Eeuwenlang al had kasteel Amerongen muziek binnen haar muren. Margaretha heeft eigenlijk zelden over muziek. Het was natuurlijk ook niet zo dat je even de radio aan kon zetten. Als je muziek wilde, dan moest je het zelf maken of zorgen dat er mensen waren die het voor je maakten. Margaretha lijkt niet heel erg actief of beide gebieden.

Jongen met een vieool

Toch schrijft Magaretha Turnor in 1681 aan haar door Europa reizende echtgenoot, dat ze op 68-jarige leeftijd weer gedanst heeft, ondanks haar kreupele been. Ze had Unico Ripperda van Weldam en de heer en mevrouw van Obdam op bezoek voor een paar dagen. Volgens Margaretha waren ze ‘uitzonderlijk vrolijk’. De heer van Obdam had een jongen meegenomen die viool speelde op een manier dat iedereen ‘in beweging’ kwam. In deze tijden gebeurde het vaker dat gasten een ‘speeljongen’ meenamen om het hele gezelschap te vermaken met muziek.

Brieffragment dat Margaretha zich rap en vris danst

[waeren alle wtneemende vroolijck] de heer van
obdam1Jacob Wassenaar van Obdam had Een jonge met Een vieool bij hem
waerop wij alle danste en ick die vrijwat
kreupel was heb met het geselschap
en mijn kint en kints kindere mij weer rap
en vris gedanst, wenst uhEd het gesien
hadt, [sij sijn alle gistere weer vertrocke]

Margaretha Turnor aan Godard Adriaan van Reede op 21 december 1681
Een kleine jongen met een blauw jak aan een baret op een broek aan en een soort cape om, speelt op een viool. Éen hond rent om hem heen, een andere staat de blaffen en een derde staat op zijn achterpoten.
Vioolspeler met drie honden, Karel du Jardin, 1658. Collectie Rijksmuseum.

Muziek voor luit

De veelzijdige Constantijn Huygens (1596-1687) speelde muziek en schreef muziek. We weten dat hij Godard Adriaan van Reede kende, omdat zijn zoon Lodewijk met Godard Adriaan in 1660 meereisde op diplomatieke missie naar Spanje. Huygens stuurt in 1678 iemand met door hem geschreven luitstukken naar Mlle d’Amerongen. Dat is natuurlijk in principe Margaretha, maar het is waarschijnlijk schoondochter Ursula Philippota van Raesfelt. Huygens had eerder dat jaar in Amerongen, waarschijnlijk op het kasteel, gelogeerd, of hij leerde Margaretha en/of Ursula Philippota in Utrecht kennen. Hetzelfde gebeurde na een ontmoeting in 1680,

Een man met donker haar, zwart glimmende kleding en een witte kraag kijkt recht voor zich uit naar links. Achter hem zit een vrouw die iets naar voren buigt en ons aankijkt. Zij draagt een rode jurk, een grote witte kraag en kanten manchetten. Onder de kraag zit een parelketting. Ze heeft een korte bruine pony. Ze houden samen een stuk muziek vast: hij met zijn linker hand en zij met haar rechter hand.
Jacob van Campen, Dubbelportret van Constantijn Huygens (1596-1687) en Suzanna van Baerle (1599-1637). Collectie: Mauritshuis, Den Haag.

Gerelateerde berichten