Dit verhaal is deel 3 van 8 in de serie Rampjaar militair: waterlinies
Dit verhaal is deel 3 van 10 in de serie Rampjaar in Utrecht

De Hollandse waterlinie lag in 1672 aan de westkant van de provincie Utrecht en een deel van de provincie werd geïnundeerd. De provincie had dus wel de lasten, maar niet de lusten. Ook in 1629 was er al gedoe over een waterlinie in Utrecht.

Den Bosch en de Veluwe

Zittende man in een harnas en een pofbroek met een blote knie, met helm op, leunt met zijn rechter arm op een trommel, het hoofd in de rechter hand, de ogen toe. In zijn linker hand heeft hij een rapier.
Slapende Mars, Hendrik ter Brugghen, 1629. Collectie: Centraal Museum.

Het jaar 1629 is vooral bekend vanwege de inname van Den Bosch door Frederik Hendrik. Deze inname werd voorafgegaan door een belegering van een paar maanden. De Spanjaarden wilden Frederik Hendrik ertoe bewegen deze belegering op te geven. Hun tactiek was er voor te zorgen dat de troepen van de prins elders nodig waren. En dus trok het leger van de Spaansgezinde Hendrik van den Bergh met steun van de keizerlijke troepen van Montecuccoli over de Veluwe richting Utrecht en Holland. 

De IJssellinie en…

Toen in Utrecht het bericht kwam dat er vijandelijke troepen de IJssel over waren gestoken en op de Veluwe waren, brak er paniek uit bij de regenten. In allerijl werd de Utrechtse burgemeester Van Weede (de vader van Van Weede Dijkveld die in het Rampjaar een rol speelt) naar Den Bosch gestuurd om met de prins, die ook stadhouder van Utrecht was, te overleggen.

Het verzoek van Utrecht was om van Rhenen via Veenendaal, Leusden en Amersfoort naar Bunschoten een waterlinie aan te mogen leggen, die heel Utrecht zou beschermen. Het antwoord was dat er geen tijd meer was om die Grebbelinie aan te leggen. Frederik Hendrik had nog een oude wens: de Utrechtse linie, die van Vreeswijk tot Muiden langs de Vaartsche Rijn en de Vecht liep.

Kaart van Utrecht met een massief blauw gebied langs de westgrens van de provincie. In het midden van de provincie een groen gebied en langs de oostgrens weer een blauw gebied.
De waterlinies in Utrecht: blauw links de Oude Hollandse waterlinie van 1672, groen midden de Nieuwe Hollandse waterlinie (vanaf 1815, die in Utrecht en Noord-Holland ongeveer de Utrechtse linie volgt) en rechts in het blauw de Grebbelinie. Bron: Cultuur Historische Atlas Utrecht.

De schouders eronder

Utrecht was teleurgesteld, maar probeerde met man en macht het plan van Frederik Hendrik te realiseren. Utrechtse burgers, maar ook werklieden uit Holland, die hun eigen schep mee moesten nemen, werkten aan de verdedigingswerken. Montecucculi trok vrijwel zonder tegenstand Amersfoort binnen, veroverde Woudenberg en en stak zeker honderd huizen bij Veenendaal in brand. Hij liep vast op de Utrechtse linie en na betaling van 1000 gulden trok hij zich helemaal terug.

Heibel

Al met al leek het voor de stad Utrecht en het westen van de provincie met een sisser af te lopen. Toch liet het gebeurde wel zijn sporen na, vooral in de verhoudingen binnen de provincie. De Staten Generaal wilden niet meebetalen aan de werkzaamheden aan de Utrechtse linie, dat moesten de Staten van Utrecht maar doen. Zij peinsden er echter niet over om de verdedigingswerken van de stad Utrecht te financieren. De stad en de provincie hadden ook de stad Amersfoort laten vallen en waren alleen met hun eigen verdediging bezig geweest. Daarnaast liepen de gemoederen tussen Utrecht, Holland en de Staten Generaal hoog op. 

Voornemens

Gelukkig viel Den Bosch en kon ieder weer doorgaan zoals voorheen. Utrecht nam zich voor om een stevige Grebbelinie aan te leggen, maar na de vrede van Münster in 1648 vertrouwde men gewoon weer op de IJssellinie. Halverwege de 18e eeuw werd er pas weer serieus naar de Grebbelinie gekeken. Van Margaretha weten we dat er door Nassau-Zuylestein en Wirtz wel naar de Grebbelinie gekeken is, maar toen was de conclusie dat er te veel zou moeten gebeuren.

Ingekleurde tekening van de Vaartsche Rijn. Aan de rechteroever de molen, huizen en een buitenplaats. Links het jaagpad met daarop een jager te paard, maar ook een wandelend stelletje en in de verte een koets. Op de achtergrond de stad Utrecht met helemaal links de Dom en midden de toren van de Nicolaikerk.
Gezicht over de Vaartsche Rijn te Utrecht uit het zuidwesten vanaf de Rijndijk aan de westzijde met rechts de Paltrok-houtzager Van Aken / De Eenhoorn. Op de achtergrond (midden) de toren van de Nicolaïkerk en de huizen Rotsenburg, Rotsoord en Rotswijk, geheel links de Domtoren, Jan de Beijer, 1737-1739. Collectie: Het Utrechts Archief.
Verder lezen
Mens, P.F.M. (1970). Utrecht in bange dagen. In: Jaarboek Oud Utrecht, pp. 32-51 (over de Utrechtse politiek en de inval via de Veluwe)
Blijdestijn, Ronald (2015). Tastbare Tijd 2.0. Amsterdam: Stokerkade Cultuurhistorische Uitgeverij. Hoofdstuk Millitair erfgoed. (Over de waterlinies in Utrecht)

Gerelateerde berichten

Auteur