

Lees de originele brieven van Margaretha hier: 25 januari, 4 februari (Het Utrechts Archief)

  • 1
    resolveren: voornemen
  • 2
    dooien
  • 3
    resolutie, beslissing
  • 4
    bevalling
  • 5
    God
  • 6
    permissie

Een linie nabij Amerongen?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 3 februari 1672
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief klaagde Margaretha nog dat er in Den Haag geen vorderingen waren om de Republiek te beschermen maar er lijkt toch een heel klein beetje voortgang te zijn op militair gebied. Er wordt namelijk gekeken naar de mogelijkheid tot het opwerpen van fortificaties op verschillende plekken in de Republiek. Deze fortificaties zouden met name in de stroomgebieden van rivieren komen om zo een waterlinie te creëren.

Eerste brieffragment over de slaperdijk

… de heer van Suijlisteijn1Frederik van Nassau-Zuylestein
met den heere wurts2Veldmaarschalk Paul Wirtz en twee gekomiteerde3afgezanten
wt de provinsie van wttrecht heb aen greb Grebbedijk en

Tweede brieffragment over de slaperdijk

lans de slaeper dijck4Slaperdijk geweest om te sien of
ment daer niet soude konne fortofiseere5fortificeren, versterken
maer bevinde daer meer als Een half ijaer
warck aen vast soude sijn, daerom dat
wt de sin geset wort, voort hoor men niet
datter Eits tot teegen stant vande gedreij
– chde vijant gedaen wort, [in hollant sulle]

Fragment uit een kaart van Zuidoost Utrecht met daarop Rhenen, Veenendaal, Amerongen en Renswoude.
Fragment uit: Vltraiectvm Dominium, Guiljelmus Blaeuw / Wilhelm und Johann Blaew, 1650-1675. Collectie: Regionaal Archief Zuid Utrecht. De grens met Gelderland is roze. Helemaal rechts onderin de Grebbe en de Slaperdijk loopt van Veenendaal naar Renswoude. In deze kaart staat de Slaperdijk (nog) niet.

Veldmaarschalk Wirtz en Frederik van Nassau-Zuylestein, Heer van het buur-kasteel van Kasteel Amerongen, zijn twee van ’s Republieks voornaamste militaire bevelhebbers. De twee heren zijn op zoek naar posities die met enige versterkingen als verdedigingslinie zouden kunnen dienen, mochten de Franse troepen door de IJsellinie breken. Of de Grebbedijk en de Slaperdijk hierbij een rol zouden kunnen spelen was de vraag. De twee militairen besloten na hun onderzoek dat dit niet het geval zou zijn. Er zou namelijk nog te veel werk aan de winkel zijn.

Plattegrond met links de Utrechtse heuvelrug (Stichtse bergen). In het midden boven de Imminkhuizer Eng en midden onder Veenendaal. Rechts boven ligt Renswoude. De Slaperdijk loopt midden over de kaart van links naar rechts. Rechtsonder de inzet van de Grebbedijk met Links Wageningen en rechts de Heymenberg, de Rijn loopt boven.
Caarte vanden Slaperdijk streckende vande Stichtse bergen tot aan de hoogte van Gelderland / (met als inzet) Caarte vanden Wageningen en Grebbendyck, streckende van den Wageningen Bergh tot aan den Heymenberg of Stichtse Bergen, Justus van Broeckhuysen, 1705. Collectie: Regionaal Archief Zuid Utrecht.

Voor Margaretha zal dit mogelijk als een teleurstelling gekomen zijn. Kasteel Amerongen ligt namelijk achter beide dijken. Ook gesprekken in maart tussen de Staten van Holland en de Staten van Utrecht om in het gebied van de latere Grebbelinie een waterlinie aan te brengen liepen stuk. De enige verdediging die Kasteel Amerongen had was dus de IJssellinie waaraan zoon Godard van Ginkel gestationeerd is.

  • 1
    Frederik van Nassau-Zuylestein
  • 2
    Veldmaarschalk Paul Wirtz
  • 3
    afgezanten
  • 4
    Slaperdijk
  • 5
    fortificeren, versterken

De Utrechtse politiek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 januari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 8 februari 1672
Lees hier de originele brief

Als haar man van huis is, probeert Margaretha hem zo goed mogelijk op de hoogte te houden van alles wat er gebeurt en alles wat voor hem belangrijk kan zijn. Als heer van Amerongen heeft hij onder andere grote belangen bij de Utrechtse politiek.

Staten van Utrecht

Het belangrijkste bestuursorgaan van de provincie Utrecht zijn de Staten van Utrecht. De Staten van Utrecht bestaan sinds de middeleeuwen, toen bestonden de Staten uit:

  • Het eerste lid: de kerk, vertegenwoordigers van de vijf Kapittels
  • Het tweede lid: de edelen, vertegenwoordigers uit de Ridderschap
  • Het derde lid: de steden, vaak genoemd als “Utrecht en de vier andere steden”. De vier andere steden zijn Amersfoort, Rhenen, Wijk bij Duurstede en Montfoort.

Na de reformatie werden de kapittels geseculariseerd en werden vanuit de kapittels vijf leden voor de Staten van Utrecht gekozen: de geëligeerden. Dit konden zowel edelen zijn als burgers. Een geëligeerde hield zijn positie in principe voor het leven.

Vier familiewapens op een rij met daar boven de naam geschreven en hun kapittel en hun zittingsduur. Van links naar rechts: Donkere achtergrond met drie manen met de open zijde aan de bovenkant met de naam Gerard van der Nypoort Canonik van Oude Munster 1672 geconti: 1674, doet afstand 1677. Witte achtergrond met twee zwarte zigzag strepen horizontaal. Frederik van Reede van Renswoude heer van Schonauwe, Cononik ten Dom 1672, verlaten 1674. Witte achtergrond met drie vogels, Adriaen van Rossem, kanunnik van St. Pieter, 1672, verlaten 1674, door de stadhouder weer aangesteld 1684 Ian. Witter achtergrond met drie hondenkoppen, Godard Willem v Tuyll van Serooskerken, Kanunnik van Oude Munster, 1672, verlaten 1674, door de Staten geassumeert 1702 5 iuli tot 19 febr. 1708.
Fragment uit: Afbeelding van een wapenkaart met de wapens en namen van de geëligeerden, representanten van de Ridderschap en Steden, voor de Staten van Utrecht vanaf 1528 tot 1709, 1708, uitgegeven door Casper Specht. Collectie Het Utrechts Archief. Dit zijn de geëligeerden die in 1672 gekozen zijn.

De verkiezingen van 1672

In 1672 komen er vier plekken vrij. Uit deze brief wordt duidelijk dat Godard Adriaan Gerard van der Nijpoort gesteund heeft en dat er heel veel “kuiperij” was om Van Rossem gekozen te krijgen. Kuiperij gebruiken we niet echt meer, maar met een blik in het historisch woordenboek, komen we veel te weten over hoe de verkiezingen er volgens Margaretha aan toe gingen: de toepassing van ongeoorloofde middelen om voor zichzelf of zijne vrienden iets te verkrijgen van dengene die de beschikking over de bewuste zaak heeft, in ’t bijzonder een ambt enz.

De steun voor Gerard van der Nijpoort wordt Godard Adriaan niet iedereen in dank afgenomen. Margaretha wordt aangesproken door Diederik Borre van Amerongen, door Godard Adriaans steun zou zijn broer geen kans meer hebben. Margaretha weet niet hoe ze hier op moet reageren en vraagt om instructie.

Eerste brieffragment over de Utrechtse verkiezingen
Tweede brieffragment over de Utrechtse verkiezingen

[ock noch niet voort,] te wttrecht heeft ment
ock noch met de kuijperij om rossom tot

de lexsi1Electie: verkiezing tot ambt te brenge, en dandere om hem te weere
so veel te doen datse nergens anders om en
dencke, ick heb uhEd voordees geschreefve hoe
den heer van sandenburch2Diederik Borre van Amerongen seijt dat uhEd aen
nieupoort Eenige toeseggine tot de Elexsie
voort sijn vertreck van hier soude gedaen
hebbe, het welcke so hij seijt oorsaeck is dat
sijn broer3Frederik Borre van Amerongen de nomijnaesi niet heeft gekreechge
want sonder dat seijt hij dat nieupoort hin
niet had durfven hem sijn stem weijgere,
ick had gehoopt hier Een letter antwoort op
te bekoome, op dat als hij mij dit weer voor
hout mocht weete wat van die saeck is, en
hem te beeter bericht doen, [ick vreese sij uhE]

De belangrijkste kandidaat bij deze verkiezingen is voor Margaretha en Godard Adriaan hun pleegzoon: Godard Willem van Tuyll van Serooskerken.

Stemrecht

Margaretha vraagt zich af Godard Adriaan wel toestemming zal krijgen om per brief te stemmen. Ze maakt een inschatting wie daar tegen zullen zijn. Kennelijk staat Godard Adriaan lijnrecht tegenover Frederik van Nassau-Zuylestein, want als hij niet in Utrecht kan zijn bij de stemming, zal hij ook per brief willen stemmen. Dan kunnen ze Godard Adriaan natuurlijk niet weigeren dat hij per brief zijn stem uitbrengt. Of deze informatie haar man tot nut is, laat ze wijselijk aan zijn wijs oordeel over.

Brieffragment over het stemmen per brief

[hem te beeter bericht doen,] ick vreese sij uhE
geen stem per mesiefve sulle toestaen ver=
midts de drie gemiskontenteerde4Miscontenteren van het Franse mécontenter: ontstemmen, irriteren daer tege
sijn, of verstaen dat de heer van suijlisteijn5Frederik van Nassau Zuylestein
te breeda of Elders sijnde het van gelijcke
behoort toegelaeten te worden, of dat al
dienstich soude sijn laet ick aen uhEd wijs
oordeel, [den heer van mijnde sal niet teeg]

Hij seijt, ik seijde

In de brieven doet Margaretha uitgebreid verslag van de Utrechtse politiek: de vroedschap, de burgemeesters, de ridderschap. Ze spreekt iedereen en probeert in de gaten te houden wie er op de hand van haar man is en wie niet. Veel brieven lezen dan ook als een “Hij zei… en toen zei ik…”.

Kennelijk wordt het Godard Adriaan zo nu en dan te gortig en fluit hij haar terug. Zijn brieven aan haar zijn niet bewaard gebleven, maar op 13 oktober 1671 liet ze hem weten dat als hij niet van haar verslagen gediend is, ze wel zal zwijgen. Uit haar brief van vandaag blijkt dat ze daar niet zo goed in slaagt…

Brieffragment in reactie op Godard Adriaan

[vindt,] ick heb voor deese6voor deze brief: in vorige brieven van mijn schuldichheijt7Waarschijnlijk gebruikt Margaretha hier het woord schuld vanuit het hebben van een verplichting. Dus met haar schuldigheid bedoelt ze dat zij zelf vindt dat ze haar man verplicht is te informeren. ge
acht uhEd te waerschouwe en bekent te maecke
het geene te wttrech onderde heere en vriende pas
=seerde het welcke volgens mijn opijnie is wtgevalle
doch dewijlle het uhEd niet aengenaem is sal ick
daer voortaen van swijge, en volgens deselfs be=
geerte mij niet meer met het Een oft ander be=
moeije, ock niet schrijfve [weegens het bekrame vande]

  • 1
    Electie: verkiezing tot ambt
  • 2
    Diederik Borre van Amerongen
  • 3
    Frederik Borre van Amerongen
  • 4
    Miscontenteren van het Franse mécontenter: ontstemmen, irriteren
  • 5
    Frederik van Nassau Zuylestein
  • 6
    voor deze brief: in vorige brieven
  • 7
    Waarschijnlijk gebruikt Margaretha hier het woord schuld vanuit het hebben van een verplichting. Dus met haar schuldigheid bedoelt ze dat zij zelf vindt dat ze haar man verplicht is te informeren.

Wat te doen, wat te doen?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 januari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 februari 1672
Lees hier de originele brief

Ondanks de geruchten van oorlog, doet De Republiek niets. Zo velt Margaretha haar vonnis over wat er gaande is in Den Haag op het moment van schrijven. Godard Adriaan had al in november 1671 gewaarschuwd voor de Franse bedreiging maar nu, bijna drie maanden later, hebben de politici in Den Haag nog steeds niets gedaan.

Patstelling

In de Staten-Generaal heerst een patstelling tussen de prinsgezinden die Prins Willem III van Oranje willen benoemen tot Stadhouder en de Staatsen (ook wel “Loevesteiners”) die willen voorkomen dat Willem III meer macht krijgt dan strikt noodzakelijk. De Stadhouder is traditioneel gezien de opperbevelhebber van het landleger van de Republiek maar sinds de dood van Stadhouder Willem II, de vader van Willem III, is er geen Stadhouder meer noch een sterk landleger om leiding aan te geven. Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt zal er toch echt iets moeten gebeuren. Geen van beide partijen wil toegeven en de goedkeuring van de oorlogsbegroting blijft uit. Pas als deze begroting door de Staten-Generaal is kan de landelijke werving voluit van start gaan. Pas dan kan Godard Adriaan concrete beloftes doen aan de Keurvorst.

Brieffragment over de besluiteloze staten generaal

[uhEd int gemoete sien ,] ondertuschen vermeerdere
van dach tot dach de geruchte van oorlooch so dat
men schrickt daer aen te dencke en heeft men te
meer reedene daer toe vermidts men siet hier noch
so weijnich ordere op alles gestelt1orde op zaken gesteld wort, inden
haech is men noch al met het werck van sijn hoocheij2Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
beesich dat bij hollant3de Staten van Holland en West-Friesland noch niet deur en wil in
middels wortter noch int stuck vande werfvin4werving van soldaten
en anders niets vast gestelt noch gedaen, [maer]

Veilige plek

In tegenstelling tot de Staten-Generaal blijft Margaretha niet stil zitten. Wanneer de familie weg moet vluchten uit Amerongen wil ze er voor zorgen dat ze ergens terecht kunnen. De familie heeft een huis aan de Kneuterdijk in Den Haag, een prachtig pand wat Margaretha geërfd heeft van haar oom Jacques Wijts. Maar, als de Engelse vloot de Nederlandse vloot verslaat en weet te landen in de Republiek dan ligt Den Haag onbeschermd. Den Haag is immers geen stad en heeft geen stadsmuur. Amsterdam is een veel veiligere keuze, want dat heeft wel een goede verdediging. Helaas heeft de familie daar nog geen onderkomen. Margaretha vraagt dus de drost van Amerongen om te zoeken naar een huis wat ze kan huren.

[sulle krijgen Eerment denckt] daerom ick ten
hoochste bekomert5bekommert: met zorg vervuld ben en weet niet of wij inde haech6Den Haag
al sulle verseeckertveilig weesen, heb onsen drost7een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd die
merge naer Amsterdam gaet last8opdracht gegeefve om
te hoore of daer niet Een huijs of Een gedeelte
van Een huijs al wast achter af voor Een
reedelijcke prijs daer wij ons soude konne be
helpe te krijgen is, Eer hijt huert sal ick
uhEd goetvinde en beliefte hier op verwachte

Hulp?

Door de patstelling in de Staten-Generaal heeft Margaretha weinig hoop dat de Republiek Frankrijk alleen aan kan. Ze sluit haar brief dus door het uitspreken van hoop in het slagen van de missie van haar man:

Brieffragment over de keurvorst staat naast de gebruikelijke afsluiting van Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor

mij sal wel verlange of den keurvorst9Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg met ons in alliansie sal treede

  • 1
    orde op zaken gesteld
  • 2
    Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
  • 3
    de Staten van Holland en West-Friesland
  • 4
    werving van soldaten
  • 5
    bekommert: met zorg vervuld
  • 6
    Den Haag
  • 7
    een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd
  • 8
    opdracht
  • 9
    Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg

Molen te koop!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 januari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 februari 1672
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan is naar Berlijn vertrokken en Margaretha staat er dus alleen voor in Amerongen. Dat is niet makkelijk: als lid van een adellijk huis heeft ze erg veel verplichtingen. Op het Huys moet ze zorgen dat onderhoud regelmatig plaats vindt en dat de administratie op orde blijft. Daarnaast moet ze in het dorp er voor zorgen dat alles goed loopt met de boeren en de oogst. En natuurlijk moet er ook aandacht besteed worden aan de vele familieleden en bondgenoten van de familie Van Reede.

Wel schrijft Margaretha aan Godard Adriaan waar ze zich mee bezig houdt. Op 21 januari 1672 is dat een mogelijkheid tot financieel gewin:

Eerste brieffragment over de molenaarster

onse
moolenaerster maecktet hier so datter
op de moolle niet meer te maele is, ock
kansij de moolle niet langer houde en
gelooft me die door de schuldenaers

Tweede brieffragment over de molenaarster

beneeden de waerde vermits gemael veel verloope
is sal verkocht worde het welcke alse er beeter op gepast wort wel weer sal konne so uhEd daer sin in
had sijnder al hupse molenaers diese
van ons wel soude wille hueren, ick
geloofve daer koop en voordeel aen te
doen sou sijn, alst aen mij stont sou
daer wel Eens meede derfve wagen
daer sal geen groote som aen hange
geloofve mens al ontrent de vijf duij
=sent gul sou krijgen, uhEd beliefter
sich Eens op te bedencke en mij sijn
beliefte te laete toekoome,

Gravure van een landschap, rechts is het vlak, links iets hoger met bomen. Achter het heuveltje een dak. In de verte op de vlakte van links naar rechts een kerk, een molen twee torens en nog een dak. Op de voorgrond iemand op een wagen die wijst, een wandelaar met een kind. Diverse figuren verspreid in het landschap.
Gezicht op het dorp Amerongen uit het noorden. A. Rademaker, ca 1725, gemaakt naar een voorbeeld uit 1620. Collectie Het Utrechts Archief.

De lokale molenaarster gaat stoppen en bied daarom Margaretha en Godard Adriaan haar molen ter koop aan. Margaretha denkt dat hier wel winst te behalen valt door de molen te verhuren maar vraagt toch Godard Adriaan om zijn mening. Het duurt wel even voordat ze zijn antwoord heeft: het duurt ongeveer twee weken voor de brief in Berlijn aan komt en dan moet het antwoord nog terug naar Amerongen reizen. Eer Margaretha een antwoord heeft zal ze al een maand verder zijn.

Oorlogsvoorbereidingen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 december 1671 Utrecht
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 24 december 1671
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan is na zijn bezoek aan de Staten Generaal weer vertrokken en Margaretha is blij dat hij veilig in Keulen is aangekomen, aan het eind van de brief wenst ze hem een goede reis, want hij moet nog door naar Berlijn. Zijn nieuwe missie is aan het hof van de keurvorst van Brandenburg. Reizen in de winter over bevroren zandwegen (waarschijnlijk meer modderwegen) is geen pretje.

Oorlogsdreiging

De heer van Ginkel (Margaretha’s zoon Godard) wordt opgeroepen om naar Wezel te vertrekken. Volgens Margaretha is hij al onder weg, maar het is raar, de compagnie heeft nog geen andere order dan gereed te staan. Volgens Willem III is het een foutje van de Raad van State geweest: het regiment moet wel gaan, maar Godard moest eigenlijk thuis blijven.

Brieffragment over Van Ginkel

[wil ons behoede,] de heer van ginckel heeft neffe1naast
andere kolonels aenschrijfvens om hem aenstont
naer weesel2Wesel een plaats in het hertogdom Kleef (hedendaags Duitsland)nabij de grens van de Republiek. De Republiek onderhoudt hier een fort aan de Rijn om het land te verdedigen te begeefve geloofve hij al op wech
is, geen kompangie hebbe alsnoch patente3Lastbrief die worden uitgegeven ten behoeve van het verplaatsen en inkwartieren van troepen
niet anders als last om haer gereet te houde
om op deerste patent binne ses Eure te mars
scheere4marcheren op peene5straffe van kassasie6Cassatie: ontslag van een officier, de heer van lan
geraeck7Frederik Hendrik van den Boetzelaar, heer van Langerak had ock ordere vande raet van staten8Raad van State, een bestuursorgaan in de Republiek
om naer weesel te gaen, dach heeft sijn hoocheijt
hem door ouwerkercke9Hendrik van Nassau-Ouwerkerk doen schrijfve dat het Een
Abuijs10vergissing bij den raet is geweest, en dat sijn reesge
ment11regiment wel sal gaen maer hij voor sijn persoon
thuijs sal maete blijfve, [op merge is den dach]

Hij is helaas al op weg en daardoor is zijn vrouw Ursula Philippota alleen thuis. Margaretha heeft haar geschreven om naar Amerongen te komen, voor het reizen over het platteland te gevaarlijk wordt door de aanhoudende vorst.

Ook Prins Willem III is actief, hij logeert weer bij Zuylestein en gaat met een aantal officieren de grens aan de rijnoevers controleren.

Brieffragment over Willem III op Zuylestein

[wil hoope het dan beeteren sal,] sijn hooch
=heijt12zijne hoogheid: prins Willem III is vandaech met Eenige offisiers hier
door gepasseert om te nacht op suijlisteijn13Kasteel Zuylestein, nabij Leersum en dus ook vlakbij Kasteel Amerongen
te slaepen en voort op de rhijn14rivier de Rijn kant de
frontiere15grenzen te be gaen besichtige, [mij sal]

  • 1
    naast
  • 2
    Wesel een plaats in het hertogdom Kleef (hedendaags Duitsland)nabij de grens van de Republiek. De Republiek onderhoudt hier een fort aan de Rijn om het land te verdedigen
  • 3
    Lastbrief die worden uitgegeven ten behoeve van het verplaatsen en inkwartieren van troepen
  • 4
    marcheren
  • 5
    straffe
  • 6
    Cassatie: ontslag van een officier
  • 7
    Frederik Hendrik van den Boetzelaar
  • 8
    Raad van State, een bestuursorgaan in de Republiek
  • 9
    Hendrik van Nassau-Ouwerkerk
  • 10
    vergissing
  • 11
    regiment
  • 12
    zijne hoogheid: prins Willem III
  • 13
    Kasteel Zuylestein, nabij Leersum en dus ook vlakbij Kasteel Amerongen
  • 14
    rivier de Rijn
  • 15
    grenzen

Godard Adriaan heeft Lodewijk XIV door

In november en het grootste deel van december heeft Margaretha geen brieven geschreven, want haar man was thuis! Helaas met een nogal dringende reden.

In het najaar van 1671 werd de situatie in de Republiek steeds dreigender. De spanningen met Frankrijk liepen op. Godard Adriaan was één van de eersten die door had dat de aanval van Lodewijk XIV niet uit het zuiden, door de Spaanse Nederlanden, zou komen, zoals de meeste regenten dachten, maar uit het oosten.

De bisschoppen

Tijdens zijn verblijf in Keulen en zijn gesprekken als diplomaat met de bisschop van Münster, Bernhard von Galen, en de keurvorst-aartsbisschop van Keulen, Maximiliaan Hendrik von Wittelsbach, had Godard Adriaan argwaan gekregen. Hij had het vermoeden gekregen dat er in het geheim iets groots aan de hand was. Er waren wel erg veel Franse troepen her en der gelegerd en er werden graanschuren aangelegd en opslagplaatsen voor benodigdheden voor de artillerie.

Godard Adriaan had genoeg gezien. Hij reisde zo snel hij kon terug naar de Republiek en vroeg om een spoedoverleg met de Staten Generaal. Hij probeerde ze ervan te overtuigen dat de Republiek het front in het oosten moest versterken.

Op de voorgrond een straat met links een paar huisjes, in het midden drie ruiters, rechts een koets met zes paarden, geheel rechts een boom op een plein. Achter de straat water, daarachter gebouwen, rechts uitkomend op het plein, waar twee ruiters en een man voor de brug naar het hoofdgebouw staan. Onder grote lucht.
Gezicht op het Binnenhof van de Gevangenispoort gezien (collage, 1700-1725), collectie Rijksmuseum

De waarschuwing

Op 28 november 1671 kwam hij met een concreet plan dat enerzijds bestond uit het behalen van tijdwinst. Anderzijds bestond het uit diplomatiek overleg met de keizer in Wenen en de ‘keurvorsten aan de Rijn’ met extra aandacht voor de keurvorst van Brandenburg.

Hij hield ze het zwarte scenario voor dat als de Republiek er helemaal alleen voor zou komen te staan. Vooral als zij alleen op het eigen leger aangewezen zou zijn, dat, zoals iedereen wist, uitermate zwak was.

De Staten Generaal namen zijn voorstel niet aan. Er was naar hun oordeel geen sprake van aanwijsbare agressie dus zou het te provocatief zijn om de tegenaanval in te zetten. Wel raakten men van het idee doordrongen dat het gevaar niet uit het zuiden zou komen, dat de Spaanse Nederlanden niet als buffer zouden dienen maar vanuit het Duitse Rijk. Godard Adriaan had tenminste iets bereikt.

Lees vanaf hier het verbaal van de Godard Adriaen in verband met het sluiten van een of- en defensieve alliantie tussen Brandenburg en de Republiek (Nationaal Archief)

De komende winter

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 29 oktober 1671
Lees hier de originele brief

In Margaretha’s brieven komen een aantal elementen regelmatig terug. Ze begint vaak met een reactie op de brief van haar man en goedkeuring over zijn werk of medeleven met dingen die niet goed gaan. Dan is er alle ruimte voor de actualiteit. Soms is dat de politiek, maar in het rampjaar ook vaak de toestand op de plek waar zij is, of wat ze gehoord heeft van anderen.

Tekening van een kasteel met een trapgevel midden voor, drie ramen breed, twee verdiepingen en twee in het dak. Midden in een deur die open staat en waar een bordestrap naartoe gaat. Het deel met de trapgevel staat haaks op het gebouw, we zien de zijkant van het zadeldak met links en rechts ook weer een trapgevel. Dit dat en de gevels zijn iets lager dan de voorgevel. Het deel overdwars steekt één raam uit bij de voorgevel. Achter dit gebouw staat nog een toren. Op de voorgrond een voorplein met een muur voor het kasteel. Links een torentje, rechts een poortgebouw, waarvan de helft van de poort zien. Daarachter staat ook nog een torentje.
Huis Zuylestein, Abraham Rademaker, 1685 – 1735. Collectie Rijksmuseum.

Bureaucratie

Iets wat ook in heel veel brieven terug keert, is het verkrijgen van geld. Wie denkt dat we nu in een bureaucratie leven: dat is zo omdat we al héél lang ervaring hebben. Margaretha’s man, Godard Adriaan, wordt betaald door de Republiek ofwel de Staten-Generaal, maar soms ook de Staten van Holland of de Staten van Utrecht. Als Margaretha ergens aanklopt voor geld, doet men haar meestal eerst allerlei beloftes en wijst men anderen aan die eigenlijk over de betaling gaan. Dan schrijft iemand een assignatie (aanwijzing tot betaling), waarmee ze dan naar iemand anders moet die vervolgens vaak weer iets moet regelen. Doordat er zo veel schakels in de betaling zitten, lopen de bedragen nogal op. Soms gaat het maanden achter elkaar door voor ze een betaling daadwerkelijk binnen heeft.

Familie

Een belangrijke opdracht voor Margaretha is het bij elkaar houden van de familie. Dus lees je in haar brieven regelmatig over de kleinkinderen, maar ook over “De vrouw van Middachten”: haar schoondochter. In deze brief vermoedt Margaretha dat haar schoondochter in februari of maart moet gaan bevallen. Ze moppert erover: waarom in de winter en wat dan als het de komende winter ook nog oorlog wordt?

Sijn hoocheijt

Het meest bijzondere in deze brief is het bezoek van “sijn hoocheijt”, zoals ze stadhouder Willem III noemt. Hij is op dit moment nog geen stadhouder “slechts” prins van Oranje: de functies van zijn voorvaders, kapitein-generaal van het Staatse leger en stadhouder, zijn door Johan de Witt zorgvuldig geblokkeerd. In deze brief is wat ze over de prins schrijft eigenlijk maar een voetnoot.

Brieffragment over Willem III

…, sijn hoocheijt vertreckt van=
daech van suijlisteijn1Zuylestein naerden haech, was
voorleeden sondach wen Een Eur2uur bij mij
versocht sijn dienst aen uhEdu te preesen=
=teere, hier meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd3uw getrouwe wijff
en dieners M Turnor

De prins logeerde op Zuylestein. Frederik van Nassau-Zuylestein, buurman van Margaretha en Kasteel Amerongen, was zijn voogd geweest en Willem was zeer op zijn oude leermeester gesteld. Tijdens het bezoek is de prins kennelijk bij Margaretha op bezoek geweest. Waarover zou ze gesproken hebben met de prins? En waar denkt de prins Godard Adriaan mee te kunnen helpen? Margaretha schrijft wijselijk niets op. Ze weet dat de kans groot is dat de post door anderen gelezen wordt. Bovendien, als Keulen niet geblokkeerd wordt, komt haar man snel thuis.

  • 1
    Zuylestein
  • 2
    uur
  • 3
    uw

Het dak van de slaapkamer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha opdracht gegeven om door te gaan met de nieuwe leien van het dak. De leidekker, Jan Hendriks uit Tiel, is langs geweest en Margaretha doet verslag van zijn bevindingen.

Brieffragment over het dak van de slaapkamer

… hier heefens gaet de memoo
=rije van de leijen die uhEd mij hebt gesonde
met de antwoort van ijan henderixse den
leijdecker van tiel op de inhoudende vrage
hij meent dat wij het pannedack booven ons
slaepkamer behoorde af te laete neeme ent
selfve dack met leijen te decke om dat het
so seer int noorde staet dat de panne daer op
gans niet duerabel sijn, dieder op legge seijt hij
dat wel meer als de helft van tijt tot tijt
vernieut sijn en nu al weer meest al vergaen
, wij hebbe deesen dach sulcken Extraoordinaer
=risse hette met schoone sonneschijn gehadt…

Kennelijk was het dak (of de daken) met pannen belegd, en moesten dat echt leien worden, want dat was veel duurzamer.

In 1646/1647 tekende Roelant Roghman veel Utrechtse kastelen en hij maakte ook twee tekeningen van Amerongen. Misschien is het mogelijk om op deze tekeningen de slaapkamer van Godard Adriaan en Margaretha te vinden. Ze schrijft in haar brief dat hij onder een schuin dak op het noorden ligt.

Een kasteel met middenvoor een toren met daarin een poort. Links een gebouw met een trapgevel en daarachter nog een toren. Rechts nog twee gebouwen. Voor het kasteel staat een muur met daarin een poort.
Gezicht op huis Amerongen, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum.

Op deze afbeelding ligt het noorden rechts. Ze zou natuurlijk onder de kap van één van de torens kunnen slapen, maar die hebben waarschijnlijk een zolderfunctie. De enige mogelijkheden vanaf deze kant is dan het rechterbovenraam onder de trapgevel of in de uitbouw rechtsachter.

Kasteel Amerongen vanuit het noorden. Het kasteel ligt in een gracht. Links een gebouw en de kade muur met op de achtergrond een brug en een poort. Zowel links achter als rechts achter staat een toren. Op de voorgrond drie gebouwtjes, een kleine in het midden, rechts één van twee verdiepingen met een trapgevel en links een van één verdieping met een heel lang schuin dak en een schoorsteen bovenop.
Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Vanuit het noordwesten gezien lijkt het ook goed mogelijk dat de slaapkamer aan de noordkant was bij de drie ramen links. Dat is waarschijnlijk de uitbouw die we op de vorige afbeelding vanuit het oosten zien.

Trage Haagsche politiek

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 oktober 1671 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 oktober 1671
Lees hier de originele brief

Vandaag heeft Margaretha slechts tijd voor een kattenbelletje: ze schrijft slechts één kantje. Over de traagheid van de Haagse politiek, ze vertrouwd meer op de Heer Almachtig dan op de politici.

[lijckheeden heeft en dat alles so staet] in den1het streepje boven “in” betekent dat er de of den achter komt
haech is men noch al naer ouder gewoonte
seer traech int schrijfve2Als wet, als leefregel opstellen of vaststellen en reesolveere3resolveren:oplossen in
saecke van inportansie dat wij ons noch
wel mochte beklagen, dan de heer almach
tich hoope ik dat alles tot onsen beste
sal schicken , [hier ist de heer sij gedanckt]


Desalniettemin houdt ze zichzelf, heel impliciet, zelf ook met politiek bezig. Ze beschrijft welke heren bij de buurman van buurkasteel Zuylestein, Frederik van Nassau-Zuylestein, op bezoek geweest zijn. Inhoudelijk laat ze er niets over los, haar man begrijpt vast wel waarom de heren daar waren en waar ze het over gehad zullen hebben.

Kleinkinderen

Aan het eind van de brief doet ze ook nog de groeten van de kleinkinderen Fritsje (dan bijna drie jaar oud) en Antje (twee jaar oud).

Brieffragment groeten van de kleinkinderen

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwer
wijff M Turnor

frits en antge kusse
groote papa ootmoedich4Ootmoedig, van ootmoed: Het gevoel van iemand tegenover anderen die boven hem staan, het gevoel van onderdanigheid en ondergeschiktheid tegenover een grootere in macht; nederigheid. Een gebruikelijke ondertekening van brieven.
de hande en bidt alledaech dat groote papa
haest macht thuijs koome

Grote papa is natuurlijk opa en ootmoedig was toen vrij gebruikelijk in de ondertekening van brieven. Het betekend ongeveer nederig, een gevoel van onderdanigheid. In de brieven kom je vaker woorden tegen die niet meer dagelijks gebruikt worden. Een grote hulp daarbij zijn de online woordenboeken van het Insituut voor de Nederlandse Taal, ze hebben een handige online zoekmachine, waarmee je door meters woordenboek kan zoeken met woorden van 500 tot nu.

  • 1
    het streepje boven “in” betekent dat er de of den achter komt
  • 2
    Als wet, als leefregel opstellen of vaststellen
  • 3
    resolveren:oplossen
  • 4
    Ootmoedig, van ootmoed: Het gevoel van iemand tegenover anderen die boven hem staan, het gevoel van onderdanigheid en ondergeschiktheid tegenover een grootere in macht; nederigheid. Een gebruikelijke ondertekening van brieven.

Pagina 28 van 29

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén