Tweede Wereldoorlog

Lachende jonge man met pet.

Het verhaal van Ruben Velleman

Author

Ruben Velleman was de fotograaf van Het Leven geïllustreerd, die vanaf een hooiwagen een foto van de keizer in de tuin van Kasteel Amerongen maakte. Dit was niet het eerste bewijs dat de keizer in Amerongen was. De foto’s worden pas in oktober 1919 in het tijdschrift geplaatst. Volgens het artikel in het tijdschrift was de aanleiding voor het maken van de foto dat de keizer een baard had laten staan. Iedereen kende de keizer immers met een schone kin, dus dat moest gekiekt worden!

De voorbereidingen

De eerste keer vertrekken de fotograaf en zijn assistent vrij onvoorbereid naar Amerongen. Daar aangekomen horen ze als snel dat de keizer onwel is en niet buiten komt. Ze maken het bezoek wel zinvol, want ze doen uitgebreid onderzoek hoe ze de keizer kunnen fotograferen. Dat is niet makkelijk want de muur is hoog en de delen waar alleen een hek zit zijn dichtgetimmerd. De lagere muur aan de Rijnsteeg was met een schutting een meter verhoogd. Bovendien patrouilleerde de politie de hele dag bij het hek. De heren nemen contact op met Reyer van Dijk van de boerderij Roodestein en vragen hem of ze zijn hooiwagen een half uur mogen huren. Reyer is wantrouwend en vraagt waarom. Als hij het plan hoort moet hij lachen en wil hij graag meewerken. Met die toezegging op zak vertrekken Ruben Velleman en zijn kameraad weer naar Amsterdam.

Een oudere man met een grijze snor en baard en een hoed op loopt met een stok. Zijn linker hand zit in de zak van zijn jas.
Ex-keizer Wilhelm II met nieuwe baard, Ruben Velleman, 1919. Fotocollectie Het Leven (1906-1941), bron: Het Geheugen (Delpher)

De uitvoering

Als de keizer beter is gaan ze weer naar Amerongen en voeren hun plan uit. Gelukkig bleken de rijkswachters niet meer de hele dag buiten te staan bij het hek, maar alleen als de keizer in de tuin wandelde. Dat maakt het voor de fotografen makkelijker om te weten wanneer ze in actie moeten komen. De hooiwagen met speciale vracht wordt bij de muur geparkeerd, zogenaamd omdat het paard een hoefijzer verloren heeft. Al snel horen ze stemmen en zien ze de keizer, die vergezeld wordt door zijn adjudant-generaal Von Dommes en de foto wordt gemaakt. De keizer kijkt op, maar ziet de camera niet. Velleman roept “Morgen!” en de keizer groet vriendelijk terug. Dan komt uit de verte de keizerin aangelopen en Velleman maakt weer foto’s. Dat ziet de keizer en het bevalt hem allerminst. Von Dommes snelt naar buiten naar de veldwachters.

Een zeer bewogen foto van een tuin met borders en strak geschoren heggen. Op één van de paden loopt een dame in het wit in een getailleerde jas met een hoed op en een paraplu aan haar arm.
Ex-keizerin Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein brengt een telegram aan haar echtgenoot de ex-keizer van Duitsland, fotograaf onbekend, 1919. Fotocollectie Het Leven (1906-1941). Bron: Het Geheugen (Delpher)

De arrestatie

De fotografen zijn niet gek en hebben een paar lege fotoplaten klaar liggen om aan veldwachter Beek te overhandigen en het lijkt erop dat ze hun gemaakte foto’s mee naar Amsterdam kunnen nemen. Ze nemen de tram naar Driebergen om daar op de trein naar Amsterdam te stappen. Zodra ze in Driebergen een kaartje voor de trein kopen, worden ze gearresteerd wegens een moordaanslag op de ex-Keizer. De inmiddels behoorlijk opgewonden Beek gelooft het foto-verhaal niet meer en is er zeker van dat hij een moordaanslag verijdeld heeft. Daarom wil hij de mannen fouilleren. Bij het fouilleren vinden ze het magnesium dat gebruikt wordt bij fotografie (in plaats van een ingebouwde flitser…), Velleman had zelfs een lont in zijn zak, dus het was wel duidelijk dat dat dynamiet was. Uiteindelijk moesten ze wel accepteren dat er alleen foto’s gemaakt waren. De dienders probeerden nog op allerlei wijzen de gemaakte foto’s in hun bezit te krijgen, maar dat is niet gelukt.

De rest van het leven van Velleman

Het tijdschrift ‘Het Leven geïllustreerd’ blijft tot 1941 bestaan. Velleman is joods en moet een andere inkomensbron zoeken, wat op dat moment niet makkelijk was. Hij wordt keukenhulp in de joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bos. Het lijkt erop dat de Duitsers Het Apeldoorsche Bos met rust laten, bovendien kregen hij en zijn vrouw een ‘Sperre’ (vrijstelling van deportatie), omdat hij een essentieel beroep in de zorg had. In januari 1943 vindt de geruchtmakende deportatie van alle patiënten uit Het Apeldoornsche Bos plaats. Ruben en zijn vrouw komen in het tweede transport terecht en gaan eerst naar Westerbork. Uiteindelijk bezwijkt Ruben in Dachau en zijn vrouw wordt vermoord in Auschwitz.

Jonge man met een pet schuin op zijn hoofd zit met zijn arm leunend op de rugleuning van de bok op een hooiwagen. Op zijn schoot heeft hij een ouderwetse camera.
Ruben Velleman, de fotograaf van Het Leven die keizer Wilhelm II vanaf een hooiwagen wist te fotograferen, 1919. Fotograaf onbekend. Collectie: Fotocollectie Het Leven. Bron: Het Geheugen (Delpher)

Gerelateerde berichten

Vijf officieren voor het kasteel

Gemobiliseerde officieren

Author

In 1939 wordt de dreiging van een Duitse inval steeds groter. De Nederlandse regering geeft daarom opdracht tot mobilisatie van het leger. Amerongen ligt niet ver van de Grebbelinie, een vitaal onderdeel van de Nederlandse verdediging in het oosten. Amerongen is één van de dorpen waar legereenheden worden ondergebracht. Vele soldaten verblijven in het koetshuis, enkele officieren vertoeven op het kasteel. Een aantal hoge officieren poseert tijdens een bezoek op de trappen voor het kasteel. Op 13 mei 1940 verliest het Nederlandse leger de Slag om de Grebbeberg en rukt het Duitse leger op. In het dagboek van graaf Bentincks  kleinzoon Siegfried lezen we: ‘Onder de bomen voor het huis en in het ‘‘Crowwood’’ achter het huis en in de tuin waren Duitse tanks geparkeerd’.

Vijf soldaten staan op de trap van het kasteel.
Officieren van het 3e bataljon van het 11e Regiment, 1939. Particuliere collectie.

Gerelateerde berichten

Een soldaat op een tank die half weggezakt is in het water.

Verdediging door middel van water

Author

Het idee om je te beschermen tegen vijanden en rovers met behulp van water bestaat al heel lang.
De adel deed dit al eeuwen op hun riddermatig goed en lieten dan ook een gracht aanbrengen rond hun burcht. Hiervoor was dan toestemming verleend door de leenheer.

Oude vogelvluchttekening van een omgracht kasteel. De gracht loopt rond, met daar omheen bomen. Het huis staat midden in de gracht. Op de ommuurde voorburcht staan aan weerszijde van de oprijlaan twee gebouwen met trapgevels. Recht tegenover het kasteel, bij de eerste brug staat een poortgebouw. Aan de voorkant hebben de muren van de voorburcht torens.
Fragment uit Het kasteel Middachten : met ontwerp voor een buiten de slotgracht gelegen plein voor de poort van de voorburcht, N. Ritz van Geelkerck[en], 1652. Archief Huis Middachten.

Tachtigjarige oorlog

Tijdens de Opstand tegen de Spaanse koning, ook wel de Tachtigjarige Oorlog genoemd, begonnen de opstandige steden, die de Spanjaarden zagen naderen aan de horizon, hun omringende dijken door te steken en dammen te bouwen om zo de vijand met hun zware kanonnen natte voeten te bezorgen. Het succes was wisselend, maar in 1573 was het doorsteken van de dijken (inundaties) voor de stad Alkmaar een van de middelen om de victorie te brengen. Voor boeren en buitenlui was deze verdedigingsmethode overigens altijd een ramp omdat het land na een inundatie vaak jarenlang niet meer bruikbaar was. Zij saboteerden de inundaties dan ook vaak. Bovendien was het herstel van dijken vanwege de oorlogshandelingen vaak niet mogelijk.

Dit paneel is vervaardigd door de schilder P.A.Cluyt. Een kopie ervan bevindt zich eveneens in de collectie van Stedelijk Museum Alkmaar. Het is te vinden onder nummer 020601. De tekst in het cartouche op dit paneel maakt duidelijk dat het afgebeelde voorwerp een pontonbrug voorstelt van 100 voet lang, 5 voet hoog en 10 voet breed. Voor kenners zijn de contouren van de ommuurde stad Alkmaar wel herkenbaar. Van links naar rechts tekenen de silhouetten van de Kapelkerk, het Heilige Geest Gasthuis (thans de Waag), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk zich af. Op de voorgrond rechts staat een kanon, dat vuur en rook uitspuwt. Rechts van de twee toegangsroutes naar de stad staat een batterij van negen kanonnen, die eveneens tegelijkertijd in actie zijn.De belegering van Alkmaar vormde een keerpunt in de succesrijke heroveringspolitiek van Alva. Nadat diens zoon Don Frederik de steden Mechelen, Deventer, Naarden en Haarlem had veroverd, zette hij koers naar Alkmaar, dat in juni 1572 met grote aarzeling partij had gekozen voor prins Willem I van Oranje. De vorst bezocht de stad in oktober van dat jaar en gaf opdracht tot versterking van de vestingwerken. De architect werd landmeter Adriaan Anthonisz (1541-1620). Toen de Spaanse troepen op 16 juli 1573 voor de stad verschenen, waren vier van de acht door hem ontworpen bolwerken klaar. De hier afgebeelde noordzijde was nog in aanbouw. Alleen de stadsmuur uit 1551 bood enige bescherming. Deze werd verstevigd. Op dit paneel is Alkmaar te zien vanuit het noorden, waar de Spanjaarden de Friese Poort bestormen, nadat ze de runmolens en de tonnenschans hebben veroverd. Deze gebeurtenis vond plaats op 29 augustus 1573. Links op de voorgrond staat een vendel Spaanse soldaten te wachten tot het in actie moet komen. Rechts eveneens een Spaans vendel dat op het punt staat om aan te vallen; een soldaat is in de beschutting van een schans en een uitkijktoren bezig zijn kanon te richten. Schuin achter hem staan twee monniken, die de troepen zegenen. Links op het middenplan de drie wielen van een overtoom, waar schepen konden worden overgezet. Daarnaast kanonnen op affuiten en Spaanse soldaten die ze in de beschutting van schanskorven bedrijfsklaar maken. De Friese Poort wordt van twee kanten aangevallen. Op de achtergrond de stad met onder meer de silhouetten van de Kapelkerk, het Heilige Geest Gasthuis (nu de Waag), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk. In de cartouche onderaan is een pontonbrug te zien die op de Spanjaarden is veroverd. De aangegeven datering 1573 geeft aan in welk jaar dit wapenfeit plaatsvond. Hoewel de teksten in de cartouches suggereren dat de belegering van begin tot eind in beeld is gebracht, gaat het op dit paneel toch vooral om de bestorming van de Friese Poort.
Het beleg van Alkmaar in 1573, gezien vanuit het noorden, Pieter Adriaensz Cluyt, 1580. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar.

In 1629 is er nog sprake geweest van een waterlinie langs de Vecht en van de Grebbelinie, maar de Spanjaarden zijn toen niet meer in de buurt gekomen.

Het Rampjaar: verschillende waterlinies

Na de Tachtigjarige oorlog waren er wel plannen om een waterlinie goed uit te werken, maar daar is uiteindelijk weinig aandacht aan besteed. Mede daardoor waren de vestingsteden ten oosten van Holland in 1672 zwaar verouderd toen het op verdediging aankwam.

Toen in 1672 de Fransen en Engelsen met een aanval dreigden, had de Republiek wel een zeemacht, maar nauwelijks een landmacht. Als eerste moesten dus het oosten en zuiden worden beschermd. De Staten van Holland haalden oude plannen voor inundatie uit de kast. Dijken en sluizen werden afgebroken en er ontstond een strook water in de polders vanaf de Zuiderzee tot aan ‘s Hertogenbosch. Tijdens het Rampjaar zette de Republiek bovendien IJssellinie en de Friese linie in.

De Franse troepen onder generaal Pichegru steken de bevroren Waal over, 28 januari 1794.
Pichegru steekt de bevroren Waal over, Cornelis Brouwer naar Dirk Langendijk, 1795. Collectie Rijksmuseum.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie

Ook na het Rampjaar was het plan om de waterlinie nu echt goed voor te bereiden. Eind achttiende eeuw worden de eerste tekeningen voor een Nieuwe Hollandse Waterlinie gemaakt. Die is niet klaar voordat de Fransen komen. Doordat het hard vroor in de winter 1795-1796 konden de Fransen de Maas en Waal te voet oversteken. Napoleon is bijzonder geïnteresseerd in de ideeën voor de waterlinie, omdat hij zo het voor hem belangrijke Amsterdam kan verdedigen. Het komt alleen niet tot een uitvoering. Napoleon bouwt wel de Stelling van Den Helder uit. Uiteindelijk is het Koning Willem I die een aanvang maakt met de vestingwerken. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is rond 1870 gereed.

De Tweede Wereldoorlog

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog dachten we nog dat de Grebbelinie de Duitsers tegen kon houden. Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt tot 1939 gemoderniseerd. Zoals de foto hieronder laat zien werd er zelfs in 1939 een test gedaan of een pantservoertuig een waterlinie kon passeren.

Proefneming met een Renault T17 tankette om aan te tonen dat de Waterlinie onpasseerbaar was voor pantservoertuigen. Bemanningslid verlaat het voertuig via koepelluiken
Militaire oefening te velde, soldaat verlaat een tank van een in de waterlinie vastgelopen tank, NV Vereenigde Fotobureaux, 1939. Collectie: Fotocollectie Elsevier Binnenland / Nationaal Archief.

Gerelateerde berichten