Gebeurtenis

Lachende jonge man met pet.

Het verhaal van Ruben Velleman

Author

Ruben Velleman was de fotograaf van Het Leven geïllustreerd, die vanaf een hooiwagen een foto van de keizer in de tuin van Kasteel Amerongen maakte. Dit was niet het eerste bewijs dat de keizer in Amerongen was. De foto’s worden pas in oktober 1919 in het tijdschrift geplaatst. Volgens het artikel in het tijdschrift was de aanleiding voor het maken van de foto dat de keizer een baard had laten staan. Iedereen kende de keizer immers met een schone kin, dus dat moest gekiekt worden!

De voorbereidingen

De eerste keer vertrekken de fotograaf en zijn assistent vrij onvoorbereid naar Amerongen. Daar aangekomen horen ze als snel dat de keizer onwel is en niet buiten komt. Ze maken het bezoek wel zinvol, want ze doen uitgebreid onderzoek hoe ze de keizer kunnen fotograferen. Dat is niet makkelijk want de muur is hoog en de delen waar alleen een hek zit zijn dichtgetimmerd. De lagere muur aan de Rijnsteeg was met een schutting een meter verhoogd. Bovendien patrouilleerde de politie de hele dag bij het hek. De heren nemen contact op met Reyer van Dijk van de boerderij Roodestein en vragen hem of ze zijn hooiwagen een half uur mogen huren. Reyer is wantrouwend en vraagt waarom. Als hij het plan hoort moet hij lachen en wil hij graag meewerken. Met die toezegging op zak vertrekken Ruben Velleman en zijn kameraad weer naar Amsterdam.

Een oudere man met een grijze snor en baard en een hoed op loopt met een stok. Zijn linker hand zit in de zak van zijn jas.
Ex-keizer Wilhelm II met nieuwe baard, Ruben Velleman, 1919. Fotocollectie Het Leven (1906-1941), bron: Het Geheugen (Delpher)

De uitvoering

Als de keizer beter is gaan ze weer naar Amerongen en voeren hun plan uit. Gelukkig bleken de rijkswachters niet meer de hele dag buiten te staan bij het hek, maar alleen als de keizer in de tuin wandelde. Dat maakt het voor de fotografen makkelijker om te weten wanneer ze in actie moeten komen. De hooiwagen met speciale vracht wordt bij de muur geparkeerd, zogenaamd omdat het paard een hoefijzer verloren heeft. Al snel horen ze stemmen en zien ze de keizer, die vergezeld wordt door zijn adjudant-generaal Von Dommes en de foto wordt gemaakt. De keizer kijkt op, maar ziet de camera niet. Velleman roept “Morgen!” en de keizer groet vriendelijk terug. Dan komt uit de verte de keizerin aangelopen en Velleman maakt weer foto’s. Dat ziet de keizer en het bevalt hem allerminst. Von Dommes snelt naar buiten naar de veldwachters.

Een zeer bewogen foto van een tuin met borders en strak geschoren heggen. Op één van de paden loopt een dame in het wit in een getailleerde jas met een hoed op en een paraplu aan haar arm.
Ex-keizerin Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein brengt een telegram aan haar echtgenoot de ex-keizer van Duitsland, fotograaf onbekend, 1919. Fotocollectie Het Leven (1906-1941). Bron: Het Geheugen (Delpher)

De arrestatie

De fotografen zijn niet gek en hebben een paar lege fotoplaten klaar liggen om aan veldwachter Beek te overhandigen en het lijkt erop dat ze hun gemaakte foto’s mee naar Amsterdam kunnen nemen. Ze nemen de tram naar Driebergen om daar op de trein naar Amsterdam te stappen. Zodra ze in Driebergen een kaartje voor de trein kopen, worden ze gearresteerd wegens een moordaanslag op de ex-Keizer. De inmiddels behoorlijk opgewonden Beek gelooft het foto-verhaal niet meer en is er zeker van dat hij een moordaanslag verijdeld heeft. Daarom wil hij de mannen fouilleren. Bij het fouilleren vinden ze het magnesium dat gebruikt wordt bij fotografie (in plaats van een ingebouwde flitser…), Velleman had zelfs een lont in zijn zak, dus het was wel duidelijk dat dat dynamiet was. Uiteindelijk moesten ze wel accepteren dat er alleen foto’s gemaakt waren. De dienders probeerden nog op allerlei wijzen de gemaakte foto’s in hun bezit te krijgen, maar dat is niet gelukt.

De rest van het leven van Velleman

Het tijdschrift ‘Het Leven geïllustreerd’ blijft tot 1941 bestaan. Velleman is joods en moet een andere inkomensbron zoeken, wat op dat moment niet makkelijk was. Hij wordt keukenhulp in de joodse psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bos. Het lijkt erop dat de Duitsers Het Apeldoorsche Bos met rust laten, bovendien kregen hij en zijn vrouw een ‘Sperre’ (vrijstelling van deportatie), omdat hij een essentieel beroep in de zorg had. In januari 1943 vindt de geruchtmakende deportatie van alle patiënten uit Het Apeldoornsche Bos plaats. Ruben en zijn vrouw komen in het tweede transport terecht en gaan eerst naar Westerbork. Uiteindelijk bezwijkt Ruben in Dachau en zijn vrouw wordt vermoord in Auschwitz.

Jonge man met een pet schuin op zijn hoofd zit met zijn arm leunend op de rugleuning van de bok op een hooiwagen. Op zijn schoot heeft hij een ouderwetse camera.
Ruben Velleman, de fotograaf van Het Leven die keizer Wilhelm II vanaf een hooiwagen wist te fotograferen, 1919. Fotograaf onbekend. Collectie: Fotocollectie Het Leven. Bron: Het Geheugen (Delpher)

Gerelateerde berichten

Vijf officieren voor het kasteel

Gemobiliseerde officieren

Author

In 1939 wordt de dreiging van een Duitse inval steeds groter. De Nederlandse regering geeft daarom opdracht tot mobilisatie van het leger. Amerongen ligt niet ver van de Grebbelinie, een vitaal onderdeel van de Nederlandse verdediging in het oosten. Amerongen is één van de dorpen waar legereenheden worden ondergebracht. Vele soldaten verblijven in het koetshuis, enkele officieren vertoeven op het kasteel. Een aantal hoge officieren poseert tijdens een bezoek op de trappen voor het kasteel. Op 13 mei 1940 verliest het Nederlandse leger de Slag om de Grebbeberg en rukt het Duitse leger op. In het dagboek van graaf Bentincks  kleinzoon Siegfried lezen we: ‘Onder de bomen voor het huis en in het ‘‘Crowwood’’ achter het huis en in de tuin waren Duitse tanks geparkeerd’.

Vijf soldaten staan op de trap van het kasteel.
Officieren van het 3e bataljon van het 11e Regiment, 1939. Particuliere collectie.

Gerelateerde berichten

Zwartwit foto van mensen met jassen aan en paraplu's op voor het huis.

Familie en stichting

Author

Na lang onderhandelen wordt het kasteel met steun van het rijk en vele fondsen in 1977 gekocht door Stichting Utrechtse Kastelen. Op deze bordesfoto uit 1977 poseren de kleinkinderen van Graaf Bentinck samen met de nieuwe eigenaren. Het kleinkind Siegfried schrijft over deze overdracht het volgende: ‘Nu is het de staat die de sleutel van het huis beheert, dat anno 1879 door lady Elisabeth Villiers aan onze grootvader was overgedragen. De wens van onze grootvader, dat het huis met zijn mooie collectie voor het Nederlandse publiek toegankelijk moest worden, is in vervulling gegaan’. In 1982 wordt het kasteel overgedragen aan Stichting Kasteel Amerongen.

Tussen de standbeelden van Prudentia en Fortitude staan zes keurige heren en twee dames op de bordestrap. Ze hebben twee paraplu's bij zich.
Kleinkinderen van graaf Bentinck en leden van het bestuur van Stichting Utrechtse Kastelen, 1977. Particuliere collectie.

Gerelateerde berichten

Twee cartouches met de portretten van Johan en Cornelis de Witt

De moord op de gebroeders De Witt

Author

Na de mislukte moordaanslag op Johan de Witt en de arrestatie van Cornelis de Witt bleef het nog erg onrustig in de Hollandse steden. De door pamfletten verspreide complottheorieën en oproepen om zich van de gebroeders te ontdoen, werden steeds extremer. Johan de Witt kon geen goed meer doen zoals in het volgende versje valt te lezen:

De Wit gewondt en weer gesont?

In hondert jaer geen droever maer.

Was hij gedoot,

’t lant had geen noot.

Naar de Gevangenpoort

Het was vroeg in de ochtend van 20 augustus dat het vonnis over Cornelis werd uitgesproken. Schuldig bevonden, maar waaraan werd niet vermeld. De cipier raadde hem aan zo snel mogelijk de Gevangenpoort te verlaten. Echter door zijn jicht en zijn verwondingen ten gevolge van de folteringen die hij een paar dagen eerder ondergaan had, kon hij nauwelijks meer lopen. Hij verzocht om zijn broer te laten komen om hem met een koets op te halen1dit is de versie van Luc Panhuysen. Toen Johan, te voet vooruitgesneld, bij de Gevangenpoort, die 200 meter van zijn huis lag, arriveerde, was het daar nog redelijk rustig.

Onrust

Maar al snel kwam er een mensenmassa op de been. Tichelaar was die ochtend vrij gelaten en had de boel zitten opstoken. Het gerucht deed de ronde dat Johan nu ook in de Gevangenpoort was. Wellicht hebben oranjegezinde regenten ook aan stemmingmakerij gedaan. De onvrede over Johan de Witt had zich in alle lagen van de bevolking genesteld.

Aanvankelijk ging het er nog gemoedelijk aan toe maar geleidelijk aan werd de stemming steeds grimmiger. Een steeds grotere schare mensen kwam op de been. Zij scandeerden:

De Prins boven!
De Witten onder!
Wie anders meent,
dien sla de donder!

Een plein met links achter de hoge statige gebouwen van het Binnenhof. Rechts een huis die tegen een poort aan staat. Links op het plein een verhoging van steen waar gras op groeit. Op de verhoging staat een galg. Op het plein twee ruiters, een koets en een elegant koppel.
De Plaats met het Binnenhof en de Gevangenpoort in Den Haag, Gerrit Adriaensz. Berckheyde, 1680-1690. Privécollectie, bron: Wikimedia. Het standpunt van de schilder is pal voor het huis van de Van Reedes aan de Kneuterdijk.

Schutterij

Ook een deel van de Haagse schutterij, Oranje-Blanje-Bleu, die op handen van prins was, had uit eigen beweging ‘de bescherming’ van de gebroeders ter hand genomen. Intussen was op initiatief van Hendrik Verhoeff, een zilversmid die gezworen had de gebroeders de Witt te vermoorden, de gehele schutterij, die grotendeels uit oranjegezinden bestond, op de been gebracht. Een kleine groep geradicaliseerde schutters dreigde de overhand te krijgen. De cavalerie onder leiding van de graaf van Tilly moest er soms aan te pas komen om ze op afstand te houden.

De Gecommitteerde Raden (uitvoerend orgaan van de Staten van Holland) hadden drie regimenten van de cavalerie eropaf gestuurd. Ze stuurden tevens een verzoek aan de prins van Oranje om militaire versterking en verzochten hem ook in persoon aanwezig te zijn om de gemoederen te sussen. Willem ging niet op het verzoek in. In de middag kreeg Tilly, het bevel van de voorzitter van de Gecommitteerde Raden, Van Boetzelaer, om de plek te verlaten omdat ze elders dringender nodig waren. Later bleek dat dit een vals alarm en een voorwendsel was. Tilly weigerde aan het mondeling bevel te voldoen, maar moest toch gehoorzamen toen hij een schriftelijk bevel had gekregen. Hij vertrok met de woorden: “Nu zijn de Witten dode lieden”.

Op het strand staat rechts de schutterij van Den Haag, zij zijn eigenlijk het hoofdthema van het schilderij. Verder staat het hele strand voor met notabelen en toegestroomde bevolking. Ergens in de mensenmassa staat een koets.
Het vertrek van Koningin Henrietta Maria van Scheveningen naar Engeland op 26 februari 1643, Henry Lesire, 1643-1654. Privécollectie, bron: Wikimedia. De schutterij van Den Haag, rechtsvoor, is eigenlijk het onderwerp van dit schilderij.

Confrontatie

In de namiddag drongen opgehitste, dronken schutters de Gevangenpoort binnen. Johan gedroeg zich heldhaftig en zei “Mannen, is het om mijn leven te doen? Schiet mij dadelijk onder de voet” maar Verhoeff hield de anderen tegen. De gebroeders moesten volgens hem voor het oog van de wereld sterven. De schutters sleurden Johan en Cornelis naar buiten. Cornelis, die natuurlijk slecht ter been was, struikelde en werd onder de voet gelopen. Met een geweerkolf werden hem de hersens ingeslagen. Johan werd op weg naar de galg door een marineofficier van achteren neergeschoten2dit is de versie van Luc Panhuysen. Hij was nog niet dood, wilde zich oprichten maar werd met de kolf van een musket neergeslagen.

Lynchpartij

Nu was de beer los. De meute maakte zich meester van de lichamen. Beide lichamen werden ondersteboven opgehangen om zo de val van de staatslieden te symboliseren, de wijs- en middelvinger van Johan werden afgesneden, daarmee had hij immers het Eeuwig Edict gezworen. Zijn tong moest afgesneden, want daarmee had hij dezelfde eed uitgesproken. Het werd een steeds wanstaltiger vertoning. Iemand had het hart van Johan uitgesneden en smeet dat steeds tegen zijn gezicht, normaal gesproken een handeling die de beul doet bij landverraders! Nadat een stel vleeshouwers de lichamen hadden opengesneden, zoals bij geslachte dieren gebeurt, gingen sommigen er zelfs toe over delen van de lichamen op te eten! Het werd een ware orgie!

Op de voorgrond staan de Johan en Cornelis de Witt temidden van het tumult, daarachter worden ze naar het Groene Zoodje gesleept en op het Groene Zoodje worden ze opgehangen. Overal is het vol mensen en is de schutterij te herkennen aan vaandels en speren. Daarnaast lopen er mensen met geweren, hakbijlen en zwaarden. Rechts wordt op mensen geschoten.
Grote plaat van de moord op de gebroeders De Witt, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672. Collectie: Rijksmuseum. Het huis links achter aan De Plaats is het huis van de Van Reedes.

Oranje en de moord

Voor aanhangers van de prins was de moord op de gebroeders De Witt het zoveelste bewijs dat hoogmoed voor de val komt. Een belangrijk thema in de 17de eeuw dat veelvuldig wordt afgebeeld zoals bijvoorbeeld op ‘ons’ schilderij in de hal van Apollo en Marsyas!

Over de rol van Willem III bij de moord op de gebroeders De Witt zijn de meningen verdeeld. Wel is het zeker dat hij geen enkele poging gedaan heeft om de daders van de moord op te sporen. Integendeel, hij beloonde Tichelaar en Verhoeff vorstelijk. Vermoedelijk waren de krachten die hij ontketend had te groot geworden om nog tegen te houden en heeft hij gedacht: ‘het doel heiligt de middelen’. Hoe gruwelijk de middelen ook waren.

Gedenkwaardige dag

Twintig Augustus zou als een gedenkwaardige dag de geschiedenis in gaan. Op één en dezelfde dag werd het vonnis over Cornelis de Witt uitgesprokenGaspard Fagel als opvolger van Johan de Wit tot raadspensionaris van Holland benoemd én de gebroeders De Witt op gruwelijke wijze vermoord.

Gerelateerde berichten

Mannen bieden Lodewijk XIV sleutels aan

De ‘sleuteldragers’ van Utrecht

Author

Utrecht had eigenlijk geen keuze, ze moest zich wel overgeven aan de Fransen. Er waren nauwelijks weerbare mannen in de stad en prins Willem III had alle kogels en munitie meegenomen.

Verraad

Toch nam buurgewest Holland het Utrecht zeer kwalijk dat ze zich hadden overgegeven. Zij beschouwde de capitulatie van Utrecht als verraad. Vooral de haast waarmee de stad zich had overgegeven, zette kwaad bloed. Het was volgens de Hollandse regenten tekenend voor de verraderlijkheid van de Stichtse regenten. Zij noemden de Utrechters minachtend ‘sleuteldragers’ (‘sleutelbrengers’ zou passender geweest zijn!). Zij hadden de stadssleutels en daarmee de stad op een presenteerblaadje aan de Fransen aangeboden.

Op de voorgrond Lodewijk XIV op een schimmel voor hem knielen drie regenten met de sleutel op een kussen. Om hen heen soldaten en burgers te paard. Op de achtergrond de plattegrond van de std Utrecht met daar omheen verschillende compagniën die optrekken richting de stad.
De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672, Hondt II, Lambert de (1645 – 1708). Collectie Centraal Museum, Utrecht; aankoop met steun van het Mondriaanfonds en het K.F. Hein Fonds 2018 © Centraal Museum, Utrecht / Ernst Moritz 2018

Holland-Utrecht

Door de overgave van Utrecht lag de weg naar Amsterdam open voor het Franse leger. Een van de Utrechtse regenten beschreef hoe hij in Amsterdam werd uitgescholden:

seggende, wij een partije verraders ende Regenten van Utrecht waren ende dat men ons behoorde doot te smijten

De oude animositeit tussen Holland en het Sticht had weer de kop op gestoken. In tal van pamfletten kwam Utrecht er niet goed van af, zo kon met bijvoorbeeld lezen:

Utrecht is al over lange tijden geweest een broeinest van veilige (veile) en quaataerdige Lichtmissen, slampampers en schrapers – de goede uytgezondert – gewoon op de kerkelijke en geestelijke goederen een dronken, wellustigh en vadzig leven te leyden…

De vroedschap verweerde zich in december 1672 met een Deductie1Verdediging. Deze werd pas na het vertrek van de Fransen openbaar gemaakt.

Gerelateerde berichten

Getekende soldaten

De vesting Naarden smadelijk verlaten

Author

Naarden was in 1672 als vestingstad zwaar verouderd, Amsterdam had vernieuwing lange tijd tegen gehouden, mede door rivaliteit tussen de steden. Nu de vijand dichterbij kwam was Naarden voor Amsterdam als voorpost echter opeens een belangrijk verdedigingswerk. De Staten Generaal gaven pas begin 1672 ruimte om aan de verdediging te werken. Dit was helaas te laat. Naarden was een ‘open stad’ en dat zagen de Fransen ook.

Een kaart van een min of meer rechthoekige vestingstad met bastions op de hoeken en de lange zijden. Aan de bovenkant van de kaart liggen tuinen, aan de rechterkant weilanden en aan de linkerkant wilde grond. Aan de onderkant een kanaal dat uitkomt in de stadsgracht en waar de Haven is volgens de legenda.
Kaart van Naarden, M.Z. Boxhoorn, 1632. Collectie: Noord-Hollands Archief.

Vlucht

Zo gebeurde het dat de soldaten die de vesting zouden moeten verdedigen, wegvluchtten richting Amsterdam. Ze hadden gehoord dat de burgemeesters de stad uit gevlucht waren, omdat ze deze als onverdedigbaar beschouwden. De verbaasde Fransen, die pas een week eerder de Republiek waren binnengevallen, konden zo op 20 juni zonder slag of stoot de stad overnemen.

Naar Muiden

De Fransen hebben nog enige tijd de soldaten van de Staten achtervolgd tot vlak bij Muiden. Dit leverde voor Amsterdam een gevaarlijke situatie op, omdat de Fransen nu wel heel dicht bij de stad kwamen. De Fransen echter talmden te lang. Ze waren vooral bezig met het nemen van gevangenen, omdat deze geld zouden kunnen opbrengen. Met de gevangenen keerden ze terug naar Naarden.

De vestingstad Naarden, op slechts 20 kilometer voor Amsterdam, werd in juni 1672 door Franse troepen bezet. Maar verder kwam het Franse leger niet. Omdat de zeedijk van de Zuiderzee ten noorden van Naarden was doorgestoken, hield het water hen tegen. Naarden werd in september 1673 op de Fransen heroverd. Mogelijk is dit de reden dat Van der Meulen het schilderij niet voltooide. Van de Franse militairen, die een inspectietocht uitvoeren in de omgeving van de vesting, bracht hij alleen de contour aan. Op de achtergrond is Naarden met daarachter de Zuiderzee te zien.
De troepen van Lodewijk XIV voor Naarden, 20 juli 1672, Adam Frans van der Meulen, 1672-1690. Collectie Rijksmuseum.

Johan Maurits van Nassau-Siegen

Nog diezelfde dag arriveerde de veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen in Muiden. Hij ging al gauw aan de slag ging met het laten versterken van stad en kasteel. De vesting Naarden, strategisch gelegen aan de Zuiderzee en nog geen dertig kilometer verwijderd van Amsterdam, was voor de Fransen.

Gerelateerde berichten

Lodewijk XIV met diverse militairen bij de Rijn.

Lodewijk XIV komt bij Lobith ons land binnen

Author

Op 12 juni 1672 kwamen de Fransen met een immens leger aan bij Lobith. De Fransen voerden dezelfde tactiek als de Spanjaarden rond 1636 gebruikt hadden: de Rijnforten overwinnen en dan doorstoten en gelijk de Betuwe in. Door voor de Betuwe te kiezen, konden ze de IJssellinie omzeilen.

Laag water

De overtocht bleek overigens ook niet erg moeilijk te zijn: het was al tijden droog waardoor het water laag stond. Een veerman uit Elten had ze een ondiepte in de Rijn aangewezen en dat vergemakkelijkte het oversteken.

Op de voorgrond Lodewijk XIV op een witte schimmel. Op de achtergrond de Rijn die zwart ziet van de ruiters die de Rijn oversteken. Aan de overkant Tolhuis. Vanaf een toren komt nog een verdwaasd rookpluimpje van de verdediging.
Lodewijk XIV steekt bij Lobith de Rijn over Adam Frans van der Meulen, Collectie Rijksmuseum.

Weerstand

Het was niet zo dat het Staatse leger volledig afwezig was bij de Rijn. Er waren ruiters en een regiment Friese musketiers, maar geen kanonnen. De Staatsen probeerden de Fransen in de rivier terug te drijven, maar door het Franse kanonvuur, moesten ze zich terug trekken. De Friezen zagen dat ze het niet gingen redden en wilden zich over geven. Ze gooiden hun wapens weg, maar in plaats van dat ze gevangen genomen werden, werd door de Fransen het vuur geopend. Ze pakten hun wapens weer op en verdedigden zich met hand en tand en wisten veel Fransen te doden. De plek waar dit gebeurde werd nog lang Bloedkamp genoemd. Een van de gewonden was Condé, hij kreeg een kogel in zijn pols.

Vanaf een hoog punt hebben we van tussen de bosjes een weids uitzicht over een vlag landschap met weilanden. In de verte ligt weer een wat heuvelachtig landschap.
Lodewijk had zelf een prachtig uitzicht op wat er allemaal gebeurde vanaf de Elterberg. Foto: Johannes Cornelis Strootman

De Rijn is gepasseerd

Als wraak plunderden de Fransen Lobith en werd kasteel Het Tolhuys afgebrand. Door het passeren van de Rijn, lag de Betuwe voor hun open. De overtocht over de Rijn werd door Lodewijk groots gevierd te Versailles. Met deze overtocht werd het begin van de Hollandse Oorlog (1672-1679) gemarkeerd, die zowel te land als ter zee werd gevoerd.

Een hoog kasteel met aan diverse zijdes torens. midden op het dak staat ook een toren. Voor het kasteel staat een hek. Midden boven staat Het Tolhuys.
Het Tolhuys, fragment uit: Zeven vestingplattegronden en een gezicht op Het Tolhuis bij Lobith, anoniem, 1675. Collectie Rijksmuseum.

Gerelateerde berichten

Een landschap met veel water. Er liggen schepen en in de verte grote rookwolken.

De tocht naar Chatham

Author

Op initiatief van Cornelis de Witt, als gedeputeerde van de Staten, zette de Nederlandse vloot in juni 1667 onder leiding van Michiel de Ruyter koers naar de Engelse kust, waar de Engelse vloot voor anker lag. Op naar Chatham! Daar werd besloten de vloot in drieën te splitsen. Kleine lichte schepen voeren de Theems op en linksaf naar de Medway. Ondertussen lagen de grote schepen met De Ruyter in de monding, om te voorkomen dat ze bij eb niet op het droge kwamen te liggen. Het derde deel ging buitengaats om eventuele Engelse oorlogsschepen te signaleren. Twee overgelopen Engelse loodsen hielpen de Nederlanders bij het navigeren.

Kaart van de monding van Thames en de monding van de Medway. Op het kaartje staat hoe Van Ghent de Thames op vaart en weer terug en hoe De Ruyter naar Chatham vaart over de Medway.
Kaart die de aanval op Chatham in 1667 door een Nederlandse vloot onder leiding van Admiraal De Ruyter weergeeft. Bron: OSeveno (wikimedia).

Beschaafde aanval

Fort Sheerness werd zonder tegenstand ingenomen en verwoest. Het stadje Sheerness werd bezet. Tot grote verbazing van de Engelsen betaalden de ‘beschaafde’ Nederlandse troepen voor hun maaltijden! De opdracht was dan ook zich zo fatsoenlijk mogelijk te gedragen in tegenstelling tot het gedrag van de Engelsen bij Terschelling. Daar werd in 1666 West-Terschelling door de Engelsen in de as gelegd en bovendien ongeveer hondervijftig Nederlandse koopvaardijschepen verwoest (Holmes’ Bonfire). Later, toen de Nederlanders vertrokken waren, werden steden alsnog geplunderd: door de Engelse troepen. De Engelse schepen vluchten verder terug de Medway op.

Engelse troepen verzamelden zich in juni 1667 bij de stad Rochester aan de Medway, nadat het bericht Londen had bereikt dat een Nederlandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter op weg was naar de marinewerf van Chatham. Zij konden echter weinig uitrichten. Stroomafwaarts zijn brandende Engelse schepen te zien. Het vlaggenschip Royal Charles werd door De Ruyter als buit meegenomen naar Nederland.
Tocht naar Chatham, Willem Schellinks, ca. 1668. Collectie Rijksmuseum.

De buit

De Medway was bij Gillingham afgesloten door een ketting die onder water lag. Daar lagen oorlogsbodems, batterijen en half onttakelde schepen. Het verhaal gaat dat kapitein Van Brakel, die tegen de afspraken in eerder matrozen aan land had laten gaan om te plunderen, zich rehabiliteerde door over de ketting te varen en die te verwijderen. Vervolgens maakte hij de Engelse ‘Unity’ buit en liet de staanders van de ketting in brand steken. Het Engelse vlaggenschip ‘De Charles’ en de ‘Unity’ werden triomfantelijk op sleeptouw mee naar Holland genomen. De Engelse Generaal ter Zee George Monck (58 jaar oud en ziek) beval alle zestien oorlogsschepen in de dokken tot zinken te brengen zodat ze niet in Nederlandse handen zouden vallen.

Gepolychromeerd, gebeeldhouwde spiegelversiering, voorstellende het Engelse koningswapen van het huis Stuart, gedragen door een gekroonde leeuw aan bakboord en een geketende eenhoorn aan stuurboord.
Spiegelversiering van de Royal Charles. Collectie Rijksmuseum.
opschrift, voorzijde, geschilderd: ‘Dit Wapen / heeft versierd / THE ROYAL CHARLES / van / honderd Stukken, het grootste Schip der Engelsche Zeemacht / met meer andere Schepen Veroverd bij de roemrijke / onderneming op de rivier, van Rochester in / het jaar 1667, onder het opperbevel, van den / Luitt Admirl Ml: Az: de RUITER, en / den Ruwaard Cs: de WIT, in het zelfde / jaar in de Maas binnengebragt, / en te Hellevoetsluis gesloopt, / in het jaar 1673.’
Tekstpaneel toegevoegd aan de spiegelversiering van de Royal Charles, anoniem, ca. 1800 – ca. 1825. Collectie Rijksmuseum.

Door of niet?

Toen De Ruyter later in Chatham aankwam liet hij enkele Engelse schepen, die al door de Engelsen zelf tot het laagste kanondek afgezonken waren, in brand steken. Cornelis de Witt wilde verder de Medway op varen maar De Ruyter vond dit niet verantwoord vanwege de nauwe vaarweg, eventuele tegenmaatregelen van de Engelsen en problemen met de getijdenstroming. De Nederlandse vloot trok zich terug en dankte God voor de overwinning. De tocht naar Chatham had (mede) als doel om de Engelsen onder druk te zetten bij de onderhandelingen voor de vrede van Breda. 

Gerelateerde berichten