In het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) vormden de Spaanse Nederlanden (het huidige België) een twistappel tussen de Republiek en Frankrijk. Lodewijk XIV wilde graag de Spaanse Nederlanden inlijven bij Frankrijk. Om dat gevaar te bezweren stuurde Johan de Witt een gezantschap naar Spanje met de opdracht een verbond met Spanje te sluiten. De Witt hoopte zo de Zonnekoning te weerhouden van een inval in de Spaanse Nederlanden, omdat Frankrijk in dat geval van twee zijden zou worden aangevallen: Spanje en de Republiek. Spanje had net, in 1659, na vijfentwintig jaar oorlog voeren, een vrede met de Fransen gesloten.

Stralende afgezant
Samen met twee andere diplomaten werd Godard Adriaan van Reede in 1660 uitgezonden op diplomatieke missie naar Madrid. De keuze voor Godard Adriaan was niet toevallig. Hij had zich immers in in het verleden een bekwaam onderhandelaar getoond. Zijn kwaliteiten waren ook de beroemde dichter Joost van den Vondel opgevallen. Ter ere van de benoeming van Godard Adriaan tot gezant naar Spanje schreef hij het gedicht “Claraque in luce refulsit”, in goed Nederlands: “En hij schitterde in helder licht”.

… Madrid zal juichen op den glans van Amerongen,
En ’t Bisschoppelijck Sticht, wanneer de Staetsgezant,
Onthaelt op ’t groot palais, door eene straet van tongen,
Het bontgenootschap sterckt van ’t vrije Nederlandt…
Naast de opdracht om in Madrid de belangen van de Republiek te behartigen, dienden de gezanten ook aan te dringen op de uitvoering van de afspraken die bij de vrede van Munster (1648) gemaakt waren over de aan het huis van Oranje behorende goederen.
Meereizende zoons
De enige zoon, de dan zestienjarige Godard, mocht met zijn vader mee naar Spanje. Op de kade van Hellevoetsluis nam hij volgens Lodewijk Huygens “een zeldzaam en vermakelijk afscheid” van zijn moeder Margaretha. Deze Lodewijk Huygens, zoon van de bekende Christiaan Huygens, ging mee vanwege zijn kennis van de Spaanse taal. Uit een brief van Margaretha aan vader Huygens weten we dat Godard Adriaan er dankbaar gebruik van heeft gemaakt. Ze noemt in haar schrijven zijn zoon “een groote hulp”.

Diplomatieke strategie van Johan de Witt
In werkelijkheid was deze diplomatieke missie met betrekking tot de staatszaken een afleidingsmanoeuvre. De Witt knoopte namelijk tegelijkertijd besprekingen aan met Frankrijk over de verdeling van de Spaanse Nederlanden tussen Frankrijk en de Republiek. De Hollandse raadpensionaris hoopte dat de Franse koning onder druk van een verbond van de Republiek met Spanje zou inzien dat verovering van de Spaanse Nederlanden geen optie was en genegen zou zijn om met de Republiek te onderhandelen. Tegen deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat behalve het gedicht de diplomatieke missie naar Spanje niets opleverde en als een voetnoot in de geschiedenis verdween. Ondanks zijn diplomatieke behendigheid leverde het uiteindelijke ook De Witt niets op.
Bronnen | Feiten |
Lennep, J. van (1863). De werken van Vondel, in verband gebracht met zijn leven, en voorzien van verklaring en aanteekeningen; deel acht. Amsterdam: Gebroeders Binger. | pp. 117-118: Gedicht |
Wickevoort Crommelin, H.S M. van (1913). Johan de Witt en zijn tijd. Amsterdam: Nederlandsche Algemeene Maatschappij van Levensverzekering “Conservatrix”. | pag. 51 – 52: Onderhandelingen met Frankrijk |
George Ellerbroek (2017). Godard Adriaan van Reede van Amerongen; een biografische schets. Kasteel Amerongen | pag. 11: Inhoud missie |
Mulder, A.W.J. (2015). Kasteel Amerongen en zijn bewoners. Amerongen: Vriendenkring van Kasteel Amerongen | pag. 34: Belangen van Oranje |
Brief van Margaretha aan Constantijn Huygens |
Object | Invalshoek |
Reiskist | Diplomatieke missie |
Portret van Godard Adriaan op de galerij | Vondel schreef zijn gedicht op basis van dit schilderij |
Schilderij van Godard van Ginkel op 16-jarige leeftijd | Reis naar Spanje |
Geef een reactie