Margaretha had groot gelijk dat ze bouwmaterialen in veiligheid gebracht heeft, want het bleef niet bij die ene grote verwoesting van het kasteel.

1673

Op 9 juni schrijft Margaretha aan haar man dat Franse troepen in Amerongen zijn neergestreken. Ze hebben verdere verwoestingen aangericht en ook de tuin vernield. Tuinbeelden zijn omvergehaald en kapot gegooid . De dreiging is nog steeds niet voorbij. Begin september schrijft Van den Doorslag (de secretaris of zijn zoon) dat er al 400 Zwitserse soldaten langs zijn geweest en ze verwachten het leger van de Hertog van Luxemburg. Godard Adriaan schrijft op 15 september aan Michiel Matthias Smidts (bouwmeester van de Keurvorst en vriend van Godard Adriaan) dat het huis opnieuw geplunderd is . Begin december is er opnieuw bericht uit Amerongen dat er weer huizen en goederen in brand gestoken zijn. Van het kasteel zijn de nog staande muren omgestoten.

Tekening van een boerderij met een strooien dak. In het raam boven de voordeur zit een oude man. Voor de gesloten voordeur staan twee soldaten met een boomstam klaar om de deur in te slaan. Naast de boerderij staan twee soldaten met geweren en zit er één op de grond zijn geweer te controleren. Achter de soldaten met de boom twee soldaten te paard. Ook met hun geweer in de hand.
Plunderende soldaten bij een boerenwoning, Adriaen van de Velde, 1669. Collectie Rijksmuseum.

1674

En zelfs in het voorjaar van 1674 schrijft Jan Quint nog naar Den Haag dat de Fransen vanuit de Betuwe nog steeds brandschattingen komen eisen. Hij geeft onder andere een voorbeeld uit Ede en raadt Godard Adriaan ten sterkste af om naar Amerongen te komen .
In november en in december 1674 gaat Margaretha twee keer naar Amerongen. Over haar bevindingen is er helaas niets te lezen. Ondertussen is Godard Adriaan druk met correspondentie over bouwmaterialen van bevriende vorsten (Keurvorst van Brandenburg, Keurvorst van Saksen en de Koning van Denemarken).

Tijdslijn van de brand in het kasteel

Een heer rijdt op een licht gekleurd paard met lange blonde manen. Heer en paard kijken allebei naar rechts en de heer wijst ook die kant op. Naast hem rijdt een dame schrijlings op een donker paard. Zijn kijkt in de richting waarheen ze rijden. Voor hun loopt een zwartwitte hond. Achter het stel zit nog een man in een donker pak op paard. Hij kijkt in dezelfde richting als de heer.
Fragment uit Italiaans havengezicht, 1649, Jan Baptist Weenix. Collectie Centraal Museum, Utrecht; bruikleen Instituut Collectie Nederland.

Gerelateerde berichten