Blinkend en trots ligt hij daar in de vitrine: het trotseerloodje. Het was nooit bedoeld voor zo’n positie in de schijnwerpers, het is immers maar een eenvoudig, functioneel ding. Maar nu, 345 jaar nadat het gemaakt is, ligt het op een tentoonstelling.

Foto van een leien dak waarvan een hoek is afgezet met lood. Over het lood loopt een kabel en onder de kabel zit een trotseerloodje.
Trotseerloodje op de hoekkeeper onder de bliksemafleider op het dak van Kasteel Amerongen.

Het loodje dat het weer trotseert

Maar wat is dat eigenlijk en waar werd het voor gebruikt? Zoals bekend, is de kap van Kasteel Amerongen bekleed met leien. Nu is het bij leidekking lastig om de randen van het dak, bijvoorbeeld bij de nok of bij de hoekkepers waterdicht te krijgen. Daarom wordt daarvoor een loden slabbe toegepast, die over de nok of hoekkeper geklopt wordt. Die loden slabben moeten wel tegen het opwaaien vastgezet worden en dat gebeurt door ze vast te spijkeren. Daarmee komt er weer een gat in het lood en dus een potentieel gevaar voor lekkage. Om dat te voorkomen, wordt over het spijkergat een flapje lood van circa 5 cm breed x 7 cm lang aangebracht en aan de bovenzijde vast gesoldeerd, waarmee de zaak weer waterdicht is afgewerkt.

Reclame

En zo’n trotseerlood is natuurlijk voor de meesterloodgieter of -leidekker een uitstekende gelegenheid om zijn merkteken achter te laten: in dit geval een leidekkershamer, met de initialen I en H, en het jaar van aanbrengen, 1677, dus uit de herbouwperiode.

Een stukje lood met daarop waarschijnlijk een gereedschap van een dakdekker. Het lijkt een beetje op een pijl met een handvat eraan. Aan weerszijde van de pijl staan een I en een H, aan weerszijde van het handvat staan 16 en 77.
Trotseerloodje van het dak van Kasteel Amerongen. Collectie: Kasteel Amerongen.

Trotseerloodjes worden overigens in de Noordelijke Nederlanden vanaf het einde van de 16e eeuw toegepast. En omdat oude trotseerloodjes veelal omgesmolten werden, zijn er niet zoveel oude exemplaren over. Dit is niet het enige trotseerloodje dat de tand des tijds heeft doorstaan, want ze zitten ook nog op het dak van het kasteel. Daar blijven ze doen waarvoor ze bedoeld zijn: lekkage voorkomen.

Trotseren, transeren of oplichten

Voor de naam ’trotseerlood’ zijn verschillende verklaringen: wellicht verwijst het naar het ’trotseren’ van de weersinvloeden. Of het is afkomstig van het Franse ’trousser’, oftewel oplichten of optillen (van het flapje om weer bij de spijker te komen bij reparatie). Andere benamingen zijn ook wel: traceer- of transeerloodje.

Verder lezen
Ruitenberg, Liesbeth, Jacqueline Ruijs en Theo Joosten (2021). Andrieskerk: jouw en mijn monument. Amerongen: Stichting Open Monumentendag Amerongen
ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
TrotseerloodjeIH1677LoodDepot

Gerelateerde berichten