Al vroeg in zijn leven krijgt Frederik Willem, de latere keurvorst van Brandenburg (1620-1688), met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te maken. Van 1634 tot 1637 studeert hij in Leiden. In deze periode is Frederik Hendrik stadhouder van Stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel. De Republiek, en met name Holland, floreert. Willem Frederik volgt in 1640 zijn vader op als keurvorst. Hij wacht dan niet met het doorvoeren van wijzigingen, maar maakt daar meteen werk van en laat zich daarbij inspireren door Frederik Hendrik.
Militair
De Republiek zit in de laatste fase van de 80-jarige oorlog. Onder Maurits en Frederik Hendrik had het Staatse leger zich hervormd tot een goed gedrild, efficiënt leger. In essentie bestond het Staatse leger uit allemaal kleine private ondernemingen. In tijd van oorlog en met goed leiderschap werkte dit wel, maar na de Vrede van Münster viel het leger uit elkaar.
Dat laatste wist Frederik Willem in 1640 nog niet. Als Keurvorst van Brandenburg bouwt hij een efficiënt leger op gebaseerd op de organisatie van het Staatse leger. Anders dan in de Republiek richt hij ook een staand leger op, een leger dat ook in tijden van vrede blijft bestaan. De beroepssoldaten blijven dan gewoon in dienst en gaan niet naar een ander leger om elders te vechten. Tot diep in de 17e eeuw bestonden de Europese legers vooral uit huurlingen. Eerst bestond het staande leger van de Keurvorst uit 6.000 soldaten en uiteindelijk waren het er wel 28.000.
Economisch
Toen Frederik Hendrik in de Republiek aan de macht kwam, heerste er al een behoorlijke tijd een godsdienststrijd bij de protestanten: de remonstranten versus de contraremonstranten. Frederik Hendrik bleef redelijk neutraal in dat conflict. Hij had politiek een voorkeur voor de remonstranten, maar maakte toch de leer van de strengere contraremonstranten tot staatsgodsdienst. Hij wist daar bij wel meer ruimte voor andere godsdiensten te bedingen. De contraremonstranten stonden voor een sterke Staten Generaal en een sterke stadhouder. Hierdoor ontstond er een stabiel klimaat in de Republiek. Tegen de tijd dat Frederik Willem in Leiden kwam studeren, bloeide de economie van de Republiek. Frederik Willem zal de uitwassen daarvan, zoals de tulpenmanie van dichtbij meegemaakt hebben.
Huwelijkspolitiek
Frederik Hendrik en zijn echtgenote Amalia van Solms voerden ook een expansieve huwelijkspolitiek binnen Europa. Zo zorgde hij ervoor dat zijn zoon Prins Willem II in 1641 met trouwde met Mary Stuart I. De oudste dochter, Louise Henriette, bleek een goede partij voor de jonge keurvorst te zijn. In 1646 trouwden Frederik Willem I en Louise-Henriette van Oranje-Nassau. Tot op de dag van vandaag mogen hun nazaten zich dus ‘Prins van Oranje’ noemen. Iets waar zijn verre achterkleinzoon, de laatste keizer van Duitsland, Wilhelm II, ook nog prat op ging. Dochter Albertine Agnes trouwt met Willem Frederik van Nassau-Dietz. Van haar stammen de huidige Oranjes af.
Object | Invalshoek |
Portret van de Keurvorst boven de schouw in de grote zaal (HBB Grote Zaal Zuid-west no. 24) | Persoonlijke relatie met Godard Adriaan en met de Republiek |
Portret van de Keurvorst en zijn vrouw boven de schouwen in de Grote zaal (HBB Grote Zaal West-Noord No. 39) | Persoonlijke relatie met Godard Adriaan en met de Republiek |
Portret van Frederik Hendrik in de grote zaal naast de schouw van de Keurvorst (HBB Grote zaal Zuid-west No. 23) | Frederik Hendrik als voorbeeld voor Frederik Willem, de keurvorst, die naast hem hangt. |
Geef een reactie