Tijdens de Tachtigjarige oorlog staat de periode 1579-1588 bekend als Parma’s negen jaren. Na de Hertog van Alva(1567-1573) en Requesens (1573-1576) probeerde de Hertog van Parma als Spaanse landvoogd de opstandige gewesten in de Nederlanden weer onder het gezag van de Spaanse koning Philips II te brengen. Hij is bijzonder succesvol: hij herovert Brabant, Limburg, Overijssel, Friesland, Groningen en Drenthe. In 1584 herovert hij de protestantse steden Gent en Brugge in Vlaanderen en begint hij de belegering van Antwerpen.
En door…
In 1585 werd kolonel De Tassis, gouverneur van Zutphen, richting Utrecht en Holland gedirigeerd om het koninklijk gezag daar te herstellen. Onder zijn aanvoering trokken duizend man voetvolk, zeshonderd ruiters en veertig wagens vanuit het Gooi via de Veluwe richting het gewest Utrecht. Half juni kwamen ze aan in de buurt van Woudenberg, waar ze hun tenten opsloegen.
Reactie van de Republiek
De Staten-Generaal reageerden alert en stuurden de stadhouders van Gelderland en Utrecht, graaf Adolf van Nieuwenaar en Joost de Soete, richting de Spaanse troepen. Met een troepenmacht van zevenhonderd soldaten, merendeels Duitse huurlingen, en zo’n zeshonderd ruiters trokken ze de vijand tegemoet. In de nabijheid van Amerongen sloegen ze hun kamp op, ‘op twee mylen naa aan den vyandt’, mogelijk op het plateau dat nu in het Amerongse bos is gelegen. Door zijn strategische ligging in het landschap heeft men vanaf het plateau een goed uitzicht op de Nederrijn. De Andrieskerk werd gebruikt om soldaten en materieel te herbergen.
De aanval
Op 23 juni 1585 trok De Tassis met een deel zijn ruiterij richting Amerongen. Het overig deel van zijn cavalerie en het voetvolk waren nog een uur gaans verwijderd. Van Nieuwenaar en zijn aanvoerder Maarten Schenk kozen voor de aanval. Over de plaats waar de slag plaats vond zijn de bronnen niet eensluidend. Mogelijk in de uiterwaarden van de Nederrijn, dan wel op de Amerongse heide stormden de Staatse ruiters af op de troepen van De Tassis. Het werd een ware slachtpartij. Aanvankelijk leken de Spaanse troepen het onderspit te delven.
De ommekeer
Toen De Tassis de inmiddels aangekomen rest van zijn troepen in de strijd wierp, keerden de kansen echter. Wrang hierbij was dat deze troepen onder aanvoering stonden van Oswaldt en Harman van den Bergh, twee zonen van graaf Willem IV van den Bergh. Deze graaf Willem IV was een zwager en aanvankelijk medestander van Willem van Oranje. Na de weigering hem schadeloos te stellen voor de vernielingen die de Staatse troepen hadden aangericht aan zijn Huis Bergh, waren hij en zijn zonen overgelopen naar het Spaanse kamp. De troepen van Van Nieuwenaar en De Soete sloegen op de vlucht en honderden soldaten lieten het leven. Van Nieuwenaar en Schenk ontkwamen, maar stadhouder De Soete viel in de handen van de vijand. Hij werd ter dood veroordeeld, maar uiteindelijk tegen een hoog losgeld weer vrijgelaten.
Plunderingen
De Spaanse troepen bleven nog twee dagen in Amerongen en plunderden het dorp. De Andrieskerk werd zwaar beschadigd. Diverse huizen, zoals het huis van de schout, de brouwerij en de molen werden vernield. Ook de Amerongse boeren leden zwaar onder de strijd. Sommige boerenfamilies raakten in een keer al hun bezit kwijt. In Amerongen zou de veldnaam ‘De Doodslag’ mogelijk nog aan deze slag bij Amerongen herinneren. In 1898 werden bij werkzaamheden aan de Drostestraat menselijke resten gevonden, die zouden kunnen wijzen op een massagraf uit de Spaanse tijd.
Geef een reactie