- Het Verdelingsplan uit 1663
- Godard Adriaan heeft Lodewijk XIV door
- De Zonnekoning op weg naar de Republiek
- Lodewijk, het verdrag en de bisschoppen
- Lodewijk XIV komt bij Lobith ons land binnen
- Utrecht vraagt ‘sauvegarde’
- De overgave van de stad Utrecht
- De ‘sleuteldragers’ van Utrecht
- Verwoeste kastelen en buitenplaatsen
- Het geheime verdrag van Dover
Nadat Lodewijk XIV het neutraliteitsverdrag met de keizer had gesloten, gaf het geen pas om met zijn leger door de Spaanse Nederlanden te trekken om die arrogante Hollanders een lesje te leren. Hij moest dus een list verzinnen. De Spaanse Nederlanden, zo was de afspraak, moesten voorlopig met rust worden gelaten en zouden te zijner tijd vanzelf wel aan Lodewijk toekomen.
De bisschoppen uit het Oosten
Dus zocht Lodewijk via zijn diplomaten contact met de bisschoppen die bezittingen hadden langs de oostelijke grens van de Republiek. De route die voor hem het gunstigst was, was via Luik, Keulen en Münster. Dat betekende dat hij met twee mannen te maken kreeg: Bernhard van Galen, bisschop van Münster, en Maximiliaan Hendrik van Beieren, bisschop van Keulen en prins-bisschop van Luik.
Twee oorlogszuchtige bisschoppen
Deze twee bisschoppen hadden niet alleen geestelijke macht, maar ook wereldlijke macht. De aanspraken die bisschop Bernard von Galen maakte als heer van Borculo zijn bekend. Maar ook Maximiliaan Hendrik van Beieren had zo zijn stokpaardjes. Als prins-bisschop van Luik was hij medeoprichter van de pro-Franse Rijnliga (zie ook bij de Devolutieoorlog). Zoals in die tijd gebruikelijk, regeerde hij als prins absolutistisch, maar liet aan de andere kant het feitelijke bewind graag over aan zijn vriendjes Frans Egon en Willem von Fürstenberg.
Wapenliefhebbers
Eén van de grote overeenkomsten tussen de bisschoppen was dat ze zich beiden met wapens bezig hielden.Bisschop Bernard von Galen gebruikte en verbeterde graag zijn wapenspeeltjes zoals zijn kanonnen, die hij graag eens in de praktijk wilde uitproberen. De andere bisschop, Maximiliaan Hendrik van Beieren, had een soort keurmerk voor wapens en de handel in wapens ingesteld. Dit keurmerk bestaat overigens nog steeds in België!
De bewoners van de bisschopssteden
Een andere overeenkomst tussen de bisschoppen was, dat ze allebei problemen hadden met hun bisschopsstad. In Münster was de stad protestant en de rest van het bisdom katholiek en had Bernhard van Galen de stad in 1661 met geweld moeten innemen. De stad Keulen had officieel een zelfstandige status als Rijksstad, de bisschop van Keulen zetelde in Bonn. Dit zinde Maximiliaan van Beieren allerminst. Dit probleem was niet makkelijk op te lossen. Economisch gezien bloeide de stad Keulen, vooral door de handel met de Republiek. Bovendien had de Republiek goede voorwaarden afgesproken om de tolkosten voor het vrachtvervoer langs Keulen over de Rijn laag te houden. Het belang van de Republiek was groot en ze ondersteunde Keulen in zijn onafhankelijkheid, de Republiek ging daarin zelfs zo ver dat bij de stad een Staats regiment van 1500 manschappen gelegerd lag. Dit was uiteraard een doorn in het oog van de bisschop.
Het verdrag
Begin 1672 waren de afspraken rond. Geld maakt veel mogelijk en de heren waren bereid om de troepen van Lodewijk doorgang te verlenen. Bovendien kregen ze de mogelijkheid om gezamenlijk een aanval in te zetten in Twente en Overijssel.
Voor de zonnekoning kon de Guerre de Hollande dus een aanvang nemen!
Bronnen | Feiten |
Wikipedia (2022). Hollandse oorlog. Benaderd 16 februari 2022. | In januari 1672 verbond Lodewijk zich met Münster en Keulen |
Proefbank voor vuurwapens. Wie zijn wij. Benaderd 28 februari 2022. | Wapenkeurmerk in België |
Wikipedia (2022) Maximiliaan Hendrik van Beieren. Benaderd 28 februari 2022. | Maximiliaan Hendrik van Beieren |
Wikipedia (2022) Geschiedenis van Münster. Benaderd 16 februari 2022. | De stad Münster in het bisdom |
Wikipedia (2021) Rijksstad Keulen. Benaderd 28 februari 2022. | Status van Keulen |
Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact. | pp. 57-58 De Republiek en Keulen |
Geef een reactie