In de hal van het Huys is aan beide kanten van de centrale gang een nis met daarin een buste. Rechts vanuit de ingang gezien staat die van koning-stadhouder Willem III en links die van zijn gemalin koningin Mary Stuart. Deze bustes herinneren ons aan de 17de eeuw en de dubbelmonarchie van William en Mary. Omdat in hun tijd Henri Purcell een belangrijke componist was, die ook voor hen persoonlijk grote betekenis had, besteden we hier aandacht aan deze componist. Wie was deze Purcell?

Aan het hof

In 1679 wordt Purcell, dan achttien jaar oud, organist van de Westminster Abbey. Een paar jaar daarna gaat hij ook aan de slag bij de Chapel Royal. Al tijdens de regering van Charles II komt hij ook aan het koninklijk hof. Na diens dood blijft hij daar werkzaam. Hij werkt voor James II en doorstaat ook The Glorious Revolution in 1689. Toen Mary Stuart en koning-stadhouder Willem III aantraden was hij dus al hofcomponist. Purcell is een typische Barokcomponist. Samen met zijn leraar John Blow behoorde hij tot de musici van de Restoration, een beweging die ontstond na een periode van uitbanning van elke culturele uiting tijdens Cromwell en het aristocratische bewind. Hij componeerde veel liederen en opera’s. Zo schreef Purcell na de Glorious Revolution, toen Mary en Willem de troon bestegen, bijvoorbeeld het lied “I was Glad”.

Ode aan Mary Stuart

Op 30 april 1694 schreef hij ‘Come Ye Sons of Art’ (Ode for Queen Mary’s birthday) en dat werd die dag in aanwezigheid van Mary uitgevoerd. Hierin horen we o.a. de ‘sound of trumpet’ waarin de volgende tekst voorkomt (in vertaling): ‘Steek de trompret tot overal de luisterende kusten het geluid weerkaatsen. Speel op de levendige hobo. Bespeel alle blijde instrumenten, die bekwame musici kunnen gebruiken om de glorie van deze dag te vieren”.

Hoe triest dat hij negen maanden later de muziek moest maken voor het overlijden van diezelfde Mary.

The Funeral of Queen Mary

Op 28 december 1694 overleed Mary Stuart aan de pokken. Purcell componeerde daarop de muziek voor haar begrafenis, kortweg “The Funeral” genoemd. Hij was daar als hofcomponist en organist van de Westminster Abbey voor verantwoordelijk. Nadat Mary opgebaard had gelegen in Kensington Palace, werd ze pas in maart 1695 bijgezet in de Westminster Abbey. Men beweert wel dat die periode zo lang was, omdat Purcell die tijd nodig had voor zijn compositie.

Overzicht van een lange processie die over een breed gebied aan komt meanderen als een rivier. Groepjes rouwende mensen worden afgewisseld door trompetters en mannen met vaandels. Voor de koets met de kist lopen acht paarden onder lakens. De stoet loopt tot aan de horizon. Aan weerszijden staan mensen rijen dik te kijken.
Lijkstatie van koningin Maria II Stuart, 1695, Jan Luyken, 1703. Collectie Rijksmuseum.

De rouwstoet voor Mary was indrukwekkend. De rouwkist stond op een koets getrokken door zwart omhulde paarden. Vergezeld door het geluid van het getrommel van omfloerste trommels reed de koets de stad in. Overal hingen zwarte banieren. Ook de route vanaf Kensington Palace naar Westminster Abbey was volledig afgezet met met zwarte banieren. Bij het binnendragen van de kist in de kerk begon de muziek met een processiemars, gevolgd door een canzone. Purcell gebruikte daarbij de zojuist geïntroduceerde platte trompet.

Bij de dienst voerde de aartsbisschop de gebruikelijke kerkrituelen uit, afgewisseld met muziek, De muziek was waardig en melancholisch van karakter. Daarna volgde een koorgedeelte: “Man that is born”, in vertaling: “De mens, van een vrouw geboren, is kort van dagen en zat van onrust”. Afgewissend door een imposante trompetcanzone, volgde het volgende koorstuk in: “The midst of Life”: “Midden in het leven zijn wij in de dood”. Na een volgende canzone kwam “Thou knowest Lord”: “Gij kent, o heer, de geheime van onze harten”. De afsluiting van de ceromnie was wederom de processiemars vol met trompetgeschal. Aanwezigen beschreven de dienst als iets buitengewoon moois en plechtigs. De uitvoering was zo hemels dat iedereen tranen in de ogen kreeg. Daarna werd Mary in de Westminster Abbey begraven.

Dood Purcell

Een jaar later werden dezelfde “Funeral” en het stuk “Thou knowest Lord, the secrets of hour hearts” gebruikt tijdens rouwdienst van Henry Purcell zelf.

Gerelateerde berichten