Stel je voor er is een oorlog op komst. Je merkt het aan de mensen. Je kan het bijna ruiken. De Fransen rukken op. De eerste maanden van 1672 moeten voor Margaretha erg verwarrend zijn geweest. Wat gebeurde er allemaal?
Vluchten, maar waarheen?
Voor de informatievoorziening was ze afhankelijk van “horen en zeggen” van toevallige passanten of van de informatie die de koetsier van de postkoets je kon geven, veelal na het afstaan van een paar duiten. Af en toe hoorde ze wat uit de eerste hand van haar zoon Godard van Ginckel. Wat zal ik doen, vraagt zij zich af? Vluchten naar haar huis in Den Haag of naar Amsterdam gaan, waar het veiliger zou zijn. Als de Engelsen zouden landen, dan zouden ze immers zo Den Haag binnen wandelen. Haar huis in Utrecht aan de Wittevrouwenstraat van Utrecht was te onveilig, want dat lag aan de verkeerde kant van de waterlinie. Amsterdam heeft als echte stad in ieder geval een stadsmuur en een gracht om de stad, dat had Den Haag niet…
Voorbereidingen
Ze heeft de koffers met waardevolle artikelen zoals haar “silver goed” alvast ingepakt, zodat, als het nodig was, ze direct voorhanden waren en op de koets gezet konden worden. Ze is al in Amsterdam geweest en heeft een huis gehuurd. Veel meubels en andere kostbaarheden zijn reeds per schuit afgevoerd naar Amsterdam. Want daar zou het toch veiliger zijn dan in Den Haag. Ze stond eigenlijk helemaal klaar om te vluchten. Haar schoondochter is naar Amerongen gekomen om te bevallen en gooit roet in het eten, want die maakte daar geen haast mee. Margaretha moppert dat Philippota niet kan rekenen. Maar op 8 maart wordt haar kleindochter Reiniera toch nog in Amerongen geboren. Onmiddellijk vertrekt Margaretha naar Den Haag om daar eens te horen hoe de stand van zaken is.
De vlucht
Ze schrijft op 12 juni 1672 nog een brief aan haar man uit Amerongen en reeds een dag later weer een brief uit Amsterdam. Als een dief in de nacht is ze vertrokken. Gewaarschuwd door Willem Godard van Tuyl van Serooskerken, haar pleegzoon, die ’s nachts om 2 uur aan haar bed stond, om te zeggen dat het nu wel tijd werd om te gaan. Dit moet een redelijk wilde rit zijn geweest. Ze schrijft kort aan haar man “Ick ben hier aende Oostzijde van de blaeuwe bruch op de nieuwe heere graft in de truffel”
Ze zou tot november 1672 in de “Vergulde Troffel” verblijven, maar voor de zekerheid huurde zij het huis tot mei 1673 voor fl. 125,–. Maar voortaan waakte hier de drost van Amerongen over de schatten, die daar in veiligheid waren gebracht. Margaretha betrok haar eigen huis in den Haag.
Geef een reactie