Na de chaotische vlucht in juni waren de verhoudingen tussen Margaretha en Philippota er niet beter op geworden. De dames zaten op elkaars lip in een stad waar ze zich allebei niet echt thuis voelden. In oktober besluit Margaretha toch naar het huis aan de Kneuterdijk in Den Haag te verhuizen. Ze moest toch vaak in Den Haag zijn om te zorgen dat er betaald werd voor haar mans werkzaamheden. Bovendien had neef Welland zijn intrek in het Haagse huis genomen, waardoor Margaretha twee huishoudingen moest voeren: in Amsterdam en in Den Haag. Met het opdrogen van alle inkomsten uit Amerongen en Middachten en de gigantische inflatie, was dat niet meer te financieren. Ze voelde zich niet echt lekker, maar ze ging gewoon door.
[sal schicke,] ick hoope met godts hulpe inde toeckoomende weecke
Margaretha aan Godard Adriaan, 18 oktober 1672
met de meenaesge1Ménage: huishouding naer den haech te gaen ick ben eenige weecke
heel niet wel geweest waer anders as van hier, heb noch de
ordinansi vande ses duijsent gul niet bekoomen sal die self=
ver moeten bevordere [so haest ik in den haech kom sal ick]
Arme Margaretha! Weer verhuizen dus. Weer moest ze van alles en nog wat regelen. Op naar hun eigen huis in Den Haag. Opnieuw maakte ze een strak plan voor de verhuizing. Weer liep alles niet zo soepel als ze hoopte. Vlak voor de verhuizing bleken de kindermeid en de kamenier ziek te zijn: kinderpokken. En ook Philippota voelde zich niet helemaal goed. Het zal toch niet weer…..? Ja hoor, toch wel. Een bezoekje aan Van Ginkel in Nieuwpoort bleef niet zonder gevolgen. Het was alweer haar zesde zwangerschap.
[=ren sal,] gisteren heb ick Een schip vol goet
Margaretha aan Godard Adriaan, 21 oktober 1672
naer den haech gesonde, meen met godts hulp
vandaech met de kindere te volgen om die
daer te brenge also mijn dochters bisbach2Visbach (of dit Sophia Visbach is of familie daarvan vertelt het verhaal niet) en
haer kamenier Angnis, heel dootlijck sieck
sijn geworde aen seer heefvige en brandende
koortse se slaen met roode vlacke wt, daerom
ick de kindere gistere al ten eerste wt den
huijs heb gedaen ender voort mee naer den
haech gaen hoope de heer almachtich ons
voort bewaere sal, ick stae noch seer in
beraet of dit huijs niet deese winter noch in
huer wil houde en laeten de drost in met de rest van ons
goet daer noch in blijfve want Elck seijt so wij wttrecht
niet weer en krijgen, dat wij inde haech gans niet seecker
sijn, dit heb ick uhEd verscheijde maelle geschreefve en
versocht deselfs goetvinde te mooge weeten doch tot
noch toe geen antwoort bekoomen, [ick hoop uhEd nu alvan]
Weer moest Margaretha plannen, regelen, overdenken. Margaretha nam het heft in handen en besloot dan maar in twee groepen naar Den Haag te vertrekken. Om te voorkomen dat de kleinkinderen door de zieken aangestoken zouden worden, vertrok ze zelf op 24 oktober 1672 als eerste met vier kleinkinderen. Later zouden de door ziekte getroffen anderen volgen.
Geef een reactie