Politiek

Twee cartouches met de portretten van Johan en Cornelis de Witt

De moord op de gebroeders De Witt

Author

Na de mislukte moordaanslag op Johan de Witt en de arrestatie van Cornelis de Witt bleef het nog erg onrustig in de Hollandse steden. De door pamfletten verspreide complottheorieën en oproepen om zich van de gebroeders te ontdoen, werden steeds extremer. Johan de Witt kon geen goed meer doen zoals in het volgende versje valt te lezen:

De Wit gewondt en weer gesont?

In hondert jaer geen droever maer.

Was hij gedoot,

’t lant had geen noot.

Naar de Gevangenpoort

Het was vroeg in de ochtend van 20 augustus dat het vonnis over Cornelis werd uitgesproken. Schuldig bevonden, maar waaraan werd niet vermeld. De cipier raadde hem aan zo snel mogelijk de Gevangenpoort te verlaten. Echter door zijn jicht en zijn verwondingen ten gevolge van de folteringen die hij een paar dagen eerder ondergaan had, kon hij nauwelijks meer lopen. Hij verzocht om zijn broer te laten komen om hem met een koets op te halen1dit is de versie van Luc Panhuysen. Toen Johan, te voet vooruitgesneld, bij de Gevangenpoort, die 200 meter van zijn huis lag, arriveerde, was het daar nog redelijk rustig.

Onrust

Maar al snel kwam er een mensenmassa op de been. Tichelaar was die ochtend vrij gelaten en had de boel zitten opstoken. Het gerucht deed de ronde dat Johan nu ook in de Gevangenpoort was. Wellicht hebben oranjegezinde regenten ook aan stemmingmakerij gedaan. De onvrede over Johan de Witt had zich in alle lagen van de bevolking genesteld.

Aanvankelijk ging het er nog gemoedelijk aan toe maar geleidelijk aan werd de stemming steeds grimmiger. Een steeds grotere schare mensen kwam op de been. Zij scandeerden:

De Prins boven!
De Witten onder!
Wie anders meent,
dien sla de donder!

Een plein met links achter de hoge statige gebouwen van het Binnenhof. Rechts een huis die tegen een poort aan staat. Links op het plein een verhoging van steen waar gras op groeit. Op de verhoging staat een galg. Op het plein twee ruiters, een koets en een elegant koppel.
De Plaats met het Binnenhof en de Gevangenpoort in Den Haag, Gerrit Adriaensz. Berckheyde, 1680-1690. Privécollectie, bron: Wikimedia. Het standpunt van de schilder is pal voor het huis van de Van Reedes aan de Kneuterdijk.

Schutterij

Ook een deel van de Haagse schutterij, Oranje-Blanje-Bleu, die op handen van prins was, had uit eigen beweging ‘de bescherming’ van de gebroeders ter hand genomen. Intussen was op initiatief van Hendrik Verhoeff, een zilversmid die gezworen had de gebroeders de Witt te vermoorden, de gehele schutterij, die grotendeels uit oranjegezinden bestond, op de been gebracht. Een kleine groep geradicaliseerde schutters dreigde de overhand te krijgen. De cavalerie onder leiding van de graaf van Tilly moest er soms aan te pas komen om ze op afstand te houden.

De Gecommitteerde Raden (uitvoerend orgaan van de Staten van Holland) hadden drie regimenten van de cavalerie eropaf gestuurd. Ze stuurden tevens een verzoek aan de prins van Oranje om militaire versterking en verzochten hem ook in persoon aanwezig te zijn om de gemoederen te sussen. Willem ging niet op het verzoek in. In de middag kreeg Tilly, het bevel van de voorzitter van de Gecommitteerde Raden, Van Boetzelaer, om de plek te verlaten omdat ze elders dringender nodig waren. Later bleek dat dit een vals alarm en een voorwendsel was. Tilly weigerde aan het mondeling bevel te voldoen, maar moest toch gehoorzamen toen hij een schriftelijk bevel had gekregen. Hij vertrok met de woorden: “Nu zijn de Witten dode lieden”.

Op het strand staat rechts de schutterij van Den Haag, zij zijn eigenlijk het hoofdthema van het schilderij. Verder staat het hele strand voor met notabelen en toegestroomde bevolking. Ergens in de mensenmassa staat een koets.
Het vertrek van Koningin Henrietta Maria van Scheveningen naar Engeland op 26 februari 1643, Henry Lesire, 1643-1654. Privécollectie, bron: Wikimedia. De schutterij van Den Haag, rechtsvoor, is eigenlijk het onderwerp van dit schilderij.

Confrontatie

In de namiddag drongen opgehitste, dronken schutters de Gevangenpoort binnen. Johan gedroeg zich heldhaftig en zei “Mannen, is het om mijn leven te doen? Schiet mij dadelijk onder de voet” maar Verhoeff hield de anderen tegen. De gebroeders moesten volgens hem voor het oog van de wereld sterven. De schutters sleurden Johan en Cornelis naar buiten. Cornelis, die natuurlijk slecht ter been was, struikelde en werd onder de voet gelopen. Met een geweerkolf werden hem de hersens ingeslagen. Johan werd op weg naar de galg door een marineofficier van achteren neergeschoten2dit is de versie van Luc Panhuysen. Hij was nog niet dood, wilde zich oprichten maar werd met de kolf van een musket neergeslagen.

Lynchpartij

Nu was de beer los. De meute maakte zich meester van de lichamen. Beide lichamen werden ondersteboven opgehangen om zo de val van de staatslieden te symboliseren, de wijs- en middelvinger van Johan werden afgesneden, daarmee had hij immers het Eeuwig Edict gezworen. Zijn tong moest afgesneden, want daarmee had hij dezelfde eed uitgesproken. Het werd een steeds wanstaltiger vertoning. Iemand had het hart van Johan uitgesneden en smeet dat steeds tegen zijn gezicht, normaal gesproken een handeling die de beul doet bij landverraders! Nadat een stel vleeshouwers de lichamen hadden opengesneden, zoals bij geslachte dieren gebeurt, gingen sommigen er zelfs toe over delen van de lichamen op te eten! Het werd een ware orgie!

Op de voorgrond staan de Johan en Cornelis de Witt temidden van het tumult, daarachter worden ze naar het Groene Zoodje gesleept en op het Groene Zoodje worden ze opgehangen. Overal is het vol mensen en is de schutterij te herkennen aan vaandels en speren. Daarnaast lopen er mensen met geweren, hakbijlen en zwaarden. Rechts wordt op mensen geschoten.
Grote plaat van de moord op de gebroeders De Witt, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie: Rijksmuseum. Het huis links achter aan De Plaats is het huis van de Van Reedes.

Oranje en de moord

Voor aanhangers van de prins was de moord op de gebroeders De Witt het zoveelste bewijs dat hoogmoed voor de val komt. Een belangrijk thema in de 17de eeuw dat veelvuldig wordt afgebeeld zoals bijvoorbeeld op ‘ons’ schilderij in de hal van Apollo en Marsyas!

Over de rol van Willem III bij de moord op de gebroeders De Witt zijn de meningen verdeeld. Wel is het zeker dat hij geen enkele poging gedaan heeft om de daders van de moord op te sporen. Integendeel, hij beloonde Tichelaar en Verhoeff vorstelijk. Vermoedelijk waren de krachten die hij ontketend had te groot geworden om nog tegen te houden en heeft hij gedacht: ‘het doel heiligt de middelen’. Hoe gruwelijk de middelen ook waren.

Gedenkwaardige dag

Twintig Augustus zou als een gedenkwaardige dag de geschiedenis in gaan. Op één en dezelfde dag werd het vonnis over Cornelis de Witt uitgesprokenGaspard Fagel als opvolger van Johan de Wit tot raadspensionaris van Holland benoemd én de gebroeders De Witt op gruwelijke wijze vermoord.

Gerelateerde berichten

De mislukte moordaanslag op Johan de Witt

Author

In de aanloop naar de zomer van 1672 was het een chaos in de Republiek. Velen waren op de vlucht geslagen voor het aanstormende Franse leger en zochten hun heil in Holland. De gewone burgers zagen dit met angst en beven aan. Ze zochten een zondebok.

Regenten

Het feit dat de vluchtende regenten eerst hun spullen in veiligheid stelden en daarna zelf een veilig heenkomen zochten maakte het er niet beter op. Er ontstond een bittere haat jegens de staatsgezinde regenten, met name tegen de gebroeders De Witt. De predikanten zweepten vanaf de kansel het volk op. Een stroom aan pamfletten met complottheorieën ging rond (niks nieuws onder de zon, denk aan onze sociale media). De geruchtenmachine draaide op volle toeren.

Johan en Cornelis vliegen als duivels door de lucht. De prins staat bij de Hollandse Tuin waarin de Hollandse Maagd en de Hollandse Leeuw zich bevinden. Verder overal delen van de bevolking in rep en roer. Rechts de katholieke kerk van waaruit de paus en de Franse koning de gebeurtenissen overzien. Bovenin de voorstelling staat de titel van de prent in een cartouche aan weerszijden waarvan de verminkte lichamen van de gebroeders De Witt hangen.
Spotprent met Johan en Cornelis de Witt die als duivels door de lucht vliegen, 1672, Jacob de L’Ambre, 1672 – 1675. Collectie Rijksmuseum.

Geruchten

Zo werd Johan ervan beschuldigd expres de landmacht te hebben verwaarloosd om het de Fransen makkelijk te maken de Republiek te veroveren. Anderen gingen zelfs nog verder. Johan de Witt zou God en vaderland hebben verkwanseld aan de Fransen om te voorkomen dat de prins aan de macht zou komen. Ook zou hij enorme hoeveelheden geld uit de wisselbanken gestolen hebben en naar een bank in Venetië hebben overgemaakt om zijn eigen kas te spekken en de prins de voet dwars te zetten.

De haatcampagne sleepte mensen uit allerlei lagen van de bevolking mee. Johan de Witt bleef zichzelf: koelbloedig en vastberaden. Hij sprak de Staten van Holland toe en zei dat zij het goede voorbeeld moesten geven. Het was niet de vijand “maar wijzelf door wie wij worden verslagen en als de regenten geen kordaatheid tonen en als wij hierin geen verandering brengen, is er geen hoop op remedie”. Mooi gezegd, maar het mocht niet baten. 

Brede straat met wat hoge bomen. Het eerste huis links is twee verdiepingen hoog en meer dan tien ramen breed. Daarachter een huis met een fronton, daarvoor staat een koets. Verderop staat op de straat een pomp. Op straat lopen mensen en er staat een koets. De bomen staan vol in blad.
De Kneuterdijk met links het huis van de Van Reedes. Het huis met de koets ervoor is de woning van Johan de Witt, onbekende maker, ca 1690. Collectie Gemeentearchief Den Haag.

De aanslag

Op 21 juni 1672 liep Johan de Witt ’s avonds laat van het Binnenhof naar zijn huis aan de Kneuterdijk. Vier jongemannen, waaronder Pieter en Jacob de Graef, twee zoons van rechter Jacob de Graef, wachtten hem op bij het Groene Zoodje. Ze wisten dat hij de kortste route naar huis zou nemen en dus daarlangs zou komen. De aanval verraste de raadspensionaris volkomen. De degens raakten hem in zijn nek en ribben. Hij was ernstig, maar niet dodelijk gewond. Met behulp van zijn knecht wist hij zijn huis te bereiken.

Ondanks zijn verwondingen en de inzettende koorts schreef Johan de Witt zelf brieven aan zijn broer Cornelis en aan de Staten van Holland. Aan zijn broer beschreef hij nauwkeurig hoe de aanslag in zijn werk was gegaan en welke verwondingen hij had opgelopen. De Staten van Holland deelde hij mee dat hij voorlopig zijn werk niet kon doen. Johan zou anderhalve maand nodig hebben om weer enigszins te herstellen.

De daders

In het donker vechten mannen voor een muur. Onder de prent staat “Ian de Wit uyt de publique affaires na huys gaende, werd aengeranst en gequetst van Iacob de Graef en dry van syne compagnie.
De mislukte moordaanslag op Johan de Witt, fragment uit: Witten Wonder Spiegel, Romeyn de Hooghe, 1675. Collectie Rijksmuseum.

De identiteit van de overvallers werd spoedig achterhaald. Een van hen, Jacob de Graef, kon opgepakt worden. Hij legde een volledige bekentenis af. Het kwam erop neer dat hij de kerk had willen verdedigen. Meer hadden de predikanten niet nodig. Ze verhieven hem tot martelaar. Dat hij Jacob heette was ook wel handig. Er werden vergelijkingen gemaakt met Jakob en zijn nachtelijke worsteling met God.

Het Hof van Holland berechtte Johan de Graef. Het vonnis werd onverwachts snel al na een week uitgesproken: verraad aan het hoogste gezag, dat betekende de doodstraf. Er moest een voorbeeld gesteld worden. Op 29 juni werd Jacob op het Groene Zoodje, niet ver van waar hij de aanslag gepleegd had, onthoofd. Het was een bloederige bedoening. De beul moest twee keer met zijn zwaard zwaaien voordat het raak was. Al snel verscheen er een pamflet met als titel ‘De worsteling Jacobs’, geschreven door de predikant Simon Simonides. De strekking was dat God zelf had ingegrepen en het zwaard van de beul had tegen gehouden! 

De haatcampagne tegen de gebroeders De Witt was nu op volle stoom gekomen.

Gerelateerde berichten

Tekening van een verdedigbare toren aan een rivier.

Het politieke vertrouwen in de IJssellinie

Author

Ondanks het falen in 1624 zetten de Staten Generaal en de Hollandse politici in 1672 weer volledig in op de IJssellinie. Eigenlijk had men vertrouwen in alle verdedigingslinies, want die zouden de oprukkende Fransen gaan tegenhouden. Als de forten bij Maastricht en de zes Rijnforten zouden vallen vallen, dan kwamen de Fransen aan bij de IJssellinie, waar veel loopgraven waren aangelegd. Dat kon toch niet mis gaan?

Een toren met huis en een brug tussen de bomen aan een spiegelgladde rivier.
Oude Poll bij Wilp (tussen Apeldoorn en Deventer) aan de IJssel, Constantijn Huygens (II), 10 mei (!) 1672. Collectie Rijksmuseum.

Het leger

Op papier was het Staatse leger zo’n vijftigduizend man groot, maar dat was alleen op papier. Niemand wist wat de daadwerkelijke omvang van het leger was. Maar plannen en maatregelen stemden optimistisch. 

Een Staats leger van 30.000 man werd langs de IJssel gestationeerd. Het plan om door te stoten naar Holland zou op deze manier verijdeld worden. De Staten Generaal beseften dat bij de IJssellinie vooral gewone burgers en boeren gelegerd waren, maar vertrouwden erop dat hun aantal ervoor zou zorgen, dat ze net zo effectief zouden zijn als een gewoon leger.

Een stoet van soldaten en paarden die kanonnen verplaatsen in een landschap.
Soldaten verplaatsen kanonnen, Stefano della Bella, 1620-1664. Collectie Rijksmuseum.

Kritiek

Toen Hieronymus van Beverningh openlijk zijn twijfel uitsprak of de Fransen bij de IJssel wel tegen gehouden konden worden, werd Johan de Witt woedend.

Ik wil hopen [dat] in dien bij de hooge officieren wederomme soo bekrompe gedachten ende advisen mogen wesen ofte noch werden geuyttet, dat Uw Ed. deselve met cordaetheydt ende met betooninge van een sonderlinge ernst sal van de handt wijsen, ende niet gedoogen dat in ’t leger bij de minderen officieren ende gemeene soldaeten soodaenige voorslaegen ofte gedachten comen betekent te werden.

Dus hij verwachtte dat, als er zulke geluiden kwamen van hoge officieren, Beverningh ze zou ontkrachten en dat dit soort gedachten absoluut niet bekend mocht worden bij lagere officieren of gewone soldaten.

Helaas was de methode ‘kop in ’t zand’ toen ook al niet effectief. Dat wil zeggen, op de korte termijn gingen de voorbereidingen aan de IJssel gewoon door.

BronnenFeiten
Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.pp. 102-102: De visie van Den Haag over de IJssellinie
Nimwegen, Olaf van (2020). De veertigjarige oorlog 1672-1712. Amsterdam: Prometheuspp. 112-113: Johan de Witt
W.J. Knoop, J.W. van Sypestein en J.P. de Bordes, De Gids, Jaargang 15, 1851, pag. 159De IJssellinie faalde

Gerelateerde berichten

Een slot met een tuin aan een rivier

Verbond met Brandenburg

Author

‘Onze’ Godard Adriaan van Reede presenteerde al op 20 november 1671 een plan aan de Staten Generaal waarin hij onder meer ten zeerste de aanbeveling deed om Friedrich Wilhelm keurvorst van Brandenburg over te halen tot een bondgenootschap met de Republiek. Immers de Republiek moest naarstig op zoek naar bondgenoten en de keurvorst had één van de beste legers van het Duitse Rijk. Bovendien was Friedrich Wilhelm een oude bondgenoot van de Republiek.

Het Hertogdom Kleef

De keurvorst had ook persoonlijke belangen bij een verbond. Verschillende van zijn domeinen lagen dicht bij het onrustige bisdom Keulen. Het Hertogdom Kleef, dat onder het gezag van de keurvorst viel, grensde aan Nederland. Al sinds geruime tijd mocht de Republiek in zes vestingen aldaar garnizoenen leggen. Kleef was dus belangrijk voor de bescherming van het oosten van de Republiek.

Kaart van de Republiek en Noord-Duitsland. Het Duitse deel is een lappendeken. In het Oosten strekt zich een groot blauwpaars deel uit van ruim ten westen van Berlijn tot en met de huidige Poolse kust.
Brandenburg (blauwpaars) in het noorden van het Heilige Roomse Rijk in 1648. Kaart: Ziegelbrenner, Bron: Wikimedia Commons (klik voor grote afbeelding).

Lodewijk XIV

Er waren ook nog andere redenen dat de keurvorst zich zorgen maakte. Het machtsevenwicht in Europa dreigde verstoord te raken door de agressieve politiek van Lodewijk XIV. Bovendien was Lodewijk XIV katholiek en noemde hij zich ‘rex christianissimus ‘, de meest christelijke koning. Dat deze fanatiekeling de protestantse Republiek dreigde te vernietigen baarde de streng calvinistische Friedrich Wilhelm ernstig zorgen.

Godard Adriaan op missie

Godard Adriaan werd door Johan de Witt op diplomatieke missie gestuurd en kwam op 16 januari 1672 aan in Berlijn. Hij was niet de enige die Friedrich Wilhelm gunstig probeerde te stemmen. Al geruime tijd verbleven er Franse diplomaten aan het hof van de keurvorst. Echter de toenadering van de Fransen tot de keurvorst hadden tot nu toe een mager resultaat opgeleverd: een soort halfslachtige neutraliteit. De keurvorst was Godard Adriaan goed gezind, maar het duurde erg lang voordat Den Haag van zich liet horen. Godard Adriaan kreeg geen informatie, had geen kennis van wat er in de Republiek gebeurde en geen mogelijkheid om een verdrag te sluiten.

Een slot met twee zijvleugels in een geometrische tuin met rechte vakken met daarin broderieën. Op de voorgrond een rond plein met een brug over een water waarop roei- en zeilboten varen.
Het Keurvorstelijk slot met de lusthof in Potsdam, gezien vanaf de Havel,Johann Gottfried Bartsch naar Johann Gregor Memhardt, ca. 1660. Collectie Stiftung Preußische Schlösser und Gärten Berlin-Brandenburg.

‘Wechselfieber’

Gelukkig genoot Godard Adriaan wel de sympathie van keurvorst. Hij kreeg zelfs een voorkeursbehandeling. Maar de keurvorst kon niet eeuwig aan het lijntje gehouden worden. Het ijzer moest gesmeed worden nu het heet was, want de keurvorst stond bekend om zijn ‘wechselfieber’ (wisselkoorts). Zelf zei hij dat niemand kon vaststellen of hij ‘de vos of de haas’ was. Hij twijfelde om over de brug te komen, omdat er geen medestanders waren. Hij wilde vooral dat keizer Leopold meedeed ondanks het feit dat die ook als zeer katholiek bekend stond.

Een man met een vierkant hoofd met lange donkere krullen staat naar rechts gewend. Hij kijkt ons aan met donkere ogen, een rechts neus, een smalle snor en een kneveltje. Om zijn nek draagt hij een witte kanten sjaal. Daaronder een harnas met daaroverheen een blauwe sjerp. Hij heeft witte kanten manchetten.Links op de achtergrond een veldslag, rechts een gordijn. Hij leunt met zijn linker hand op zijn helm met witte veren.
Friedrich Wilhelm, Keurvorst van Brandenburg (1620-1688). Collectie Kasteel Amerongen.

Kosten en troepen

Uiteindelijk lieten de Staten Generaal wat van zich horen. Er volgde een moeizame onderhandeling over hoeveel soldaten er nodig waren en over hoe hoog de subsidies zouden zijn die de Staten Generaal zouden bijdragen. De keurvorst dacht aan een hoger aantal soldaten dan de Republiek. Uiteindelijk werden ze het eens over een leger van 20.000 man waarvan eenieder de helft van de kosten op zich zou nemen. De Republiek zou 600.000 gulden aan werfgeld en de helft van de onderhoudskosten in maandelijkse subsidies betalen.

Geheime clausule

Het verdrag hield ook een geheime clausule in, een zgn. ‘openbare rupture’. Dat betekende dat, als er een oorlogsverklaring zou komen, de keurvorst openlijk zou breken met die landen die de Republiek aanvielen. Het was al met al een dappere stap van de keurvorst, want zonder medestanders zou zijn leger van 20.000 man niet tot veel in staat zijn. Friedrich Wilhelm hoopte dan ook dat het verdrag ook de Keizer van het Heilige Roomse Rijk over de streep zou trekken.

Het verdrag

Het Verdrag van Berlijn werd op 6 mei 1672 gesloten, mede ondertekend door Godard Adriaan van Reede. Het zou echter nog geruime tijd duren voordat het verdrag geratificeerd en het geld binnen was. Dit ondanks dat in het verdrag bepaald was dat de keurvorst het beloofde leger pas paraat zou hebben binnen twee maanden nadat hij het werfgeld ontvangen had. Godard Adriaan zweette peentjes! Beetje bij beetje sijpelde het geld via kredietbrieven bij de Hamburgse wisselbank binnen. Het zou nog tot eind september duren voordat het leger van de keurvorst paraat was.

Op een druk plein is van alles te doen. Mannen vervoeren volle tonnen en balen, Het gebouw rechts heeft een overkapping en onder die overkapping zijn verschillende weegschalen te zien. Op de achtergrond twee gebouwen. Één met open luiken en het ander, hoger, met een sierlijke entree van natuursteen, maar verder vrij donker.
Oude Beurs en Waag in Hamburg, Elias Galli, ca. 1680. Collectie: Museum für Hamburgische Geschichte, bron: Wikimedia Commons.
BronnenFeiten
Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact.p. 121-130:De rol van Godard Adriaan bij het verdrag
Dreikämper, Petra (1998). Redeloos, radeloos, reddeloos, De geschiedenis van het Rampjaar 1672. Hilversum: Verloren.Hoofdstuk 3 (p. 40) en Hoofdstuk 5 (p. 74) Positie van de keurvorst
TermEngelsDuits
KeurvorstVorst van het Heilige Roomse Rijk die mee mag kiezen en die gekozen mag worden tot Keizer.ElectorChurfürst
Heilige Roomse RijkVerzameling van grotere en kleinere staten. In de middeleeuwen bestond het uit het hele gebied van Zuid-Italië tot de Oostzee, na 1648 was het het huidige Duitsland, Polen, Hongarije, Tsjechie, Oostenrijk, Lotharingen, Franche Comté en de Savoye.Holy Roman EmpireHeilige Römische Reich
DiplomatieBetrekkingen tussen landen. Diplomacy (Ambassador)Diplomatie (Botschafter)

Gerelateerde berichten

Gravure van een man met lange krullen die twee vingers in de lucht houdt.

Prins Willem III kapitein-generaal voor één veldtocht

Author

Hoewel formeel de macht en de mogelijkheden van Willem III door de gewesten beperkt waren, begonnen rond 1670 de twintigjarige prins en de orangisten steeds meer aan invloed te winnen. De dreiging van Lodewijk XIV werd steeds sterker en de roep om de prins van Oranje steeds krachtiger. Voor Johan de Witt, de raadspensionaris, een nijpende situatie.

Om een tafel en daar verder omheen staan allemaal mannen met pruiken. Op tafel ligt een stad, Willem III houdt met zijn linker hand de stad vast en steekt met zijn rechterhand twee vingers in de lucht. Hij kijkt schuin naar boven. Boven de tekst Zijn Hoogheijt d'Heer Prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672
“Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

Akte van Harmonie

Johan de Witt en de Staten van Holland hielden nog steeds vast aan de Akte van Harmonie waarin bepaald was dat Willem pas op meerderjarige leeftijd kapitein-generaal1Opperbevelhebber van het Staatse leger mocht worden. Volgens Johan de Witt betekende dat op 23-jarige leeftijd (dit was de gebruikelijke definitie van meerderjarigheid) en dat zou pas in november 1673 zijn. Volgens anderen, waaronder Amalia van Solms en Friedrich Wilhelm, de keurvorst van Brandenburg, twee van de drie voogden van Willem III, was Willem al op achttienjarige leeftijd meerderjarig geworden.

Compromis

Johan de Witt kwam uiteindelijk met het voorstel hem voor één veldtocht aan te stellen, maar daar ging Willem niet mee akkoord. Uiteindelijk liet hij zich door vrienden, waaronder de zeer Oranjegezinde Johan van Reede, heer van Renswoude, overreden het toch te doen. Op 25 februari werd Willem benoemd tot kapitein-generaal voor één veldtocht. Er werd een groot feest gegeven alsof er van dreiging geen sprake was. Het volk reageerde uitzinnig van vreugde.

Voor- en achterzijde van een zilveren munt. Links prins Willem III in volledige wapenuitrusting, te paard met veldheersstaf in de rechterhand en rechts borstbeeld prins Willem III, gezicht vrijwel aanziend.
Prins Willem III benoemd tot Kapitein-Generaal en Admiraal. Collectie Teylers Museum

De realiteit van het Staatse leger

Maar Willem wachtte geen dankbare taak. De gevolgen van de verwaarlozing en versnippering van het Staatse leger begonnen steeds duidelijker te worden. Het leger bestond uit kleine ‘provincielegertjes’. Elk gewest bekostigde zijn eigen deel van het leger. Dit alles ging ten koste van de solidariteit tussen de gewesten. Bovendien was het landleger sterk verzwakt omdat de Republiek onder Johan de Witt een aantal jaren geleden de keuze gemaakt had voor een sterke zeemacht in verband met het beschermen van de koopvaardij. Dit alles stond in schril contrast met het machtige leger van Lodewijk XIV en zijn bondgenoten, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen.

Op 25 februari 1672 werd Willem III, prins van Oranje, aangesteld als kapitein-generaal van het Staatse leger. Aanvankelijk dus voor slechts één veldtocht maar er zouden er nog vele volgen.

Drie soldaten spelen onder een boom een kaartspel. Met tweeregelig Latijns onderschrift (Tympana rauca silen, dordenitq dolabra ligoq; Quin igitur temput fallere sorte iuvet.)
Kaartspelende soldaten, Cornelis Bloemaert (II), naar Abraham Bloemaert, na ca. 1625. Collectie Rijksmuseum.

Gerelateerde berichten

Jongen met donker lang haar

Van Prins naar Stadhouder, een lange weg

Author

Prins Willem III werd op 4 november 1650 onder een slecht gesternte geboren. Acht dagen eerder was zijn vader stadhouder Willem II op 24-jarige leeftijd onverwachts aan de pokken overleden. De dood van Willem II was een grote slag voor de Oranjes en de Oranjegezinden. Maar Johan de Witt en de staatsgezinden zagen hun kans schoon om de macht van de Oranjes in te perken. Het stadhouderschap en de functie van kapitein-generaal (opperbevelhebber) van het Staatse leger was een min of meer erfelijk privilege geworden voor de Prinsen van Oranje. Dit was dé gelegenheid om daar paal en perk aan te stellen.

Een bleke jonge jongen met donker haar tot net over de oren leunt met zijn rechterhand op een tafel. Hij draagt een geel jack met een witte, platte kraag.
Prins Willem III van Oranje, Cornelis Jonson van Ceulen, 1657. Collectie National Portrait Gallery.1In de grote zaal van Kasteel Amerongen hangt een portret van de jonge Godard van Reede van Ginkel. Dit is ook van Cornelis Jonson van Ceulen, gedateerd 1659.

Het eerste stadhouderloze tijdperk

Bijna gelijktijdig met de doop van Willem II in de Grote Kerk in Den Haag in januari 1651 begon nog geen 50 meter verderop de Grote Vergadering. De Staten van Holland drongen er in deze vergadering, die zeven maanden duurde, op aan om voorlopig geen nieuwe stadhouder meer aan te stellen. En dat gebeurde. Ook werd besloten dat elk gewest zijn eigen leger zou onderhouden en er geen kapitein-generaal meer nodig was. Dit markeerde het begin van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Het was bovendien het begin van wat later de ‘Ware Vrijheid ‘ zou zijn. Dit was vrijheid in de zin van ongedeelde macht van de Staten, vrij van stadhouders.

In augustus 1651 wees de Hoge Raad van Holland en Zeeland moeder Mary Stuart I, oom Friedrich Wilhem Keurvorst van Brandenburg en grootmoeder Amalia van Solms aan tot voogden van de jonge Willem III. Het testament waarin Willem II zijn vrouw als voogd had aangewezen was namelijk niet ondertekend.

Akte van Seclusie

Het zag er niet naar uit dat Willem III ooit nog aan de macht zou komen. In 1654 zou Johan de Witt, een geheime clausule, de Akte van Seclusie, bij de Vrede van Westminster laten opnemen. In deze clausule beloofden de Staten van Holland dat ze Willem III nooit tot stadhouder zouden benoemen. Deze clausule moest geheim blijven omdat er geen meerderheid voor was in de Staten Generaal. Natuurlijk kwam het toch uit. De Witt beweerde dat Oliver Cromwell, het niet koninklijke staatshoofd van Engeland, sterk had aangedrongen op deze clausule, omdat Willem III ook een Stuart was. Willem II en Mary Stuart I, de ouders van Willem III, waren in de Engelse burgeroorlog voor het koningshuis Stuart en tegen het parlement en dus Cromwell geweest.

Willem III en de Stuarts

Een man in een maillot met rok, hoge hakken en pofmouwen staat met zijn armen wijd en één voet uitgedraaid voor de andere. Op zijn hoofd een kroon en een heleboel veren.
Kostuum van Lodewijk XIV als Apollo in het Ballet de la Nuit (1653), Henri de Gissey. Collectie: Bibliothèque National de France.Kostuum van Lodewijk XIV als Apollo in het Ballet de la Nuit (1653), Henri de Gissey. Collectie: Bibliothèque National de France.

Intussen leerde Willem III allerhande kennis en vaardigheden waarvan niemand wist of hij ze ooit nodig zou hebben. In 1659 werd Frederik van Nassau, heer van Zuylestein, onwettige zoon van Frederik Hendrik, op voorspraak van Willems moeder Mary gouverneur van Willem. Willem was dol op hem. Zuylestein was toegewijd aan de oranjemissie en droeg de Stuarts een warm hart toe. Zijn echtgenote, Mary Killigrew, was hofdame van Mary Stuart I. Zuylestein moedigde Willem aan om contact te zoeken met zijn oom Charles II, met wie Willem het ook heel goed kon vinden. Charles was een banneling en zwierf door Europa maar hij maakte er het beste van. Hij was een vrolijke flierefluiter. Over hem is bekend dat áls hij een keertje alleen in zijn bed lag, hij zich liet omringen door de naar hem genoemde King Charles Spaniels.

Het Eeuwig Edict

In 1667 besluiten de Staten van Holland tot afschaffing van het stadhouderschap, het zogenaamde Eeuwig Edict. Voor sommige staatsgezinden ging dit besluit zelfs niet ver genoeg, want ze waren het er niet mee eens om Willem op voorhand een plek in de Raad van State te beloven.

In 1668 geeft Willem III als Kind van Staat een feest. Hij laat het Ballet de la Paix opvoeren naar voorbeeld van het Ballet de la Nuit van Lodewijk XIV. Ook Johan de Witt is uitgenodigd. Willem III heeft een rol als herder. Hij spreekt de veelzeggende woorden:

Ook al verschijn ik hier in mijn leerlingschap
Mijn kleine kudde leidend,
Dan is dat om ooit handiger en wijzer te worden,
Voor als ik ooit een grotere en mooiere kudde leid.

Johan de Witt is dus een gewaarschuwd mens!

Verschillen in de provincies

In datzelfde jaar reisde Willem in het geheim naar Middelburg, waar de Staten van Zeeland hem tot Eerste Edele, hoofd van de adellijke delegatie, benoemden.

In 1670 namen de Staten van Zeeland, Groningen en Friesland het Eeuwig Edict van de Staten van Holland over maar zij lieten Willem III wel toe in de Raad van State. De andere gewesten werd gevraagd de functie van stadhouder onverenigbaar te verklaren met de functie van kapitein-generaal2Opperbevelhebber van het Staatse leger. Dit werd vastgelegd in de Akte van Harmonie op 31 mei 1670.

Het was nog een lange weg te gaan naar het stadhouderschap!

Portret van een bleke jongen met lang donker haar en een witte sjaal om. Hij is omringd door guirlandes van bloemen en vruchten. Onderaan het schilderij ligt een leeuw te slapen.
Portret van Willem III van Nassau (1650-1702) in een cartouche van bloemen en vruchten, Jan Davidsz. van Heem (guirlandes) en Jan Vermeer van Utrecht (portret), ca. 1659 tot 1666. Collectie Het Louvre, Parijs (permanente leen aan het Musée des Beaux Arts, Lyon).

Gerelateerde berichten