De onderhandelingen voor de vrede met de Engelsen begonnen op 4 juni 1667 in Breda. De Republiek wil graag een snelle oplossing voor het conflict met de Engelsen, want Lodewijk XIV was in mei de Devolutieoorlog tegen de Spaanse Nederlanden begonnen. Vanwege de Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine wil de Republiek geen directe grens met de Fransen en om twee oorlogen tegelijk te voeren was geen optie.
De Nederlanders zetten druk
De Tocht naar Chatham moest een doorbraak worden voor de onderhandelingen. En dat lukte. Op 31 juli 1667 werd de vrede te Breda getekend. De Engelse ambtenaar Samuel Pepys schreef eind juli 1667: ” Zo zijn de Nederlanders ons in alles de baas – wijsheid, moed, macht, kennis van onze wateren en succes – en sluiten zij de oorlog als overwinnaars af”. Naast Engeland tekenden ook Frankrijk en Denemarken het vredesverdrag. Deze laatste twee landen streden eveneens tegen Engeland. Het neutrale Zweden trad op als bemiddelaar.
Landje wissel
De Vrede van Breda bestaat uit vier verdragen met daarin belangrijke afspraken. Natuurlijk als eerste: vrede. Verder werd Nieuw Amsterdam, nu New York, Engels bezit en kregen de Nederlanders Suriname als kolonie. Tegenwoordig weten we dat na deze vrede een eeuw de Nederlanders in Suriname en vanuit forten in West Afrika een hoofdrol speelden in de slavenhandel via de West Indische Compagnie.
Onschendbare, voortdurende en eeuwige vrede
De vrede in Breda werd uitbundig gevierd. Een ‘Onschendbare, voortdurende en eeuwige vrede’ heette het. Helaas, vijf jaar later bleek de Vrede van Breda voor de belangrijkste ondertekenaars van weinig waarde: Frankrijk, Engeland en twee Duitse bisdommen vielen de Republiek binnen.
Bronnen | Feit |
Steenoven, Peter van (2017. De Vrede van Breda. Breda: De Oranjeboom. | pp. 9-11: De Vrede van Breda |
Geef een reactie