Hoewel formeel de macht en de mogelijkheden van Willem III door de gewesten beperkt waren, begonnen rond 1670 de twintigjarige prins en de orangisten steeds meer aan invloed te winnen. De dreiging van Lodewijk XIV werd steeds sterker en de roep om de prins van Oranje steeds krachtiger. Voor Johan de Witt, de raadspensionaris, een nijpende situatie.

Om een tafel en daar verder omheen staan allemaal mannen met pruiken. Op tafel ligt een stad, Willem III houdt met zijn linker hand de stad vast en steekt met zijn rechterhand twee vingers in de lucht. Hij kijkt schuin naar boven. Boven de tekst Zijn Hoogheijt d'Heer Prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672
“Zijn Hoogheijt, d’heer prins van Oranje wort Capiteijn Generael gemaakt, den 25 februarij, 1672”Willem III ingezworen als kapitein-generaal, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672 – 1674. Collectie Rijksmuseum

Akte van Harmonie

Johan de Witt en de Staten van Holland hielden nog steeds vast aan de Akte van Harmonie waarin bepaald was dat Willem pas op meerderjarige leeftijd kapitein-generaal1Opperbevelhebber van het Staatse leger mocht worden. Volgens Johan de Witt betekende dat op 23-jarige leeftijd (dit was de gebruikelijke definitie van meerderjarigheid) en dat zou pas in november 1673 zijn. Volgens anderen, waaronder Amalia van Solms en Friedrich Wilhelm, de keurvorst van Brandenburg, twee van de drie voogden van Willem III, was Willem al op achttienjarige leeftijd meerderjarig geworden.

Compromis

Johan de Witt kwam uiteindelijk met het voorstel hem voor één veldtocht aan te stellen, maar daar ging Willem niet mee akkoord. Uiteindelijk liet hij zich door vrienden, waaronder de zeer Oranjegezinde Johan van Reede, heer van Renswoude, overreden het toch te doen. Op 25 februari werd Willem benoemd tot kapitein-generaal voor één veldtocht. Er werd een groot feest gegeven alsof er van dreiging geen sprake was. Het volk reageerde uitzinnig van vreugde.

Voor- en achterzijde van een zilveren munt. Links prins Willem III in volledige wapenuitrusting, te paard met veldheersstaf in de rechterhand en rechts borstbeeld prins Willem III, gezicht vrijwel aanziend.
Prins Willem III benoemd tot Kapitein-Generaal en Admiraal. Collectie Teylers Museum

De realiteit van het Staatse leger

Maar Willem wachtte geen dankbare taak. De gevolgen van de verwaarlozing en versnippering van het Staatse leger begonnen steeds duidelijker te worden. Het leger bestond uit kleine ‘provincielegertjes’. Elk gewest bekostigde zijn eigen deel van het leger. Dit alles ging ten koste van de solidariteit tussen de gewesten. Bovendien was het landleger sterk verzwakt omdat de Republiek onder Johan de Witt een aantal jaren geleden de keuze gemaakt had voor een sterke zeemacht in verband met het beschermen van de koopvaardij. Dit alles stond in schril contrast met het machtige leger van Lodewijk XIV en zijn bondgenoten, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen.

Op 25 februari 1672 werd Willem III, prins van Oranje, aangesteld als kapitein-generaal van het Staatse leger. Aanvankelijk dus voor slechts één veldtocht maar er zouden er nog vele volgen.

Drie soldaten spelen onder een boom een kaartspel. Met tweeregelig Latijns onderschrift (Tympana rauca silen, dordenitq dolabra ligoq; Quin igitur temput fallere sorte iuvet.)
Kaartspelende soldaten, Cornelis Bloemaert (II), naar Abraham Bloemaert, na ca. 1625. Collectie Rijksmuseum.

Gerelateerde berichten