Als gewezen wordt op het rouwportret van Margaretha Turnor in de Lodewijkskamer wordt vaak gevraagd naar de knijpbril die zij op het portret in haar hand houdt. Waren er al brillen in de 17e eeuw? Nee toch? Ja hoor, alleen nog niet zo modern als wij ze nu kennen.

Glazen bol

De Grieken en de Romeinen gebruikten een glazen bol met water erin als lens. Ze hadden alleen niet door dat de vergroting door het gebogen glas kwam, ze dachten dat dat door het water kwam. Kennelijk was het nog niet erg ingeburgerd, want de Romeinse redenaar Cicero (106-43 v.Chr.) klaagde dat hij geen middel kon vinden tegen zijn verslechterde zicht door zijn ouderdom. De oplossing om toch de informatie te krijgen die hij wilde hebben, was het zich laten voorlezen door slaven.

De eerste betrouwbare tekst over lenzen is van Seneca (4 v.Chr.-65 n.Chr.):

De letters, ook al zijn ze klein en verward, lijken groter en helder wanneer men kijkt door een glazen bol gevuld met water.

Smaragd

Keizer Nero (37-68 n. Chr.) keek naar zijn liefhebbende gladiatorgevechten door een transparante, lensvormige groene steen in de hoop dat het licht zijn ogen zou ‘verfrissen’. Deze aanname bleef tot in de 19e eeuw bestaan. ‘Zonnebrillen’ uit die tijd hadden groene brillenglazen.

Een grove, dikke lens.
Dubbel bol geslepen lens van bergkristal, ca. 800-1100 (Vikingtijd), Gotland, Zweden. Collectie: Staats Historische Musea, Zweden. De lens heeft een doorsnee van 4,5 cm en een dikte van 1,5 cm.
Bril van de remonstrantse dominee A. Geesteranus (1593-1658), anoniem, ca. 1610 – ca. 1658. Collectie Rijksmuseum.

Lenzen

In de middeleeuwen wordt op verschillende plekken geëxperimenteerd met geslepen lenzen en bollen. Zo is er een archeologische vondst in Gotland gedaan uit de Viking tijd. De Arabische geleerde en astronoom Ibn al-Heitam (ca. 965-1040 n.Chr.) suggereerde dat gepolijste lenzen mensen met een visuele beperking zouden kunnen helpen. Italiaanse monniken ontwikkelden in de 13e eeuw een halfronde lens van bergkristal (een soort kwarts) die, wanneer deze op een stuk papier werd geplaatst, de letters vergrootte! 

Een donker schilderij met een zilveren lijst met daarbinnen een goudkleurige rand. Het tafereel speelt zich af in een kerk, links op de voorgrond zijn twee korinthische zuilen. Aan de achterkant staan ook twee corintische zuilen en rechtsvoor is er een te zien. Gezamenlijk lijken ze een dak te dragen. Aan de linkerkant, achter de zuilen is een glas-in-lood raam met een gebogen bovenkant te zien. Aan de achterkant zijn links en rechts ook twee dezelfde soort ramen te zien. Rechts achter in de hoek nog een gedeelte van een dergelijk soort raam. Zo ontstaat de suggestie van een kleine ruimte in een kerk, wellicht de apsis. Het middelpunt van het schilderij is de Madonna met kind gezeten op een houten troon met baldakijn. De troon is met rozetten gedecoreerd. Naast de troon staan op twee lage rechthoekige zuilen twee gebeeldhouwde figuurtjes. De troon staat op een verhoging van twee treden waarover een overwegend rood gekleurde loper ligt. De madonna draagt een rode, in wijde plooien tot op de grond vallende mantel. Daaronder is nog een stukje van een blauwe kleding te zien. Ze heeft lang, krullend, lichtbruin haar tot op haar schouders. Ze heeft een glad, ovalen gezicht en kijkt sereen schuin links naar beneden. Jezus zit op haar schoot, op haar rechterbeen, met onder zich een wit, rechthoekig doek. De madonna houdt haar rechterarm om hem heen. Met haar linkerhand lijkt ze met gekromde vingers een bosje bloemen vast te houden dat Jezus ook vast houdt met zijn linkerhand. Met zijn rechterhand houdt hij een kleine papegaai vast. Jezus is geheel bloot, met zijn onderlijf naar de toeschouwer gedraaid en zijn bovenlijf naar rechts gedraaid. Hij heeft kort, blond haar met krulletjes. Linksvoor op het schilderij staat een man van de zijkant gezien, die recht voor zich uitkijkt. Hij draagt een blauwe met goud gedecoreerde mantel, bij de mouwen en onderaan met een gouden zoom afgezet. Op zijn hoofd draagt hij een overwegend goud gekleurde, rijk gedecoreerde mijter. Aan de rechterkant van het schilderij zijn twee figuren te zien. Vooraan een wat oudere, geknielde figuur in een witte mantel en blootshoofds. Hij is wat gezet en kalend. In zijn gebogen armen houdt hij recht voor zich een open gebedenboek en een bril. Over zijn linkerarm hangt een bruin doek. Achter hem staat een ridder met een stok met witte vaandel in de holte van zijn linkerarm. Zijn linkerhand wijst, met gesloten vingers en zijn handpalm naar achteren, naar de geknielde persoon. Met zijn andere hand licht hij zijn helm op.
De Madonna met kanunnik Joris van der Paele, Jan van Eyck, 1434-1436. Collectie Musea Brugge. Foto: Hugo Maertens via Art in Flanders.

Brillenglazen

Er zijn verschillende theorieën over het ontstaan van brillenglazen, maar ze ontstonden in ieder geval in Italië aan het eind van de 13de of het begin van de 14de eeuw. Doordat nog relatief weinig mensen kunnen lezen en schrijven, is de bril in eerste instantie niet populair. Dit verandert door de uitvinding van de boekdrukkunst. Dan nog hebben de brillen alleen bolle glazen en zijn dus geschikt voor verziende mensen en dus vooral voor (oudere) monniken die moeite hadden met lezen. Pas in de 15de eeuw wordt de eerste bril met holle glazen voor bijziende mensen.

Een donker schilderij met een zwarte lijst met aan de binnenkant een bruin lijstje. Boven op de lijst, in het midden bovenaan is een wapenschild met het familiewapen. Het wapenschild wordt omlijst door een goudgekleurde met golfjes gedecoreerde lijst. Daarbinnen is een bruine rand met gestileerde bloemen. Erop een versiering, goudkleurig, van een gestileerde bloem. De linkerhelft van het wapen heeft een witte achtergrond met erop twee rijen elk bestaande uit drie zwarte ruiten aan beide zijden geflankeerd door een halve ruit. De rechterhelft is in vier kwarten verdeeld. De kwart linksboven is ook weer ongeveer door de helft gedeeld met aan de onderkant drie blauwe en drie rode golfjes boven elkaar en aan de bovenkant op een lichte achtergrond drie blauwe tekens die naar links overhellen. Op de kwart rechtsboven zijn twee gekruiste sabels te zien op een rode achtergrond. Linksonder heeft dezelfde afbeelding als rechtsboven. Zo ook rechtsonder als linksboven. Kruislings dus dezelfde afbeelding. Het schilderij is een portret van een zittende dame op leeftijd. Ze is tot iets over haar knieën afgebeeld en zit schuin naar rechts. Haar gezicht is naar de kijker gewend. Ze heeft een smalle neus, kringen onder haar ogen en rimpels vanaf de neusvleugels en bij de mondhoeken. Ze heeft een vorsende blik. Het geheel oogt zeer donker, sober en zelfs zwaarmoedig. Ze is gekleed in een soort zwarte mantel met daaronder een zwarte, glanzende japon met een hoog sluitend kraagje met een randje wit aan de bovenkant. Waarschijnlijk heeft ze op de japon een strik maar dat is slecht zichtbaar. Onderaan de mouwen is witte, ruimvallende stof bij elkaar gehouden door een niet zichtbaar bandje. In haar rechterhand houdt ze een witte doek, in haar linkerhand een lorgnet. Op haar hoofd draagt ze een zwarte sluier gelijkend op wat nonnen dragen. In het midden op haar voorhoofd gaat de sluier in een driehoekje naar beneden. De sluier bedekt haar haar. Naast haar linkerarm is een groot, opengeslagen boek te zien.
Margaretha Turnor (1613-1700), J.H. Brandon, ca. 1693. Collectie Kasteel Amerongen.

Een donker schilderij van een vrouw gezeten op een stoel. Ze lijkt van middelbare leeftijd. Ze is van top tot teen afgebeeld. Ze zit schuin naar rechts en kijkt de toeschouwer met een aarzelende blik aan. In haar rechterhand, die op haar schoot ligt, heeft ze een opengeslagen boek. Misschien houdt ze in haar linkerhand met duim en wijsvinger iets vast, wellicht een lorgnet. Ze heeft een wit mutsje op dat haar haar bedekt en onder haar kin met een losse knoop geknoopt, waarvan de twee uiteinden naar beneden hangen tot ongeveer haar borst. Ze is gekleed in een soort rode mantel met mouwen net over haar ellebogen waar ook nog een stukje witte stof te zien is.Daaroverheen draagt ze een witte omslagdoek. Eronder heeft ze een witte, wijdvallende rok van glanzende stof dat ruim om haar benen valt.
Vrouw Doorslagh, huishoudster van Henriëtte van Nassau-Zuylestein, 18e eeuw. Collectie Kasteel Amerongen.

Brillen

Vanaf de 16e eeuw werden er meerdere materialen voor het montuur gebruikt, zoals leer, schelp, hoorn, balein, ijzer, zilver, brons en schildpad. Uiteraard was dit alleen beschikbaar voor de rijken! Een bril werd met de hand vast gehouden of op de neus geknepen. Een bril met poten (officieel heten dit veren) wordt pas in de 18de eeuw uitgevonden in Engeland. Alleen was dit niets voor ijdele brillendragers, want over het algemeen werd dit erg lelijk gevonden. Het was alleen wel handig als je de hele dag een bril op had: je kon dan gewoon je beide handen gebruiken!

De laatste echt grote ontwikkeling is de bifocale bril. Deze bifocale brillen worden vaak nog brillen met Franklinglazen genoemd. Benjamin Franklin creëerde in 1748 namelijk de voorlopers van deze brillen. Zolang we de bril maar niet varivocaal gaan noemen….

Bril met montuur van ijzer met benen eindigend in ringen, met ronde geslepen glazen.
Bril met montuur van ijzer met benen eindigend in ringen, met ronde geslepen glazen, anoniem, ca. 1700 – ca. 1800. Collectie: Rijksmuseum.
Bril met montuur van zilver en ronde, groene glazen. Model: aan de brug zijn de randen om de glazen bevestigd door middel van kleine zilveren schroeven. De bril heeft brede golvende vlakken aan weerszijden van de glazen. De benen eindigen in grote geschulpte lussen. De geslepen glazen hebben een groen kleur.
Bril met montuur van zilver en ronde, groene glazen, anoniem, ca. 1830 – ca. 1840. Collectie Rijksmuseum
Verder lezen
Zeiss. De geschiedenis van de bril. Op: Zeiss Vision Care.
Fotiou, Pandelis (2024). De geschiedenis van de bril. Op: Historiek.
ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
Margaretha TurnorJ.H. Brandonca. 1693Olieverf op doekLodewijkskamer 21 (0841)
Vrouw Doorslagh18e eeuwOlieverf op doekLange gang 24 (0866)

Gerelateerde berichten