Mijn heer en lieste hartge

Bewoners en familieleden: Reede (Godard Adriaan van)

Margaretha’s brieven lezen

De post heeft in mei 1672 zijn werk niet goed gedaan. Tussen 6 mei en 20 mei zijn er geen brieven van Margaretha brieven aan gekomen. Het kan ook zijn dat Godard Adriaan ze niet bewaard heeft. Merkwaardig genoeg schrijft ze daar helemaal niets over in haar brieven van eind mei. Het kleine aantal brieven in mei geeft ons de tijd om eens andere onderwerpen aan te snijden. Begin april kwam er een reactie op een blog over het lezen van het handschrift van Margaretha. Wij van de “app- en mailgeneratie” zijn steeds minder gewend om handschriften te lezen. Dus hier een uitgebreid(er) verhaal over het lezen en transcriberen van oude handschriften.

Handschriften en spelling

Het lezen van een oud handschrift is voor veel mensen een heel nieuwe ervaring. Sowieso verschillen handschriften natuurlijk zowel van persoon tot persoon, maar ook van tijdsperiode tot tijdsperiode. Als je wat specifieke kenmerken van 17de eeuwse handschriften weet, helpt dat al met lezen.

Zo zetten ze toen een soort krul boven een u, als onderscheid met een v en een n. Een s was een veel langere letter die boven en onder de andere letters uit kon komen, sterker nog er bestonden een lange en een korte s! Een heel handig gebruik was om een streep boven een woord te zetten als daar nog -de of -den achter moet. Bijvoorbeeld van met een streep erboven is vande.

Wat ook lastig is in 17de eeuwse brieven, is dat er in de 17de eeuw nog geen standaardspelling bestond. Margaretha schrijft haar brieven heel erg fonetisch, maar ze heeft een gigantische woordenschat. Ze gebruikt heel veel woorden die we in het Nederlands eigenlijk niet meer gebruiken, maar als je ze uitspreekt herken je ze nog wel uit het Engels en het Frans. De meeste van deze woorden zijn overigens wel terug gevonden in de historische woordenboeken van het Instituut voor de Nederlandse Taal en waren dus gewoon Nederlandse woorden.

Hieronder staan een paar fragmenten uit brieven van Margaretha’s familieleden en een tijdgenoot. Ze komen allemaal uit het familiearchief van Kasteel Amerongen. Het gaat niet om de inhoud, maar vooral om het handschrift.

Godard Adriaan

Margaretha heeft Godard Adriaans brieven niet bewaard, dit fragment komt uit een brief waar hij zelf een minuut (=kopie) van bewaard heeft. Het is de brief die Godard Adriaan aan Margaretha stuurt na het afbranden van het kasteel. Kennelijk was deze brief (van 10 maart 1673) zo belangrijk en koos hij zijn woorden hier zo zorgvuldig, dat hij daar een minuut van maakte.

Brieffragment van Godard Adriaan

Het soude mij bedroeven, bij aldien ick op godt
niet en vertrouwde, die ick weete dat alles ten besten
ende tot onse salicheijdt dirigeert, uijt U Hooch Edele schrijvens
vande 3e martij te zien, het ruineren en afbranden van onse
goederen ende huijsen tot Amerongen, [ende waer over u]

Godard Adriaan heeft een handschrift dat er erg mooi uit ziet met zijn sierlijke krullen en halen. Het leest alleen niet heel makkelijk. Mooi is de lange s in het eerste soude, de krul boven de u van uijt in de derde regel en aan het begin van de vierde regel: vande 3e.

Lees hier de hele brief

Godard van Reede van Ginkel

Zoon Godard schreef zijn vader regelmatig brieven en deze liggen ook in het Utrechts Archief. Deze brief (13 april 1672) schrijft hij nog voor het rampjaar, vlak na zijn sollicitatie (waar Margaretha het uiteraard ook over heeft gehad).

Brief van Godard van Reede van Ginkel

T’sedert mijnen laetsten van voorleden woensdach
hebbe ick de eere gehad t’ontfangen UHEd
missive van 10 deses, ick trooste mij gaern dat
in mijne sollicitatie niet veel heb opgedaen
en dencke mede, die weijnich op sich hebben
sal, te weijniger hoeft te verantwoorden
ongetwijfelt sal alles soo effen niet toe gaen
of daer sal wel een abuijs begaen werden, en

In deze brief ook weer de verschillende ss-en: missive en deses in de derde regel en het krulletje boven de hoofdletter U in UHEd aan het eind van de tweede regel en boven de u in abuijs in de laatste regel.

Lees hier de hele brief

Ursula Philippota van Raesfelt

In het archief van Kasteel Amerongen zitten een aantal brieven die Ursula Philippota aan haar schoonvader Godard Adriaan schreef. Deze brief is van 13 juni 1672 als ze net met Margaretha van Amerongen naar Amsterdam gevlucht is.

Brieffragment van Ursula Philippota

den drouegedroevige tou stant van ons vaderlant
sal uHEgU hoogedelgeleerde nou ock weten en met verwonderinge
gehort hebbe, wan het is nit te begripe hast
in soo corte tit soo een lant te vorligen sonder
dat de geuosten1waarschijnlijk vorsten: uitstellen wort, als een ranconter2rencontre: ongeordend treffen tussen twee strijdmachten dat
de is voor gevallen, in het passeren ouer den rin
en doun3toen heeft ons helle leger har geritert4Retireren: terugtrekken

Als het puur om de letters zou gaan, is haar handschrift best goed te lezen, maar de spelling is lastig, vooral omdat u en v hetzelfde zijn, maar ook de ou als oe gebruikt wordt. Als je meer van haar brieven leest, valt op dat ze veel Oost-Nederlandser zijn met een duidelijke Duitse invloed.

Lees hier de hele brief

Stadhouder Willem III

Het handschrift van Stadhouder Willem III is heel goed te lezen, vooral omdat zijn spelling al een stuk dichter bij onze spellingsregels komt, dan bijvoorbeeld de spelling van Margaretha. Deze brief (16 augustus 1691) schrijft hij aan Margaretha om haar te bedanken voor de felicitatie die zij hem gestuurd heeft voor zijn overwinning in Ierland.

Brieffragment Willem III

UhE missive van den 4 deser is mij wel ter
hand gekomen en hebbe niet willen onder
laten deselve ganschr vrundelijkck te bedancken
voor de felicitatie daer in vervat over de victorie daer mede het God gelieft
heeft mijne wapenen te zegenen in’t passere,

In de eerste zin zie je het verschil van de lange ss-en in missive en de korte s in deser. Ook het haakje boven de u in vrundelijck is goed herkenbaar. Het UhE aan het begin is een soort sierlijke krul geworden.
Lees hier de hele brief

Transcriberen met kunstmatige intelligentie

Voor het lezen van individuele handschriften zijn gelukkig moderne snufjes ontwikkeld, die heel erg kunnen helpen om een handschrift te gaan lezen. De brieven van Margaretha liggen, net als het hele archief van Kasteel Amerongen, in Het Utrechts Archief. Het Utrechts Archief heeft een Europees initiatief, Transkribus, gebruikt om de brieven van Margaretha beter toegankelijk te maken. Transkribus is een computerprogramma dat kan leren om oude handschriften te lezen. Van een handschrift moeten dan scans en de transcripties van 100 van die scans ingevoerd worden. Het programma interpreteert de vorm van de letters en de meest logische volgorde van de letters en kan zo de handgeschreven brieven omzetten in platte computertekst.

Dit is een gigantische klus geweest, die waar namens Het Utrechts Archief Kathleen Verdult (inhoud), Joyce Pennings (projectleiding), Rick Companje (dataprogrammering) en Petra Dreiskämper van Grobbel & Dreis (dataprogammering) aan gewerkt hebben.

Icoontjes, van boven naar beneden een velletje papier met daarop een rij streepjes met een vraagteken ervoor, tegen voor een link (drie bolletjes waarvan twee aan de derde gelinkt zijn), downloaden (vierkant met een pijl naar beneden op een horizontale streep), hoofdletter T met een cursor ernaast.

Bij de scans van de brieven van Margaretha op de site van Het Utrechts Archief kan je de transcriptie van die brief weergeven. Links naast de scan staan de icoontjes die je hier ook links ziet. De bovenste drie (informatie, link en download) kom je bij bijna alle stukken in het archief tegen, maar de T die onderaan staat niet. Als die T er staat is er een transcriptie beschikbaar. Door op de T te klikken kan je de transcriptie naast de scan van het document op het scherm zien.

Een groep vrijwilligers van Kasteel Amerongen is onder leiding van Roel ten Kleij (die ook de transcriptie van de brief hierboven van Godard Adriaan maakte) momenteel hard aan het werk om transcripties te maken van de brieven van Van Ginkel. Transkribus gaat er vervolgens mee aan de slag en kan dan ook al die brieven omzetten naar platte tekst.

Zelf doen!

Als je wilt oefenen met het lezen van oude handschriften of het maken van transcripties, dan kan je daarvoor de site Wat staet daer? gebruiken. Hier staan voorbeelden van handschriften uit verschillende tijden, kan je oefeningen doen en veel meer lezen over het maken van transcripties. Er is ook een pagina waar je kunt oefenen met een fragment uit een brief van Margaretha.

Video over het transcriberen van de brieven van Van Ginkel
  • 1
    waarschijnlijk vorsten: uitstellen
  • 2
    rencontre: ongeordend treffen tussen twee strijdmachten
  • 3
    toen
  • 4
    Retireren: terugtrekken

Hoera!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 1 april 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 8 april 1672
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief vandaag met het danken van de heer voor de gezondheid van haar schoondochter en de kleinkinderen. Reiniera is nog geen maand oud en schoondochter Ursula Philippota is de kraamtijd alweer te boven.

Een dame loopt door een tuin vol tulpen met een gieter en geplukte bloemen in haar schort dat ze omhoog houdt.
Lente, Jean Couvay, naar Grégoire Huret, 1632 – 1657. Collectie Rijksmuseum. Een lente zoals Margaretha hem liever gezien had.

Daarna gaat ze in op het weer en de tuin: het is droog, het water in de gracht staat laag en alles is verdord. Ze noemt dat Engeland een paar dagen eerder, op 27 maart, Nederland de oorlog verklaard heeft, gaat in één moeite door naar de zware zomer die komt en dankt Godard Adriaan voor zijn brief van de 23ste.

Brieffragment over de droogte

[te stelle,] ick heb hier voort alles wel gevonde
maert water so laech inde grafte dat
het haest wonder is hoe de vis haer daer
in kan houde, het Aertrijck is ock so drooch
datter niet wt kan koome, de sneu die te
winter gevalle is doen die aent smelte quam
trock al de vochtichheijt in daerde, en sint
heeft het niet gereegent, so dat alles ver=
doret, het schijnt de hant des heere ons aen
alle kante besoeckt, de quade tijdine die
Wij wt Enlant hebbe sal uhEd hebbe ver=
staen [volgens de opijnie van Een ijder]

Links Godard adriaan met een snor en vlassig krullend haar tot op de schouder op de witte kraag. Rechts margaretha turnor met een bijzonder hoge haarlijn en een wijd uitgesneden hals.
Godard Adriaan van Reede en Margaretha Turnor. Samenvoeging van twee portretten van Jurgen Ovens. Collectie Kasteel Amerongen.

Dan, helemaal aan het eind, schrijft ze nog dit:

Brieffragment verjaardag Godard Adriaan

[uhEd al op zijn verdere reijs waert,] nu is
deselfve merge weer ijaerich en vijftich
ijaere out sal nu den berch die dus lang
geklome heeft gaen daelle de heer alma
=chtich wil geefve uhEd de overijge tijt
sijns leefvens in gesontheijt en voors poet
mach door brenge dat het selfve mach
strecke tot sijns naems Eer en uhEd sielen
salicheijt dit wenst van harten

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en
dieners M Turnor

ick laete vast
Elst en sperre
boome lans de nieu gemaeckte wal poote en
Eijcke heijsters weer in daerse doot gegaen sijn

Kortom, ze wenst hem voorspoed en gezondheid, maar hij moet zich wel realiseren dat het vanaf nu allemaal bergafwaarts gaat. Ze kan het weten, want zelf is ze acht of negen jaar ouder dan haar man. De opmerking is bijzonder omdat we er nu vanuit gaan dat Godard Adriaans geboortedatum op 6 januari 1621 is…

Ze eindigt de brief nog met een opmerking over de bomen die ze langs de nieuwe wal zal plaatsen. De prioriteiten zijn duidelijk.

Trap des Ouderdoms. Op 10 treden van de trap des ouderdoms staan 10 mannen in de leeftijd van 0 tot 100 jaar. Onder de brug drie bogen met allegorische voorstellingen: in het midden Het Laatste Oordeel. Onderaan de tekst: Des menschen op en nedergangh valt d'eene soet en dander bangh. Bovenaan in cartouches twee 4-regelige versjes in het Nederlands.
Trap des Ouderdoms, anoniem, 1640 – 1660. Collectie Rijksmuseum

Diplomatenvrouw

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 maart 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 23 maart 1672
Lees hier de originele brief

Het leven van een diplomatenvrouw is niet altijd makkelijk. Margaretha heeft het er moeilijk mee dat haar man altijd weg is. Aan de andere kant lijkt ze ook wel te genieten van de ruimte die ze heeft om het landgoed te beheren en zich met de politiek te bemoeien. In de brief van vandaag is ze enigszins teleurgesteld dat haar man weer een andere missie aangenomen heeft.

Brieffragment over de nieuwe missie van haar man

tis mij seer lief wt uhEd schrijfvens vanden
13 deeser en wt de voorgaende te sien de kon
=tiniwaesie1continuatie: voortduring (hardop uitspreken!) van uhEd gesontheijt, maer ben
van harte bedroeft te sien uhEd de komissie
weer naer saxse heeft aengenoome hoewel
men seijt het maer voor Een korten tij sal
sijn, daer kan ick mij niet meer mee laete
abuseere2abuseren: misleiden want dat heeft men vant begin
van deese komisie geduerich aengeseijt3aanzeggen: bekend maken, ent
heeft nu overt ijaer geduert, wie weet waneer
het noch Endicht se moogen uhEd vandaer
voort naer weenen bij de keijser versoecke
te gaen ick maeck nu geen staet uhEd van
alde soomer weer thuijs te sien dat al vrij
verdrietich sal vallen, [wt mijne laeste]

Ze gelooft de belofte dat hij snel thuis zal komen ook niet meer, dat hebben ze al zo vaak gezegd. Bovendien kan het maar zo zijn dat ze hem hierna naar Wenen sturen, naar de keizer. Ze gaat er maar vanuit dat hij met de zomer niet thuis zal zijn en dat “valt haar verdrietig”.

Rechts een groot statig buiten huis. Op het voorplein is het een drukte van belang. Groepjes mannen staan te praten en tegen de achtermuur staan diverse koetsen geparkeerd. Het voorplein heeft twee poorten en door elke poort komt een koets met zes paarden.
Twee koetsen met ieder zes paarden komen aan bij Huis ter Nieuwburg in Rijswijk. Fragment uit: Gezicht op de zijkant en de voorkant van Huis ter Nieuburch te Rijswijk vanuit het westen, Pieter Schenk (I), 1697. Collectie Rijksmuseum

Na de reguliere zakelijke mededelingen gaat het over een andere diplomaat, die zijn missies op een heel andere manier regelt dan Godard Adriaan. Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam wordt naar Denemarken gestuurd. Ze heeft al een paar keer over hem geschreven, maar dan vooral over het feit dat hij als ambassadeur extraordinair naar Denemarken gaat. Die titel had Johan de Witt eigenlijk ook aan Godard Adriaan beloofd, maar hij is nog steeds ambassadeur ordinaris. In deze brief stookt ze het vuur verder op. Werkendam neemt niet alleen zijn vrouw mee, maar een complete hofhouding! Twee koetsen, elk met zes paarden! En dan ook nog pages en lakeien! Het is waarschijnlijk niet (alleen) jaloezie, maar ook haar calvinistische inborst die maakt dat ze moeite heeft met zo veel luxe.

Brieffragment over de luxe diplomatieke missie van de Heer van Werkendam

[pareeren,] den heer van werckendam
vertreckt deese weeck noch so men seijt met
sijn vrou die hij meede neemt, met twee
koetse ijder met ses paerde, drije paes –
=ges en neegen lackeijen, dat is schoon voor
madame, hij heeft tot sijn Equipaesge
en verdere te doene koste bij provijsie
18000f vant lant ontfange, ick hoop
uhEd deese noch te berlijn sal behan
=dicht worde, ick weet niet of met de
naeste post sal schrijfve wt vreese of
uhEd voort aenkoome van die mocht
vertrocken sijn, sal nu hiermeede
blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

de vrou van
ginckel en haer
kindere sijn de heere sij gedanckt heel wel

Het is ook een nadeel als je man van post wisselt, dat je niet precies weet wanneer je man waar zal zijn. Een brief schrijven heeft dan dus niet veel zin. Gelukkig gaat het goed met haar vers bevallen schoondochter en de kinderen.

Pop, voorstellende de kraamvrouw, gekleed in een crèmekleurig satijnen jak, dat tot halverwege het bovenbeen reikt. Het jak is nauwsluitend en loopt vanaf het middel naar onderen toe uit. Onder het jak een enkellaags linnen hemd, daarboven een schoudermantel van kant.
Pop, voorstellende de kraamvrouw, anoniem, ca. 1676, onderdeel van het poppenhuis van Petronella Dunois. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    continuatie: voortduring (hardop uitspreken!)
  • 2
    abuseren: misleiden
  • 3
    aanzeggen: bekend maken

Godard Adriaan heeft Lodewijk XIV door

In november en het grootste deel van december heeft Margaretha geen brieven geschreven, want haar man was thuis! Helaas met een nogal dringende reden.

In het najaar van 1671 werd de situatie in de Republiek steeds dreigender. De spanningen met Frankrijk liepen op. Godard Adriaan was één van de eersten die door had dat de aanval van Lodewijk XIV niet uit het zuiden, door de Spaanse Nederlanden, zou komen, zoals de meeste regenten dachten, maar uit het oosten.

De bisschoppen

Tijdens zijn verblijf in Keulen en zijn gesprekken als diplomaat met de bisschop van Münster, Bernhard von Galen, en de keurvorst-aartsbisschop van Keulen, Maximiliaan Hendrik von Wittelsbach, had Godard Adriaan argwaan gekregen. Hij had het vermoeden gekregen dat er in het geheim iets groots aan de hand was. Er waren wel erg veel Franse troepen her en der gelegerd en er werden graanschuren aangelegd en opslagplaatsen voor benodigdheden voor de artillerie.

Godard Adriaan had genoeg gezien. Hij reisde zo snel hij kon terug naar de Republiek en vroeg om een spoedoverleg met de Staten Generaal. Hij probeerde ze ervan te overtuigen dat de Republiek het front in het oosten moest versterken.

Op de voorgrond een straat met links een paar huisjes, in het midden drie ruiters, rechts een koets met zes paarden, geheel rechts een boom op een plein. Achter de straat water, daarachter gebouwen, rechts uitkomend op het plein, waar twee ruiters en een man voor de brug naar het hoofdgebouw staan. Onder grote lucht.
Gezicht op het Binnenhof van de Gevangenispoort gezien (collage, 1700-1725), collectie Rijksmuseum

De waarschuwing

Op 28 november 1671 kwam hij met een concreet plan dat enerzijds bestond uit het behalen van tijdwinst. Anderzijds bestond het uit diplomatiek overleg met de keizer in Wenen en de ‘keurvorsten aan de Rijn’ met extra aandacht voor de keurvorst van Brandenburg.

Hij hield ze het zwarte scenario voor dat als de Republiek er helemaal alleen voor zou komen te staan. Vooral als zij alleen op het eigen leger aangewezen zou zijn, dat, zoals iedereen wist, uitermate zwak was.

De Staten Generaal namen zijn voorstel niet aan. Er was naar hun oordeel geen sprake van aanwijsbare agressie dus zou het te provocatief zijn om de tegenaanval in te zetten. Wel raakten men van het idee doordrongen dat het gevaar niet uit het zuiden zou komen, dat de Spaanse Nederlanden niet als buffer zouden dienen maar vanuit het Duitse Rijk. Godard Adriaan had tenminste iets bereikt.

Lees vanaf hier het verbaal van de Godard Adriaen in verband met het sluiten van een of- en defensieve alliantie tussen Brandenburg en de Republiek (Nationaal Archief)

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén