Als je via de trap op de beletage komt en dan richting de bediendentrappen loopt, dan zie je links op de muur een groot portret van een abdis. Het portret valt alleen al op vanwege de katholieke uitstraling: een non met een grote witte vleugelmuts, in een zwarte habijt, met een gouden gedraaide ketting met kruis om de hals en een abdisstaf in de linkerhand. Op de achtergrond zien we het wapen van de Van Reedes. Toch wel opvallend in dit huis van protestanten. 

Vrouw zit, gericht naar rechts en is tot haar knieën afgebeeld. Zij zit op een met rood beklede zetel met houten armleuningen met houtsnijwerk. Zij heeft een zwarte habijt met wit onderkleed en kraag aan en heeft een witte vleugelmuts met zwarte sluier op haar hoofd. Haar rechter hand rust op de houten armleuning en heeft een ring om haar ringvinger. In haar linker hand een abdisstaf. Om haar nek hangt een kruis. De rustige achtergrond wordt doorkruist door een gordijn en in de linker bovenhoek het wapen van Adriana Albertina van Reede. Het portret bevindt zich in een geornamenteerde, vergulde lijst voorzien van rolwerk-, hekwerk- en bladmotieven.
Albertina Adriana van Reede (1655-1728), Abdis van de Munsterabdij in Roermond, 1700-1724, Josepha Leemans. Collectie Kasteel Amerongen

Aanschaf

Dit portret hang er nog niet zo lang, want we weten dat het rond 1909 is aangekocht door graaf Van Aldenburg Bentinck bij kunsthandel Pompe in Utrecht. Hij was in de veronderstelling dat het om Johanna van Reede zou gaan, abdis van Mariëndaal bij Zuilen, die is overleden in 1632.

Johanna

Deze Johanna van Reede is op zich al een interessant verhaal, want zij was een gereformeerde abdis. We weten dat veel van de stiften voor adellijke juffers, nog stammend uit de middeleeuwen, ook na de hervorming gehandhaafd bleven in de protestantse Republiek en dat daar de ongehuwde adellijke dames in congregatie bijeen bleven. Mariëndaal bij Utrecht was er een van en daar werd in 1619 door de Ridderschap Johanna van Reede aangesteld als abdis. Zij was dochter van Gerard van Reede van Nederhorst en dus kleindochter van Goert. Aan dit interessante fenomeen van gereformeerde abdissen is in 1909 een heel artikel gewijd in het tijdschrift Oud-Holland door Mr. S. Muller met als aanleiding deze ‘gewaagde’ afbeelding van Johanna van Reede als abdis.

Maar zij is het dus helemaal niet!

Adriana Albertina

Volgens het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) gaat het hier om Adriana Albertina van Reede van Saesvelt, ook wel genoemd Adrienne Albertina Baronesse de Rheede de Saesveld. Zij is bekend als abdis in Roermond van 1705-1728. Er zou nog een portret van haar zijn op de pastorie in Venray. Helaas blijkt die verloren te zijn gegaan bij de verwoesting van de pastorie in 1944 (persoonlijke communicatie). We kunnen het portret dus niet meer verifiëren op uiterlijke gelijkenis.

Doop

De doop van Adriana was zo bijzonder dat het Brabants Historisch Centrum een artikel wijdt aan haar doopceel. Het blijkt dat Adriana is gedoopt aan de overkant van de Maas in het katholieke dorp Demen. Haar vader en moeder woonden aan de noordkant van de Maas, in Gelderland. In Gelderland was het formeel niet mogelijk je kind katholiek te laten dopen. De naam van haar moeder is niet opgeschreven.

Doopceel in oud handschrift
Doop van Adriana Aelbertina. Bron: Doop van Adriana Aelbertina (bron: BHIC, toegang 1453, inv. nr 25, Doopboek Demen, Dieden en Langel 1630-1671, scan 21)
‘Op 29 juni 1655 is gedoopt de edele Adriana Aelbertina, dochter van de edele Adrianus, tijdelijk heer en N. zijn echtgenote. De schoolmeester van Demen neemt de plaats van de peter waar en de edele vrouwe Adriana Vijgh is meter.’, , Doopboek Demen, Dieden en Langel 1630-1671, scan 21)

Abdis

Drie afbeeldingen: links boven een rond heraldisch wapen, wit met drie zwart zigzaglijnen. Het wapen wordt vastgehouden door griffioenen. Links onder een hand die leunt op een stoelleuning met aan de ringvinger een eenvoudige ring met een zwarte steen. Rechts de bovenkant van een staf met een sierlijke krul.
Details uit het schilderij van Adriana Albertina.

In 1673 doet Adriana haar intrede in de kerk. Haar moeder is dan al weduwe en zij begiftigt de abdij van Burtscheid met een jaarlijkse rente van 60 specie rijksdaalders of pattacons. Adriana is dan net 18 geworden, want zij is geboren in 1655. Anders dan veel van haar familieleden, tantes en zusters, wordt zij niet Benedictijns. Albertina Adriana treedt toe tot de Cistercienzers. Via het klooster Schledenhorst bij Rees komt ze uiteindelijk terecht in de Munsterabdij in Roermond. Daar zwaait ze de laatste 23 jaar van haar leven de scepter als abdis. Zij is begraven in de Munsterkerk aldaar en heeft er plaatselijk allerlei sporen nagelaten. Zo stond de naam van Reede zelfs op de kerkklok en is er een grafzerk met haar naam.

Van Reede

Adriana Albertina is de dochter van Anna van Linden Aspremont en Adrianus Reynerus baron van Reede van Saesfelt, heer van Hernen en Kaldenbroek. Zo is dat vastgelegd in de Limburgse annalen en in het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek. Net als ‘onze’ Van Reedes en Johanna stamt Adriana Albertina af van Goert van Reede van Saesveld. Zij stamt af van Goerts oudste zoon Adriaan. De zoon van Adriaan, Gerard van Reede van Saesvelt trouwt met Maria van Wijhe, vrouwe van Hernen.

In 1646 is Kasteel Hernen overgedragen aan Reinhard Adriaan van Reede, de zoon van Maria van Wijhe en Gerard van Reede van Saesvelt. Reinhard Adriaan trouwde met Anna van Lynden. Het is dus zeer aannemelijk dat de Adrianus Reynerus uit het doopceel dezelfde is als Reinhard Adriaan.

Dat met de aanschaf van dit portret door graaf Van Aldenburg Bentinck meteen ook een mooie geschiedenis in huis is gehaald, is nu wel duidelijk.

De bijdrage van Maria van Wijhe de grootmoeder van Adriana Albertina van Reede in het Album Amicorum van J. Walraven van Stepraedt. Collectie: Gelders Archief (GA 0508.412, p. 62)
Bronnen
Muller (1909). Eene gereformeerde abdis. In Oud-Holland vol 27, pp. 20-24. (PDF!)Opvoering van Johanna van Reede als geportretteerde
Samara, Petros (2004). De Utrechtse ridderschapsconventen in de zeventiende eeuw. Virtus Vol 11, pp. 23-42. Voor wie meer wil lezen over de voormalige kloosters en de gereformeerden
Brink, Wilma van den (2004). Utrechtse adellijke vrouwen en prebenden in de achttiende eeuw. Virtus Vol 11, pp. 43-53.Voor wie meer wil lezen over de prebenden voor adellijke vrouwen

Gerelateerde berichten