Een gelukzalig nieuwjaar

Margaretha eindigt haar laatste brief van 1672 met onheilspellende woorden: de trom slaat om de burgerij op te roepen Den Haag te verdedigen en gedurende de nacht te waken. Ze hoopt maar op Gods hulp.

men begint hier nu omsichtich
te worde de trom slaet om de burgerij in
wapene te doen koome en te waecke dat
ick vreese alster op aen sou koome niet
veel sou helpen, wij moete op godt vertrouw
en daer alleen de beste hulpe van verwacht
kost1kon uhEd2u eens overkoome wenste ick met
al mijn hart, ick ben weer wel3Margaretha was behoorlijk ziek daer de heere
voor gedanckt moet sijn, die uhEd en ons alle
in sijn heijlige bescherminge wil neemen dit
en alle, dit bidt wt4uut: uit gront haers harte
Mijn heer
uhEd5uw getrouwe Etc

Margaretha aan haar man op 26 december 1672

Hoe groter de angst bij Margaretha, hoe korter de ondertekening van haar brief. Zij weet nog niet wat haar na het schrijven van haar brief van 26 december in 1672 nog te wachten staat. In haar brief van 2 januari doet ze daarover uitgebreid verslag.

Zieke zoon

Het belangrijkste nieuws is in die brief dat ze op de 27e bericht van haar zoon, Van Ginkel. Hij is ernstig ziek, maar het gaat inmiddels beter en hij is buiten gevaar. Volgens de dokters komt het door zijn sterke natuur dat hij nog leeft. Dat kon niet iedereen zeggen, Generaal van Welderen, die bij Nijmegen dapper stand gehouden had, wordt ook ziek en overlijdt. Kortom, Margaretha maakt zich ernstig zorgen.

[mij bekomert,] en heb deene benoutheijt op dander
sal het leste daer van eerst sege, dat is dat de
heer van ginckel volgens sijn schrijfve vande 27
wt bruijsel en die vande heere vrijberchge beeter
en volgens t oordeel vande docktoore sijn sieckte
opt hoochste is geweest en buijte prijckel weer
was, daer wij godt niet genoech voor konne
dancke, sijn sieckte is hem int leeger voor schar
=leroij met Een viemente verkoutheijt en konti
=niweele koorts aengekoome alsmeede den luijte –
nant generael weldere en den ritmeester de
gruijter, die sijn hoocheijt door de graef van
werfusee en 60 ruijters naer bruijsel liet
brenge, daer weldere en de gruijter den darde
dach naer datsij daer waere, sijn gestorfve

Margaretha aan haar man op 2 januari 1673
Ets van een trommelslager van drie kanten. De figuur links zien we van op de rug, die in het midden van voren en die recht van zijn rechterkant. De trommelslager draagt een grote trommel waar hij op slaat, hij heeft een hoed met een veer, een jas die breed uitloopt en daaronder een broek tot net boven de kuit die met strikken is dichtgebonden. Hij lijkt ook een zwaard om te hebben.
Exercities met een trommel, Jacques Callot, 1635. Collectie Rijksmuseum.

Franse aanval

Door die zorgen kan ze ’s avonds de slaap niet vatten. Maar een lange slaap was haar sowieso niet gegund geweest: de Fransen komen over het ijs van de waterlinie naar Den Haag! De regenten wisten al om tien uur dat de vijand eraan kwam, maar in plaats van de bevolking te waarschuwen, hadden ze zichzelf in veiligheid gebracht… ’s Nachts om één uur kwam het alarm: “Haruut, Haruut!” De chaos is niet te beschrijven. Margaretha kan geen kant op, want het canaille (het gepeupel), wil niet dat er iemand uit Den Haag vertrekt!

Brieffragment alarm in Den Haag
Brieffragment over alarm in Den Haag en aanval

[sieck tot bruijsel gebrocht was,] daer op kree
chge wij snachts hier den alarm dat de vijant
overt ijs van achteren bij boodegraef was
in gebroocke dat konins merck6Kurt Christoph von Königsmarck met sijn volck
tot Alphee was gereetireert, den r p fagel7Raadspenionaris Fagel

en andere heere die savonts te tien Eure deese tijdin
al hadde en aenstonts derwaerts ginge, seekree
teerde het, maer snachts ontrent Een Eur quam
der post op post, en ick die door de bekomerin van
mijn soon niet kost slaepe, hoorde de klapper
man8Klepperman: nachtwaker roepe harwt harwt, daermeede, Elck
ten bedde wt de burgerij in wapene de klocke
op alde dorpe luijde alles was in sulcken roer
dat het mij niet licht vergeeten sal, ick was
meest met de vrou van ginckel en de kindere be
komert en kostse onmoogelijck niet wech krijge
de burgers oft kanaelge wilde onmoogelijck niet
lijde datter Eimant wt den haech ginck, [het huijs]

Margaretha aan haar man op 2 januari 1673
Op een grote ijsvlakte staan soldaten met speren in de hand.
De slag op het ijs. Still uit de film “Alexandre Nevsky” van Sergei Eisenstein (Sovjet Unie, 1938), met muziek van Sergei Prokofiev.

Zwammerdam en Bodegraven

Het loopt voor Margaretha uiteindelijk met een sisser af, want het begint te dooien en de Fransen trekken zich terug. Zwammerdam en Bodegraven zijn minder gelukkig, want die dorpen worden op de terugweg door de Fransen geplunderd. Ook dit wordt uitegebreid door Margaretha beschreven.

Ze kan er niet over uit hoe slecht het met het vaderland gaat en wat een droefenis zich op droefenis stapelt. De brief bereidt zich uit met een PS van vier kantjes met aan het eind een sprankje hoop: Zijne Hoogheid is teruggekeerd uit Charleroi en in Alphen aan de Rijn aangekomen. Pas dan krijgt ze het voor elkaar om er een nieuwjaarswens uit te persen:

ick wensche uhEd hiermeede Een
geluck salich nieuwe ijaer met
meerder rust en minder sonde
te beleefve,

Margaretha aan haar man op 2 januari 1673
Archiefstukken
HUA 1001.2722 Brief van 26 december 1672
HUA 1001.2723Brief van 2 januari 1673

Gerelateerde berichten