Niemand was er op voorbereid aan het einde van de Gouden eeuw van onze Republiek. Toch was er al jarenlang spanning. Margaretha is op 12 juni 1672 gevlucht voor de Fransen naar Amsterdam. Dat was op het nippertje! Toch is ze de volgende dag alweer teruggegaan naar Utrecht om daar haar schoondochter met de kleinkinderen op te halen. De escape uit de stad vol chaos en rellen was een huzarenstukje van Margaretha.
In de koets
Margaretha drijft de kinderen koortsachtig bij elkaar en wijst ze met hun moeder een plaats op de kar. Zelf klimt ze gehaast op de bok en gelast de koetsier naar de Catharijnepoort te rijden. ‘Naar de Wittevrouwenpoort, die is hier vlakbij!’, roept Philippota van achteren. ‘Gesloten, te laat!’, is het korte antwoord van haar schoonmoeder, ‘De Catharijnepoort is nog open en daar zullen we hopelijk niet gecontroleerd worden’. En vervolgens tegen de koetsier: ‘Denk er om, niet over de Neude! Daar is het nu te druk!’.
Het volk
Ze verwenst het warme weer op deze voorjaarsdag van 14 juni 1672 en duikt wat verder in de zwetende paardendeken. Haar schoondochter met de kinderen heeft ze uitdrukkelijk gewaarschuwd om zich vooral niet opzichtig te kleden, want het volk jaagt muitend door de straten op zoek naar de karren of schuiten van de rijken die wegvluchten uit de stad. Die zouden immers goud of zilver kunnen bevatten! De rijken vluchten naar hun mooie buitenhuizen terwijl het volk achterblijft, bevreesd voor de Fransoos, die weldra aan de poorten zal staan. De Fransoos en zijn wreedheden…
Weg uit Amerongen
Margaretha heeft de laatste twee dagen niet geslapen. Zondagnacht werd ze ruw gewekt door haar pleegzoon, de heer van Welland, met de waarschuwing dat ze direct weg moest, want de Fransen waren de Rijn over! Alles wat ze nog nodig had lag al heel lang klaar en snel is ze, nog in het donker, met de trouwe Visbach naar Amsterdam gevlucht. Daar, op de Nieuwe Herengracht, had ze enige tijd terug al een onopvallend huis gehuurd en laten inrichten met de huisraad uit Amerongen. Daar gingen ze nu naar toe. Gelukkig had ze die nacht ook het bericht gekregen van Welland dat alles in orde was met de heer van Ginkel, haar zoon.
Familie
Maar de kinderen! De kinderen waren nog in Utrecht! Ze had gehoord dat het daar erg onrustig was. Ruiten werden ingegooid, regenten werden gemolesteerd. Het volk was redeloos en gaf, van alles wat er mis ging in het land, de schuld aan de regenten. Maar ook aan haar man, de heer van Amerongen, die tot nu toe tevergeefs om hulp had gevraagd aan het hof van de grote keurvorst. En het is waar: waar blijft nu dat leger? Hij heeft toch al lang het geld binnen uit Den Haag? Ze was vanuit Amsterdam dus eigenlijk direct weer op weg gegaan naar dat dolgedraaide Utrecht om de kinderen te halen.
Veilig
Onopvallend glippen ze, god zij dank, zonder gecontroleerd te worden, de poort uit van de stad, die trilt van de spanning en onrust, en rijden het weidse land in richting het vrije Amsterdam. Daar zal het hopelijk veilig zijn achter de waterlinie, want de burgemeesters van de steden in het Hollandse, hebben bevolen het land onder water te zetten. En inderdaad, hier en daar zie je al wat glinsteren op de landerijen. Het is nog een moeilijke, lange weg, maar voorlopig zijn ze veilig. Zou haar zoon wel voorzichtig zijn?
Bronnen | Feiten |
Panhuysen, Luc (2009). Rampjaar 1672, Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte. Amsterdam: Atlas Contact. | blz 141, 142, 144 en 145: Vlucht naar Amsterdam en ophalen Philipotta uit Utrecht |
HUA1001.2722. Brieven aan Godard Adriaan van Reede van zijn echtgenote Margaretha Turnor (1613-1700). 1667 juni-aug en sept 1671-dec 1672. | 13 juni 1672 en 17 juni 1672. Vlucht naar Amsterdam |
Mulder, A.W.J. (2015). Kasteel Amerongen en zijn bewoners. Amerongen: Vriendenkring van Kasteel Amerongen | blz. 41. Vertrek op waarschuwen van Welland |
Geef een reactie