Er bestaat een digitale afbeelding van een handgetekende kaart van de tuin van ons Huys. De kaart dateert van ongeveer 1910, maar wie de kaart gemaakt heeft en waar hij op dit moment is, is niet bekend. Op de kaart hebben alle wegen en paden van de tuin een naam gekregen. Lang niet alles is leesbaar, maar sommige namen zijn duidelijk te lezen. Zo zijn er de Bastionsweg, Bovenover, de Kerkhoflaan, de Kraaielaan en de Engelsche Laan. Als je goed zoekt vind je ook de Sneeuwklokjesweg.

Een verkleurd geel papier met lijntjes, daarop is de plattegrond van de tuin getekend met de grachten en de bruggen. Alle paden hebben straatnamen gekregen. Ze zijn handgeschreven dus niet overal goed leesbaar.
Plattegrond van de tuin met ‘straatnamen’, ca. 1910. Waarschijnlijk uit het archief van Zuylenstein (klik op de afbeelding voor een grotere versie).

De Sneeuwklokjesweg

Langs het tuinhuisje in de berceau loopt op de kaart een pad over wat nu de moestuin is naar de tuinmuur aan de Rijnsteeg. Dit pad heette de Sneeuwklokjesweg. Kennelijk stonden hier toen veel sneeuwklokjes. Nu vind je ze nog in het verlengde van de Sneeuwklokjesweg, aan de andere kant van het berceau bij de tuinmuur.

Op de voorgrond een groepje sneeuwklokjes voor een paar stenen. Links op de achtergrond de witte ophaalbrug, rechts het kasteel.
Dubbele sneeuwklokjes bij de ophaalbrug. Foto: Annemiek Barnouw

Eigenlijk zijn er overal in de tuin sneeuwklokjes te vinden in groepjes. Langs de grachten, zowel bij de ophaalbrug (Nieuwe Ophaalbrug volgens de plattegrond) als bij de Engelse brug. Achter de Adrie-schuur (op de kaart tussen het tennisveld en de Eilandstraat) staan het bos zelfs vol met sneeuwklokjes. Bij de ophaalbrug op het talud vindt je de dubbele sneeuwklokjes, dubbel omdat er eigenlijk twee klokjes over elkaar heen aan een stengel zitten. Dit is één van de vele varianten die er zijn. Het zijn echt vroegbloeiers want aan het einde van de maand februari zijn ze allemaal uitgebloeid.

Botanische tekening van een sneeuwklokje. Helemaal links de doorsnede van een vruchtbeginsel en daaronder de dwarse doorsnede van de bloem. Daarnaast een tekening van de plant met twee bladeren en een geopende bloem. In het midden twee meeldraden, rechts daarvan een plant met een nog gesloten bloem die aan de bol met wortels vast zit, uit de bol komt een kleine scheut. Daarnaast een tekening van de bloem als die nog niet uit de stengel te voorschijn gekomen is. Aan de rechterkant vier kleinere tekeningen van een vrucht, een doorsnede van de vrucht, een kiem en het kroon- en kelkblad.
Galanthus nivalis (sneeuwklokje). Uit: Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905). Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz – in Wort und Bild für Schule und Haus. Bron: Botanik Online

Stinzen

Het sneeuwklokje is een zogenaamde stinzenplant bekend op landgoederen en hun huizen. Het is verwant aan de narcisfamilie. Sinds de 18de eeuw zijn ze in ons land ingeburgerd. De Latijnse naam is Galanthus nivalis. Galan betekent melk, anthos bloem en nivalis betekent in of bij de sneeuw groeiend. De bloeitijd is doorgaans februari-maart, maar nu is dat al steeds vaker half januari.

Het sneeuwklokje is tweeslachtig: in de bloem zijn zowel de mannelijke als de vrouwelijke organen aanwezig. Dat is noodzakelijk omdat in de bloeiperiode nog geen of te weinig insecten zijn om de plantjes te bevruchten. Simpel omschreven zijn er drie buitenbloembladeren en drie binnenbloembladeren. Er zijn inmiddels honderden varianten gekweekt en ontstaan. Het belangrijkste kenmerk is dat het echt als een klokje aan een sprietige stengel hangt.

Loop eens door de tuin en kijk wat we zelf in Huys hebben!

Sneeuwklokjes die nog niet bloeien met op de achtergrond Kasteel Amerongen
Sneeuwklokjes op het Noordereiland, foto Waronne Elbers.

Gerelateerde berichten