- Wandelaars, de eerste toeristen
- Tapijten van zolder?
- De portrettengalerij vóór Cuypers
We weten niet precies sinds wanneer de voorouderportretten op de galerij in Amerongen zijn komen te hangen. De portretten van Godard Adriaan, Margaretha en de jonge Van Ginkel hebben het Rampjaar overleefd. Dat betekent dat ze niet in Amerongen waren. Heeft Margaretha ze in veiligheid gebracht of hingen ze sowieso al in Den Haag? Als ze in Den Haag hingen, zou het heel goed kunnen dat ze pas in Amerongen gekomen zijn, toen de vijfde graaf het huis in Den Haag verkocht. Maar het kan ook zijn dat Godard Adriaan en Margaretha de visie hadden om de portrettengalerij te maken zoals hij nu is, met alle portretten ten voeten uit. Het past immers wel erg mooi en het is heel goed mogelijk dat zij ook de portretten van de vroegere voorouders hebben laten maken. Bij de herinrichting van de de galerij wordt vaak met gemak ook de portrettengalerij toegeschreven aan Cuypers. Laten we er eens wat bronnen van voor Pierre Cuypers op naslaan om te kijken wat zij zeggen over de portretten.
1888 – Ds. Craandijk
Dominee Craandijk wandelt eind 19e eeuw door Nederland en schrijft daar zeven boeken over. In het tweede deel, dat zich afspeelt in 1888, is hij in Utrecht en daarin staat ook Amerongen beschreven. Over de galerij schrijft hij het volgende:
Zagen wij in de benedenvertrekken van het kasteel dus reeds menig vorst en edele, de groote bovenzaal bevat er nog velen. Aan de eene zijde de hooge Heeren van het huis: Godard, Frederik Christiaan, Frederik Willem en Frederik Christiaan, 1ste, 2de, 3de, en 5de graaf van Athlone en lord Aghrim, de 6de graaf, met hun voorvaderen, Frederik, Godard en Godard Adriaan van Reede. Daartegenover hunne echtgenooten: Cornelia van Oostrum, Anna van den Boetselaar, Margaretha Turnor, Ursula Philippota van Raesfelt, Henriëtte van Nassau Zuilestein, Louisa Isabella van Wassenaar Duivenvoorde, Anna Elisabeth van Tuyll van Serooskerke en Henriëtte Hope, als een koningin in kroningsgewaad. De achterwand is behangen met de afbeeldingen van Geurt van Reede, zijn huisvrouw Geertruid van Nyenrode en op één tafereel Adriaan van Reede en Lucia van Goor, zijn ouders
Jacob Craandijk – Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 7. p.125-126
Craandijk heeft zijn feitjes niet helemaal op orde, want de 3de graaf hangt er niet en Henriette Hope is niet de echtgenote van een van de eerder genoemden. Maar dat hij na één rondleiding zoveel weet te vertellen is dan wel weer knap.
1886 – Tekening Victor de Stuers
Twee jaar voor ds. Craandijk Amerongen aandoet komt Victor de Stuers op Amerongen en hij maakt een schets van de galerij. Victor Stuers is waarschijnlijk ook degene die Bentinck aan Cuypers koppelt. Op zijn schets is de portrettengalerij duidelijk te zien. Ook is het plafond nog onbeschilderd.

1843 – J.B. Christemeyer
In 1843, graaf Bentinck is nog niet eens geboren, schrijft J.B. Christemeyer een boek over de schoonheid van de provincie Utrecht voor zijn Amsterdamse vrienden. Hij beschrijft ook Kasteel Amerongen, maar is vrij summier over de portrettengalerij:
Er is ook eene galerij, behangen met gedeeltelijk zeer oude en ten deele fraaije afbeeldsels der leden van het aanzienlijk geslacht VAN REEDE.
J.B. Christemeyer – Het lustoord tusschen Amstel en Grebbe en elders in het Sticht, Tweede deel.
1841 – Robidé van der Aa
Robidé van der Aa schrijft een boek over burchten en kastelen en hij gaat eigenlijk vooral in op de geschiedenis van het kasteel en hij schrijft maar weinig over het interieur. Hij klaagt wel dat veel schilderijen niet goed geplaatst zijn en dat een verzameling van de verspreide stukken in één van de goed verlichte vertrekken wenselijk zou zijn. En hij vervolgt:
Men kan toch de uitwerking, die zulks zoude te weeg brengen, nagaan uit de levensgroote familie-portretten die langs de muren der, op een groote schaal aangelegde, concert-zaal zijn opgehangen; de meesten zijn ten voete uit, een zeer goed geschilderd, doch worden in kunstwaarde overtroffen door menig schoorsteenstuk of schilderij, dat elders de aandacht boeit […]
C.P.E. Robidé van der Aa – Oud-Nederland in de uit vroegere dagen, overgeblevene burgen en kasteelen.
1798 – Jacoba Helena van Reede
Op 6 juli 1798 schrijft Jacoba Helena een brief aan de grootmoeder van haar man, Charlotte Sophie van Aldenburg. Hierin ze schrijft over de verfraaiingen die haar ouders aan het huis in Amerongen hebben laten aanbrengen.
Er is daar geen ander portret van mijn grootmoeder dan een portret ten voetten uit, waarop ze naast een tafel staat met een roos in haar hand […] dat portret hangt op de grote galerie van de vestibule waar alle portretten van mijn voorouders hangen.
Jacoba Helena van Reede aan Charlotte Sophie van Aldenburg – 6 juli 1678
Het is merkwaardig dat ze schrijft dat er geen ander portret van haar grootmoeder, Louise Isabella Hermelina van Wassenaar, is, dan het portret ten voeten uit. Er is immers ook nog het portret van Jean Étienne Liotard. Misschien vergist ze zich, maar het kan ook dat dat portret toen in Den Haag hing.

1747 – Inventaris
In 1747 wordt er na het overlijden van Frederik Willem van Reede een inventaris opgemaakt van alle goederen van waarde in het huis Amerongen. Dit gaat keurig ruimte voor ruimte. Bij de galerij staan vermeld:
- een biljart
- een oostindische kist waarin eenige stukken van behangsel
- een turks tapijtje
- een blauwe fluwele schabrak niet opgemaakt
- dertien schilderijen van de familie

Die dertien schilderijen van de familie zijn interessant. Hoeveel portretten zouden er bij het overlijden van Frederik Willem moeten zijn? Zijn eigen portret wordt pas veel later postuum gemaakt en ook dat van zijn vrouw is er nog niet. Dan zouden er de volgende portretten moeten zijn:
- Adriaan van Reede en Lucia van Goor
- Goert van Reede
- Geertruijd van Nijenrode
- Frederik van Reede
- Cornelia van Oostrum
- Godert van Reede
- Anna van den Boetzelaer
- Godard Adriaan van Reede
- Margaretha Turnor
- Godard van Reede van Ginkel
- Ursula Philippota van Raesfelt
- Frederik Christiaan van Reede
- Henriette van Nassau Zuylestein
Kortom, de kans is groot dat het om de portretten van de portrettengalerij gaat.
Conclusie
Op basis van de tot op heden gevonden informatie weten we vrij zeker dat de portrettengalerij al in 1747 op de galerij hing. De vraag was al wie de start heeft gemaakt met de voorouder galerij, maar de vraag is nu ook wie ermee begonnen is om de portretten op de galerij te hangen. Was het misschien Henriëtte van Nassau-Zuylestein of waren het toch Godard Adriaan en Margaretha?
Object | Maker | Datering | Materiaal | Vaste plek (Atlantis) |
Portret van Adriaan van Reede en Lucia van Goor | t.g.a. Gerard Hoet | 1674-1733 | olieverf op doek | Galerij 67 (0803) |
Portret van Goert van Reede van Saesfelt | t.g.a. Gerard Hoet | 1674-1733 | olieverf op doek | Galerij 32 (0804) |
Portret van Geertruid van Nyenrode | t.g.a. Gerard Hoet | 1674-1733 | olieverf op doek | Galerij 70 (0805) |
Portret van Frederik van Reede | t.g.a. Gerard Hoet | 1674-1733 | olieverf op doek | Galerij 30 (0806) |
Portret van Cornelia van Oostrum | t.g.a. Gerard Hoet | 1674-1733 | olieverf op doek | Galerij 32 (0807) |
Portret van Godard van Reede | t.g.a. Gerard Hoet | olieverf op doek | Galerij 29 (0808) | |
Portret van Anna van den Boetzelaar | t.g.a. Gerard Hoet | 1674-1733 | olieverf op doek | Galerij 33 (0809) |
Portret van Godard Adriaan van Reede | Jurriaen Ovens | 1659 | olieverf op doek | Galerij 19 (0810) |
Portret van Margaretha Turnor | Jurriaen Ovens | 1660 | olieverf op doek | Galerij 39 (0811) |
Portret van Godard van Reede van Ginkel | Van der Heijden | olieverf op doek | Galerij 13 (0812) | |
Portret van Ursula Philippota van Raesfelt | Johan Merck | 1675-1699 | olieverf op doek | Galerij 40 (0813) |
Portret van Frederik Christiaan van Reede | Theodoor Netscher | 1700-1724 | olieverf op doek | Galerij 12 (0814) |
Portret van Henriette van Nassau-Zuylestein | Johan Colasius | 1724 | olieverf op doek | Galerij 41 (0815) |
Geef een reactie