Margaretha heeft de laatste brief van haar liefste hartje die eigenlijk gisteren bezorgd zou worden nog niet ontvangen. Het is onduidelijk of de brief in Den Haag of in Utrecht is blijven liggen bij de post. Zeventiende-eeuwse problemen waar Margaretha niet te lang bij stil blijft staan. Zonder een antwoord op haar laatste brief, schrijft zij wat er afgelopen dagen allemaal is gebeurd om Godard Adriaan op de hoogte te houden.
Ameronge den
18 ockto 1676
[rec. 22 dito]
Mijn heer en lieste hartgegistere avont heb ick weederom de verwachte
briefve van uhEd niet de laeste post niet ontfange
of die in den haech of tot wttrecht
blijfve legge weet ick niet ,
Eijndelijck hebbe de timerliede gistere
en Eergistere de kap opt huijs begonne
te rechte enstaenderal Eenige ge=
binte op, het meeste hout is tot de
kap al opt huijs en bij de hant ge=
brocht so dat ick hoop het nu wat
beeter sal voort gaen, [ick heb deese]
Het grootste ongeduld van de wereld
Twee dagen voor het schrijven van de brief zijn de timmerlieden begonnen met de kap van het huis. Er zijn al balken rechtop gezet. Ook het zware hout waar Margaretha in haar laatste brief over schreef is naar de bouwplaats gebracht. Margaretha hoopt dat dit de voortgang zal bevorderen. Margaretha heeft met de grootste ongeduld van de wereld gewenst dat het gebint al deze week gezet zou kunnen worden. Ze realiseert zich maar al te goed dat de werklieden een monsterklus moeten verrichten met al het zware hout dat zij moeten gebruiken om het huis te bouwen. De werklieden werken door maar zij zullen alsnog veel tijd nodig hebben om de klus te klaren.
[beeter sal vortgaen,] ick heb deese
weeck met de meeste inpaesijensi vande
werlt gewenst sij Eens tot het sette
van de binte soude koomen en moet
segge datter niet in versuijmt is
maert neemt veel tijt wech Eerse
al dat swaere hout bij de hanten opt werck brenge, [ick ben nu opt opperste]
Het schoonste gesicht
Dat de vrouwe van Amerongen een graag een nauwlettend oogje in het zeil houdt op de voortgang is wel duidelijk. Zo nauwlettend dat ze aan Godard Adriaan meldt dat ze naar het ‘opperste van t huijs’ is geweest. Margaretha heeft op 63 jarige leeftijd de steigers beklommen naar het op dat moment hoogste punt van het huis. Wat ze daar zag vond ze adembenemend. Het uitzicht was het mooiste wat je je maar kon bedenken schrijft zij aan haar man. Hoe het uitzicht er destijds uit heeft gezien, vermeldt ze niet. Het uitzicht richting het westen, naar Wijk bij Duurstede, is waarschijnlijk vergelijkbaar met wat Margaretha moet hebben gezien.
[en opt werck brenge,] ick ben nu opt opperste
vant huijs geweest beken het schoonste
gesicht daer is dat men kan inmaesge=
neeren, [rietvelt is gister avont weer]
Reien
Meestermetselaar Rietvelt is gisteren gearriveerd in Amerongen. De metselaars zijn nog bezig met het afreien van de bogen boven de vensters. Een rei is een gereedschap dat door verschillende ambachtslieden wordt gebruikt om na te gaan of het oppervlak recht is of de juiste boog heeft. Een rei is meestal een rechte plank of liniaal. Afreien is dan met rei nagaan of (in dit geval) de boog klopt. Zodra de kap klaar is, zal Rietvelt met de mooiste stenen gaan werken. Ondertussen moet hij ook nog enkele schoorstenen binnen in het huis tot onder de nok van het dak metselen. Rietvelt staat nog een flinke klus voor de boeg aangezien er vier schoorstenen zijn gerealiseerd.
De brug wordt ook steeds meer af. De ijzeren leuning is geplaatst en zelfs al in de verf gezet. Margaretha heeft binnen een week werklieden kunnen vinden om het puin uit de gracht te halen en deze uit te modderen. Hoewel ze ongetwijfeld blij is geweest dat deze klus is afgestreept, begint het geld op te raken en raakt ze daar zwaarmoedig van
[=meeren,] rietvelt is gister avont weer
hier gekoome, de metselaers sijn noch
aent af reeijen vande boogen die booven
de vensters koomen, so haest Eeni
chsins de kap ree is sal hij aent op
haellen van de schoonsteene gaen en
ondertuschen noch Eenige schoorstee
=ne van binne int huijs tot onder
de nock vant dack op metselen,
de leunin vande bruchis daer op ge=
stelt en heb die Een ijser verfge
laeten geefven, bij dit lage water
dat ongemeen is, heb ick Eenige
wercklie wt het veen1Veenendaal laete koomme
om de grafte te laete het puijn wt
haelle, en ock klaer maecke, maer
moet al weer van swaericheijt
spreecken mijn gelt wort so kortdat ick niet weet hoet maecken sal
De kwieke Van Ginkel
Naast drukte op de bouwplaats is het ook druk met bezoekjes van familie. Van Ginkel is weer up and running! Hij is bij Margaretha in Amerongen. Van Ginkel is in redelijke gezondheid maar kan eigenlijk nog niet paardrijden schrijft Margaretha. Toch wil hij morgen al naar zijne hoogheid Willem III.
De nicht van Godard Adriaan, Elisabeth van den Boetzelaer, is ook in Amerongen met haar twee dochters. Zij zou graag wat geld van de heer Ridderschap in Utrecht willen, maar Margaretha geeft aan dat zij daar niet bij kan helpen.
de heer van ginckel is hier sijnde in
reedelijcke gesontheijt toegenoomen
maer kan noch qualijck te paert sitte
en derft niet langer blijfve wil
merge naer sijn hoocheijt, de vrou van
nieuwenheijm is ockbmet beijde ha2haar
dochters hier had gaern wat gelt
van de heere ridderschap tot wttrecht
daer ick haer niet aen weet te
helpen, hier meede blijfve
P.S. Frits
In de brief van 28 september 1676 schreef Margaretha dat kleinzoon Frits vaak de groetjes doet, maar dat zij dat vergeet te vermelden. Gelukkig denkt ze er deze keer wel aan om de plannen van Frits en zijn zusjes door te geven aan opa. De kleinkinderen zijn van plan om een nieuwjaarsbrief aan hem te schrijven, maar hopen dat dat niet nodig zal zijn en hij tegen die tijd weer terug is.
Mijn heer en lieste hartg e
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
frits met al
sijn susters preesenteere
haeren ootmoedige3ootmoedig: nederig dienst
aen groote papa, leert
al om Een nieuijaers brief
te schrijfve maer hoopt niet
dat groote papa so lan wt sal blijfe
- 1Veenendaal
- 2haar
- 3ootmoedig: nederig