Hoe keek over het algemeen de bevolking tegen een ongetrouwde freule aan, zeg in de 19e eeuw? En wat verwachtte men van zo iemand? De twee ongetrouwde zussen, gravinnen van Reede, werden in Amerongen door hun dorpsgenoten “de meladdies” genoemd. Een begrip in het Amerongen van de 19e eeuw. Waren zij geliefd?
De meladdies
Deze vraag kwam bij mij boven toen ik in “Mulder” las dat halverwege de 19e eeuw de dorpsbewoner de twee oude adellijke dametjes van het kasteel Amerongen “goedmoedig”, jawel, “de meladdies” noemden. Mijn spellingscontrole herkent deze betiteling niet. Logisch, want dit is waarschijnlijk een verbastering van het woordje “Mylady” en dan in het meervoud. Kennelijk bliefden de dames die voor een deel van hun leven in Engeland hadden gewoond, op zo’n wijze aangesproken te worden door het personeel dat overigens geen Engels sprak, dat is wel duidelijk.
Maar waren ze dan geliefd? Geliefd in het dorp van ruwe plattelandslui? En deden ze aan liefdadigheid?
Marie en Chrisje
De twee freules, zussen, waren in een bevoorrecht milieu opgegroeid als kinderen van de vijfde graaf van Athlone. Maria Wilhelmina (Marie) werd geboren in 1769, Christina Reiniera (Chrisje) zeven jaar later. In de tijd van de Verlichting leefden zij beschermd en waren bekend met kunst, muziek, literatuur en schouwburg. De hele familie Van Reede musiceerde en de beide zusjes konden goed zingen!


Omwenteling
Maar hoe trad men de buitenwereld tegemoet? De buitenwereld die steeds minder pikte van de ondemocratische, ouderwetse, wetgevingspraktijken. Van papa is bekend dat hij dat niet zo handig deed. Ze vluchtten in 1795, net als de stadhouder met zijn gezin, naar Engeland. Marie was, als hofdame van Wilhelmina van Pruissen, met de prinselijke familie gevlucht naar Engeland. Na 14 jaar kwamen ze terug. Europa had genoeg van Liberté en van de Fransen. Het oude leventje werd weer opgepakt in de Nederlanden en Egalité was ver te zoeken.
De Meladdies en Amerongen
De beide zussen van Reede bleven ongetrouwd. Was dit omdat er geen geld was om een goede partij aan de haak te slaan? Diverse erfeniskwesties in de familie hebben voor veel problemen gezorgd, maar de beide zussen mochten op Amerongen blijven wonen. Dat deden ze dan ook, afgewisseld met periodes in Den Haag, het kasteel overlatend aan de zichzelf verrijkende rentmeester.
Vanuit hun adellijke geboorte gezien was ‘Liefdadigheid’ de beide dames waarschijnlijk niet vreemd.
En wat deed de adel dan in het algemeen? Vaak werden er soep- en brooduitdelingen gedaan aan arme kerkleden. Vaak ook werden er via het testament bedragen aan de kerk geschonken die voor de armenkas waren bedoeld.

Testament
Maria Wilhelmina bepaalde in haar testament dat uit haar nalatenschap jaarlijks een som geld moest worden besteed aan de uitdeling van soep of andere levensmiddelen aan de behoeftigen behorend tot de Nederlandse Hervormde gemeente. Christina Reiniera legateerde haar kamenierster een bedrag van 20.000 gulden, hoewel je dit geen liefdadigheid meer kan noemen, maar eerder een zeer goed pensioen. Vergelijk het inkomen met dat van een bediende op het kasteel dat ergens tussen de vijftig en honderdvijftig gulden per jaar lag. Wat misschien wel als liefdadigheid kan worden gezien is de openbare waterpomp die de dames hebben laten installeren in 1845. Van het schone drinkwater kon immers het hele dorp gebruikmaken.

Er is eigenlijk niet zoveel bekend over de vrijgevigheid van de meladdies. Maar dat het Amerongense volk volgens Mulder kwalificaties zoals ‘goedmoedig’ worden toegedicht, doet me wel achter de oren krabben.
De dames liggen begraven in het familiegraf van de van Reedes op de Oude Begraafplaats in Amerongen waarvan de grond ooit is geschonken door hun neefje, de achtste graaf van Athlone, “als algemene begraafplaats voor rijk en arm”.
Geef een reactie