De staten van Gelre boden in 1675 stadhouder-koning Willem III het ambt van opperjagermeester van de Veluwe aan. Kort daarop benoemden zij Godard van Reede van Ginkel op voorspraak van de prins tot luitenant-opperjagermeester (luitenant betekent letterlijk plaatsvervanger). Hieruit blijkt wel dat in de loop van de tijd Godard steeds meer in de gunst van de prins is komen staan. Maar het feit dat Middachten gunstig gelegen was voor de jacht op de Veluwe en van oudsher jachtrechten bezat zal zeker ook meegespeeld hebben.
Luitenant-opperjagermeester
De functie van luitenant-opperjagermeester was na landdrost en richter, een van de belangrijkste ambten in het gewest. Deze functie hield onder meer in: het organiseren van de jacht en leidinggeven aan boswachters. Zij zagen erop toe dat er niet gestroopt werd of dat er andere zaken gebeurden die het daglicht niet konden verdragen. De luitenant-opperjagermeester was tevens hoofd van de jachtrechtbank, het Hoog Adellijk Jachtgericht, en mocht overtreders bestraffen. Dat leverde ook nog aardig wat inkomsten op, want Godard mocht de boetes in eigen zak steken. Ook niet onbelangrijk was, dat dit ambt hem dichter bij de prins bracht. De prins was immers een hartstochtelijk jager.
Willem III als jager
Willem III was, zoals wellicht bekend, een fanatiek jager. Zo fanatiek dat hij een keer een hert de stadsgracht van Harderwijk en een zelfs tot twee keer toe tot in de gracht van huis Rosendael had gejaagd. Hij was ongeveer tien weken per jaar te vinden op de Veluwe om daar te jagen. Zijn jachtterrein kon hem niet groot genoeg zijn. Hij liet geen gelegenheid onbenut om het uit te breiden, niet alleen door van landeigenaren grond aan te kopen, maar ook door in het jachtrecht te laten opnemen dat hij op hun terrein mocht jagen.
Bovendien had Willem III bij een regeringsreglement van 1675 zichzelf het recht toegekend jachtplakkaten uit te vaardigen. In deze jachtplakkaten werd het jachtrecht van de adel nog meer beperkt. Godard, die de plakkaten moest opstellen, was het lang niet altijd eens met de bepalingen die Willem wilde doorvoeren. Het ging hem veel te ver, maar de prins zette door, uiteraard.
Heren van Middachten
De heren van Middachten waren altijd al opperwildforster, een soortgelijke functie als jagermeester geweest. Zij mochten van oudsher als een van de weinigen heren op de Veluwe op grof wild jagen. Niet zo gek dus dat Godard, als heer van Middachten, luitenant-opperjagermeester van de Veluwe was geworden. In 1701 deed hij afstand van zijn functie ten gunste van zijn tweede zoon, Godard Adriaan van Reede, Heer van Herrenveld, die later kasteel Middachten zou erven.
Zoals eerder gezegd was Godard ook hoofd van de jachtrechtbank van de Veluwe. Dat zou hem nog in een lastig parket brengen!
Verder lezen? |
Bruin, Renger de en Luc Nagtegaal (2022). Amerongen en Middachten, twee kastelen één geschiedenis. Amerongen/Middachten: Stichting Kasteel Amerongen / Stichting Kasteel Middachten. Pagina 19-20 |
Wassenaar. H. (1995) Stadhouder Willem III als opperjagermeester. Een vriend van de adel? Virtus. Journal of Nobility Studies 3 -1, 1995. |
Geef een reactie