Op 1 april 1687 gaf Godard Adriaan van Reede, als Heer van de Heerlijkheid Amerongen, aan de drost van Amerongen de opdracht ene Jan Gertsen Spijcker onmiddellijk te arresteren.
De moord
Wat was het geval? Drie dagen eerder, op 29 maart, kreeg deze Spijcker in Breukelen in de herberg De Keyserskroon ruzie met de herbergier. Spijcker trok zijn mes en stak op hem in. Cornelis Arisz Bosch, de herbergier, bezweek een dag later aan zijn verwondingen. Direct na het overlijden van de herbergier kwam het Hof van Utrecht al in actie. Met vijf man sterk trok men naar Breukelen, waar getuigen werden gehoord en er een lijkschouwing plaatsvond. Spijcker kregen ze echter niet te pakken. Die had ondertussen al de benen genomen.

Naar Amerongen
De steekpartij was het nieuws van de dag en verspreidde zich als een lopend vuurtje in de omgeving. Zo wist men op 1 april in Amerongen al wat er in Breukelen gebeurd was en wie de dader was. Nog diezelfde dag ontdekte men dat Spijcker zijn toevlucht had genomen in de Amerongse herberg van Jan van Os.
Gevangen
Als Heer van de Hoge Heerlijkheid Amerongen gaf Godard Adriaan de opdracht Spijcker gevangen te zetten in het raadhuis. Daar werd hij door twee dienaren bewaakt om elke vluchtpoging te voorkomen. Omdat de moord gepleegd was in Breukelen nam men contact op met het Hof van Utrecht. Utrecht droeg daarop de onderzoeksresultaten over aan het gerecht van Amerongen.

Het vonnis
Tijdens het verhoor confronteerde men Spijcker met de getuigenverklaringen. Hij ontkende echter dat hij begonnen was. De herbergier was hem met een mes aangevallen en uit zelfverdediging had hij toen ook zijn mes getrokken. Waar en hoe hij de herbergier had geraakt kon hij zich niet meer herinneren. De getuigen verklaarden echter het tegendeel: Spijcker was begonnen. Bovendien was hij al eens eerder veroordeeld voor het trekken van zijn mes. De drost eiste dan ook de doodstraf wegens manslag, onopzettelijke moord, te voltrekken door het zwaard. Godard Adriaan bekrachtigde de eis en conform de eis vonniste de schepenbank de doodstraf. Godard Adriaan bekrachtigde ook dit vonnis.
Het vonnis voltrokken
Op 12 april werd het vonnis op het schavot voltrokken door de beul, die speciaal voor deze gelegenheid uit Utrecht ontboden was. De totale kosten van deze rechtszaak waren niet gering, namelijk 183 gulden, waarvan 60 gulden voor de beul. Godard Adriaan droeg hieraan 51 gulden bij. Dat had hij er wel voor over, want iedereen had nu met eigen ogen kunnen zien dat de Heer van Amerongen besliste over leven en dood.

Verder lezen |
Barelds, B.(2000) De moord op de Breukelse herbergier Cornelis Arisz Bosch, 1687. In: Tijdschrift Historische Kring Breukelen, jrg. 15, nr. 1. Pag.55-57. |
Geef een reactie