Op de wandtapijten in de gobelinkamer staat een mooi pallet van het rijke boeren landleven. In de tijd van Margaretha was dit Huys zeker zelfvoorzienend. Destijds kon je niet even de supermarkt inlopen om je spullen te kopen. Het was dus eigenlijk een hele grote voorname boerderij.
De tuin
Er werd groente geteeld door de tuinbaas, een belangrijk mens. Want die wist precies hoe je dat doen moest. En in de tuin, die er nu zo prachtig bij ligt hebben vast een varken en een paar kippen en ganzen rondgelopen. Ook de vissen uit de slotgracht werden opgegeten. In de brieven van Margaretha lezen wij dan ook dat ze steeds bezorgd is om de voedselvoorziening. Die werd voor een groot deel ingemaakt, gezouten, gerookt of anderszins geconserveerd.
Slachten
Op een dag in november, de slachtmaand, schrijft ze aan haar man Godard Adriaan dat zij twee ossen had laten slachten. Eén was van eigen aanwas (zelf gefokt) en een had zij in Denemarken gekocht. De beesten waren zo dik van het vet dat zowat het hele dorp was komen kijken (vetprijzen) Bijzonder is wel dat zij en haar man een os gekocht hadden in Denemarken, waarom?
[krijgen,] ick heb vandaech twee osse het Een
Margaretha aan haar Man Godard Adriaan op 11 november 1679
van ons Eijgen foxsel sijnde Een 3 ijaerijge os
en Een deense die ickt voorleede somer heb
gekocht geslacht, ons leefven hebbe wij geen
beest so doorwasse en vet gekocht noch
geslacht als dien drije aerijge en ons
Eijgen foxsel is, de an is ock heel goet
maer heeft niet bij de voorseijde, wenste
uhEd die had moogen helpen nuttigen
sal de paterstucke voor selfve bewaeren
De Deense os
De Deense os was een ras dat meer vet en vlees aanzette en dat was natuurlijk voor de voedselvoorziening belangrijk. In de 13de eeuw handelde men in Europa al in deze ossen. Ze kwamen lopend van Denemarken naar hier en naar elders in Europa. De reeds magere ossen verloren bij die lange, drie à vier weken durende tocht, vaak nog 60 tot 80 kg aan gewicht. De ossen kwamen ook wel per boot naar onze zeehavens. Ossenweiders (vetweiders) begeleidden de ossen, zij wisten langs de route de sappigste weiden te vinden.
Ossenmarkt
In het voorjaar als de beesten waren aangekomen, ontstonden er handelsplaatsen, in dit geval de “magere ossenmarkten” genoemd. Waren ze vetgemest dan werden zij in oktober verhandeld op de “vette ossenmarkten”. Nederlanders speelden een belangrijke rol in de import en de handel van ossen.
Geef een reactie