Margaretha twijfelt: betalen of niet betalen? We zetten haar overwegingen uit haar brieven op een rij. Ze wikt en weegt. Wat moet zij doen? De consternatie aangaande haar huis gaat haar zeer aan het hart. De Fransen hebben geen geld en dat heeft zij ook niet. Geld is aan beide kanten van de waterlinie schaars. Ze zou alles geven en meer dan dat, als ze het geld wel zou hebben.
In de brief van 30 januari geeft ze al aan dat ze eigenlijk niet weet wat ze moet doen.
[ongetwijdelt so sij segge] sij tot de Exsekusie sulle
Margaretha aan haar man op 30 januari 1673
voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen
sal
tot konservaesi1conservatie van mijn huijs sou ick veel doen en
meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt
geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn,
want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als
bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert
Advies en raad
In de brief van 15 februari schrijft zij dat ze in de brief van haar secretaris heeft gelezen en ook van de procureur-generaal heeft gehoord, dat zij toch echt deze 3.000 gulden aan brandschatting zal moeten betalen. Zo kan zij voorkomen dat haar huis en alles er omheen platgebrand wordt. Ze attendeert haar man erop dat de kopij van deze mededelingen reeds per post aan hem gezonden zijn.
Ze verwacht ook dat het geld wel bij elkaar zal komen en wil niet wachten op het advies van haar man. Ze kan ook bij goede vrienden te rade gaan. Zij kunnen misschien raad geven over welke beslissing zij moet nemen. Ze denkt ook na over de woorden van de intendant. Hij zou hebben gezegd dat ze het geld maar éénmalig hoeft te betalen, daarna zijn ze van alles af!
Garantie?
Maar is dat ook zo? Hij wil tegelijk ook geen garantie geven dat de koning hen zal vrijwaren en hun huis zal sparen. Zoon Van Ginkel vindt dat zij de kans moeten wagen en de intendant het geld moet geven om zo hun huis van de ondergang te redden. Van vrienden uit Utrecht heeft ze begrepen dat die het geld voor de brandschatting wel hebben gegeven en hun huis is op niet gekrenkt.
nu moet ick tot mijn leet
Margaretha aan haar man op 15 februari 1673
weesen alweer van swaericheijt spreecken, hierkoo=
=mende viend2Schrijffout? Gewoon vond.. briefve van de seeckreetaris van
Ameronge en vande prockereur generael, daer
de heer van ginckel uhEd de kopijen van
heeft met de laeste post gesonde, die segge
dat den intendant perforse drije duijsent gul
van ons wil hebbe of wil met de Exsckusi
van ons huijs te doen springe en voort
alles te ruweeneere voort gaen, ick ben
ten hoochste bekomert niet weetende wat hier in sal doen
den heer van ginckel sou niet gaere sien dat sij tot
d Exsekusi soude koomen hij meent wij daer die
3000f aen hoorde te wagen, de intendant seijt
dat het maer voor Eens te geefve sal vrij sijn
doch wil daer geen verseeckerin vandoen seijt
het opt woort van koninck moet aen laete koo
=me se segge ock dat onse ackte van garant3vanuit de Staten Generaal was er een garantstelling: als er iets met hun goed zou gebeuren, zouden ze gecompenseerd worden
als der op Aen sou koome maer Een acksi sou
sijn daer mij het naer loope meede sulle hebbe
ick kan niet segge hoe benaut ick hier over
ben sou ock wel licht het gelt geefve om ons
huijs te konserveere so ick wist uhEd aengenam
sou sijn, daer is geen tijt om uhEd advijs af
te wachte sal met goede vriende te rade gaen
Fransen vertrouwen?
De twijfel blijft, ook nog op 17 februari 1673. Ze schrijft haar man dat ze er niet aan moet denken dat het huis, dat ooit van zijn ouders is geweest en met zoveel zorg en getob in stand is gehouden (en nu in goede staat is), verloren gaat. Vrienden zeggen dat ze moet betalen. Tot nog toe hebben de Fransen hun woord gehouden…. Het zou toch geweldig zijn als we door dit bedrag van 3.000 gulden te betalen het huis kunnen sparen! Toch ‘Mijn Lieste hartge?’
heb geschreefve hoe dat ick in bekomerin ben int
Margaretha aan haar man op 17 februari 1673
reegart4In ’t regard van: ten overstaan van, ten aanschouwen vant geene aent huijs te Ameronge
gedreijcht wort bijaldien ick de som van 3000
f die sij segge maer voor Eens te geefve sou sijn
in de tijt van drije dage niet en betaelle, ver=
scheijde van onse goede vriende al hier so wel
als die te wttrecht oordeele wij die som tot be=
houdenis vant huijs behoorde te wagen, voegende
voor reede daer bij datse tot noch toe haer woort
diese tot konservasie vande huijse hebbe gegeefve
niet te buijten hebbe gegaen maer die hebbebeverschoont en bewaert datter int minst
niet aen is gekrenckt, doch alsmen wat geefe
sou dat ment selfge sou moete seeckreeteere5Secreteren: geheim houden om
verscheijde reedene die uhEd kan dencken,
ick in pijn sijnde niet weetende wat ick doen sal
sou niet gaeren Een huijs dat so out van uhEd
voor ouders is gekoome en daer ick nu dartich
ijaere met so veel sorch op heb getobt6Tobben: met moeite en tegenspoed te maken gehad hebben, ploeteren sien verloore
gaen alst ment met so een som sou konne voorkoom
Tijdslijn van de brand in het kasteel
Archiefstukken | |
HUA1001.2723 scan 27 ev | Brief van Margaretha aan Godard Adriaan van 30 januari 1673 |
HUA1001.2723 scan 40 ev | Brief van Margaretha aan Godard Adriaan van 15 februari 1673 |
HUA1001.2723 scan 42 ev | Brief van Margaretha aan Godard Adriaan van 17 februari 1673 |
Geef een reactie