In september 1672 schrijft Margaretha dat er een nieuw (algemeen) plakkaat is gekomen, dat is ondertekend door koning Lodewijk XIV. In het plakkaat staat dat alle ingezeten van de door de Fransen veroverde gebieden naar huis moeten komen. Doe je dat niet? Dan confisqueren de Fransen al je bezittingen en volgt er een boete van 50 gulden per dag. Kom je nog steeds niet terug? Dan worden al de bezittingen die al geconfisqueerd zijn gewoon platgebrand.
Een nieu plakaet bij den koninck onderteijcke
Margaretha aan haar man op 20 september 1672
is wt gegaen daer bij alle ingeseetene van de
gekonkesteerde1Conquesteren: veroveren lande gelast wort voort wt
gaen van deese maent ijder op sijn goet
en in haer huijse te koome op peene2Op peene van: op straffe van dat haer
goedere van die tijt aen voor gekonfiskeert
sulle gehoude worde en daeren boove moet
op brenge en betaelle de som van vijftich
gul daechs, of bij gebreecke vant selfve haer
huijse verbrant haer plantaesie teenemael
geruwineert, den drost van kleef komt so
Gedrukte brandschatting
In december 1672 ontvangt Margaretha nog een gedrukt plakkaat. Dit keer wordt er een brandschatting geëist van 12.000 patakons (zilveren munten). Ook moet zij zoveel mogelijk hooi, stro en haver verzamelen. Over 7 dagen zal alles worden opgehaald. Mocht het niet lukken om het geld en de goederen bijeen te krijgen, dan volgt een sanctie: brand en het afhakken van bomen. Zij schrijft dat zij met haar secretaris, de heer Vanden Doorslagh, heeft besproken dat zij aan de gevraagde eisen niet zomaar kan voldoen. Ze stelt voor om te wachten op verdere berichten.
sij hebbe mij alweer Een
Margaretha aan haar man op 5 december 1672
brief gedruckt gesonde als voor dees om die
konterebuijsie of brant schatine ter som
van 12000 patakons en so veel hoeij en stroo
en haver bine147 dage op te brenge op
peene van brande en boome af te houwe
ick heb als voordees geantwoort 10 de sekretae
sulcks niet te konne opbrenge wat sij doen
sulle moete wij almeede afwachte, hier
Persoonlijke brandschatting
Op 30 januari 1673 komt de ‘persoonlijke’ brandschatting. De secretaris is door de intendant Robbert vanuit Utrecht naar Margaretha in Amsterdam gestuurd. De intendant heeft de opdracht om Amerongen te laten ‘springen’, tenzij er 3000 gulden betaald wordt. De secretaris denkt dat hij met minder ook wel genoegen zal nemen. Misschien wel met 2.000 gulden? Margaretha schrijft dat zij vreest, dat wanneer zij niet betaalt het vonnis (executie) door zal gaan. Dit gegeven raakt haar in het binnenste (diepste) van haar hart….. schrijft ze.
de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten
Margaretha aan haar man op 30 januari 1673
=dant robbert3Louis Robbert, intendant van Utrecht die te wttrecht is gesonde om mij te sege
dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen
springe ten waere men met hem wilde ackordeer
en soude hem met Een som van drije duijsent gul
kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt
en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met
minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer
meent wel met twee duijsent gul sij beijde
meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke
ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle
voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
Van Reede van Renswoude
In een PS schrijft ze ook dat de intendant vijf kastelen op zijn lijstje heeft staan om te laten ‘springen’. Naast Amerongen ook Zuylenstein, Moersbergen en Hinderstein. De naam van het vijfde kasteel is haar ontgaan. Ze weet ook te vertellen dat de huizen Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude nu vrij van brandschatting zijn na de bemiddeling van Lord Arlington én de heer Sautijn (hij is bestuurder en buskruitfabrikant uit Amsterdam). Dat Margaretha specifiek deze kastelen noemt, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat deze kastelen nauw verbonden zijn met Johan van Reede van Renswoude (Schonauwen is van zijn zoon en Hardenbroek en Groenewoude zijn twee van zijn kleinzoons). Het is familie van de Van Reedes. De vraag die in de lucht blijft hangen: Hoe hebben ze dit voor elkaar gekregen?
de seeckretaris
Margaretha aan haar man op 30 januari 1673
seijt dat den intendant
5 huijse op sijn briefge
heeft om te doen springe
alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge
hindersteijn het ander is mij ontgaen,
rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou
dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft
sijn so geseijt wort door reeckomandasi van
Arlinton, en soutijn van Amsterdam vrij
Tijdslijn van de brand in het kasteel
Archiefstukken | |
HUA1001.2722 scan 159 ev | Brief van Margaretha aan Godard Adriaan van 20 september 1672 |
HUA1001.2722 scan 212 ev | Brief van Margaretha aan Godard Adriaan van 5 december 1672 |
HUA1001.2723 scan 27 ev | Brief van Margaretha aan Godard Adriaan van 30 januari 1673 |
Geef een reactie