Op 1 april 1672, vandaag precies 350 jaar geleden, schreef Margaretha Godard Adriaan een brief. Ze begint met de heer te danken voor de gezondheid van haar schoondochter en de kleinkinderen. Reiniera is nog geen maand oud en Ursula Philippota is de kraamtijd alweer te boven.
Daarna gaat ze in op het weer en de tuin: het is droog, het water in de gracht staat laag en alles is verdord. Ze noemt dat Engeland een paar dagen eerder, op 27 maart, Nederland de oorlog verklaard heeft, gaat in één moeite door naar de zware zomer die komt en dankt Godard Adriaan voor zijn brief van de 23ste.
Dan, helemaal aan het eind, schrijft ze nog dit:
nu is deselfve merge weer ijaerich en vijftich ijaere out sal nu den berch die dus lang geklome heeft gaen daelle de heer alma chtich wil geefve uhEd de overijge tijt sijns leefvens in gesontheijt en voors poet =mach door brenge dat het selfve mach strecke tot sijns naems Eer en uhEd sielen salicheijt dit wenst van harten Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor | Nu bent u morgen alweer jarig en wordt u vijtig jaren oud. U zult nu de berg die u lang geklommen heeft gaan afdalen. De heer almachtig mag geven dat u de overige tijd in uw leven in gezondheid en voorspoed kunt doorbrengen. Dat u mag strekken tot zijn naams eer en uw ziel en zaligheid, dit wens ik van harte Mijn heer en liefste hartje uw getrouwe wijf en dienares M Turnor |
Ze eindigt de brief nog met een opmerking over de bomen die ze langs de nieuwe wal zal plaatsen. De prioriteiten zijn duidelijk. Ik heb nog in geen van de andere brieven een felicitatie voor een verjaardag gevonden.
Archiefstukken | |
HUA 1001.2722 Brieven van Margaretha Turnor aan haar man Godard Adriaan 1667 juni-aug., 1671 sept.-1672 dec | 1 april 1672, scan 99 |
Geef een reactie