Mode en kleding

Molensteenkraag boven een oranje sjerp

Molensteen kraag om je nek

Author

Op de portretten in het Huys komen we allerlei kragen uit de 17de eeuw tegen. Niet alleen bij de collectie Wijts, maar ook op de portretten van de familie Van Reede en hun vriendenkring.

Plooienkraag en platte kraag

Een kraag uit de 17de eeuw associëren we meestal met de beroemde molensteenkraag. Als je googled op ‘kragen’ en ’17de eeuw’ kom je ook weinig anders tegen. Wil je online een kraag kopen, bijvoorbeeld voor een gekostumeerd bal of om Sinterklaas te vieren, dan kom je vaak alleen bij deze vorm of een variant daarvan uit. Toch klopt dat niet helemaal met de werkelijkheid in de 17de eeuw. Er waren allerlei kragen en als we ons richten op de kragen die werden afgebeeld op schilderijen, zoals bij ons in Huys, dan komen we naast de plooienkraag, waarvan de molensteen een bepaalde variant is, vooral allerlei platte kragen tegen. Dat komt veel meer voor dan de beroemde molensteen. Over die platte kragen later meer.

Een man met een stijve kraag die zijn hele nek bedekt, waar je tussen de bovenkant en de onderkant goed de mooie regelmatige, verticale, ronde plooien ziet.
Olivier van den Tempel met een gesteven plooikraag, een pijpenkraag.
Een man met een kantenkraag die duidelijk meerdere lagen heeft. Je ziet de schaduwen van de plooien. De kraag is niet stijf.
Jacques Wijts met regelmatige plooikraag van kant.
Een man met een stijve kraag die zijn hele nek bedekt. De kraag heeft meerdere lagen en plooien lopen zowel horizontaal als vertikaal.
Guillaume de Preit met een onregelmatig golvende (lubbige) plooikraag.

Maken en dragen

De kragen op de portretten uit de 17de eeuw waren vaak gemaakt van de kostbaarste stoffen: fijn linnen (batist), afgezet met kant. De bekende witte molensteenkraag is een variant van de plooikraag, ook wel pijpenkraag of lubbenkraag genoemd. De overeenkomst is dat al die vormen bestonden uit een groot stuk batist, van soms wel 15 meter lang, dat gewassen, gebleekt, gesteven en geplooid moest worden. Een secuur en tijdrovend werkje. Bovendien moest dat bij elke wasbeurt opnieuw gebeuren, dus waren er meerdere kragen nodig als je er een beetje netjes uit wilde blijven zien. Uiteraard was daardoor het bezit en gebruik ervan alleen voor de welgestelden weggelegd.

Aanvankelijk waren de geplooide kragen klein, stijf en regelmatig geplooid, maar ze werden in de loop van de jaren allengs groter, rommeliger (lubbiger) en meer versierd. De kragen werden soms zo groot dat ze met een metalen draadwerkje, de portefraes, moesten worden ondersteund. Dat was een soort ijzeren vlechtwerk, afgezet met zilver- of gouddraad. Ook werden er wel kragen met meerdere lagen gemaakt. Een mooi voorbeeld is bijgaande portret door Jan van Ravesteyn van de Prinses van Ligne. Ravesteyn schilderde ook een aantal portretten in ‘onze’ collectie Wijts.

Een vrouw zit naar links gekeerd, haar haar opgestoken met erin een sieraad met parels, bloemen en strikken. Ze draagt een parel oorbel. Haar kraag is stijf met kant langs de rand. Hij komt tot haar oorbel. Daaronder draagt ze een jurk met zwart, wit, zilver en iets dat op hermelijn lijkt. Ze draagt veel parelkettingen en een kruis.
Ernestine Yolande (1594-1663), prinses van Ligne, 1620, Jan van Ravesteyn. Collectie Mauritshuis.

Mode

De witte plooikraag was een mode van het Spaanse hof in de 16de eeuw en die mode raakte langzamerhand uit gedurende de jaren dertig van de 17de eeuw. Zij werd vervangen door de Franse mode: de platte kraag in allerlei varianten. Uiteraard gebeurde dat het eerst bij de jeugd. Dan konden ze het haar ook langer dragen, want dat kwam dan niet meer in de knoop met die kraag. De conservatief ingestelde Nederlanders hielden het nog een tijdje vol.

Het is dan ook grappig om te zien dat de beide vormen voorkomen op de werken van bekende 17de-eeuws meesters als Hals en Rembrandt. Ze komen zelfs voor op hun schilderijen van na 1625, rond dat jaar verandert de kragenmode1Er zijn echter ook portretten van voor 1625 waarop reeds platte kanten kragen te zien zijn, bijvoorbeeld op het Huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen door Frans Hals (1622). Zie bijvoorbeeld De Magere Compagnie (Hals, 1637) en De Nachtwacht (Rembrandt, 1642), waarop meerdere vormen naast elkaar zijn afgebeeld.

Plooikragen in huis

Een man zit naar rechts gekeerd, hij heeft een ooglapje voor zijn linker oog. Hij heeft een rode neus en rode wangen, een omhoog gekrulde snor en een puntige sik. Hij draagt een zwart harnas met daarop een witte plooikraag met kant.
George Hollis, onbekend, ca. 1625. Collectie Kasteel Amerongen.

De plooienkraag komen we in het Huys op veel plaatsen tegen. In de collectie Wijts komen er meerdere voor. Zo zien we een prachtig portret van Jacques Wijts zelf waarop hij is afgebeeld met een dubbele plooikraag, afgezet met spitse kant (1627, helaas nu in depot). Op een later portret (1630-1635) is Wijts afgebeeld met een platte kraag. Verder zien we meerdere officieren met een plooikraag (in de lange gang). Er zijn zowel stijve als slappe varianten te zien in de collectie, allen van voor 1630. Op basis van de vorm van de kragen is trouwens de hele serie gedateerd op ca. 1635 door Jhr. Frits van Kretschmar, die daar apart een studie van maakte, waarin hij alle kragen uitvoerig beschrijft. Opvallend is bijvoorbeeld die van Sir George Hollis, door Kretschmar omschreven als liggende plooikraag afgezet met rand van spitse kant. Het is dus geen platte kraag!

Op de meeste portretten van de familie van voor 1625 zien we dus de molensteenkraag, vaak zowel bij de man als de vrouw. We vinden ze in de hal, in de lange gang, in de grote zaal en op de galerij. Zie voor de collectie Wijts het rijtje hieronder. Maar in de collectie van het Huys zijn er meer te zien, bijv. bij de voorouders van Godard Adriaan. Mooie voorbeelden zijn de dubbelportretten van zijn overgrootouders Goert van Reede en Geertruyd van Nyenrode en van zijn betovergrootouders Adriaan van Reede en Lucia van Goor.

Kortom: aan de kragen zien we vaak al in welke tijd de afgebeelde personen leefden of wanneer hun schilderij gemaakt werd, vóór het begin van de 17de eeuw (1625) of later.

Prins-Maurits-van-Oranje

Prins-Maurits-van-Oranje

Maurits prins van Oranje Nassau. Collectie Kasteel Amerongen

Naar-Ravesateyn-Philips-Willem-van-Oranje

Naar-Ravesateyn-Philips-Willem-van-Oranje

Philips Willem van Oranje Nassau, naar Jan van Ravesteyn. Collectie Kasteel Amerongen.

Ravesteyn-Guillaume-des-Preit

Ravesteyn-Guillaume-des-Preit

Guillaume de Preit (ca 1535 – 1596). Niet gedateerd, Jan van Ravesteyn. Foto: Peter Cox. Collectie Kasteel Amerongen.

olivier-van-den-tempel

olivier-van-den-tempel

Olivier van den Tempel (ca. 1540 – 1603), 1635, studio Jan van Ravesteyn. Foto: Peter Cox. Collectie Kasteel Amerongen.

ravesteyn-Werner-van-Houte

ravesteyn-Werner-van-Houte

Werner van den Houte (? – 1607), 1635, niet gesigneerd, toegeschreven aan Jan van Ravesteyn. Foto: Peter Cox. Collectie Kasteel Amerongen.

hoet-portrettengalerij-Geertruyd-van-Nyenrode

hoet-portrettengalerij-Geertruyd-van-Nyenrode

Geertruyd van Nyenrode (1525-1605) t.g.a. G. Hoet. Collectie Kasteel Amerongen.

hoet-portrettengalerij-Adriaan-van-Reede-en-Lucia-van-Goor

hoet-portrettengalerij-Adriaan-van-Reede-en-Lucia-van-Goor

Adriaan van Reede en Lucia van Goor, t.g.a. Gerard Hoet. Collectie Kasteel Amerongen.

Ravesteyn-Peter-von-Sedlnitzky

Ravesteyn-Peter-von-Sedlnitzky

Peter von Sedlnitzky (1549 -1610). Niet gedateerd, niet gesigneerd. Foto: Peter Cox. Collectie Kasteel Amerongen.

mierevelt-jacques-wijts

mierevelt-jacques-wijts

Jacques Wijts, 1627, Michiel van Mierevelt. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox

onbekend - george hollis

onbekend – george hollis

George Hollis, onbekend, ca. 1625. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox.

Jan van Ravestein - vitenval du voysin

Jan van Ravestein – vitenval du voysin

Daniel Vitenval du Voysin (?-1629), 1628, Jan van Ravestein. Collectie Kasteel Amerongen. Foto: Peter Cox

Plooikragen in de collectie Wijts

ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
Jacques WijtsMichiel van Mierevelt1627Olieverf op paneelDepot (0919)
Daniel Vitenval du Voysin (?-1629)Jan van Ravesteyn1628Olieverf op paneelHal West 38 (0942)
Olieverf op paneelLange gang Middenwest 33/ West 48 (0938)
Guillaume de Preit (?-1596)Groep RavesteynOlieverf op paneelLange gang 42 (0935)
Adolf van MeetkerkenOlieverf op paneelLange gang Middenwest 27 (0925)
Margaretha van Lichtervelde (1549-1591)16e eeuwOlieverf op paneelLange gang Middenwest 30 (0926)
Dubbelportret Jan Wijts en Margaretha van Lichtervelde1550-1599Olieverf op doekLange gang Zuidwest 6 (0922)
Werner van den Houte (?-1607)t.g.a. Jan van Ravesteyn1635Olieverf op paneelKorte gang Zuid 20 (0933)
Peter von Sedlnizky (1549-1610)t.g.a. Jan van Ravesteyn1600-1624Olieverf op paneelKorte gang zuid 17 (0936)
Sir George Hollis (1575-1626)t.g.a. Jan van Ravesteynca. 1625Olieverf op paneel Korte gang zuid 20 (0932)

Plooikragen bij de familie van Reede

ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
Dubbelportret Adriaan van Reede en Lucia van Goort.g.a. Gerard HoetOlieverf op doekGalerij West 67 (0803)
Dubbelportret Goert van Reede en Geertruyd van Nyenrode17e eeuwOlieverf op doekLange gang Noordwest 66 (0821)
Frederik van Reede (1550-1611)t.g.a. Gerard HoetOlieverf op doekGalerij Zuid 30 (0806)
Cornelia van Oostrum (? – 1600)t.g.a. Gerard HoetOlieverf op doekGalerij Noord 32 (0807)
Cornelia van Oostrum (? – 1600)Olieverf op paneelHal Noord 54 (0842)

Vorstelijke plooikragen

ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
Prins Willem van Oranje Nassay (1533-1584)Olieverf op doekGrote Zaal Oost 8 (0892)
Louise de Coligny (1555-1620)Olieverf op doekGrote Zaal Oost 14 (0894)
Prins Philip Willem van Oranje Nassau (1554-1618)naar Jan van RavesteynOlieverf op doekGrote Zaal Oost 21 (0891)
Prins Maurits van Oranje Nassau (1567-1625)Olieverf op doekGrote Zaal Oost 2 (0895)

Gerelateerde berichten

Hoog opgestoken haar met daarin een parelkettinkje een blauwe strik en daarbovenop een kanten kapje.

Als je haar maar goed zit

Author

Jean-Etienne Liotard heeft een prachtig portret van ‘onze’ Annebetje gemaakt. Hij heeft haar afgebeeld met hoog opgetast haar. Bovenop haar haar draagt ze een parmantig mutsje. Zij was duidelijk trendgevoelig want ze volgde met dit kapsel de heersende haarmode. Gelukkig wel iets minder uitbundig dan Marie Antoinette, die hele kunstwerken van haar haar liet maken.

Twee rijen met elk vier vakjes met een afbeelding van een modieuze dame waarvan één met heer. Van links naar rechts van boven naar beneden: 51. Dame met hoog haar en daarin allerhande planten. Tekst: Le Parterre Galant 52. Dame met hoog haar, daar bovenop een mandje met bloemen. Tekst: La Corbeille de Fleurs. 53. Dame met een soort helm op met daarop gekleurde veren. Tekst: La Casque à la Minerve. 54. Dame ten voeten uit met gigantische rok en in haar uitgestoken hand een dichtgeklapte waaier. Op haar hoge haar veren. Tekst: La Dame en Robe a la Cironssiere (slecht leesbaar). 20. Dame met hoog haar en op haar achterhoofd allerlei rollen. Tekst: Coeffyre à la Colombe. 21. Dame met hoog haar en daarop allerhande textiel (lint, kussentie, franje). Tekst: La Coeffure a la Daunienne. 22. Dame met gigantische jurk en groot haar en heer in zwart pak in een tuin. De heer buigt voor de dame. Tekst: La petite Maitresse, 23. Dame met hoog haar met daarop een doek en aan de achterkant hangt een soort touw met knopen. Tekst: Couffure a la Cleopatre.
Fragment uit ‘Le nouveau Jeu des Modes Françoises’, Rob.t Sayer, Londen. Collectie BnF Gallica. Dit is een ganzenbordspel met de meest waanzinnige kapsels. Zeker de moeite waard om op te klikken!

Zo te zien heeft Annebetje geen pruik op maar is het haar eigen haar. Door het gebruik van kussens met paardenhaar en haarextensies kreeg het kapsel de gewenste hoogte. Het was ook gebruikelijk om het haar te bepoederen met geparfumeerd, wit of soms zelfs gekleurd poeder. Dit om stank en beestjes tegen te gaan, want zo’n kapsel moest weken lang stand houden. Het was natuurlijk ook een hele kunst om het kapsel bij het slapen in tact te houden.

Dame, naar rechts gepositioneerd, met hoog haar met bovenop een kanten kapje en een blauwe strik. Ze heeft donkere ogen, fruitige roze wangen en volle lippen. Ze draagt een grijze glimmende jurk.
Anna Elisabeth (Annebetje) van Tuyll van Serooskerken, J.E. Liotard, 1771-1773. Collectie Kasteel Amerongen

Gerelateerde berichten

Portretten van Godard van Reede van Ginkel en Ursula Philippota van Raesfelt

De romantische jaren van Godard en Ursula Philippota

Author

In 1666 trouwen Godard van Reede van Ginkel en Ursula Philippota van Raesfelt. Dit adellijke stel behoorde tot de bevoorrechten in het onrustige, woelige landje van de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hoe zouden zij hun eerste huwelijksjaren hebben doorgebracht in de periode, die achteraf “De stilte voor de storm” genoemd kan worden?

Een bijzondere verbintenis

Precies op de dag dat Frans Hals sterft, 26 augustus 1666, in zijn geliefde stad Haarlem, trouwen Godard van Reede en Ursula Philippota van Raesfelt in het kerkje te Ellecom. Dit pittoreske kerkje ligt op de Veluwe tussen Rheden en Dieren. Godard is de enige zoon van Godard Adriaan van Reede, ambassadeur in dienst van de Staten-Generaal en Margaretha Turnor. Ursula Philippota van Raesfelt is de erfdochter van o.a. kasteel Middachten en de havezate Herreveld. Godard is in de gereformeerde leer opgevoed en Ursula is rooms katholiek gedoopt. Dat vormt geen bezwaar bij de wederzijdse ouders, want beide kanten hebben “een goede partij” getrouwd!

Een wijds landschap met lichte glooiing. Op de voorgrond grazende schapen en her en der bossages. Halverwege een kleine kerk. Op de achtergrond een stadje met erboven uit stekend een kerk.
Ellecom, gezien van de rand van het Middachter Bos. Zicht op de St.Nicolaaskerk. Op de achtergrond de overzijde van de IJssel met de Martinikerk te Doesburg, Constantijn Huygens jr., 1678. Collectie Gelders Archief.

Oorlog met de Engelsen

De eerste vijf jaren van hun huwelijk verlopen kalmpjes in een overigens roerige tijd. Een week na hun huwelijksinzegening slaan de Engelsen tijdens de Tweede Engels-Nederlandse oorlog een grote slag. Ze vernietigen een groot aantal koopvaardijschepen die met volle lading lagen te wachten voor vertrek op de rede bij Vlieland. Daarbij is ook nog en passant het dorp West-Terschelling met de grond gelijk gemaakt. De Amsterdamse beurs is dagenlang gesloten geweest om van de schok te kunnen herstellen.

Maar vergeet onze Michiel de Ruyter niet! Een jaar later vaart hij als represaille de Medway op, helemaal naar Chatham en brengt daar heel veel Engelse schepen tot zinken. Een smadelijke nederlaag voor de Engelsen, want hij neemt ook nog hun vlaggenschip mee naar huis! Godard is naar zijn rendevoos, maar de hoogzwangere Philippota heeft dit samen met schoonmama op Amerongen gevierd. Later, bij de ondertekening van de Vrede van Breda, hebben wij nog Nieuw Amsterdam kunnen ruilen voor Suriname. Een mazzeltje!

Voor een huis met diverse trapgevels in een stad, staan drie torens (staken) met daarop pektonnen, de tonnen aan de rechterkant branden al, bij de middelste staak staat iemand op een ladder ze aan te steken en de linker staak moet nog aangestoken worden. Tussen de twee linker staken staat een beeld van een leeuw op zijn achterpoten met pijlen in de rechter voorpoot waar wijn uit stroomt. De straat is vol met mensen die zich haasten om de wijn op te vangen. Onder de prent staat: 1. Huysen vande Ambassadeurs der Hoogm. Hren Staten. 2. Staken met Picktonnen, 3. Den Leeuw met seven Pylen, alwaer de wyn overvloedigh uyt vloeyde.
Vreugdetekenen voor het logement Hrn Staten ambassadeurs, fragment uit: Vrede van Breda, 1667, Romeyn de Hooghe, 1667. Collectie Rijksmuseum.

Ondertussen in Frankrijk

Maar ook de Fransen moeten buiten de deur worden gehouden en met name die agressieve koning Lodewijk de Veertiende. Zijn nieuwe leus is: “L’ état c’est moi!” Dat mocht Johan de Witt willen: “Ik ben de Staat!” Hoewel hij het best goed doet als raadspensionaris, want hij moet vaak op eieren lopen om beide grootmachten te vriend te houden. Als de Fransoos zich weer eens roert in de Spaanse Nederlanden betekent dit voor Godard dat hij zich af en toe bij zijn compagnie moet laten zien voor een “rendevoos”, wat hij overigens ook graag doet.

Platteland en stad

Ondertussen wonen de jongelui tamelijk vredig op hun prachtige landgoed Middachten, gelegen tussen de Veluwe en de rivier de IJssel. In de bossen van deze Heerlijkheid veel kunt jagen en veel feesten kunt houden op het luisterrijke kasteel. Als snel worden er kinderen geboren. In de eerste vijf jaar worden er vier geboren, waarvan er één in het eerste jaar overlijdt. De kinderen gaan regelmatig bij oma in Amerongen logeren en dan heeft het paar fijn de tijd voor elkaar.

In het midden een wereldbol. Links de verdrijving van de krachten der duisternis door een nieuwe straatverlichting. De personificatie van de nacht, een gewapende dief en een vos met een prooi vluchten voor het licht van een in het deurstuk opgenomen lantaarnmodel van Van der Heyden. Rechts de brandbestrijding, gesymboliseerd door een slang en een putto - de laatste met fakkel en granaatappel - beiden waterspuwend een vuurhaard bestrijdend. Op de voorgrond een salamander.
Deurkalf uit het huis van Jan van der Heyden (1637-1712), uitvinder van straatverlichting (links) en brandspuit (rechts), anoniem, 1767. Collectie: Amsterdam Museum.

De jongelui zijn ’s winters vaak in Den Haag als Middachten te koud is. Ze worden dan uitgenodigd voor de bals. Dan is het heel gezellig met de straatverlichting aan. Ze hebben gehoord dat de verlichting in Amsterdam nog veel mooier is! Die is door Jan van de Heyden sterk verbetert. In 1673 zal hij ook de Haagse straatlantaarn ontwerpen. In 1671 wordt tussen Hoorn en Enkhuizen de straatweg verhard. Waar zie je zoiets? Reken maar dat daar een hoop koetsjes rondrijden!

Kunst, cultuur en wetenschap

Een andere uitvinding zal waarschijnlijk volledig langs ze heen gegaan zijn: in 1671 heeft de wiskundige Leibniz een mechanische rekenmachine gebouwd die kan vermenigvuldigen en delen. De rentmeester doet dat soort dingen toch gewoon uit het hoofd!

Links een vrouw met een luit, rechts een man met een viola da gamba. Tussen deze twee aan een tafel geeft een man een jongen muziekles of zangles.
Musicerend gezelschap, Gerard van Kuijl, 1651. Collectie Rijksmuseum.

Philippota speelt prachtig luit, in 1680 schrijft Constantijn sr. haar:

Trouwens, ik meen te mogen hopen dat deze stijl u niet helemaal onverdraaglijk zal zijn, gezien het geduld, waarmee ik u onlangs het lapwerk van een miserabele Duitser zag verdragen, hetgeen mij dermate verraste, dat ik niet ophoud de moeite te beklagen, die u uw voortreffelijke handen, zo geoefend en kundig, zo
waardig om voor het allermooiste te worden ingezet, ervoor hebt willen laten doen.

Constantijn Huygens aan Ursula Philippota van Raesfelt, 28 juli 16801Transcriptie Rudolf Rasch.

Het zal haar dus waarschijnlijk niet ontgaan zijn dat de kunstminnende Franse koning in 1669 in Parijs de Koninklijke Muziek- academie sticht. In Amsterdam wordt datzelfde jaar het kunstgezelschap Nil Volentibus Arduum opgericht naar het voorbeeld van de Academie Française. Formeel waren ze het niet eens met de politiek van de Amsterdamse schouwburg, maar cultuur was ook een mooie dekmantel om te discussiëren over de ideeën van Spinoza.
Die stadsschouwburg was net in 1665 heropend en hij was gigantisch groot, bovendien was het een technisch hoogstandje met verwisselbare decors in perspectief geschilderd, coulissen, vliegwerken en zinkluiken.

Een katholieke kapel

In Amsterdam wordt in 1671 wordt de eerste steen gelegd voor de Nieuwe Begijnhofkapel die als katholieke kapel van buitenaf niet herkenbaar mag zijn. Zal de paapse Philippota een kijkje gaan nemen? De officiële naam van de kapel is H.H. Johannes en Ursulakapel, alleen vanwege de naam moet ze eigenlijk al gaan. En zou de rijke koopmansstad toen ook al dé stad geweest zijn om te shoppen? Misschien kan ze het bezoek dan wel combineren als ze voor manlief van die mooie schoenen met hoge hak gaat uitzoeken die nu zo in de mode zijn! 

In een nis staat een vrouw met vier kinderen onder haar mantel. Eronder staat St. Ursula.
Gevelsteen met de heilige Ursula, Begijnhof in Amsterdam, Jac van Looij, 1877-1894. Collectie Rijksmuseum.

Einde van de idylle

Maar dan is het 1672 en breken zware tijden aan. De Franse zonnekoning valt met een groot leger ons ongelooflijk rijke landje binnen. Het is afgelopen met de relatieve rust van Godard en Ursula. Het waterrijke landje lijkt reddeloos, maar Godard kan zich als militair in het leger van de Prins van Oranje van zijn beste kant laten zien. Hij is nu nog maar zelden thuis en Ursula, zwanger van hun vierde kind, gaat schuilen bij haar schoonmoeder.
Maar dat is een nieuw verhaal!

Op een lage stoel zit een man met een hoed, een kuras en indrukwekkende laarzen in zijn rechter hand heeft hij een brief. Naast hem op de grond zit een jonge vrouw met een roze rok. Ze zit tegen de man aangeleund, haar rechter hand onder haar hoofd, de elleboog op het bovenbeen van de man. Haar linker hand ligt ook op dat bovenbeen. Beiden kijken naar de boodschapper: Een man met een blauw jak, de hoed in de hand een een trompet op zijn rug.
De boodschapper, bekend als ‘De onwelkome boodschap’, Gerard ter Borch (I), ca. 1653. Collectie Mauritshuis.

Gerelateerde berichten