Toen Frederik Christiaan van Reede in 1719 overleed, werd zijn jongere broer Reinhard voogd over de drie kinderen die uit het huwelijk met Henriette van Nassau-Zuylestein geboren waren. Wie was deze Reinhard en hoe oefende hij zijn taak als voogd uit?
Levensloop
Reinhard van Reede van Ginkel (1678-1747), ook wel Reinier of Reinoud genoemd, was een zoon van Godard van Reede van Ginkel en Ursula Philippota van Raesfelt. In 1722 werd hij eigenaar van kasteel Middachten, dat hij financieel verstandig beheerde. Hij doorliep een militaire carrière die hij afsloot in de rang van kwartiermeester-generaal. Van 1730 tot 1743 was hij tevens Staatsgezant aan het Pruisische hof in Berlijn. Op 46-jarige leeftijd werd hij gouverneur van Bergen op Zoom en 11 jaar later gouverneur van Breda. Hij bleef zijn leven lang ongehuwd en bij zijn dood in 1747 werd Frederik Willem, de vierde graaf van Athlone, zijn universele erfgenaam.
Een zorgzame voogd
Toen Reinhard in 1719 voogd werd was de financiële situatie waarin de weduwe Henriette zich bevond slecht. Er waren schulden die nauwelijks betaald konden worden. Door een sobere levensstijl van Henriette en een verstandig financieel beleid van Reinhard slaagden ze erin om de geldelijke moeilijkheden te overwinnen. Reinhard sprong zelfs bij met een lening, zodat de twee zonen van zijn overleden broer een bij hun positie passende opleiding konden volgen.
Geen Grand Tour
Onder toezicht van oom Reinhard en dankzij zijn financiële steun vertrokken Godard Adriaan en Fredrik Willem in 1734 naar de universiteit van Marburg. Gouverneur Marin Iber hield nauwlettend toezicht op de vorderingen. Uit de periodieke rapportage van Iber kon Reinhard opmaken dat de jongens geen studiebollen waren. Graag had hij wat meer ambitie en toewijding van zijn pupillen gezien. Iber adviseerde voor de verdere vorming ook een reis door Zuid-Duitsland, Zwitserland en Frankrijk met als einddoel Parijs, een zogenoemde ‘Grand Tour’. Een voorstel dat Reinhard omarmde. Door het onverwachte overlijden van Godard Adriaan in 1736 kwam er echter niets van dit voornemen terecht.
Op aandringen van zijn oom bleef Frederik Willem, inmiddels vierde graaf van Athlone, toch in Duitsland voor de afronding van zijn vorming. Frederik Willem verhuisde naar Kassel en nam daar deel aan het adellijke leven rond prins Willem van Hessen. Tot zijn leedwezen moest Iber vaststellen dat er hier weinig of niets van studie terecht kwam. In mei 1737 nam Reinhard zijn pupil mee naar het hof in Berlijn. Daar zag hij van nabij de diplomatieke bezigheden van zijn oom.
Een bekwaam onderhandelaar
Na een verblijf van enkele maanden in Berlijn keerde Frederik Willem in 1738 terug naar Amerongen. Hij dong naar de hand van Louisa Isabelle Hermelina van Wassenaar van Duivenvoorde. Uiteraard speelden de huwelijkse voorwaarden een belangrijke rol. Oom Reinhard bewees daarbij een bekwaam onderhandelaar te zijn. Dankzij zijn rol kon het huwelijk in 1742 voltrokken worden.
Geef een reactie