Ook liefde die door de maag gaat kan met de post verstuurd worden. Godard Adriaan en Margaretha blijven voor elkaar zorgen, ook als de afstand groot is.
Kisten vol
In november 1681 zit Godard Adriaan aan hof van de keurvorst van Brandenburg en Margaretha stuurt hem vanuit Den Haag livreien en proviand. Ze verzendt de goederen via Amsterdam over de Zuiderzee en de Waddenzee naar Hamburg. Van daar worden ze dan over de Elbe naar Potsdam vervoerd. Om zeker te zijn dat alles goed overkomt, stuurt ze haar man met haar brief van 10 november een lijst mee met wat ze verstuurd heeft.
In een kist zitten:
- de livreien
- alles wat Godard Adriaan voor een goede kop thee nodig heeft (‘gereedschap’ en kandij)
- een blikken servies
- oregano
- amandelen
- vlees: metworst en rookvlees
Daarnaast is er een pakmand met meer proviand:
- verschillende soorten kaas
- eenvoudig banket
- poedersuiker en broden suiker
- kweepeermoes
- grauwe erwten
- boter
- amandelen om te kraken.
- kannetjes met ‘water voor de tanden’ van de apotheker
- gekonfijte nootmuskaat.
In de begeleidende brief schrijft ze dat de haring en de labberdaan (gezouten kabeljauw) pas over een week gezonden kan worden, want ‘er is nog geen die (zo lang) goed blijft’.
Wijn in duigen
In dezelfde brief meldt ze ook dat Temminck, die de zaken in Amsterdam behartigt, zal zorgen dat er wijn verzonden wordt. Dat gaat helaas mis, want in de volgende brief weet ze te melden dat één van de vaten met wijn in Hamburg bij het overladen kapot gevallen is. De band, waarmee het vat opgehesen werd, brak. Gelukkig hebben ze nog een deel weten te redden en dat is nu op weg naar Potsdam.
Het was al een keer eerder mis gegaan met de wijn. In januari 1681 heeft Godard Adriaan bedorven Franse wijn ontvangen. Dat doet Margaretha leed en ze hoopt dan ook dat verder geen goederen bedorven zullen zijn. Ze heeft alle zo goed verzorgd: de boter zit zelfs in een dubbele ton. Ze heeft zelden betere boter geproefd dan die boter. En ook de kaas die ze gezonden heeft is zo goed… Ze is benieuwd wat hij ervan vindt.
Redder in nood
Tijdens het Rampjaar is er in de Republiek schaarste aan alles. Margaretha zit achter de Hollandse waterlinie en klaagt in haar brieven hoe duur alles wel niet geworden is. Dan is Godard Adriaan haar redder in nood: hij stuurt boter en Rijnwijn vanuit Duitsland naar Den Haag. Daar is de Franse wijn inmiddels niet meer te betalen. In het voorjaar van 1673 fantaseert Margaretha dat hij misschien Franse wijn in vaten van Rijnwijn kan sturen. Ze komt daar later op terug, want de oorlog kan dan niet lang meer duren en na de oorlog zal de prijs van Franse wijn wel volledig in elkaar zakken.
Zelfs als Margaretha het zelf niet makkelijk heeft in het rampjaar, blijft ze zich ook zorgen maken om Godard Adriaan. In januari 1672 is ze blij dat hij goed voorzien is van specerijen, suiker en Canary Sack: een zoete wijn van de Canarische eilanden. Die wijn zou ook goed zijn voor haar schoondochter, maar die hebben ze nou eenmaal niet in Den Haag.
dat uhEd so wel van speeserij kandij broode suijcker
en van kanaerijseck1Canary Seck versien is, is mijn lief wij
hebbe wel oblijgasi2Obligatie: verplichting, schuld aenden heer geene rael maijoor
Eller3Wolfgang Ernst von Eller zu Laubach , hadde wij wat vande seck hier sou teege
de kraem vande vrou van ginckel wel te pas koo
=men dan daer is geen raet toe hoope se uhEd
ock goet sal sijn, de keurvorstin is geluckich naer
Archiefstukken | |
HUA 1001.2723 Brieven gericht aan Godard Adriaan van Reede afkomstig van zijn echtgenote Margareta Turnor, 1673 | Brief van 22 januari 1673 Brief van 13 april 1673 Brief van 19 juni 1673 |
HUA 1001.2726 Brieven gericht aan Godard Adriaan van Reede afkomstig van zijn echtgenote Margareta Turnor, 1681-1682 | Brief van 5 januari 1681/25 december 1680 Brief van 10 november 1681: paklijsten Brief van 16 november 1681 |
Geef een reactie