Het idee om je te beschermen tegen vijanden en rovers met behulp van water bestaat al heel lang.
De adel deed dit al eeuwen op hun riddermatig goed en lieten dan ook een gracht aanbrengen rond hun burcht. Hiervoor was dan toestemming verleend door de leenheer.

Oude vogelvluchttekening van een omgracht kasteel. De gracht loopt rond, met daar omheen bomen. Het huis staat midden in de gracht. Op de ommuurde voorburcht staan aan weerszijde van de oprijlaan twee gebouwen met trapgevels. Recht tegenover het kasteel, bij de eerste brug staat een poortgebouw. Aan de voorkant hebben de muren van de voorburcht torens.
Fragment uit Het kasteel Middachten : met ontwerp voor een buiten de slotgracht gelegen plein voor de poort van de voorburcht, N. Ritz van Geelkerck[en], 1652. Archief Huis Middachten.

Tachtigjarige oorlog

Tijdens de Opstand tegen de Spaanse koning, ook wel de Tachtigjarige Oorlog genoemd, begonnen de opstandige steden, die de Spanjaarden zagen naderen aan de horizon, hun omringende dijken door te steken en dammen te bouwen om zo de vijand met hun zware kanonnen natte voeten te bezorgen. Het succes was wisselend, maar in 1573 was het doorsteken van de dijken (inundaties) voor de stad Alkmaar een van de middelen om de victorie te brengen. Voor boeren en buitenlui was deze verdedigingsmethode overigens altijd een ramp omdat het land na een inundatie vaak jarenlang niet meer bruikbaar was. Zij saboteerden de inundaties dan ook vaak. Bovendien was het herstel van dijken vanwege de oorlogshandelingen vaak niet mogelijk.

Dit paneel is vervaardigd door de schilder P.A.Cluyt. Een kopie ervan bevindt zich eveneens in de collectie van Stedelijk Museum Alkmaar. Het is te vinden onder nummer 020601. De tekst in het cartouche op dit paneel maakt duidelijk dat het afgebeelde voorwerp een pontonbrug voorstelt van 100 voet lang, 5 voet hoog en 10 voet breed. Voor kenners zijn de contouren van de ommuurde stad Alkmaar wel herkenbaar. Van links naar rechts tekenen de silhouetten van de Kapelkerk, het Heilige Geest Gasthuis (thans de Waag), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk zich af. Op de voorgrond rechts staat een kanon, dat vuur en rook uitspuwt. Rechts van de twee toegangsroutes naar de stad staat een batterij van negen kanonnen, die eveneens tegelijkertijd in actie zijn.De belegering van Alkmaar vormde een keerpunt in de succesrijke heroveringspolitiek van Alva. Nadat diens zoon Don Frederik de steden Mechelen, Deventer, Naarden en Haarlem had veroverd, zette hij koers naar Alkmaar, dat in juni 1572 met grote aarzeling partij had gekozen voor prins Willem I van Oranje. De vorst bezocht de stad in oktober van dat jaar en gaf opdracht tot versterking van de vestingwerken. De architect werd landmeter Adriaan Anthonisz (1541-1620). Toen de Spaanse troepen op 16 juli 1573 voor de stad verschenen, waren vier van de acht door hem ontworpen bolwerken klaar. De hier afgebeelde noordzijde was nog in aanbouw. Alleen de stadsmuur uit 1551 bood enige bescherming. Deze werd verstevigd. Op dit paneel is Alkmaar te zien vanuit het noorden, waar de Spanjaarden de Friese Poort bestormen, nadat ze de runmolens en de tonnenschans hebben veroverd. Deze gebeurtenis vond plaats op 29 augustus 1573. Links op de voorgrond staat een vendel Spaanse soldaten te wachten tot het in actie moet komen. Rechts eveneens een Spaans vendel dat op het punt staat om aan te vallen; een soldaat is in de beschutting van een schans en een uitkijktoren bezig zijn kanon te richten. Schuin achter hem staan twee monniken, die de troepen zegenen. Links op het middenplan de drie wielen van een overtoom, waar schepen konden worden overgezet. Daarnaast kanonnen op affuiten en Spaanse soldaten die ze in de beschutting van schanskorven bedrijfsklaar maken. De Friese Poort wordt van twee kanten aangevallen. Op de achtergrond de stad met onder meer de silhouetten van de Kapelkerk, het Heilige Geest Gasthuis (nu de Waag), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk. In de cartouche onderaan is een pontonbrug te zien die op de Spanjaarden is veroverd. De aangegeven datering 1573 geeft aan in welk jaar dit wapenfeit plaatsvond. Hoewel de teksten in de cartouches suggereren dat de belegering van begin tot eind in beeld is gebracht, gaat het op dit paneel toch vooral om de bestorming van de Friese Poort.
Het beleg van Alkmaar in 1573, gezien vanuit het noorden, Pieter Adriaensz Cluyt, 1580. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar.

In 1629 is er nog sprake geweest van een waterlinie langs de Vecht en van de Grebbelinie, maar de Spanjaarden zijn toen niet meer in de buurt gekomen.

Het Rampjaar: verschillende waterlinies

Na de Tachtigjarige oorlog waren er wel plannen om een waterlinie goed uit te werken, maar daar is uiteindelijk weinig aandacht aan besteed. Mede daardoor waren de vestingsteden ten oosten van Holland in 1672 zwaar verouderd toen het op verdediging aankwam.

Toen in 1672 de Fransen en Engelsen met een aanval dreigden, had de Republiek wel een zeemacht, maar nauwelijks een landmacht. Als eerste moesten dus het oosten en zuiden worden beschermd. De Staten van Holland haalden oude plannen voor inundatie uit de kast. Dijken en sluizen werden afgebroken en er ontstond een strook water in de polders vanaf de Zuiderzee tot aan ‘s Hertogenbosch. Tijdens het Rampjaar zette de Republiek bovendien IJssellinie en de Friese linie in.

De Franse troepen onder generaal Pichegru steken de bevroren Waal over, 28 januari 1794.
Pichegru steekt de bevroren Waal over, Cornelis Brouwer naar Dirk Langendijk, 1795. Collectie Rijksmuseum.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie

Ook na het Rampjaar was het plan om de waterlinie nu echt goed voor te bereiden. Eind achttiende eeuw worden de eerste tekeningen voor een Nieuwe Hollandse Waterlinie gemaakt. Die is niet klaar voordat de Fransen komen. Doordat het hard vroor in de winter 1795-1796 konden de Fransen de Maas en Waal te voet oversteken. Napoleon is bijzonder geïnteresseerd in de ideeën voor de waterlinie, omdat hij zo het voor hem belangrijke Amsterdam kan verdedigen. Het komt alleen niet tot een uitvoering. Napoleon bouwt wel de Stelling van Den Helder uit. Uiteindelijk is het Koning Willem I die een aanvang maakt met de vestingwerken. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is rond 1870 gereed.

De Tweede Wereldoorlog

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog dachten we nog dat de Grebbelinie de Duitsers tegen kon houden. Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt tot 1939 gemoderniseerd. Zoals de foto hieronder laat zien werd er zelfs in 1939 een test gedaan of een pantservoertuig een waterlinie kon passeren.

Proefneming met een Renault T17 tankette om aan te tonen dat de Waterlinie onpasseerbaar was voor pantservoertuigen. Bemanningslid verlaat het voertuig via koepelluiken
Militaire oefening te velde, soldaat verlaat een tank van een in de waterlinie vastgelopen tank, NV Vereenigde Fotobureaux, 1939. Collectie: Fotocollectie Elsevier Binnenland / Nationaal Archief.

Gerelateerde berichten

Auteur

Series Navigation<< Voorbereidingen aan de IJssel
Dit verhaal is deel 4 van 4 in de serie Rampjaar militair: waterlinies