In de middeleeuwen ontstonden er heerlijkheden. In de loop der tijd slaagden adellijke grondbezitters erin steeds meer politieke, economische en juridische macht te verwerven. Zij noemden zich ‘heer‘ en hun gebied een ‘heerlijkheid‘. Het waren zelfstandige gebieden met eigen lokale wetten, bestuurders en rechtspraak. Vaak hadden de edelen in hun heerlijkheden een gelijknamig kasteel of herenhuis staan. Behalve rechten gaf een heerlijkheid ook status, inkomsten en macht.

Het gerecht

De heer had het recht om functionarissen aan te stellen. Het gerecht van Amerongen bestond uit de drossaard (of drost), vijf schepenen, twee burgemeesters en twee kerk- en ijkmeesters. Gerecht klinkt voor ons vooral juridisch. Die taak had het gerecht ook, maar het was ook ‘gewoon’ het bestuursorgaan. Ze ging over het wel en wee in de heerlijkheid, over wie er mocht wonen en over het betalen van de belastingen. Ook bewaakte ze de orde en de rust in het gebied. Het gerecht werd bijgestaan door een secretaris.

De drost werd direct door de heer aangesteld en die maakte elk jaar een lijst met mensen die werden genomineerd voor de andere gerechtsfuncties. Daaruit koos het gerecht dan de leden voor het komend jaar. Omdat de heer het benoemingsrecht had moest hij de lijst goedkeuren. In de praktijk nam hij altijd het voorstel van het gerecht over. Wel nam hij alle nieuwe leden de eed af.

Een lommerijk plein met bomen. Links huizen met aan het eind een huis met een trapgevel. twee dakkapellen en een trap naar de toegangsdeur. Tussen de bomen staat een pomp waar twee vrouwen bij staan.
Gezicht in het dorp Amerongen, met links het raadhuis en rechts een waterput, J.J. Liender, 1777. Collectie Koninklijk Huisarchief, reproductie Het Utrechts Archief.

De drost

Het belangrijkste lid van het gerecht was de drost. Die was de rechtmatige vervanger van de heer bij diens afwezigheid. De heer van de heerlijkheid benoemde altijd zelf de drost en die kreeg de functie voor onbepaalde tijd. De drost kwam eigenlijk altijd van buiten de heerlijkheid en had ruime juridische en ambtelijke ervaring. De heer van de heerlijkheid verdeelde de taken.

De drost was de voorzitter van het gerecht en hij was verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en de rechtspraak. Als heemraad was hij ook verantwoordelijk voor het toezicht op het onderhoud van de dijken en controleerde hij ook de staat van de wegen. Verder ging hij over het heffen van belastingen, het vastleggen van testamenten en het beheren van insolvente boedels (als men niet meer kon betalen).

Een deel van het salaris van de drost bestond uit (een deel van) de belastingen en boetes. Die mocht hij dus zelf houden.

Zilveren ambtsketen van de Drost van Amerongen. De keten bestaat uit een grote penning in reliëf opgemaakt bestaande uit twee staande leeuwen die een naar voren stekend ovaal dragen waarin het wapen van Amerongen (rood schild met een grijze diagonaal in het midden met aan weerszijden drie Franse leliën). De leeuwen staan op een banier met Hooge Heerlijkheid Amerongen erop. De penning hangt aan drie grof geschakelde kettingen en komen samen aan een ring. Deze ring komt uit de opengesperde mond van een mannenhoofd met hoofddeksel. Vanuit dit hoofddeksel komen twee grof geschakelde kettingen waarvan de korte eindigt in een haak en de lange in een haakse lat.
Ambtsketen van de drost van Amerongen, Theodore van Dam, 1758. Collectie Kasteel Amerongen

De leden van het gerecht

Amerongen had twee burgemeesters en vijf schepenen. De burgemeesters en de drost vormden samen het dagelijks bestuur. De ijk- en kerkmeesters hadden een specifieke taak in het bestuur. Soms hadden schepenen een dubbeltaak: dan waren ze bijvoorbeeld schepen en ijkmeester. De ijkmeesters controleerden of iedereen in het dorp zich aan de juiste maten en gewichten hield. Op die manier was een pond overal in de heerlijkheid even zwaar: zowel bij de bakker als bij de boer. De kerkmeesters beheerden de goederen die na de reformatie over gegaan waren naar het gerecht.

Een kaasverkoper met een mes in de hand, een mand aan de ene arm en een grote kaas onder de andere arm. Over zijn schouder hangt een weegschaal.
Kaasverkoper (met een weegschaal op zijn schouder), Giuseppe Maria Mitelli, 1660. Collectie Rijksmuseum.

De afschaffing van heerlijke rechten

Na het ontstaan van de Bataafsche Republiek in 1795 schafte men de heerlijkheden als bestuursvorm af. De gemeentebesturen voerden vanaf dat moment de bestuurlijke taken uit. Met een staatsregeling in 1798 verdwenen in de Noordelijke Nederlanden de bestaande heerlijke rechten. Later herstelde koning Willem I een aantal heerlijke rechten, behalve het belangrijkste recht: het benoemen van de schout. Bij de grondwetsherziening van 1848 werden de heerlijke rechten definitief afgeschaft.

In de praktijk bleek dat heerlijkheden na de grondwetsherziening zijn blijven bestaan, maar dat de inhoud veranderde en ze privaatrechtelijk van aard waren geworden. Eigenaren bleven zich onderscheiden door de hun naam te laten volgen door de naam van de heerlijkheid. Godard van Aldenburg Bentinck deed dat onmiddellijk nadat hij Amerongen verkreeg. Hij tekende met ‘Godard Bentinck van Amerongen’.

Een bakstenen huis van één verdieping hoog en bedekt met rode pannen. De voordeur zit in het midden met twee hoge ramen aan iedere kant. Het dak heeft twee koeken en twee schoorstenen. Het huis is begroeid met klimop en heeft een kleine veranda. Voor het huis staan grote bomen.
Het drostehuis in Amerongen, maker onbekend, voor 1970. Collectie Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
Ambtsketen van de drost van AmerongenTheodore van Dam1758 (waarschijnlijk)ZilverDepot (0732)

Gerelateerde berichten

Auteur

  • Marion vd Hurk

    Naast mijn werk als instructeur Eerste Hulp en auteur van diverse EHBO boeken, ben ik hier sinds januari 2001 rondleider. Geschiedenis vond ik van jongs af aan boeiend en leerzaam. Het terrein van Kasteel Amerongen oplopen voelt als thuiskomen. Ik leid dan ook graag bezoekers rond in dit kasteel met zijn boeiende historie.

    Bekijk Berichten