Margaretha heeft de brieven van Godard Adriaan van 12 en 15 mei ontvangen. Wat een aangename berichten! Prins Willem III heeft Godard Adriaan gecomplimenteerd met het mannelijke gedrag van diens zoon tijdens het laatste gevecht. Wat een eer! Toch blijft Godard Adriaan zelf bescheiden; het lag niet aan het gedrag van Van Ginkel, maar aan ‘den grooten godt die met hem gevochten heeft’. Helaas heeft Margaretha zelf weinig positiefs te melden.

Brieffragment complimenten Van Ginkel

Ameronge den 19/9
meij 1677
[rec.: 29 dito]

Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenoeme vande 12 en 15 deeser heb ick ontfa
en kan met waerheijt segge in lange geen aengenaemer tijdine gehoort te hebbe als dat sijn hoocheijt uhEd deer heeft gedaen van te schrijfve so wel vande kontwijteConduite: gedrag
vande heer van ginckel voldaen te sijn en dat hij hem
in de laeste bataelyje so manlijck heeft gequeeten
uhEd seijt wel tis niet hij heer van ginckel diet ge
daen heeft maer den grooten godt die met hem
gevochten heeft, die wij alleen ten hoochste hebbe te dancken ende Eere te geefve[, den heer Schaep]

Op een klif bij een kust strijden vier ruiters te paard met zwaarden tegen mannen op de grond. Één man probeert met een geweer op een paard met ruiter te schieten.
Ruitergevecht bij zonsondergang, Jan Asselijn, 1646, Collectie Rijksmuseum.

Arm Schaap

Die arme majoor Schaap. Margaretha heeft al eerder over zijn sneuvelen geschreven. Herman Schaap, majoor van het regiment van Van Ginkel, is nadat zijn arm was afgezet en hij gevangen was genomen door de vijand, aan zijn verwondingen overleden. Van Ginkel zal er wel verdrietig om zijn; Schaap was tenslotte een goed officier.

 Brieffragment majoor Schaap

[dancken ende Eere te geefve,] den heer SchaepHerman Schaap
Maijoor vande heer van ginckels reesgement naer
dat sijn Arm is afgeset en hij bij de vijant was ge
=vangen is noch Eijdelijck aende quetsuer gestorfven
daer de heer van ginckel droefvich om sal sijn want
hij was Een goet offisier en wort van Een ijder be
=klaecht [nu spreeckt men weer van een beleegerin]

Twee naakte mannen, de  één zittend, de ander liggend op zijn rug. Om hun heen een schild, een speer, een strijdknots, een trommel en een kogel.
Twee naakte gevangenen en oorlogstrofeeën, anoniem, kopie naar Peter Paul Rubens, naar Francesco de Rossi, gen. Salviati. Collectie Albertina Wenen.

Een belegering?

Het schijnt dat er weer een belegering op handen is, en dat Maastricht het weer zal moeten ontgelden. De kranten reppen al tijden over een mogelijk beleg van Maastricht. Margaretha gelooft er niet in. Althans… Er schijnen wel allemaal troepen richting Roermond te trekken, terwijl er enorme kanonnen richting Den Bosch worden vervoerd! Margaretha moet er niet aan denken, weer een belegering… Er zijn dit jaar al zoveel mensen gesneuveld! Hopelijk wil de Heer Almachtig Van Ginkel en alle andere eerlijke lieden bewaren.

Eerste brieffragment belegering
Tweede brieffragment belegering

[=klaecht] nu spreeckt men weer van Een beleegerin
te doen datsomen seijt Maestricht wel weer mocht
gelden, de beginselen sijn in mijn opijnie niet goet
dewijlle men dat so lange te voorn so publijck door
de korantees als ande seijt, daerom niet kan geloof
=ven het daer op gemunt is, hoewel men seijt tot
reurmunde veel volckeren van alle kante haer ver
saemelen, en dat mij wt den haech geschreefve wort

datter veel swaer en groufe kanon naer den bos ge
voert wort, ick schrick te dencken aen weer Een
beleegerin so veel Eerlijcke liede sijnder het voorleedene
ijaer gebleefve vreese het niet beeter sal gaen,
want wij hebbe so dickmael preufve gehad wat staet
wij op onse gealieerde he troepees of volckeren hebbe
te maecken, de heer almachtich wil sijn hoocheijt
en den heere van ginckel met alle Eerlijcke lieden be=
=waeren[, voorleedene saterdach is sijn hoocheijt te]

Twee soldaten staan links van een kanon. Een van hen houdt een brandende lont bij het ontstekingsmechanisme. Deze prent is onderdeel van een serie van 12 (13 incl. titelprent) prenten met voorstellingen van militaire (wapen)exercities. Op de meeste van die prenten staan drie soldaten in verschillende houdingen met een bepaald wapen of instrument.
Exercities met een kanon: afvuren van een kanon, Jacques Callot, 1635 Collectie Rijksmuseum.

Vomeren

Er is meer nieuws over de koorts van Van Ginkel. Gelukkig is Ursula Philippota bij hem. De doktoren hebben hem laten ‘vomeren’, ofwel doen overgeven. Godzijdank heeft dat hem goed gedaan en gaat het nu weer beter.

Brieffragment zieke Van Ginkel

[soesdijck geweest en is nu al weer int leeger,] de vrou
van ginckel is int leeger haer man heeft 2a3
Exsesen van Een koorts gehadt, heeft met goet
vinde vande docktoore gevoomeert dat hem so van
heeteren schrijft weer teenemael harstelt heeft
so dat hij nu weer wel is daer de heere voor gedanckt
moet sijn[, de prockereur generael weesel is vandaech]

Een zieke man ligt in bed en moet overgeven. Hij wordt verpleegt door een bediende en een dokter controleert zijn gesteldheid. Door de deur is op de binnenplaats de personificatie van de door de mens verwaarloosde ziel te zien die door de duivel verpleegt wordt.
Dokter bij een zieke man, Gillis van Breen, 1595-1610. Collectie Rijksmuseum.

Godard Adriaans aanwezigheid

Er is nog zeer weinig bekend over de thuiskomst van Godard Adriaan. Wat duurt deze commissie toch lang! Ze heeft Godard Adriaan ook gewoon nodig om bepaalde beslissingen te kunnen nemen, zoals ze al eerder schreef. Al was het maar voor een korte periode…

Eerste brieffragment Godard Adriaans missie
Tweede brieffragment Godard Adriaans missie

het doet mij leet wt uhEd schrijfve te sien datter noch
so weijnich staet is te maecken of uhEd t huijs
koomen, deese komissie duert seer lange, ick ben
uhEd wel veroblijgeertVerobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is, Margaretha gebruikt het vaak algemeen voor dankbaar zijn voor sijn oblijsgantObligaat: verplicht. Maakt Margaretha hier een woordgrapje? Of een combinatie van grapjes Obligeren/obligaat, of dat GA’s complimenten obligaat zijn of misschien dat het een obligate brief is? schrijfve
en dat deselfve in mijn doen vergenoecht is, ick
doen wel mijn best maer vrees al, alst uhEd sal

sien datter noch al wat sal sijn dat r niet is soot uhE
gaern had daer om ick wel wenste deselfs pre
=sensie hier bijt werck Eens te sijn alwaert maer
voor Een kortentijt, [meester henderick schut is]

Putti aan het werk op een bouwplaats.
Allegorie op de mechanica, Bernard Picart, 1729. Collectie Rijksmuseum.

Het werk gaat door

Het werk aan het huis gaat namelijk gewoon door, en Margaretha wil graag dat alles naar wens is. Met Schut en Rietvelt heeft ze van alles afgesproken: over de dakvensters, het leggen van de stenen op de brug en van de vloeren onder de trap. Alles naar wens van manlief. Het zou wel fijn zijn als Godard Adriaan aan zou willen geven wat hij nu eigenlijk precies met hardsteen bedekt wil hebben. Wil hij dat de muren met hardsteen bedekt worden, net als op Kasteel Twickel?

Brieffragment voortgang

[voor Een kortentijt,] meester henderick schut is
gistere hier gekoome met den selfve en met riet=
velt heb ock van alles so vande dackvensters als
t legge vande roode breemense vloersteene opde
op de bruch ende ent legge vande vloere inde gaete onder
de trap het welcke van mij als ock vande voornoemde
werck baese teene mael ged volgens uhEd voor
slagen en schrijfve geaproobeertApproberen: Als overheid, gezagdrager of hoogere instantie goedkeuren wort, bij mijne voorga
heeft de s sekreetaris so hij meent pertinent
geschreefve hoe hier met het werck alles staet
en wat hartsteene hier sijn waer wt uhEd
sal konne sien watter noch van noode
soude sijn het welcke aen sijn beliefve staet
te weeten wat uhEd noch met hartsteen wil
bedeckt hebbe t sij alde muere omt huijs ge
=lijckt opt huijs te twickel is of niet[, de]

Een kasteel waarbij in de muren met strepen hardsteen en ook het deel in de gracht van hartsteen is. In de voorgevel zitten twee erkers, ook van hardsteen. Linksachter een brede lage toren, rechtsvoor een spitse hogere. Links de brug over de gracht.
Gezicht op Kasteel Twickel bij Delden, anoniem, in of na 1908. Collectie Rijksmuseum.

Meneer van (den) Doorslag wacht op antwoord

Margaretha sluit een brief van secretaris Van den Doorslag bij, hij heeft genoteerd wat Schut en Rietveld allemaal nog nodig hebben. Bovendien moeten er beslissingen genomen worden over de dak vensters. Het voorstel is om ze op het oosten, aan de voorgevel, te zetten en op het zuiden. Daar gaat de leidekker nu als eerste aan de slag.

Overigens is de laatste lading hout uit Hamburg zo slecht, dat het niet eens de moeite waard is ze te schaven. Daardoor ontstaat er wel een tekort aan hout…

Eerste brieffragment beslissingen dakvensters en hout
Tweede brieffragment beslissingen dakvensters en hout

[=lijckt opt huijs te twickel is of niet,] de
sekreetaris schrijft nu weer hier beneffens
wt de mont van schut en rietvelt altgeen
noodich is, versoecke hier met den Eerste ant
=woort op te hebbe voor al of uhEd gevallich is
datse dackvensters int ooste vant dack sette
dat recht opt voorburch sou koomen, en int
suijden, daer de leijdecker nu Eerst aent decke
weer sou gaen so haest die schoorsteen gedaen
is daerse

nu aen wercke en inde toekoomende weeck klaer sal weesen, l de leste
deelle die van hamburch gekoome sijn seijt schut dat so slecht
sijn dat sij het schaefve naulijcks waert sijn, over sulxs sulle
wij veel deellen te kort koomen,

Een statig huis met een hoge onderkant, relatief kleine ramen in het souterrain en grotere ramen op de verdiepingen erboven. Het huis is zes ramen breed en heeft boven het souterrain drie verdiepingen. Op de eerste verdieping is het derde raam van links een een deur met een balkon ervoor. Boven een zadeldak met links en recht een schoorsteen. Aan de rechterkant is het balkon boven de voordeur net zichtbaar met daarnaast de eerste boog van de dubbele brug.
Zijgevel, zuidzijde. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief. In het dak van de zuidgevel zitten uiteindelijk geen dakvensters.

Politiek en nogmaals de heldenzoon

Margaretha sluit haar brief af met de opmerkingen dat er weer gedeputeerden te velde uitgezonden worden en dat Godard Adriaan eigenlijk voor zo’n positie aan de beurt zou zijn. Kennelijk herinnert die opmerking haar aan andere politieke verwikkelingen, dus ze voegt een extra papiertje in voor een ps over de ongelooflijke staat van de Utrechtse politiek.

Tijdens het schrijven komt luitenant Kemp die bij de Slag bij Kassel aanwezig was. Toen hij uit het leger vertrok was Van Ginkel nog gezond. Kemp geeft nog een ooggetuigenverslag over de heldendaden van Margaretha’s zoon. En, minstens zo belangrijk, geeft een overzicht wie er overleden zijn. Van Ginkels kamerling Roelof Verweij is toch overleden…

ps Slag bij Kassel

ps so komt de luijtenant kemp wt het
leeger seijt de heer van ginckel voorleede
dijnsdach noch gesont was, en weet
niet genoech te seggge in wat perijckel
hij geweest is, en dat niet Een van
al de generaels Persoone int ge=
vecht, is geweest den graef van nassouWalraven van Nassau Usingen
en webbenomJohan Thibault Webbenom stonden van verren
en saechgent aen, den heer van ginckel
so ijder en ock kemp seijt heeft ongemeene
dinge gedaen ende vijant voor en achter
hechge en ingebroocke lant vervolcht
ent hooft geboode, god heeft hem wel
op Een wonderbaerlijcke manier be=
waert daer wij hem niet genoech voor
konne dancken, roellof sijn kamerlin
is doot binne ijperen gestorfven,
tis met geen monde wt te spreecke
hoe alle menchschen door gans hollan
van veelle spreecken, de heere wil
ons voort bewaere , kemp is hier
gesonde om paerde voorde heer van ginkels
reesgement te koopen, schaep de luijte
=nant vande heer van ginckel is ock gebleeve

Op de voorgrond de Franse legeraanvoerders, in de verte de slag aan de voet van de berg.
Slag bij Kassel, 11 april 1677, Adam-Frans van der Meulen, na 1677. Collectie Kasteel van Versailles. De Franse ‘generaalspersonen’ (op de voorgrond) staan net als die van de Republiek op een afstandje toe te kijken.