Op weg naar zijn jachtgoed in Dieren, deed Stadhouder Willem III regelmatig Amerongen aan en bleef soms ook slapen. Voor Willem III koning werd, heette de kamer overigens prinsenkamer en na zijn overlijden werd het weer de prinsenkamer. Tot Nederland zijn eigen koning krijgt.
In 1681 vieren Stadhouder Willem III en zijn gevolg Sint Hubertus in Amerongen. Volgens Margaretha was het ongemeen vrolijk en weltevree. Ze had zichzelf verexcuseerd en zich teruggetrokken in haar slaapkamer.
[=sonde te worden,] sijn hoocheijt1Zijn Hoogheid: Stadhouder Willem III is met
Margaretha aan haar man op 8 november 1681
sijn bij hebbende geselschap bestaende in
14 a 15 prinsipaelle, als daer was
mompel ijan2Armand de Caumont, graaf van Montpouillan bentin3Hans Willem Bentinck ouwerkercke4Hendrik van Nassau-Ouwerkerk voorst5Oswald van Keppel, heer van Voorst
schraefve moer6Adam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer borsele7Adriaan van Borssele van den Hooghe suijlisteijn8Willem van Nassau-Zuylestein
ginckel9Godard van Reede van Ginkel, zoon van Margaretha en Godard Adriaan noch twee franse, graef van
stierom10Otto van Limburg Stierum graef van nassou11Walraven van Nassau-Usingen , en smit
ser12Joan Carel Smissaert , sondach savonts op Ameronge
gekoome en sdijnsdach smergens
weer vertrocke heeft er twee nachte
geslaepe, en smaendaechs het hart13hert
geijaecht datse in lambroeck14Langbroek hebbe
gevange, en seer veel vermaeck
vande jacht gehadt, hebbe savonts
wacker sint huijbert gehoude sijn hoocheijt was
ongemeen vroolijck en wel te vreede, ick
versocht preemisie15Praemisse:Datgene wat voorafgaat, vooraf gezegd om niet aentafel te
mooge koomen, reetiereerde16Retireren: Zich terugtrekken mij in mijn
kamer, [nu verlange ick seer naer uhE]
Sint Hubertus
Sint Hubertus is een (katholieke) patroonheilige van de jagers. Zijn naamdag is 3 november en deze werd kennelijk ook door protestantse jagers gevierd.
Constantijn Huygens jr. was in de jaren tachtig van de 17de eeuw vaak in de buurt van Willem III en hij maakte aantekeningen over het vieren van St. Hubertus. Hij werpt een ander licht op ‘ongemeen vrolijk’. Hij kwam zelf een keer laat aan en hoorde het ‘geraes’ van verre en iedereen was al stomdronken. Of om het met zijn eigen woorden te zeggen: ‘men dronk zich dan laveloos, men spoogh, maakte ruzie en schold elkaar voor varcken’.
Kortom, het is logisch dat Margaretha zich terugtrok. Zou de de groep zich als gast in Amerongen beter gedragen hebben of wilde ze haar man niet in verlegenheid brengen door kwaad over Zijne Hoogheid te spreken?
Geef een reactie