Utrecht

Mannen bieden Lodewijk XIV sleutels aan

De ‘sleuteldragers’ van Utrecht

Author

Utrecht had eigenlijk geen keuze, ze moest zich wel overgeven aan de Fransen. Er waren nauwelijks weerbare mannen in de stad en prins Willem III had alle kogels en munitie meegenomen.

Verraad

Toch nam buurgewest Holland het Utrecht zeer kwalijk dat ze zich hadden overgegeven. Zij beschouwde de capitulatie van Utrecht als verraad. Vooral de haast waarmee de stad zich had overgegeven, zette kwaad bloed. Het was volgens de Hollandse regenten tekenend voor de verraderlijkheid van de Stichtse regenten. Zij noemden de Utrechters minachtend ‘sleuteldragers’ (‘sleutelbrengers’ zou passender geweest zijn!). Zij hadden de stadssleutels en daarmee de stad op een presenteerblaadje aan de Fransen aangeboden.

Op de voorgrond Lodewijk XIV op een schimmel voor hem knielen drie regenten met de sleutel op een kussen. Om hen heen soldaten en burgers te paard. Op de achtergrond de plattegrond van de std Utrecht met daar omheen verschillende compagniën die optrekken richting de stad.
De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672, Hondt II, Lambert de (1645 – 1708). Collectie Centraal Museum, Utrecht; aankoop met steun van het Mondriaanfonds en het K.F. Hein Fonds 2018 © Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018

Holland-Utrecht

Door de overgave van Utrecht lag de weg naar Amsterdam open voor het Franse leger. Een van de Utrechtse regenten beschreef hoe hij in Amsterdam werd uitgescholden:

seggende, wij een partije verraders ende Regenten van Utrecht waren ende dat men ons behoorde doot te smijten

De oude animositeit tussen Holland en het Sticht had weer de kop op gestoken. In tal van pamfletten kwam Utrecht er niet goed van af, zo kon met bijvoorbeeld lezen:

Utrecht is al over lange tijden geweest een broeinest van veilige (veile) en quaataerdige Lichtmissen, slampampers en schrapers – de goede uytgezondert – gewoon op de kerkelijke en geestelijke goederen een dronken, wellustigh en vadzig leven te leyden…

De vroedschap verweerde zich in december 1672 met een Deductie1Verdediging. Deze werd pas na het vertrek van de Fransen openbaar gemaakt.

Gerelateerde berichten

Het wapen van Utrecht boven de ingang van de statenkamer

Willem III en de verdediging van de stad Utrecht

Author

Nadat het Franse leger op 12 juni 1672 bij Lobith de grens was overgestoken, stootte het door, de Betuwe in. Het Staatse leger trok zich terug richting de stad Utrecht. Ze sloegen op 14 juni in de buurt van de stad hun kampementen op.

In een stad gaan mensen elkaar te lijf. Meubilair wordt in de gracht gegooid, een gevel wordt om ver getrokken.
Fragment uit de prent “Klacht over de rampspoed in de Republiek tussen 1672 en 1675” van Romeijn de Hooge (1675). Collectie Rijksmuseum

Willem III

Prins Willem III aarzelde of de stad verdedigd moest worden. Enerzijds was het opgeven van de IJssellinie al erg genoeg geweest en was het zijn plicht de bevolking te beschermen. Anderzijds moest hij de beslissing van de Staten Generaal afwachten. De prins noch de Utrechtenaren wisten dat de Staten Generaal al onderzoek hadden laten doen naar de verdedigbaarheid van de stad Utrecht. De conclusie was dat de stad onverdedigbaar was.

Ontvangst?

In de stad Utrecht was het al enige tijd onrustig. De bevolking, onder andere de vrouwen van de mannen die gemobiliseerd waren, had de macht en de stadssleutels. Bij elk van de vier poorten van de stad hielden ze de wacht. Toen de prins op 15 juni toestemming vroeg tot toegang voor hem en zijn mannen durfde de bevolking de poort niet open te doen. Ze waren bang dat de gedemoraliseerde, hongerige en onderbetaalde soldaten aan het plunderen zouden slaan, zoals dat in Rhenen en Amerongen gebeurd was. Willem III was zwaar beledigd. De volgende dag mocht de prins, na enig overleg, toch de stad in, maar dan wel alleen. De bevolking juichde hem uitzinnig toe.

Op een plein staat een gebouw met twee verdiepingen een zadeldak, vier schoorstenen en een rijk versierde toegangsdeur. Daaraan vast een kleiner gebouw met een trapgevel. Het plein is verder omsloten door muren. In de hoek bij de deur staat een wachthuisje met daarnaast een man (soldaat?). Op het plein loopt een man met een stok over zijn schouder en een man met een zak op zijn rug.
Gezicht op de voorgevel van de Statenkamer en de zijgevel van het Ridderschapshuis aan het Janskerkhof te Utrecht, L.P. Serrurier, 1724. Collectie Het Utrechts Archief.

De Staten Generaal

Willem III deed erg zijn best de Staten Generaal en de Staten van Utrecht tot elkaar te brengen. Zij waren namelijk niet overtuigd van elkaars goede bedoelingen. De Staten van Utrecht ontvingen de prins op 16 juni. Toen kreeg hij van de vroedschap te horen dat ze de stad tot het uiterste zouden verdedigen. Willem III beloofde dat het leger de volgende dag de stad in zou trekken. Inmiddels hadden de Staten Generaal echter een geheime resolutie aangenomen, waarin zij in principe hadden besloten het Staatse leger terug te trekken tot achter de Hollandse Waterlinie.

Laatste poging

De volgende dag zette Utrecht de poorten wagenwijd open om het leger binnen te halen. Maar Willem kwam alleen, zonder zijn leger. Hij stelde als voorwaarde om de stad te verdedigen dat de vier voorsteden zouden worden afgebrand, om zo een beter schootsveld te creëren. Utrecht weigerde dat, zoals te verwachten viel. Immers in die voorsteden woonde 15 tot 20% van de bevolking. Willem III liet daarop het besluit van de Staten Generaal zien dat ze de stad niet zouden verdedigen. Het Staatse leger zou zich terugtrekken tot achter de Hollandse Waterlinie ten westen van de stad. Het besluit was unaniem genomen, inclusief de stem van de afgevaardigde namens Utrecht, Everard van Weede, heer van Dijkveld!

Gravure van een heer met een bol gezicht en een bos krullen tot ver over zijn schouders. Hij draagt een wit kanten bef en daaronder een harnas. Onder het portret staat: "Mr/ Everard van Weede heer van Dijkveld, extraordinaris Ambassadeur in Groot Britanje enz."
Portret van Everard van Weede, Jacob Houbraken, naar Aert Schouman, ca. 1750. Collectie Rijksmuseum

Gerelateerde berichten

Panorama van de stad Utrecht

De overgave van de stad Utrecht

Author
Een tekening van een toren met kantelen. In de toren zijn een paar raampjes waar er een van openstaat. Tegen de toren aan geplakt staat een klein huisje met een dak dat naar rechts schuin afloopt. het huisje heeft aan de voorkant twee ramen en aan de zijkant die te zien is een raampje. Tussen het huisje en de toren staat iets dat op een ronde, hoge schoorsteen lijkt en net zo hoog is als de toren. Daarbovenop staat een heel klein huisje. Er staat een ladder tegen de toren aan.
Bijlhouwerstoren te Utrecht, Herman Saftleven, 1619 – 1685. Collectie Rijksmuseum.

Op 18 juni stuurden de Staten van Utrecht koeriers naar het Franse leger om vrijgeleide te vragen voor afgezanten. Een paar dagen later werden er drie afgezanten, waaronder Godard van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland, naar Lodewijk XIV gestuurd om een ‘sauvegarde ‘ te vragen. Hij weigert een sauvegarde af te geven. Toen de afgezanten weer in Utrecht terug waren, merkten ze tot hun verrassing dat de stad zich al had overgegeven.

Onaangekondigd bezoek

Wat was er gebeurd? Een paar dagen voor hun terugkeer, op 23 juni, had een Franse eenheid onder leiding van Markies de Rochefort ineens voor de Wittevrouwenpoort gestaan en om toelating gevraagd. De burgemeesters Lambert van Velthuysen en Nicolaas Hamel waren door het vroedschap eropuit gestuurd om poolshoogte te nemen. Ze waren zo geïmponeerd dat ze zonder dat ze van het vroedschap mandaat hadden gekregen, de poorten hadden geopend. Even later was De Rochefort daarop onaangekondigd in de vroedschapsvergadering verschenen. Het vroedschapslid Peter Both van der Eem had zijn Oranje sjerp maar snel onder zijn rok verborgen! De Rochefort had om de sleutels van twee van de stadspoorten gevraagd. Hij kreeg ze allemaal. Utrecht was gevallen!

Een langwerpige tekening van een panorama van de stad Utrecht gezien vanaf een afstand. Op de voorgrond zijn diverse kleine figuurtjes te zien die diverse activiteiten uitvoeren of naar de stad. in de stad zijn heel veel torens, kerktorens, molens en andere gebouwen te zien met hier en daar bomen. Halverwege zijn diverse bosjes te zien. In het midden een brede sloot met daarover een brug en er vaart een bootje.
Profiel van de stad Utrecht uit het westen gezien, van de Catharijnepoort tot en met de Bijlhouwerstoren. H. Saftleven, 1669. Collectie: Het Utrechts Archief.

Utrechtse voorwaarden

Maar Welland en zijn medeafgezanten stelden, alsof er niets gebeurd was, een lijst op met capitulatievoorwaarden en vertrokken weer naar het Franse hoofdkwartier. Ze hadden een lijst van tien punten gemaakt waaraan de Franse koning moest voldoen. Lodewijk ging met acht van de tien voorwaarden akkoord.

Op 25 juni waren ze terug met de capitulatievoorwaarden. De meeste eisen van de Utrechters waren ingewilligd. In ruil voor de eed van trouw aan de Franse koning zouden religie, privileges en de regering gehandhaafd blijven. Een andere belangrijke eis van de Fransen was dat de rooms-katholieken geloofsvrijheid zouden krijgen. Het verdrag werd op 26 juni getekend.

Een prent met een watertje met op beide oevers bebouwing. Op de rechteroever staat rechts een torentje met spits dak. Voor het torentje staat wat struikgewas. Rechts van het torentje loopt een pad omhoog waar enkele wandelaars te zien zijn. Links van dat pad loopt een muurtje. Aan het pad liggen links en rechts een huis. Op de linkeroever is ook een pad te zien dat naar het watertje loopt. Links van het pad staan een paar huizen en een stukje grasland en een paar bomen. beneden. Bovenaan het pad staan een paar mensen. Rechts van het pad is een stukje grond en een muurtje met daarnaast een kade dat naar een poortje met een spits dak leidt. In het midden van de tekening loopt een watertje tussen Vooraan de tekening is een watertje te zien met een roeibootje met twee mensen erin. Ook is er een ruiter te paard te zien. Het paard staat in het water en drinkt eruit.
Gezicht op de toren De Hond op de stadswal van Utrecht, Herman Saftleven, 1619 – 1685. Collectie Rijksmuseum.
BronnenFeiten
Centraal Museum Utrechtde overgave van de stad Utrecht
Dreikämper, Petra (1998). Redeloos, radeloos, reddeloos, De geschiedenis van het Rampjaar 1672. Hilversum: Verloren.h4, p. 43. Volgens Dreikämper gingen op 19 juni koeriers naar de Fransen. De twee burgemeesters overhandigen De Rochefort de stadssleutels bij de stadspoorten.
Panuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.p. 159 Volgens Panhuysen vroeg De Rochefort in de vergadering de stadssleutels van twee van de stadspoorten en kreeg ze allemaal overhandigd. Geen vermelding van toelating De Rocheford bij stadspoort.
Welland c.s. gaan terug naar Franse hoofdkwartier t.b.v. capitulatievoorwaarden op 25 juni.
Panhuysen heeft het vaak over ‘een paar dagen eerder ‘. Het lijkt alsof de data dan niet helemaal kloppen.
Bruin, R. E. de, ’t Hart, P. D., van den Hoven van Genderen, A. J., Pietersma, A., & Struick, J. E. A. L. (2003). Een paradijs vol weelde. Geschiedenis van de stad Utrecht. Utrecht: Matrijs.p. 291 Volgens Faber en Rommes op 18 juni koeriers. De Rochefort voor Wittevrouwenpoort, twee burgemeesters laten hem binnen, zonder mandaat. Hij kreeg sleutels in vroedschapsvergadering.
Ik heb voor deze versie gekozen vanwege de autoriteit van R.E. de Bruin op het gebied van de geschiedenis van Utrecht.
Lammers, Merle (2021). ‘Och, ons liefve vaderlant is wel in een seer droefvige staet’. De Hollandse Oorlog in de Republiek (1672-1674) door de ogen van tijdgenoten. Leiden: MA Scriptie Militaire Geschiedenis.p. 34 De twee burgemeesters overhandigen De Rochefort de stadssleutels bij de stadspoorten (bron Dreikämper!)

Gerelateerde berichten

panorama van de stad utrecht

Utrecht, een onverdedigbare stad

Author

De Republiek had onder leiding van Johan de Witt voor een sterke zeemacht gekozen ten koste van de landmacht. Veel steden hadden hun verdedigingswerken sterk verwaarloosd, zo ook de stad Utrecht. De laatste verbetering dateerde uit 1629-1630. De verdedigingswallen waren veranderd in boomgaarden en ’tuinen van plezier’ en er stonden schuurtjes en andere bouwseltjes op. Dat maakte dat er geen vrij schootsveld meer was.

Een stad met geen zichtbare muren, de molens (die veelal op de stadsmuur staan), zitten ver achter de eerst zichtbare bebouwing. Bovenin de wapens van het bisdom en de vijf kapittels van Utrecht, onderin de wapens van de leden van de staten van Utrecht.
Panorama van de stad Utrecht uit het noordwesten gezien, met links de Bemuurde Weerd en rechts de nog jonge bomen langs de stadsuitleg van 1667, Pier Maria Baldi, 1669. Collectie: Het Utrechts Archief. Als je goed naar de afbeelding kijkt, dan zie je dat de stadsmuur niet zichtbaar is. De molens staan waarschijnlijk op de stadsmuur, er zit al behoorlijk wat bebouwing buiten de stadsmuur.

Onhaalbare plannen

Vanaf februari 1672 waren er verschillende plannen besproken ter verdediging van de stad maar het ene was te duur, voor het andere was te laat en ga zo maar door. Uiteindelijk werden er alleen wat cosmetische operaties uitgevoerd. De stad, zo concludeerde de Staten Generaal, was onverdedigbaar geworden. Zij hadden begin juni een delegatie naar de stad Utrecht gestuurd, die aan de Staten Generaal terug rapporteerden dat de stad onverdedigbaar was en dat het de Utrechters ontbrak aan krijgslust. De communicatie tussen de Staten Generaal en de Staten van Utrecht liep slecht, waardoor twijfel over en weer over elkaars bedoelingen ontstond. Was de Staten Generaal überhaupt wel gericht op verdedigen? Was Utrecht bij voorbaat al van plan te capituleren?

Tekening van rechts een aardenwal met daarin een torenachtig bouwwerk dat tekenen van verval vertoont (scheuren in de muur, losse bakstenen op de grond en planten in de muur). Op de voorgrond een groepje mensen met een hond die op wat boomstammen zitten te kletsen. Op de achtergrond een vrijend stelletje. Links de stod, eerst een huis, daarna een muur met een grote tuin erachter. Op de achtergrond meer huizen en een kerktoren.
De stadswal tussen de Catharijnepoort en het Mariabolwerk, achter de muur links bevindt zich het Duitse Huis, Herman Saftleven, 1660-1670. Collectie: Het Utrechts Archief.

Utrechtse troepen

De vraag was ook wié de stad moest verdedigen. De door Utrecht betaalde Staatse troepen stonden onder bevel van de Staten Generaal en de net aangestelde kapitein-generaal prins Willem III. Die konden niet exclusief voor de eigen verdediging ingezet worden. Bovendien had de stad 700 schutters en grote hoeveelheden munitie en ander krijgsmateriaal naar het oosten gezonden ter ondersteuning van het leger. Met angst en beven werden dan ook de berichten gevolgd over de aanstormende troepen van het Franse leger.

rofiel van de stad Utrecht uit het westen gezien, met de aanduiding van de namen van de torens. Herkenbaar zijn ondermeer: de Bemuurde Weerd, de Jacobikerk, de Vleutenseweg (links vooraan) eindigend bij de Catharijnepoort, de Janskerk, het ontmantelde Vredenburg met molens op de bastions, de torens van het stadhuis en de Pieterskerk, de Domkerk, de torens van de Oudmunsterkerk, de Buurkerk, het Bisschopshof, de kerk van de Paulusabdij, de Mariakerk, de kerken van het Abraham Rechtsonder loopt het Lijnpad.
De stand Utrecht vanuit het westen gezien, P. van der Keere (prent) naar P. Bast (tekening), 1603-1604. Collectie: Het Utrechts Archief. Hier is de stadsmuur nog duidelijk te zien. Voor de Catharijnepoort is al wel bebouwing buiten de stadsmuur ontstaan. Helemaal links de Bemuurde Weerd, met een muur en een poort.

Gerelateerde berichten

De Vaartse Rijn

Utrecht en de waterlinies: 1629

Author

De Hollandse waterlinie lag in 1672 aan de westkant van de provincie Utrecht en een deel van de provincie werd geïnundeerd. De provincie had dus wel de lasten, maar niet de lusten. Ook in 1629 was er al gedoe over een waterlinie in Utrecht.

Den Bosch en de Veluwe

Zittende man in een harnas en een pofbroek met een blote knie, met helm op, leunt met zijn rechter arm op een trommel, het hoofd in de rechter hand, de ogen toe. In zijn linker hand heeft hij een rapier.
Slapende Mars, Hendrik ter Brugghen, 1629. Collectie: Centraal Museum.

Het jaar 1629 is vooral bekend vanwege de inname van Den Bosch door Frederik Hendrik. Deze inname werd voorafgegaan door een belegering van een paar maanden. De Spanjaarden wilden Frederik Hendrik ertoe bewegen deze belegering op te geven. Hun tactiek was er voor te zorgen dat de troepen van de prins elders nodig waren. En dus trok het leger van de Spaansgezinde Hendrik van den Bergh met steun van de keizerlijke troepen van Montecuccoli over de Veluwe richting Utrecht en Holland. 

De IJssellinie en…

Toen in Utrecht het bericht kwam dat er vijandelijke troepen de IJssel over waren gestoken en op de Veluwe waren, brak er paniek uit bij de regenten. In allerijl werd de Utrechtse burgemeester Van Weede (de vader van Van Weede Dijkveld die in het Rampjaar een rol speelt) naar Den Bosch gestuurd om met de prins, die ook stadhouder van Utrecht was, te overleggen.

Het verzoek van Utrecht was om van Rhenen via Veenendaal, Leusden en Amersfoort naar Bunschoten een waterlinie aan te mogen leggen, die heel Utrecht zou beschermen. Het antwoord was dat er geen tijd meer was om die Grebbelinie aan te leggen. Frederik Hendrik had nog een oude wens: de Utrechtse linie, die van Vreeswijk tot Muiden langs de Vaartsche Rijn en de Vecht liep.

Kaart van Utrecht met een massief blauw gebied langs de westgrens van de provincie. In het midden van de provincie een groen gebied en langs de oostgrens weer een blauw gebied.
De waterlinies in Utrecht: blauw links de Oude Hollandse waterlinie van 1672, groen midden de Nieuwe Hollandse waterlinie (vanaf 1815, die in Utrecht en Noord-Holland ongeveer de Utrechtse linie volgt) en rechts in het blauw de Grebbelinie. Bron: Cultuur Historische Atlas Utrecht.

De schouders eronder

Utrecht was teleurgesteld, maar probeerde met man en macht het plan van Frederik Hendrik te realiseren. Utrechtse burgers, maar ook werklieden uit Holland, die hun eigen schep mee moesten nemen, werkten aan de verdedigingswerken. Montecucculi trok vrijwel zonder tegenstand Amersfoort binnen, veroverde Woudenberg en en stak zeker honderd huizen bij Veenendaal in brand. Hij liep vast op de Utrechtse linie en na betaling van 1000 gulden trok hij zich helemaal terug.

Heibel

Al met al leek het voor de stad Utrecht en het westen van de provincie met een sisser af te lopen. Toch liet het gebeurde wel zijn sporen na, vooral in de verhoudingen binnen de provincie. De Staten Generaal wilden niet meebetalen aan de werkzaamheden aan de Utrechtse linie, dat moesten de Staten van Utrecht maar doen. Zij peinsden er echter niet over om de verdedigingswerken van de stad Utrecht te financieren. De stad en de provincie hadden ook de stad Amersfoort laten vallen en waren alleen met hun eigen verdediging bezig geweest. Daarnaast liepen de gemoederen tussen Utrecht, Holland en de Staten Generaal hoog op. 

Voornemens

Gelukkig viel Den Bosch en kon ieder weer doorgaan zoals voorheen. Utrecht nam zich voor om een stevige Grebbelinie aan te leggen, maar na de vrede van Münster in 1648 vertrouwde men gewoon weer op de IJssellinie. Halverwege de 18e eeuw werd er pas weer serieus naar de Grebbelinie gekeken. Van Margaretha weten we dat er in 1672 door Nassau-Zuylestein en Wirtz wel naar de Grebbelinie gekeken is, maar toen was de conclusie dat er te veel zou moeten gebeuren.

Ingekleurde tekening van de Vaartsche Rijn. Aan de rechteroever de molen, huizen en een buitenplaats. Links het jaagpad met daarop een jager te paard, maar ook een wandelend stelletje en in de verte een koets. Op de achtergrond de stad Utrecht met helemaal links de Dom en midden de toren van de Nicolaikerk.
Gezicht over de Vaartsche Rijn te Utrecht uit het zuidwesten vanaf de Rijndijk aan de westzijde met rechts de Paltrok-houtzager Van Aken / De Eenhoorn. Op de achtergrond (midden) de toren van de Nicolaïkerk en de huizen Rotsenburg, Rotsoord en Rotswijk, geheel links de Domtoren, Jan de Beijer, 1737-1739. Collectie: Het Utrechts Archief.
Verder lezen
Mens, P.F.M. (1970). Utrecht in bange dagen. In: Jaarboek Oud Utrecht, pp. 32-51 (over de Utrechtse politiek en de inval via de Veluwe)
Blijdestijn, Ronald (2015). Tastbare Tijd 2.0. Amsterdam: Stokerkade Cultuurhistorische Uitgeverij. Hoofdstuk Millitair erfgoed. (Over de waterlinies in Utrecht)

Gerelateerde berichten

Een schildering van een Feniks

Podcast over het Rampjaar en transcriptie

Author

De Vereniging Oud-Utrecht maakte een podcast over de expositie die het Utrechts Archief organiseert over het rampjaar. Arjan den Boer spreekt met Floortje Tuinstra van het archief, onder andere over het innovatieve project over de transcripties van de brieven van Margaretha Turnor.

Gerelateerde berichten