Na de overtocht van de Rijn bij Lobith, lag de Betuwe open voor de troepen van Turenne. Om deze makkelijke doortocht te beperken werd begin achttiende eeuw het Pannerdens Kanaal aangelegd, maar in 1672 konden de Fransen gewoon doormarcheren.
Pontonbrug bij Arnhem
Bij de verovering van Arnhem was er een pontonbrug over de Nederrijn gelegd en hiermee lagen de Veluwe en de westeroever van IJssel open. Arnhem werd op 16 juni ingenomen en het Staatse leger was daar slechts twee dagen tevoren vertrokken. In plaats van het Staatse leger na te jagen, koos Turenne ervoor om eerst Nijmegen en de Betuwe te veroveren.

De Betuwe
De Betuwse steden zagen het gevaar al aankomen en besloten geen strijd te leveren, maar vroegen sauvegardes aan. Culemborg, Buren en Tiel worden 18 juni ingenomen. Inmiddels zijn op 17 juni de inundaties van de Hollandse waterlinie gestart en de Franse troepen stranden bij Ameide. Het Franse leger stationeerde veel regimenten in de Betuwe. Mede hierdoor overleefde éénvijfde van de bevolking de bezetting niet. Dit kwam vooral door voedselgebrek en onhygiënische toestanden.

De Veluwe
Hoewel de Veluwe en Utrecht via Arnhem onder handbereik lagen, kwam de verovering van de Veluwe via het oosten. Rochefort stak op 18 juni de IJssel en de Veluwe over naar Amersfoort. Die stad veroverde hij de 19e zonder moeite en op 20 juni kwamen de eerste troepen aan bij Naarden en op 23 juni werd Woerden zonder moeite ingenomen.










