In de keuken staat bij de waterpomp een granieten bak. Deze gootsteen werd niet alleen gebruikt om groente te wassen, maar ook om de afwas te doen. U begrijpt, dat je erg voorzichtig moet zijn als je daar als dienstmeid een kostbaar servies staat af te wassen. Als je het bord dat je aan het afwassen bent per ongeluk tegen het graniet te stoot, is de kans groot dat het bord aan gruzelementen gaat.
Hout of graniet?
Om dat te voorkomen staat er ook een bijzondere eikenhouten afwasbak, met een afdruiprek erboven. De kans dat het bord bij stoten tegen het natte, zachte hout breekt, wordt hierdoor aanzienlijk kleiner.
Serviezen bij de adel waren meestal zeer kostbaar en soms van heel fijn porselein. Ze werden weliswaar niet elke dag gebruikt, maar bij bijzonder of hoog bezoek werd natuurlijk letterlijk en figuurlijk alles uit de kast gehaald. Het is bekend dat sommige adellijke dames na een dinertje afdaalden naar de keuken. Ze namen dan zelf de afwas ter hand om het kostbare servies schoon te maken. Dan hoefden ze, als er wat brak, niet op dienstmeid te brommen.
Afwasmiddel
Bij de houten afwasbak zie je een soort vierkant doosje van ijzerdraad met een handvat eraan. In plaats van afwasmiddel deed je hier een stuk zeep in en dan klopte je daarmee in het water. Net zo lang tot het zeep in het water begon te schuimen.
Afwasborstels
Aan het afdruiprek en naast de gootsteen hangen ook een paar afwasborstels. Vroeger werden natuurlijk overal borstels en vegers voor gebruikt: voor het vegen van de stoep, van het tapijt, voor het schoonmaken van de haard en voor het borstelen van je kleren. Voor elke klus had je een aparte borstel met een eigen vorm, een eigen soort haren en met of zonder steel. Het maken van borstels was echt een vak. Een ander woord voor borstel of veger is een schuier. Een borstelmaker heette dan ook wel een schuiermaker.
Geef een reactie