Hoe zagen de woonvertrekken er eigenlijk echt uit in de 17e eeuw? Wat geven de bronnen prijs over de wooninrichting en interieurelementen van een eetkamer, een keuken of een slaapkamer ? Vanuit boedelinventarissen, ontwerpen en schilderijen van woningen uit die tijd valt veel te achterhalen. Een interessante en belangrijke aanvulling daarop bieden de fascinerende pronkpoppenhuizen uit die tijd.
Geen speelgoed
Laten we voorop stellen dat een 17e-eeuws pronkpoppenhuis geen speelgoed voor kinderen was. Het was eerder een soort kunstkabinet of een miniatuurmuseum, iets dat alleen een zeer rijke familie zich kon veroorloven. Een poppenhuis was dan ook vooral iets waarmee de elite kon pronken, om te laten zien hoe welvarend je was en hoe stijlbewust. Trots als zij was liet Petronella Oortman haar poppenhuis zelfs vereeuwigen op een schilderij door Jacob Appel (ca. 1710). Leuk weetje: het bouwen van haar poppenhuis heeft in totaal ongeveer 25 jaar geduurd. Het was een langdurig proces dat veel geduld en vakmanschap vereiste.
De werkelijkheid in het klein
In het miniatuurhuis werd alles zo precies mogelijk nagemaakt, vaak op een schaal van 1 op 10. Zo zijn de linnenkasten en kabinetten gevuld en zo kun je bijvoorbeeld de piepkleine boeken gewoon open slaan en lezen (onder een vergrootglas!). Ook is er stromend water in de keuken, is er een wafelijzer van een paar centimeter, kun je de vacht van de hond voelen en aaien en zie je de ijzeren nageltjes door de strijkplank. Eén van de pronkpoppenhuizen telt maar liefst bijna duizend voorwerpjes. Je hebt het idee een stille getuige te zijn van een wereld die allang voorbij is, maar in miniatuurformaat weer tot leven is geroepen. Want de poppenhuizen illustreren ook hoe in de 17e eeuw bepaalde meubelen en voorwerpen gebruikt werden en wel op manieren die tot dan toe nauwelijks bekend waren.
Een schat aan details
Er zijn in totaal tien Hollandse poppenhuizen uit de 17e en 18e eeuw bewaard gebleven en grondig onderzocht. Het was kunsthistorica en conservator Jet Pijzel die hier uitgebreid onderzoek naar heeft gedaan en voor vele raadsels kwam te staan. Want de miniatuurkeukentjes, kraamkamers en salons bevatten talloze voorwerpen die niet in het groot bewaard gebleven zijn. Pijzels onderzoek mondde o.a. uit in een standaardwerk getiteld ‘Het Hollandse Pronkpoppenhuis, interieur en huishouden in de 17e en 18e eeuw’1Jet Pijzel-Dommisse, Het Hollandse pronkpoppenhuis. Interieur en huishouden in de 17e en 18e eeuw (2000). Zwolle/Amsterdam: Waanders Uitgevers/Rijksmuseum.. Een recensent constateert zelfs dat dit boek een monument geworden is voor de cultuurgeschiedenis van ons land.
Dat de pronkpoppenhuizen een bijna onuitputtelijke bron van gegevens zijn, blijkt uit de nieuwe ontdekkingen die men in 2021 deed in het poppenhuis van Petronella de la Court, het meest waardevolle object in de collectie van het Centraal Museum in Utrecht. Er kwamen details aan het licht die nauwelijks bekend waren, zoals de onderdelen waarmee de hemel van een hemelbed verhoogd werd. Ook ontdekte men dat de huid van de hond waarschijnlijk eigenlijk gemaakt was uit een muizenvacht.
Kanttekeningen
Toch zijn er ook wat kanttekeningen te zetten bij de waarheidsgetrouwheid van deze fascinerende kunstobjecten. Een kabinet met vakken dwingt de maker namelijk tot het op elkaar plaatsen van vertrekken, die in werkelijkheid niet zo naast elkaar lagen en ook lang niet altijd van verbindingsdeuren zijn voorzien. De plaats van een vertrek in de kast is niet per sé een weerspiegeling van de werkelijke ligging in een 17e-eeuws woonhuis. Ja, de keukens en kelders zijn steeds beneden gesitueerd, maar er ontbreekt bijvoorbeeld een trappenhuis. Bovendien lijken een paar elementen eerder een verfraaiing van het kunstkabinet te zijn dan dat het de werkelijkheid nabootst. Enige voorzichtigheid is dus wel geboden bij het interpreteren van de woonvertrekken. Tot slot nog dit: het is aannemelijk, gezien hun herkomst, dat de bewaard gebleven pronkpoppenhuizen met name Amsterdamse woonhuizen en hun bewoners weerspiegelen.
Kennis uit met name het boek van Jet Pijzel-Domisse2Jet Pijzel-Dommisse, Het Hollandse pronkpoppenhuis. Interieur en huishouden in de 17e en 18e eeuw (2000). Zwolle/Amsterdam: Waanders Uitgevers/Rijksmuseum. is gebruikt bij de volgende artikelen op het verhalenproject:
Poppenhuizen in musea
Nieuwsgierig geworden naar deze unieke, historische miniatuurwerelden? Hieronder een lijst met de poppenhuizen en de musea. In het Centraal Museum in Utrecht kan je ook virtueel rondkijken in het poppenhuis, alsof je er zelf in staat.
Poppenhuis van | Jaar | Museum | |
---|---|---|---|
Petronella de la Court | 1670-1690 | Centraal Museum Utrecht | Virtueel rondkijken |
Petronella Dunois | ca 1676 | Rijksmuseum Amsterdam | |
Petronella Oortman | 1686-1710 | Rijksmuseum Amsterdam | Het schilderij van Jacob Appel van het poppenhuis |
Sara Rothé | 1699 | Frans Halsmuseum, Haarlem | |
Sara Rothé | 1743-1843 | Kunstmuseum Den Haag |
Geef een reactie