Dit verhaal is deel 13 van 13 in de serie Rampjaar in Utrecht
Dit verhaal is deel 1 van 1 in de serie Rampjaar: De bevolking

De val van de IJssellinie op 12 juni veroorzaakte oproer en paniek bij de bevolking van Utrecht. Velen probeerden met hun bezittingen de stad te verlaten en een veilig onderkomen te vinden in Holland, met name in Amsterdam. Het was een enorm gedrang bij de stadspoorten.

Vluchtelingen en vluchters

Het krioelde in de stad van de vluchtelingen uit de Betuwe en de Veluwe die met hun koeien, schapen en ganzen op de vlucht waren voor het Franse leger. De regenten en edelen probeerden zo snel mogelijk de stad uit te komen mét hun bezittingen. De grachten lagen vol met schepen die tot zinkens toe volgeladen waren. Er was geen doorkomen aan.

Opstand

In een stad gaan mensen elkaar te lijf. Meubilair wordt in de gracht gegooid, een gevel wordt om ver getrokken.
Fragment uit de prent “Klacht over de rampspoed in de Republiek tussen 1672 en 1675” van Romeijn de Hooge (1675). Collectie Rijksmuseum

De lagere standen, zoals winkeliers, viswijven, edelsmeden, schoenlappers, waren woedend. Er ontstonden spontaan massale optochten en scheldmarsen. Het waren met name de vrouwen die van zich lieten horen. Hun mannen waren naar het front gestuurd om te vechten, terwijl de hoge heren het massaal op een vluchten zetten! Zelfs de burgerwacht sloot zich aan bij het verzet. Ook in andere steden was de bevolking de straat opgegaan. De mensen probeerden de snelle Franse opmars te doorgronden met allerlei samenzweringstheorieën (ook toen al!).

Burgerbewind

Volgens sommige historici pakte de burgerbevolking de stadssleutels af van de burgemeesters. Volgens andere historici bezette de burgerwacht het stadhuis en maakte zich meester van enkele toegangspoorten. In beide gevallen was het resultaat dat de burgers de stadspoorten konden bewaken en bepalen wie er in of uit mocht. De aanzienlijken die probeerden met zoveel mogelijk van hun spullen te stad te verlaten, moesten hun bezittingen inleveren, zelf mochten ze wel erdoor.

Van de vroedschap zouden slechts vijf van de veertig leden de stad verlaten. Al met al een gespannen en chaotische situatie, die vooral bij de stadspoorten goed te merken was. Sommige van de regenten zouden al snel weer naar de stad terugkeren waaronder Godard Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland. Deze pleegzoon van Margaretha had haar midden in de nacht gewaarschuwd toen de Fransen de Rijn overgestoken waren. Hij zou nog een belangrijke rol vervullen bij de onderhandelingen met de Fransen.

In een stad met op de achtergrond een haven is een menigte aan het plunderen geslagen. Op de voorgrond jagen een vrouw en twee kinderen chique geklede mannen weg. Op de achtergrond wordt ene huis leeggeroofd.
Oproer te Enkhuizen, Jan Luyken, 1635. Collectie: Rijksmuseum.

Gerelateerde berichten

  • Het volk grijpt in Utrecht de macht