Een deel van het grondgebied van de Republiek hoort volgens Bernhard van Galen, de bisschop van Münster, bij zijn bisdom. Het verzoek van Charles II (Karel II) om hem te helpen de Republiek aan te vallen, komt dan ook als geroepen. Op 13 juni 1665 kwam de overeenkomst tot stand tussen Münster en Engeland.

Het aanbod

Het aanbod van Charles II schijnt hieruit bestaan te hebben:

Spotprent op de bisschop van Münster, 1665
Emrik & Binger, 1877 – 1879. Collectie Rijksmuseum. Reproductie van een spotprent op Christoph Bernard von Galen, de bisschop van Munster, bij het uitbreken van de Tweede Engelse Oorlog, 1665. De bisschop half gekleed als soldaat en half als bisschop, staande met zwaard en boek in de handen. Op de achtergrond links doodt de bisschop als soldaat de schapen en rechts als bisschop een herder voor de schapen.
  • de Engelsen zouden op zee de Hollanders zoveel werk als mogelijk bezorgen; Van Galen zou met twintig duizend voetknechten en tienduizend ruiters een inval doen op het grondgebied van de “Vereenigde Provinciën”; 
  • de Bisschop zou Bergen op Zoom of Willemstad trachten meester te worden, alwaar de Engelsen in twintig transportschepen volk aan land zouden zetten, om in Zeeland en Holland te opereren; 
  • een betere grensscheiding tussen Nederland en Munster moest in het vervolg de vijandelijkheden verhinderen en de zo vaak besproken waterwegen van Münster naar de Dollart of de Noordzee en naar de IJssel mogelijk maken; 
  • Coevorden zou dan het vooruitgeschoven punt en de Bourtanger moerassen zouden de linie van verdediging worden voor het stift. 

De tegenprestatie

Karel II zal aan Münster als werfgeld voor de troepen betalen. In de eerste drie maanden betaalt hij vijfhonderdduizend rijksdaalders. Vervolgens betaalt hij tot aan het einde van de oorlog iedere maand vijftigduizend rijksdaalders betalen. Temple, de Engelse onderhandelaar, scheen over zijn zending tevreden te zijn. Op 6 september schreef hij aan zijn familie: “Hij zegt, alles wat besproken is te zullen vervullen: fide sincera et Germana (met Duitsche trouw en eerlijkheid) , eene uitdrukking die hij dikwerf gebruikt.”

De redder in nood

Lodewijk XIV was een week later al op de hoogte van dit verdrag met Engeland. Hij schreef aan zijn gezant in Den Haag dat hij de bisschop zal gaan waarschuwen middels een expressebrief. Bovendien zal hij het Staatse leger beschermen met zijn leger mocht dat nodig zijn. Aan koning Karel II in Engeland laat hij weten dat deze zijn geld wel beter kan besteden. Ook vraagt hij zijn gezant in Den Haag om deze gebeurtenissen aan te grijpen als mooie gelegenheid om de heren Staten van zijn deelneming en trouw te doen getuigen.

Gerelateerde berichten